6E Economie Samenvatting T6 - 1 FOTO Foto & of mind-map T6 Ontwikkeling bbp op LT Vooraf BBP = waarde van alle gdn&d op 1 jaar geproduceerd op ons grondgebied 3 invalshoeken: Nominaal en reëel BBP = Tekortkomingen als welvaartsindicator: Ec. groei = Productiefactoren bepalen de ec. groei: welke: T6H1 Wat bepaalt economische groei? 1.1 Kapitaal 1.1.1 Rol vh binnenlands sparen bij de kapitaalvorming 1 Sparen: Bij gezinnen: Afh. van : Bedrijven: Bruto- en netto bedrijfsparen = 2 Rechtstreekse financiering --> beurs 1 Aandelen = dividendrendement =________________K/W = 2 Obligaties = intrest afh van: 3 Onrechtstreekse financiering = 1.1.2 Rol vh buitenlands sparen bij de kapitaalvorming 1 Wat is buitenl. sparen? 2 Buitenlandse investeringen = 3 Rol vd Wereldbank? 1.2 Arbeid 1.2.1 Employability = arbeiders – bedienden; Human Resource Management 1.2.2 Arbeidsmarkt Beroepsbevolking Activiteitsgraad Participatiegraad Bevolking op beroepsactieve Werkgelegenheidsgraad Werkzaamheidsgraad Werkloosheidsgraad leeftijd 1.2.3 Kan de participatiegraad omhoog? • HOE? Generatiepact wil trend keren --> langer werken aantrekkelijk maken --> Doel 70% 1.2.4 Heeft ons land voldoende arbeidskrachten? Probleem: verouderende bevolking en lage participatiegraad. 1.2.5 Kwaliteit van arbeid Human capital = knowhow ve bedrijf, gedragen door de medewerkers ervan; goed opgeleide arbeiders zorgen voor hogere productiviteit. 1.2.6 Wat met de structureel werklozen? Knelpuntberoepen: vraag naar arbeidskrachten komt niet overeen met opleiding. 1.3 Technologie 1.3.1 Wat is technologie? alle technieken die de productiviteit van arbeid en kapitaal verhogen. 1.3.2 Produceert België technologie? T6H2 Overheidsmaatregelen ter bevordering van ec. groei Wat kan de overheid doen ter bevordering van de economische groei? Door te zorgen voor: 2.1 Zorgen voor een gunstig ondernemingsklimaat; Hoe? 1/ sparen stimuleren; 2/ zorgen voor infrastructuurwerken; 3/belastingen en subsidies, 4/beschermen van eigendomsrechten; klare regelgeving, zorgen voor eerlijke concurrentie: 5/Zorgen voor politieke stabiliteit en vertrouwen in de overheidsinstellingen 2 .2 Zorgen voor competente beroepsbevolking: meer en beter arbeidskrachten; 2 .3 R&D stimuleren T6H3 Internationale vergelijking van ec. groei 3.1 We groeien sneller, trager of … helemaal niet! 3.2 Waarom lukt groei in het ene land wel en niet in het andere? Naam: Klas / Nummer: 6E Economie Samenvatting T6 - 2 Samenvatting ECONOMIE T6 T6 De ontwikkeling van het BBP op lange termijn T6H1Wat bepaalt economische groei? BBP = Bereking op basis van : 1/ productie (toegevoegde waarde) = alle voor de binnenlandse markt geproduceerde cons. en investeringsgdn&d + X - M 2/ inkomens = factorinkomens van bedrijven en overheid aan gezinnen + netto indirecte belastingen (=indirecte belastingen - subsidies) + reserveringen en afschrijvingen van bedrijven 3/ bestedingen (C+I) = alle consumptie-uitgaven + besparingen van gezinnen, overheid en bedrijven. Nominaal BBP: Reëel BBP: BBP-deflator: Tekortkomingen van het BBP als welvaartsindicator: 1/ zegt niets over de _____________ van het inkomen en de geleverde inspanningen 2/ bevat niet a) de TW van overheidsdiensten; b) waarde illegale activiteiten; c) eigen productie 3/ houdt geen rekening met de 4/ bevat inkomens die de welvaart 5/ houdt geen rekening met de uitputting Determinanten van ec. groei of welke factoren bepalen ec. groei? Productiefactoren = arbeid, kapitaal (plus natuur), technologie en overheid Kapitaal (kapitaalgoederen): Arbeid: Technologie: Overheid: Economische groei: toename van het Financieel kapitaal: financiële middelen om kapitaalgdn te kopen: eigen of vreemd vermogen Vreemd vermogen: leningen _____________ + aflossingen Eigen vermogen: aandelen __________________ (afhankelijk vh resultaat) Naam: Klas / Nummer: 6E Economie Samenvatting T6 - 1.1 Kapitaal 1.1.1 De rol van het binnenlands sparen bij kapitaalvorming 1.1.1.1 Sparen Spaarquote: % van het inkomen dat gespaard wordt (in B : 14%) Wie spaart? Waarom sparen gezinnen? 1/ Lange termijndoelstellingen; Om later grote uitgaven te kunnen doen: bv. Reserve aanleggen tegen pensioenleeftijd; Startkapitaal om kinderen mee te geven 2/ Om onvoorziene uitgaven het hoofd te kunnen bieden: reserve aanleggen 3/ Fiscaal voordeel bij pensioensparen. hoeveel? 