Checklist PSW Roermond Contactgegevens Onderstaand vult u de contactgegevens in van de eerste én tweede contactpersoon voor wanneer er vragen zijn over het instrument(en), de aangeleverde documentatie of anderszins. Eerste contactpersoon Naam Functie E-mailadres Telefoonnummer Werkdagen/-tijden Tweede contactpersoon Naam Functie E-mailadres Telefoonnummer Werkdagen/-tijden Nel van Enckevort Beleidsmedewerker [email protected] 0475 474400 06 20777733 Maandag, dinsdag en donderdag Sjaak Bidlot Stafmedewerker algemeen beleid [email protected] 0475 474400 Dinsdag, woensdag donderdag en vrijdag 1. Meet ervaringen van individuele cliënten over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van de organisatie (gericht op domeinen van kwaliteit van bestaan).1 Instrument(en) voldoet aan criterium Ja, wordt nog verder ontwikkeld. toelichting criterium 1: PSW heeft als organisatie de cliënt centraal staan; werken aan de kwaliteit van bestaan van de cliënt vormt het enige bestaansrecht van de organisatie. Het is voor PSW dan ook belangrijk om scherp in beeld te hebben wat de hulpvraag is van de cliënt en of de geboden zorg als antwoord hierop, ook daadwerkelijk bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van bestaan. Om die reden kent de organisatie een lange traditie van meten van kwaliteit van zorg. PSW gebruikt daarvoor verschillende methoden en instrumenten, zowel kwalitatief als kwantitatief. De periodieke meting van cliënttevredenheid vindt plaats met 2 instrumenten: - een vragenlijst voor cliënten, die via een interview wordt afgenomen bij een deel van de populatie - een vragenlijst voor verwanten, die schriftelijk wordt afgenomen bij alle ouders/verwanten van de cliënten. Met de twee instrumenten is van elke individuele cliënt informatie beschikbaar over zijn/haar ervaringen en waardering van het aanbod (in ieder geval zoals gerapporteerd door ouders/verwanten, waar mogelijk aangevuld met gegevens door de cliënt zelf versterkt). Deze informatie op individueel niveau kan worden geaggregeerd naar het niveau van organisatieeenheden en de organisatie in zijn geheel om een (kwantitatief) beeld te verkrijgen van de kwaliteit van de dienstverlening. Vragenlijst tevredenheid cliënten PSW Waar mogelijk wil PSW de cliënt zelf laten oordelen over de zorg en dienstverlening. Hiervoor is de vragenlijst voor cliënten ontwikkeld, bestaande uit ongeveer 30 stellingen over diverse aspecten van de zorg en dienstverlening. Deze zijn verdeeld over 4 thema’s of onderdelen. Hieronder wordt de relatie tussen de thema’s en de domeinen van kwaliteit uitgewerkt: thema wonen 1 Domeinen Lichamelijk welbevinden Psychisch welbevinden Interpersoonlijke relaties Materieel welzijn Cliëntveiligheid Minimaal eens per drie jaar dienen alle cliënten te worden bevraagd met een instrument uit de waaier. 1 Begeleiding en verzorging Lichamelijk welbevinden Psychisch welbevinden Interpersoonlijke relaties Zelfbepaling Cliëntveiligheid Kwaliteit van medewerkers en organisatie Samenhang in de zorg en ondersteuning Werken en vrije tijd Deelname aan de samenleving Persoonlijke ontwikkeling Informatie en begeleidingsplan Belangen Zorgafspraken en ondersteuningsplan Kwaliteit van medewerkers en organisatie Dit instrument wordt voorafgaand aan de begeleidingsplanbespreking door de medewerker gebruikt om de tevredenheid van de cliënt in kaart te brengen. Dit gebeurt in 1 of meerdere gesprekken met ondersteuning van communicatiemiddelen. De resultaten van dit gesprek vormen mede de input voor het nieuwe begeleidingsplan. Vragenlijst tevredenheid ouders/verwanten PSW Dit instrument richt zich alleen op ouders/verwanten. In de beginperiode is het instrument ook ingezet voor cliënten, maar dat leverde teveel onvolledige of ongenuanceerde informatie, waardoor het eindresultaat minder betrouwbaar was. Daarom is indertijd overgestapt op de ontwikkeling van een specifiek cliënteninstrument . Alle ouders/verwanten krijgen 1 x per 3 jaar een of meerdere vragenlijsten toegestuurd; dit is afhankelijk van het aantal zorgvormen dat zij afnemen van PSW. Het instrument bestaat uit 5 thema’s of schalen; 4 daarvan hebben betrekking op de zorg voor de cliënt (het oordeel daarover), de vijfde gaat