RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: Naam programma Bestuur en dienstverlening Onderwerp: Ontwerpbegroting Holland Rijnland 2016 Aanleiding: Het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland stelt u in de gelegenheid uw zienswijze over de ontwerpbegroting 2016 kenbaar te maken. Uw commentaar zal worden betrokken bij de vaststelling van de ontwerpbegroting die op 24 juni zal worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland. Holland Rijnland dient de vastgestelde begroting uiterlijk 15 juli 2015 aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan te bieden. Om deze deadline te halen dient het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland de ontwerpbegroting uiterlijk 24 juni 2015 vast te stellen. Het te laat indienen van de begroting kan leiden tot verzwaring van het Provinciaal toezicht. Doel: Het college van B en W adviseert u over de aan u aangeboden begroting 2016 van Holland Rijnland. Op basis van dit advies kunt u als raad uw zienswijze formuleren en deze kenbaar maken aan het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland. Kader: - Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) - Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland - Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) - Brief financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2016-2019 d.d. 31 oktober 2014. Overwegingen: Op basis van een beoordeling van de ontwerpbegroting 2016 Holland Rijnland komen we tot de onderstaande conclusies. Deze vormen de basis van het ontwerp-raadsvoorstel, waarin we u adviseren om het Algemeen Bestuur in uw zienswijze een aantal concrete punten mee te geven. Koppeling beleidsdoelen, prestaties en middelen is niet uitgewerkt Holland Rijnland zit midden in een forse bezuinigingsoperatie. In de huidige begroting daalt de deelnemersbijdrage van de gezamenlijke gemeenten met 13,7% ten opzichte van 2015, waarmee een totale bezuiniging is ingeboekt van 20,5% ten opzichte van 2013. Hoewel deze bezuiniging boekhoudkundig is verwerkt, bevat de nu voorliggende begroting geen heldere vertaling van de in de inleiding geschetste beleidsuitgangspunten (bijvoorbeeld pg. 5: “voor wat betreft het fysieke domein een lichter takenpakket en voor wat betreft het sociale domein een aangepast takenpakket”) naar de activiteiten binnen het programma ‘inhoudelijke agenda’ en de baten en lasten die hiermee samenhangen. Waar de begroting 2015 voor de programma’s Ruimte ordening en Sociale agenda de baten en lasten nog apart inzichtelijk maakte, zijn deze nu samengevat in één overzicht ‘inhoudelijke agenda’. Daarnaast gaan de teksten per onderdeel van de inhoudelijke agenda niet expliciet in op de invulling van de globale beleidskeuzes. In de inleidende algemene beschouwingen in de programmabegroting 2016 (pg. 5) onderkent Holland Rijnland dat de inhoudelijke keuzes nog moeten worden gemaakt via het proces van de Kansenkaart en dat het programma ‘inhoudelijke agenda’ het huidige takenpakket omvat. Hiermee bevat de begroting dus géén actuele koppeling tussen doelen, prestaties en middelen waardoor de waarde ervan als sturingsinstrument beperkt is. Wij adviseren uw raad het AB te verzoeken om voor de start van 2016 het proces Kansenkaart en Inhoudelijke Agenda af te ronden en uiterlijk in oktober 2015 een eerste begrotingswijziging vast te stellen waaruit per onderdeel van de inhoudelijke agenda blijkt hoe de bezuinigingen hierin zijn vertaald. Samenhang tussen sociale agenda en TWO onduidelijk Het onderdeel Jeugd (onderdeel van het programma ‘inhoudelijke agenda’) bevat ook de uitvoeringskosten (€ 1.300.819) van de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdzorg (TWO). Holland Rijnland schrijft echter dat de Programmabegroting 2016 alleen betrekking heeft op de werkzaamheden binnen Holland Rijnland, niet op de activiteiten van de TWO. Hiervoor wordt volgens Holland Rijnland een aparte begroting opgesteld. In de programmateksten van het onderdeel ‘jeugd’ lopen echter de activiteiten die binnen Holland Rijnland worden uitgevoerd en de activiteiten die de tijdelijke werkorganisatie