MATTEUS 19:4-6 3-11-2002 Votum – groet Zingen: Ld. 30:1, 2 Wetslezing Zingen: Ld. 30:5, 6, 7 Gebed Schriftlezing: Genesis 1:26-28; 2:18-25; 5:1-5 Zingen: Ps. 104:4, 5, 6 Tekstlezing: Matteus 19:4-6 (lezen: 1-6) Bediening van het Woord Zingen: Gez. 2:1 Dankgebed Collecte Zingen: Ps. 128:1-3 Zegen Broeders en zusters, jongens en meisjes van de Here, Wat ik mij wel eens afvraag is: waarom was de Here Jezus niet getrouwd? Wij kennen Hem niet anders dan als: alleen Hij. Hij alleen. En, zeggen we dan, Jezus is tenslotte anders dan wij. De Zoon van God! Jawel, maar Jezus is tegelijk puur mens. Een man van vlees en bloed, met emoties, aantrekkingskracht, boordevol liefde. Jezus had best kunnen trouwen en een vrouw liefhebben! Jezus is Heer, niet speciaal voor gehuwde mensen, maar voor alle mensen die Hem volgen. Alle mensen zijn een groot deel van hun leven niet-getrouwd. Zolang je jong bent. En als je geliefde gestorven is. Of als het samenleven stukging. In de gemeente te Zeist zijn veel broeders en zusters die niet getrouwd zijn, ook niet in hun volwassen jaren. Dan moet het wel onze aandacht trekken als Jezus, de alleengaande Heer, onze aandacht voor het huwelijk vraagt. En voor ons man of vrouw zijn. Sterker nog, Hij neemt in Matteus 19 het Woord en vraagt onze aandacht voor het huwelijk in beschadigde relaties en voor de waarde van alleen zijn. Ik hoop drie preken over dit gedeelte te houden. In de volgorde van Mat. 19: eerst (vandaag) over de schepping van man en vrouw en over het huwelijk, daarna over scheiding, en tenslotte over niet-trouwen. Vandaag eerst de woorden van de Heiland over Gods bedoeling met man en vrouw. Ik vat de boodschap zo samen: CHRISTUS ZET HET SAMENLEVEN VAN MANNEN EN VROUWEN IN HET LICHT 1. van verscheidenheid in de mensheid, 2. van eenwording in het huwelijk, 3. van zorgvuldigheid in die eenheid. 1. HET LICHT VAN VERSCHEIDENHEID IN DE MENSHEID Het is geen prettige aanleiding waardoor Jezus over het huwelijk spreekt. De aanleiding ligt in de uitdagende vraag van Farizeeën: ‘mag je je vrouw wegsturen om allerlei redenen?’ Later, in de volgende preek hoop ik daarop in te gaan: was het een domme vraag of juist slim? Nu is het voldoende om te zien: het huwelijk komt ter sprake vanuit de realiteit van zonde en schade in het huwelijk. Dat is wel zo eerlijk. En wat heerlijk: om de Here Jezus op dié realiteit te zien ingaan! We hoeven in ieder geval geen naïeve romantiek te verwachten. Jezus, de ongehuwde, trekt de vraag van zijn tegenstanders uit het moeras. Hij neemt ons mee terug naar het paradijs. ‘Hebt u niet in de Bijbel gelezen dat de Schepper …?’ Het paradijs: dus toch romantisch? Nee, in het paradijs ontdek je (niet hoe wij even doen alsof alles rozengeur en maneschijn is, maar) hoe de Schepper ons mensen gemaakt en gewild heeft. Jezus’ antwoord bevat twee teksten uit Genesis. Eerst noemt Hij in vers 4: ‘Hebt u niet gelezen dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw gemaakt heeft?’ Er staat letterlijk in Genesis 1:27: ‘En God schiep de mens naar zijn beeld; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen’. Letterlijk staat er niet ‘man en vrouw’, maar: mannelijk en vrouwelijk. Het gaat daar – in Genesis 1 – nog niet over het huwelijk, maar over de verscheidenheid van de mensheid. Licht op de mens: God schept niet maar een soort mens, maar twee verschillende typen mens. De ene is mannelijk, de andere is vrouwelijk! Hoe dat verschil is mogen we zelf ontdekken. Zo staat het ook in Gen. 5:2: ‘mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen; en Hij zegende hen en