over de relatie tussen de ouders en de instelling. Hieronder wordt de relatie tussen de 4 thema's en de domeinen van kwaliteit uitgewerkt: thema Ondersteuning en begeleiding Domeinen Lichamelijk welbevinden Psychisch welbevinden Interpersoonlijke relaties Deelname aan de samenleving Persoonlijke ontwikkeling Zelfbepaling Zorg en verzorging Lichamelijk welbevinden Psychisch welbevinden Cliëntveiligheid Kwaliteit organisatie/randvoorwaarden Materieel welzijn Cliëntveiligheid Kwaliteit medewerkers en organisatie Samenhang in de zorg en ondersteuning Begeleidingsplan (zorgplan) Belangen Zorgafspraken en ondersteuningsplan De meetresultaten worden gebruikt om in gesprek te gaan met de ouders/verwanten door de persoonlijk begeleider en teamleider. In dit gesprek worden de ervaringen en het oordeel verder toegelicht en eventuele verbeteracties geformuleerd. De onderzoeksresultaten zijn geen doel op zich maar een middel om de kwaliteit van zorg te verbeteren. De combinatie van beide instrumenten functioneert naar tevredenheid; het geeft richting aan de uitvoering van onze primaire zorgtaak op een dusdanige wijze dat het leven van de cliënt er beter door wordt. Het levert een waardevolle bijdrage aan het werken in de driehoek 2. Genereert verbeterinformatie op individueel cliëntniveau. Deze verbeterinformatie kan worden geaggregeerd naar de organisatorische eenheid en/of naar de organisatie als geheel. Ja Toelichting criterium 2: PSW is van oorsprong ontstaan uit een ouderinitiatief; in de samenwerking met ouders en cliënten is altijd veel geïnvesteerd (werken in de driehoek). 2 Deze samenwerking heeft zich ontwikkeld tot een krachtige kwaliteitsvolle succespijler van PSW; werken in de driehoek is volledig verankerd in de dagelijkse manier van werken. Vanuit dit perspectief is meten van de individuele tevredenheid een vanzelfsprekendheid. PSW is de overtuiging toegedaan dat de echte kwaliteit van zorg voornamelijk zit in de kwaliteitsvolle relatie tussen cliënt en medewerker. Daarom hecht PSW eraan om zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve resultaten uit de tevredenheidsmetingen altijd persoonlijk te bespreken met cliënten en ouders/verwanten. De cliëntenvragenlijsten leveren het volgende op: - kwalitatieve informatie over ervaringen van cliënten, gemeten aan de hand van 34 gesloten vragen en 2 open vragen kwantitatieve informatie over waardering/oordeel op individuele vragen en overkoepelende thema’s Wonen, Begeleiding en verzorging, Werken en vrije tijd en Informatie en begeleidingsplan. De gemiddelden/totalen per schaal (op basis van aantal rode en groene duimen) worden berekend. Momenteel bereiken we hiermee ongeveer 25% van de cliënten door verdere ontwikkeling van de vragenlijst is het doel om dit te laten toenemen tot 5075%. De ouder-/verwanten vragenlijsten leveren de volgende gegevens op: - - kwantitatieve informatie op geaggregeerd niveau (zorgvorm, organisatie-eenheden, organisatie als geheel), op de thema’s ondersteuning en begeleiding, zorg en verzorging, kwaliteit organisatie/randvoorwaarden, begeleidingsplan (zorgplan), en over omgang en communicatie PSW en ouders. Dit zijn o.a.: o rapportcijfers per vraag, o schaalgemiddelden, o percentage voldoendes / onvoldoendes, o oordeel belang diverse aspecten, o top 3 belangrijke aspecten etc. kwantitatieve informatie op individueel niveau: De vragenlijsten met onvoldoendes worden geselecteerd zodat maatregelen genomen kunnen worden om de laaggescoorde punten te verbeteren kwalitatieve informatie op individueel niveau, met name in de vorm van 2 open vragen aan het einde van de vragenlijst. Deze worden ook gebruikt als input voor persoonlijke gesprekken tussen ouders/verwanten en PSW; deze gesprekken leveren ook veel kwalitatieve informatie op die gebruikt wordt om de zorg te verbeteren. De kwantitatieve resultaten worden omgezet in managementinformatie middels de Balanced Score Card. De kracht van beide instrumenten zit met name in het feit dat de resultaten te herleiden zijn tot op het individuele niveau van de cliënt. Na de bespreking van de resultaten met alle betrokkenen worden de verbeteracties vastgelegd en geborgd in het begeleidingsplan. De uitvoering wordt bewaakt middels de teamleidersrapportage en de managementrapportage, zodat de verbetering van de kwaliteit van bestaan van de cliënt is gegarandeerd. Daarnaast is onderlinge vergelijkbaarheid van de cijfers ook op lokaal en sectoraal niveau mogelijk en uiteraard op stichtingsniveau. De resultaten van de opeenvolgende metingen laten zien dat de doorgevoerde verbeterpunten hebben geleid tot een steeds hoger tevredenheidcijfer. 