op basis van de eigen begroting uitvoert door elkaar. Verantwoordelijkheden, prestaties en begroting zijn hierdoor niet navolgbaar gescheiden. Hierdoor is volstrekt onduidelijk welke lasten en activiteiten het AB met deze begroting van Holland Rijnland precies autoriseert, en waarvoor de raad of het AB nog een apart voorstel krijgt voorgelegd. Wij adviseren uw raad het AB te verzoeken om in de begroting een duidelijker onderscheid te maken tussen: - de activiteiten / prestaties en hiermee samenhangende lasten op het onderdeel jeugd die het AB autoriseert met het vaststellen van de Programmabegroting 2016, en - de activiteiten / prestaties en lasten die in een separate begroting worden geautoriseerd voor de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdzorg Ontwikkeling deelnemersbijdrage voldoet aan kaders Voor de begroting van Holland Rijnland gelden twee kaders: - De werkgroep overleg Financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen van gemeenten in de regio Holland Rijnland heeft in hun brief van 31 oktober 2014 het financieel kader gemeenschappelijke regelingen 2016-2019 gecommuniceerd aan de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland. De kern daarvan is dat gemeenschappelijke regelingen gevraagd is te rekenen met een indexatie van 0,59 procent voor 2016 en een taakstellende bezuiniging van 0,34 procent voor 2016 ten opzichte van 2015. - Holland Rijnland heeft zichzelf in het kader van #Kracht15 een taakstelling van 25% opgelegd ten opzichte van de deelnemersbijdrage in 2013. In de kadernota begroting 2016 die is vastgesteld in het AB van 25 maart 2015 is gemeld dat de bezuiniging in 2016 20,5% gaat bedragen en in 2017 25%. Op basis van de huidige informatie houdt het in dat de bezuiniging in 2016 t.o.v. de vastgestelde begroting 2015 13,65% moet zijn. De invulling van de resterende 4,5% in 2017 is nog niet in het meerjarenbeeld opgenomen. Dit zal worden opgenomen in de Kadernota 2017. Holland Rijnland beschouwt de taakstelling van de regionale werkgroep als onderdeel van de taakstelling vanuit #Kracht15. Op het niveau van de inwonersbijdrage van alle deelnemers samen voldoet de begroting aan de voorwaarden van een indexatie van 0,59 procent voor 2016 en een taakstelling van 0,34 procent voor 2016 t.o.v. 2015. Daarnaast vindt er in 2016 t.o.v. de vastgestelde begroting 2015 een bezuiniging in het kader van #Kracht15 plaats van 13,65 procent. Ook daaraan wordt aan voldaan. Het beperkte verschil dat dan nog resteert voor alle gemeenten tezamen wordt veroorzaakt door een toename van het inwoneraantal. 2015 6.458.470 Bijdrage totaal gemeenten HR % -13,7 % 2016 5.571.103 Uit analyse door gemeente Leiden blijkt dat de begrote bijdrage aan Holland Rijnland voor leerplicht is gebaseerd op foutieve leerlingaantallen. Dit is inmiddels ambtelijk bevestigd door Holland Rijnland. Volgens de laatste informatie vanuit Holland Rijnland bedraagt de Leidse inwonersbijdrage voor leerplicht in 2016 niet € 407.059 maar € 342.902. De begroting Holland Rijnland wordt hierop aangepast voor besluitvorming in het AB. Inclusief deze correctie bedraagt de besparing voor Leiden in 2016 ten opzichte van 2015 14,7%. Met deze correctie ontwikkelt ook de Leidse deelnemersbijdrage zich binnen de kaders. Bijdrage gemeente Leiden Gecorrigeerde bijdrage 2015 1.487.250 1.487.250 % -10,4% -14,7% 2016 1.332.065 1.267.908 De bijdrage voor het Regionaal Investerings Fonds (RIF) van €3.076.652 voor Leiden was in 2015 éénmalig verhoogd met een bedrag van €16.372.700 ten behoeve van de Rijnland route. Dit is conform de eerdere afspraken. Bijdrage RIF Leiden 2015 19.449.352 2016 3.076.652 Financiën: De begroting leidt tot een deelnemersbijdrage voor Leiden van €4.408.717 (inclusief RIF). Dit is exclusief de geraamde BTW-teruggave voor een bedrag van €130.333. Per saldo begroot Holland Rijnland voor 2016 een Leidse bijdrage dan €4.278.384. Na correctie voor leerlingenaantallen is dit € 4.214.227. Vanaf 2017 is de deelnemersbijdrage 4,5% lager door invulling van de resterende taakstelling #Kracht15. Het structureel bedrag beschikbaar in de