De ICT-sector op zoek naar kennis, niches en vlaggenschepen: het Ierse voorbeeld Over het aandeel van ICT in de economie 1) Binnen de groep OESO-landen bedroeg het aandeel van de ICT-sector in de toegevoegde waarde (omschreven op basis van bovenvermelde definitie) 9,7%, wat hoger is dan op wereldniveau gezien de concentratie van de ICTsector in deze landen. Dit gemiddelde verbergt echter belangrijke verschillen tussen landen, met vooral in de Verenigde Staten en de Noord-Europese lidstaten (Finland, Zweden, Ierland, Verenigd Koninkrijk) een groter belang van de ICT-sector. Met een aandeel van 9,6% situeert België zich juist onder dit OESO-gemiddelde. Opvallend is dat het verschil tussen een groot en gemiddeld belang van de ICT-sector sterk samenhangt met de positie van de ICT-industriesectoren. In landen zoals de Verenigde Staten, Finland, Ierland... nemen de ICT-industriesectoren een belangrijke plaats in de nationale economie in, zowel in computer- en kantoormaterieel (Ierland), als de productie van telecomapparatuur (Finland). Over het aandeel van ICT in de handel 2) Aldus blijkt dat de bijdrage van de Belgische ICT-sector aan de Belgische import en export eerder beperkt is: slechts 7,8% van de totale Belgische import en export betreft ICT-producten. Dit aandeel ligt beduidend onder het OESO-gemiddelde van 12%, en ver onder het belang van ICTproducten in de import/export van Finland, Nederland en vooral Ierland. De grote aanwezigheid van buitenlandse (veelal Amerikaanse) ondernemingen in Ierland die in sterke mate importeren (vanuit Amerika) en exporteren (naar de rest van de EU) verklaren de sterke ICT-prestatie van Ierland. 3) Aldus blijkt het aandeel van ICT-producten in de Belgische export gevoelig lager te liggen dan het aandeel van de ICT-sector in de verschillende OESO-landen. Ierland, Japan, Finland, Nederland, Verenigd Koninkrijk, Zweden daarentegen blijken wel een comparatief voordeel te bezitten in ICTindustriesectoren. Een gevolg van deze relatief zwakke internationale positie van de Belgische ICT-sector, is dat België meer (in waarde) ICT-producten importeert dan het exporteert, resulterend in een licht negatieve ICThandelsbalans. Over de rol van buitenlandse investeringen 4) Multinationale ondernemingen spelen een belangrijke rol in de globale ICTsector, een rol die trouwens nog steeds toeneemt. De sterke positie van bepaalde landen in de ICT-sector hangt rechtstreeks samen met de aanwezigheid van grote multinationale ondernemingen in deze landen; Ierland is daar een duidelijk voorbeeld van. 5) Zo blijkt uit een rapport van Ernst & Young International Location Advisory Services (ILAS) dat in recente jaren vooral het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Ierland, succesvol zijn geweest in het aantrekken van buitenlandse ICT-investeerders tijdens de periode 1998 – 2002. Op basis van het aantal buitenlandse investerings-projecten in 2000, komt het Verenigd Koninkrijk als absolute nummer één naar voren. Specifiek in het Verenigd Koninkrijk en ook Ierland blijken de nationale agentschappen ontwikkelingsmaatschappijen zeer instrumenteel in het aantrekken van buitenlandse ICT-investeringen, zowel door hun beleidsvoorbereidend werk als door hun grote (personeel en financiële) middelen. 6) Vergelijkbare cijfers voor Ierland geven aan dat de grootste ICTondernemingen vandaag de dag aanwezig zijn in Ierland: iets meer dan 70 van de Top-100 ICT-ondernemingen hebben activiteiten in Ierland. Bovendien betreft een belangrijk deel hiervan meer industriële ICTactiviteiten, niettegenstaande in recente jaren ook Ierland af te rekenen krijgt met delokalisatie van industriële ondernemingen naar goedkopere regio’s en landen. Over de technologische positie 7) Europa in het algemeen loopt erg achterop ten opzichte van de hoger genoemde Aziatische landen. Ierland en Nederland zijn, met respectievelijk 4 en 3 subsectoren, de enige twee landen die in meer dan één ICT-subsector een comparatief technologisch voordeel hebben. Over het ICT-beleid van een land 8) Een optie bestaat erin om eerder als belangrijke toeleverancier en/of klant van ICT-producten- en/of diensten te gaan functioneren van bijvoorbeeld buitenlandse dochterondernemingen. Dit is een ontwikkelingsmodel dat reeds vroeger toegepast werd in de ICT-sector in Schotland en Ierland, en ook in andere globale sectoren zoals de automobielsector. Binnen een dergelijk model opereert een grote buitenlandse onderneming als vlaggenschip binnen een netwerk/cluster van ondernemingen in een regio of land. Kenmerkend voor dit vlaggenschip is dat sterke technologische activiteiten ontwikkeld worden en op internationale markten geconcurreerd wordt. Op voorwaarde dat lokale Belgische ondernemingen kunnen instaan voor een voldoende (kwantitatief en kwalitatief) toelevering, zal er een opdeling van de waardeketen plaatsvinden waarbij deze vlaggenschiponderneming in toenemende mate activiteiten uitbesteedt. Omgekeerd zal ook de aanwezigheid van dergelijke toeleverende ondernemingen een belangrijke troef zijn om nieuwe buitenlandse investeringen naar België te halen. 9) Cijfers geven aan dat er mogelijke knelpunten kunnen optreden in de volgende jaren. Zo blijkt het aantal afgestudeerden in de (toegepaste) wetenschappen in België lager te liggen dan in andere landen. In België bevindt het aandeel van nieuwe diploma’s in deze specialisatierichtingen zich onder het EU-gemiddelde en ver achter Duitsland en Ierland. Op het vlak van doctoraten in de richtingen Wetenschappen en Toegepaste Wetenschappen situeert België zich op het Europees gemiddelde, maar ook hier doen landen zoals Duitsland, Frankrijk, Finland en Ierland veel beter. 10) De concurrentie tussen landen en regio’s om nieuwe ICT-investeringen aan te trekken is groot. Andere landen hebben ook begrepen dat een andere strategie noodzakelijk is wil men succesvol blijven/zijn in de ICTsector. Ierland bijvoorbeeld richt zich specifiek op het aantrekken van O&Oactiviteiten van buitenlandse ondernemingen, aangezien het in recente jaren verschillende assemblage/productie-activiteiten heeft zien vertrekken naar landen/regio’s met lagere kosten. Net zoals in het verleden wordt een geïntegreerd pakket van beleidsmaatregelen voorgesteld om onderzoekscentra van buitenlandse ondernemingen naar Ierland te halen. Een voldoende aanbod van hooggekwalificeerd jong personeel, subsidies en fiscaliteit m.b.t. O&O, loonkosten voor onderzoekers, aantrekken van buitenlandse top-onderzoekers…. maken allemaal onderdeel uit van dit pakket. Bovendien wordt er expliciet veel aandacht besteedt aan lokale ondernemingen die de laatste jaren zijn ontstaan. Voor deze groep van ondernemingen wordt specifiek voorzien in een voldoend aanbod van aangepast risico-kapitaal.