Nederlands Hoofdstuk 2 & 5 91 TOT 117 Beeldspraak [92] Soort beeldspraak Vergelijking Metafoor Metonymia Personificatie Synesthesie Omschrijving Het object en het beeld hebben een overheenkomst en worden vergeleken, beide worden genoemd. Het object en het beeld hebben een overheenkomst maar het object wordt niet genoemd. Iedereen weet wat je bedoeld, maar het wordt niet letterlijk zo gezegd. Het beeld noemt een opvallend kenmerk. Voorwerpen, planten of abstracte begrippen worden aangeduid als levende, handelende mensen. Synesthesie is een stijlfiguur waarbij een combinatie van de indrukken van verschillende zintuigen in uitdrukkingen wordt gebruikt. Voorbeeld Hij lacht als een boer met kiespijn. Die ezel heeft zijn boek vergeten. Kijk, daar hangen echte Van Goghs. (de mker van de schilderijen) De wind huilt door de schoorsteen. Warme gedachten (heeft betrekking op gevoel) Bittere woorden (heeft betrekking op smaak en gehoor) Stijlfiguren [93] Stijlfiguur Antithese Eufemisme Hyperbool Ironie Omschrijving Een tegenstelling. Door woorden met een tegenestelde betkenis tegenover elkaar te plaatsen vallen ze meer op. Het is een verzachtende uitdrukking. Iets op een overdreven manier zeggen. Een milde vorm van spot. Sarcasme Een milde vorm van spot alleen dan op een harde manier. Voorbeeld Zij steunen elkaar door dik en dun. Gisteren is oma van ons heengegaan. Ik heb helemaal niks om aan te trekken. Leraar tegen een leerling die veel te laat binnen komst: ‘Het geeft toch niet dat we al begonnen zijn?’ Leraar tegen een leerling: ‘Jij boft maar: met zo’n hoofd krijg jij Foutief Cynisme Paradox Pleonasme Retorische vraag Tautologie Understate ment Cynisme is nog harder dan sarcasme, er komt vaak een soort wantrouwen tegen de mens in het algemeen in voor. Een schijnbare tegenstelling. Als je er goed over nadenkt, zijn de schijnbaar tegengestelde begrippen heel goed te combineren en vorm ze geen tegenstelling. Het meest voorkomende stijlfiguur! Je gebruikt een woord in de zin, waarvan de betekenis al aanwezig is in een ander woord in de zin. Deze woorden (of woordgroepen) behoren niet tot dezelfde woordsoort, bijvoorbeeld een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Een vraag waar je geen antwoord op verwacht. Gebruik je om iets te benadrukken. Behoren tot dezelfde woordsoort. nooit een hersenschudding!’ Soldatenspreekwoord: ‘Beter vijf minuten laf dan een leven lang dood.’ Peter heeft een grote mond, maar een heel klein hartje. Hij viel nogal hard aan beneden. Wil je dat er ingebroken wordt? Alle tafels stonden schots en scheef. Na een lange procedure kreeg het gezin eindelijk toestemming om te mogen blijven. ’kreeg toestemming om te blijven’ of ‘mocht blijven’ Het gebeurt me soms dat ik wel een te laat ben voor een afspraak. ’soms’of ‘wel eens’ weglaten Woordher haling Een manier van zeggen waarbij de bewering wordt afgezwakt. Tegengestelde van een hyperbool. Soms is de zin spottend bedoeld. Herhaling van woorden, leid vaak tot irritaties. Hij was wel een tikje vermoeid na het lopen van de marathon. Dubbele ontkenning Overbodige woorden De typecursus is heel nuttig, want het is heel nuttig als je nuttige informatie snel digitaal kunt verwerken. Als je dat vindt, moet je dat zelf maar weten, want dat is je eigen verantwoordelijkheid. Hij gebruikt nooit/geen suiker in de koffie. Bijzondere woordkeus [94] Omschrijving Woorden met een bepaalde gevoelswaarde Vaak betekend het woord hetzelfde (synoniem) alleen heeft het een andere gevoelswaarde. Voorbeeld In de Randstad wonen wel erg veel gastarbeiders, meer dan in de Achterhoek. Woordspeling Jargon Spelen met klanken Oudewetse/deftige woorden (archaïsmen) hebben ook vaak een gevoelswaarde. Een taalgrapje Vaktaal, dit mag je niet gebruiken in een algemene tekst. De communicatie wordt wel verbeterd onder de vakmensen. Om een tekst mooier te laten klinken en zo beter te laten onthouden wordt, vooral in reclame, veelvuldig met klanken gespeeld. Iedereen heeft recht op mijn mening. Wandcontactdoos i.p.v. stopcontact ‘Retteketet naar Beter Bed!’ ‘Heerlijk, helder, Heineken!’ Verkeerd woord [96] Woord Kennen Kunnen Liggen Leggen Te danken Te wijten Blijkbaar Schijnbaar Als Dan Hen Hun Met behulp Met de hulp Omdat Doordat Opdat Zodat Mits Tenzij Rede Reden Indertijd Destijds Geregeld Regelmatig Verantwoording Verantwoordelijkheid Niet het minst Niet in het minst Rustig Gerust Vergeten hebben Vergeten zijn Betekenis Weten wie of wat het is In staat zijn Zich in leggende toestand bevinden Iets neerleggen Bij iets positiefs Bij iets negatiefs Je kunt het zien (vaststellen) Het is niet echt zo (het is schijn) Bij een gelijkheid Bij een ongelijkheid Lijdend voorwerp en na een voorzetsel Meewerkend voorwerp Als je een hulpmiddel gebruikt Als het om personen gaat Het gebeurt omdat je het wilt Het gebeurt zonder dat je er iets aan kan doen Geeft een doel aan Geeft een gevolg aan Op voorwaarde dat Behalve als Teospraak Argument (waarom je iets doet) Een tijd in het verleden, je weet niet precies wanneer het gebeurde Een tijd in het verleden, je weet wanneer het gebeurde Vaak, maar je weet niet wanneer Op vaste tijden komt het voor Rekenschap afleggen, verdedigen waarom je zo het gehandeld De plicht voor iemand te zorgen Vooral, met name Absoluut niet Kalm Zonder angst Verzuimen te doen of mee te nemen Zich niet meer herinneren Contaminatie [97] Twee woorden of uitdrukkingen met eenzelfde betekenis kunnen door elkaar zijn gehaald. nachecken nakijken/checken Vakterm, abstract of vaag woord (containerwoord) [98] Let erop dat je geen (te) moeilijke woorden en uitdrukkingen gebruikt of vaktermen (jargon) die de lezer misschien niet kent. Pas ook op met abstracte of vage formuleringen. Een vaag wordt wordt ook wel containerwoord genoemd. Vreemd woord, barbarisme [99] Gallicisme (Frans) Een foto trekken duur kosten ik ben akkoord met iem./iets Micro (van microfoon) iets op punt stellen op afspraak Germanisme (Duits) Anglicisme (Engels) Sowieso Meest fantastische Beduidend Vroeger of later begeestering (Begeisterung) aan het eind voor "enthousiasme" van de dag namelijk (nämlich) voor "te alarm weten" meerdere (mehrere) voor dat zegt de "verscheidene" verpakking eenduidig (eindeutig) voor "ondubbelzinnig" de beste tennisster ooit beroep doen op dood lichaam het derde luik een 30-jaaroude man Belgicismen (Belgisch) Panikeert Verwittigen Kleed dampkap (afzuigkap) rondpunt (rotonde) (ook wel gallicisme) beenhouwer (slager) kuisen (schoonmaken) vaak hebben (slaperig zijn) Modewoord of –uitdrukking, neologisme en archaïsme, plat of grof woord [100] Soort Modewoord of – uitdrukking Neologisme Archaïsme Plat of grof woord Omschrijving Nieuwe woorden, kunnen de teskt een humoristisch of ‘hip’ tintje geven, maar in een zakelijke tekst zijn ze soms misgeplaatst. Verouderde woorden Kunnen anderen irriteren of kwetsen Voorbeeld De decorbouwers zijn druk met het pimpen van de studio. (opknappen Hierbij doen wij u een declaratieformulier toekomen. (Hierbij zenden wij u een declaratieformulier.) Die toets was echt kapot moeilijk en toen flikkerde ik ook nog van de stoel. (heel