Leidse begroting voor 2016 bedraagt € 4.161.491 (inclusief indexatie van 0,59% van de inwonersbijdrage). Per saldo resteert er dan op basis van de nu voorliggende begroting een tekort van €116.893 voor 2016. Vanaf 2017 lijkt dit tekort op basis van de nu aangeleverde begroting Holland Rijnland uit te komen op € 62.815. Deelnemersbijdrage HR BCF RIF Totale bijdrage aan HR Correctie leerplicht Gecorrigeerde bijdrage aan HR Begroting Leiden Verschil 2016 1.332.065 -130.333 3.076.652 4.278.384 64.157 2017 1.272.122 -124.468 3.076.652 4.224.306 64.157 2018 1.272.122 -124.468 3.076.652 4.224.306 64.157 2019 1.272.122 -124.468 3.076.652 4.224.306 64.157 4.214.227 4.160.149 4.160.149 4.160.149 4.161.491 4.161.491 4.161.491 4.161.491 -52.736 N 1.342 V 1.342 V 1.342 V Door het later realiseren van de volledige taakstelling in het kader van #Kracht15 dan verwacht, treedt in 2016 een nadeel op van € 52.736 in de Leidse begroting. Evaluatie: N.v.t. Bijgevoegde informatie: - Ontwerpbegroting 2016 t.b.v. de vergadering van het Algemeen bestuur Holland Rijnland d.d. 24 juni 2015 RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Leiden: Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (rv.nr. advies van de commissie. van 2011), mede gezien het BESLUIT 1. Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland te adviseren om in te stemmen met de Programmabegroting 2016, onder voorwaarde dat: a. het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland voor de start van 2016 het proces Kansenkaart en Inhoudelijke Agenda afrondt en uiterlijk in oktober 2015 een eerste begrotingswijziging vaststelt waaruit per onderdeel van de inhoudelijke agenda blijkt hoe de bezuinigingen hierin zijn vertaald. b. Dat de Leidse deelnemersbijdrage per leerling wordt gecorrigeerd. 2. het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland te verzoeken om in de begroting een duidelijker onderscheid te maken tussen: - de activiteiten / prestaties en hiermee samenhangende lasten op het onderdeel jeugd die het AB autoriseert met het vaststellen van de Programmabegroting 2016, en - de activiteiten / prestaties en lasten die in een separate begroting worden geautoriseerd voor de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdzorg. 3. dit advies kenbaar te maken aan het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Gedaan in de openbare raadsvergadering van, de Griffier, de Voorzitter, TECHNISCHE INFORMATIE Opsteller: Organisatieonderdeel: Telefoon: E-mail: Tom Smolders Concernstaf 5223 [email protected] Portefeuillehouder: Marleen Damen B en W-nummer 15.0451; Onderwerp besluit d.d. 19-5-2015 Ontwerpbegroting 2016 Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland Besluiten: De raad voor te stellen: 1. Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland te adviseren om in te stemmen met de Programmabegroting 2016, onder voorwaarde dat: a. het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland voor de start van 2016 het proces Kansenkaart en Inhoudelijke Agenda afrondt en uiterlijk in oktober 2015 een eerste begrotingswijziging vaststelt waaruit per onderdeel van de inhoudelijke agenda blijkt hoe de bezuinigingen hierin zijn vertaald. b. Dat de Leidse deelnemersbijdrage per leerling wordt gecorrigeerd. 2. het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland te verzoeken om in de begroting een duidelijker onderscheid te maken tussen: - de activiteiten / prestaties en hiermee samenhangende lasten op het onderdeel jeugd die het AB autoriseert met het vaststellen van de Programmabegroting 2016, en - de activiteiten / prestaties en lasten die in een separate begroting worden geautoriseerd voor de Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdzorg. 3. dit advies kenbaar te maken aan het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Perssamenvatting: De gemeenteraad van Leiden krijgt jaarlijks de gelegenheid zijn zienswijze te geven op de begroting van Holland Rijnland, zodat het bestuur van Holland Rijnland dit mee kan wegen in zijn besluit. De raad vraagt Holland Rijnland om de begroting op een aantal punten te verduidelijken.