noemde hen “mens” ten dage dat zij geschapen werden’. Daarom wil ik eerst met u bij Jezus’ woord in vers 4 stilstaan. Want Jezus zelf stopt en vers 5 gaat pas verder met ‘En Hij zei …’ (met toepassing op het huwelijk). Afgedacht van trouwen is het in Gods ogen belangrijk of je man of vrouw bent! Je bent in je eigen geslacht door Hem gemaakt! Je krijgt niet pas een identiteit als je iemand vindt die bij je past, maar je hebt die eigen identiteit van je Schepper gekregen. Man en vrouw: het grootste verschil dat er op aarde onder mensen te vinden is. En omdat elke jongen of meisje uniek is, wordt de mensheid een bonte verscheidenheid. En aan die verscheidenheid draag jij met je eigen identiteit bij. Je Schepper is er blij mee: met jou in zijn wereld. Als mensen het niet zien, Hij ziet jouw waarde in zijn werk. Daarom is jong zijn zo belangrijk: om eerst te ontdekken wie je zelf bent! Volwassen worden: je talenten ontdekken, je grenzen leren zien. Volwassen worden: leren omgaan met je eigen seksualiteit, leren kennen van het andere geslacht. Daarom is een liefdevol gezin zo belangrijk: om te leren waarom je de moeite waard bent. Ja, en soms heb je járen meer nodig dan de eerste twintig. Omdat er thuis geen ruimte was. Dan heb je de gemeente nodig: opnieuw een omgeving waarin liefde moet wonen, waarin een mens zichzelf mag leren kennen. Waarin de Here mannen en vrouwen leert samenleven. En elkaars waarde te benoemen. Ziet u, we kunnen pas over de mogelijkheid van een huwelijk spreken, nádat man en vrouw apart gezien worden. Elk een klasse apart! Als Jezus over het huwelijk gaat spreken, laat Hij ons eerst bij man en vrouw, verschillend geschapen, stilstaan. Bij de verscheidenheid van de mensheid. Ik wil dat nog als volgt onderstrepen. In Gen. 2 staan de bekende woorden dat God zegt: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij’. Dat beluisteren wij vanuit het gevoel van alleen zijn. ‘Waarom krijg ik geen partner, als God zélf zegt dat alleen zijn niet goed is?’ Ik ga nu even op die tekst in, ook al zal ik later nader bij alleen gaan stilstaan (bij vers 10-12). Let op het moment waarop de Here God dat gezegd heeft. Toen alleen de mannelijke mens er was, Adam. Ten opzichte van de dieren, die hij in bonte verscheidenheid (en in paartjes) aan zich ziet voorbij gaan, is de mens alleen. Hij is de enige die mens is. Dan schept God de vrouw: om verscheidenheid in de mensheid aan te brengen! Zo wordt het alleen zijn opgeheven: door de samenleving van mensen. Ja, Gen. 2 loopt op de eenheid van die twee in het huwelijk uit. Maar eerst gaat het om elk mens op zich, elk geslacht, geschapen en gewild door God, onze Vader. Dat herken je in de eerste tekst die Jezus aanhaalt: ‘mannelijk en vrouwelijk schiep God hen’. In de gemeente brengt God eenlingen samen: om niet meer alleen te zijn. Ik zet nog een stap verder. Want in de christelijke gemeente krijgt de verscheidenheid van jongens en meisjes, mannen en vrouw opnieuw betekenis. Elk met zijn of haar gaven, met zijn of haar persoonlijkheid. De ongetrouwde apostel Paulus schrijft aan de kerk te Galatië over de eenheid van de mensheid in de gemeente: ‘Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van [niet: man of vrouw, maar] mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers een in Christus Jezus’ (Gal. 3:28). Eerst noemt hij verschillen die wegvallen: Jood óf Griek, slaaf óf vrije. En tenslotte een verschil dat juist niet verdwijnt: mannelijk én vrouwelijk hebben hun eigen plaats in de eenheid van Christus. Daar zullen we dit jaar, zo de Here wil, verder