3. Er wordt systematisch gewerkt aan validiteit, verbetering en onderbouwing van het instrument (als dat nog niet het geval is, krijgt men twee meetcycli om dit op orde te krijgen). Ja Toelichting criterium 3: In de loop der jaren zijn de instrumenten steeds doorontwikkeld om optimale resultaten te bereiken. De aanpassingen richten zich oa op: - differentiatie van de vragenlijst per zorgvorm wijze van afname tijdstip van afname verdieping door te vragen naar de mate van tevredenheid en de mate van belangrijkheid omvang van de vragen afstemming op domeinen en thema’s uit het kwaliteitskader de ontwikkeling van communicatieondersteunende middelen voor het cliënteninstrument de wijze van invullen middels een webapplicatie. Een goede kwaliteitsslag is geleverd voor het ouder/verwanteninstrument met de invoering van de mate van belangrijkheid naast de mate van tevredenheid. Dit is gebaseerd op de onderzoeksresultaten van W.H.E. Buntinx. Dit gaf de organisatie meer inzicht in die aspecten die de ouders als hoog waarderen en daardoor kon er nog gerichter 3 ingezet worden op kwaliteitsverbetering. Evenals de invoering van de top 3 van belangrijkheid; hiermee is tegelijkertijd de prioritering van de verbeteracties bepaald. PSW heeft het externe onderzoeksbureau Ipso Facto ingeschakeld om met name de betrouwbaarheid en de validiteit van het instrument beter te onderbouwen Uit de evaluatie van de bestaande instrumenten door Ipso Facto is gebleken dat: - de betrouwbaarheid van de schalen goed is (de interne consistentie hoog is) de statistische analyses en in het bijzonder de hoge correlaties tussen de individuele items en de gemiddelde scores op de schalen een aanwijzing vormen voor de validiteit van de vragenlijsten door de gezamenlijke inspanning de inhoudelijke samenhang tussen het instrument voor cliënten en het instrument voor ouders/verwanten is verbeterd door een andere ordening en door aanpassing van de vragen er consensus hierover is tussen medewerkers PSW en de onderzoekers van Ipso Facto; dit is ook een teken van verbetering van de validiteit. Naar aanleiding van deze evaluatie hebben enkele aanpassingen plaats gevonden: - mbt mbt mbt mbt de structuur van de vragenlijsten tot de individuele vragen de layout de antwoordmogelijkheden. In de toekomst zal gewerkt gaan worden aan: - analyses op data cliëntenvragenlijst analyses op data aangepaste vragenlijsten ouders/verwanten ontwikkeling nieuwe versies voor cliënten ontwikkeling van een "koffertje" met communicatie-ondersteuningsmiddelen vragenlijst invoeren in IKKIES (een speciaal softwareprogramma). Opmerkingen: Bij de meting van de Benchmark in 2007, waarbij PSW eindigde als een van de 5 Triple A-organisaties, is gebleken dat de tevredenheidcijfers ongeveer gelijk waren. Het PSW instrument leverde een 8,2 op en de Benchmark een 8,1. In de Benchmark zaten diverse overlappende vragen in vergelijking met ons eigen instrument en met name de vragen uit de Benchmark die beoordeeld moesten worden met een rapportcijfer, gaven een consistent beeld. Daarnaast sloten de resultaten aan bij wat ouders/verwanten, de inspraakorganen en de medewerkers verwachtten. De achtereenvolgende metingen met het ouder/verwanteninstrument geven een eenduidig resultaat te zien en er is een constante stijgende lijn zichtbaar. Hieruit mag geconcludeerd worden dat de in gang gezette verbetertrajecten ook daadwerkelijk hebben geleid tot en toename van tevredenheid. Bij de verwerking van de vragenlijsten wordt erop toegezien dat er bij een slechte of onvolledig invulling altijd navraag wordt gedaan bij de invuller. Bij onvoldoende scores volgt er een onmiddellijke actie. Het percentage onbruikbare lijsten is slechts 1 á 2%. Wat het responspercentage betreft; dit is altijd aan de hoge tot zeer hoge kant nl rond de 70%. 4