moeilijk, vallen) Niet-bedoelde dubbelzinnigheid (ambiguïteit) [102] Dubbelzinnigheid ontstaat als je een woord of zin op twee manieren kunt lezen. Probeer dit te voorkomen. Soort Grammaticale ambiguïteit Semantische ambiguïteit Voorbeeld De man slaat de hond met de stok. - De hond met de stok wordt geslagen door de man. - De hond wordt met een stok door de man geslagen. Noor is die middag goed bevallen. - Noor heeft een gezond kindje gekregen. - Noor viel in de smaak. - De middag viel goed in de smaak bij Noor. Fouten in zinsbouw [105 tot 116] Fout Overdrijving Omschrijving Voorkom overdrijving, want door te overdrijven overtuig je de lezer niet. Als je onvolledige zinnen maakt en veel woorden weglaat, heet dit telegramstijl. Voorbeeld Ze liepen gigantische vertragingen op. Congruentiefout Tussen onderwerp en persoonsvorm is congruentie. Je moet dus als het onderwerp enkevoud is ook de persoonvorm in enkelvoud schrijven. De lading boomstammen werden naar de werkplaats getransporteerd. werd (de lading is enkelvoud) Te lange zinnen Dat is niet fijn lezen. Tangconstructie Verkeerd aansluitende beknopte bijzin (foutief beknopte bijzin) Als de woorden die bij elkaar horen niet bij elkaar staan. Beknopte bijzinnen verschillen van volledige bijzinnen, doordat ze geen onderwerp bevatten. Veel leden van de Twittergeneratie zijn niet meer in staat om een lange zin uit te lezen zonder aan het eind ervan te zijn vergeten waar het begin ook alweer over ging, laat staan dat zijn over voldoende kennis van het Nederlands beschikken om een lange zin met veel bijzinnen of uiteenzettingen correct te kunnen ontleden, zelfs al is de zin grammaticaal correct, samenhangend en zorgvuldig geformuleerd. - Losstaand Een bijzin komt los te Telegramstijl Training gaat door. 19.30 op veld. Na uren in de file gestaan te hebben, vertrok de boot voor de overtocht eerder dan gepland. In de hoofdzin is ‘de boot’ het onderwerp en die moet hetzelfde zijn als in de beknopte bijzin, maar dat is niet zo. De gemeente heeft het zinsgedeelte staan van de hoofdzin. Foutieve samentrekking Bij samentrekking laat je een eerder genoemd woord of eerder genoemde woordgroep weg. Door samentrekking voorkom je overbodige herhalingen in zinnen. Een juiste samentrekking kan alleen voorkomen bij nevenschikking. Foutive inversie In drie gevallen mag je NIET samentrekken: 1. Bij verschil in grammaticale functie; 2. Bij verschil in getal (bij persoonsvorm en onderwerp, congruentie) 3. Bij verschil in betekenis. Je mag de persoonsvorm en onderwerp niet zomaar omdraaien. Geen symmetrie Gelijkheid in de bouw van zinsgedeelten. Dat/alsconstructie Je moet de goede gebruiken! ;) Verwijsfouten [117] zie je boek. parkeerbeleid behoorlijk aangescherpt. Waardoor alle autobezitters in de binnenstand 80 euro moeten betalen voor een parkeervergunning. 1. De saxofoniste stond op het podium en werd een bos bloemen overhandigd. In het eerste gedeelte is ‘de saxofoniste’ het onderwerp, in het tweede gedeelte het meewerkend voorwerp. 2. Hier wordt vaak ingebroken en diverse auto’s vernield. In de eerste zin is ‘wordt’ enkelvoud, in het tweede gedeelte moet het ‘worden’ worden. 3. Zij maakte eerst het bed op en daarna zichzelf. Opmaken heeft een andere betekenis. Morgen heb ik meer tijd en zal ik samen met je naar het zwembad gaan. Verbetering: ik zal Een verhaal bestaat meestal uit drie delen: het begin, het middenstuk en hoe het afloopt. Verbetering: de afloop Ik denk dat als je wilt slagen in het leven, je eerst een diploma moet halen. Ik denk dat je eerst een...