4/ intrest: netto opbrengt = ______________% - _______________% Sparen bedrijven Wat? Reserves = netto bedrijfsparen (niet uitgekeerde winst) Bruto-bedrijfssparen = Waarom? Buffer om en om investeringen zelf te kunnen financieren Wanneer spaart de overheid? Nadeel gebruik maken van buitenlands sparen: werkt inflatoir 1.1.1.2 Rechtstreekse financiering Rechtsreeks een project financieren: Onrechtreeks: door te lenen bij financiële instelling 1/ Aandelen Aandeel = dividend = Risico: bij faillissement : Bij NV en BVBA: beperkte aansprakelijkheid: enkel ingebracht geld kan men verliezen Nominale waarde = Boekwaarde: Beurskoers: Primaire markt: Secundaire markt: Dividendrendement = K/W: Venture capital of durfkapitaal: 2/ Obligaties Obligatie: Weinig of geen risico; vb. Coupon= Vervaldag: Rating: Junk bonds: Wisselrisico: Looptijd: 3 6E Economie Samenvatting T6 - 1.1.1.3 Onrechtstreekse financiering Bedrijven kunnen geld lenen bij __________________________________________. Deze verzamelen spaargeld en lenen die weer uit. Investeringskrediet: lening voor aankoop van kapitaalgoederen Waarborgen: hypotheek, pand, borgstelling Hypotheek: Pand: Borg: Leasing: Financiële leasing: Full service leasing: 1.1.2 Rol van het buitenlands sparen bij de kapitaalvorming 1.1.2.1 Wat is buitenlands sparen? Buitenlands sparen = 1.1.2.2 Buitenlandse investeringen Waarom veel buitenlandse investeringen in België? Veel investeringsfaciliteiten: hoge arbeidsproductiviteit = Strategische ligging, hooggeschoolde en talensterke arbeidsbevolking 1.1.2.3 Rol van de Wereldbank(groep) Om een systeem van stabiele wisselkoersen te kunnen realiseren werd in 1944 op de Conferentie van Bretton Woods het IMF en de Wereldbank opgericht. Doel v/d Wereldbank: Wereldbank(groep) = Bestaat uit 4 instelling: 1. IBWO (BIRD): Int. Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling: dé ontwikkelingsbank. Leent geld uit aan landen met financieringstekorten voor projecten (vanuit ontwikkelingsperspectief: geen winststreven) 2. IFC: Int. Finance Corporation: zorgt voor steun aan investeringsprojecten. Wil de uitbouw van het particuliere bedrijfsleven in OL bevorderen: economische projecten in ontwikkelingslanden financieren 3. IDA: Int. Ontwikkelingsassociatie: geeft zachte leningen (lage rente, lange looptijd) hulp tegen gunstvoorwaarden aan niet kredietwaardige landen. 4. MIGA: Multilateraal Agentschap voor Investeringsgaranties: geeft garanties tegen politieke risico’s om investeringen in OL aan te moedigen. De laatste jaren legt de Wereldbank meer nadruk op haar raadgevende functie en haar rol als katalysator in het aantrekken van kapitaal naar OL + verlenen van bijstand en financiering bij hervormingsprogramma’s + toezicht op naleving ervan. 4 6E Economie Samenvatting T6 - 1.2 Arbeid 1.2.1 Van slavenarbeid tot employability Langzaam aan groeide het besef dat arbeiders ook mensen zijn met psychische noden. Human Resource Management = personeelsbeleid gericht op het beter gebruiken en ontwikkelen van de capaciteiten vd medewerkers om de prestaties vd onderneming te verbeteren. Het belang van Human Resource Management beseft iedereen nu: voordurende ontwikkeling van kennis, vaardigheden en competenties zijn nodig. Men beseft nu dat ook _________________________ van werknemers belangrijk is! 1.2.2 De arbeidsmarkt Beroepsbevolking = Activiteitsgraad = Participatiegraad = Bevolking op beroepsactieve leeftijd = Werkgelegenheidsgraad = m.a.w. aantal jobs per 100 inwoners op beroepsactieve leeftijd Werkzaamheidsgraad = m.a.w. aantal werkenden per 100 inwoners op beroepsactieve leeftijd Werkloosheidsgraad = m.a.w. aantal werklozen per 100 inwoners die werken of werk zoeken Vergelijk met de EU: enz…. 1.2.3 Kan de participatiegraad omhoog? 1.2.4 Heeft ons land voldoende arbeidskrachten? 1.2.5 Kwaliteit van arbeid 1.2.6 Wat met de structureel werklozen? Knelpuntberoepen: vraag naar arbeidskrachten komt niet overeen met opleiding. 1.3 Technologie enz…. 5 6E Economie Samenvatting T6 - T6H2 6 6E Economie Samenvatting T6 - T6H3 7 6E Economie Samenvatting T6 - 8