over spreken: hoe mannen en vrouwen zich mogen inzetten in de gemeente. We maken de balans op: de Here Jezus zet het samenleven van mannelijk en vrouwelijk in het licht van Gods bedoeling. Daarom mogen we in de gemeente elkaar leren waarderen, zoals de Schepper ieder maakte. Daarom gaan we niet uit van het huwelijk als de norm, maar van wat God aan ieder geeft: jongen en meisje, man en vrouw. We zien de verscheidenheid van zijn werk in de verschillende talenten en mogen die vrijmoedig inzetten. Een in Christus: dat heft het verschil niet op, maar laat de verscheidenheid schitteren. 2. HET LICHT VAN DE EENWORDING IN HET HUWELIJK Nadat de Here Jezus bij Gen. 1:27 begonnen is gaat Hij inderdaad verder. Tegenover de vraag over de ruimte om te scheiden stelt Jezus waarop Genesis 2 uitloopt. Het 2e hoofdstuk laat ons zien hoe God de vrouw uit de man geschapen heeft en hoe Hij Eva bij Adam brengt. Want die twee moeten vader en moeder van de mensheid worden. Zoals iedere mens (man of vrouw, getrouwd of ongetrouwd) uit een vader en moeder voorgekomen is. Adam is verrast. ‘Dit is nu eindelijk vlees van mijn vlees’, een mens, net als ik! En toch een vrouw, ‘mannin’, anders dan ik. Op die verraste reactie van Adam volgt dan een conclusie, die de bijbelschrijver trekt: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn’. Die woorden herhaalt Jezus. We noemen dat wel: de grondwet voor het huwelijk. Zo gaat dat als je volwassen wordt en iemand vindt om van te houden. De man laat zijn ouderlijk huis los en haalt zijn vrouw op bij haar ouderlijk huis. Samen beginnen zij een nieuw bestaan, vormen een nieuwe eenheid. Man en vrouw zijn als twee typen mens gemaakt. Een klasse apart. Maar we zijn ook met het oog op elkáár geschapen. Man en vrouw passen bij elkaar. Vullen elkaar aan. Dat komt in het huwelijk het sterkst tot zijn recht. Tenminste, in het huwelijk zoals God het in de schepping bedoelde. Twee zelfstandige persoonlijkheden, met eigen talenten, zelfbewust en bereid om te geven. Bereid om trouw te zijn: daarom staat er ‘zijn vrouw aanhangen’. Verkleefd met haar, om elkaar nooit los te laten. Ja, in het huwelijk ontstaat iets unieks: een eenheid van die twee zo verschillende mensen, mannelijk en vrouwelijk. ‘En zij zullen tot een vlees zijn’. Zelfs hun lichamelijke bouw past bij de ander! Seksuele eenwording: dan zijn man en vrouw éen op zijn mooist. Hun liefde, hun hart en lichaam in harmonie. Tenminste …, als het goed is. Want seks kan ook egoïstisch gebruikt worden. ‘Een vlees’: beluister dat eens vanuit Adams reactie als hij Eva voor het eerst ziet: ‘vlees van mijn vlees’, een mens als ik, en toch een vrouw. Dan is één vlees: als worden die twee samen één, een nieuw mens. Maar laten we niet vergeten in welke realiteit de Here dit zegt. Niet meer de harmonie van het paradijs, maar de ellende van de mensheid. Van Gods eigen volk, waar echtparen elkaar in de steek laten, omdat zij vinden dat ze niet bij elkaar passen. Omdat ze de eigen waarde van de ander niet meer zien. Omdat zij zichzelf niet meer bij de ander passend willen maken. In die ellende herinnert Jezus ons aan Gods bedoeling met man en vrouw. Hij zet ons niet een roze bril van romantiek op! Jezus leert ons opnieuw naar het huwelijk en naar het andere geslacht te kijken. Ja, het huwelijk mag een hoogtepunt zijn, zeker als twee zondaars elkaar in liefde zien en in trouw bij elkaar blijven. Seksuele gemeenschap kán een hoogtepunt in het liefdesverhaal van die twee zijn. Maar basisvoorwaarde is: dat je de ander – man of vrouw – ziet als Gods gave, als Gods schepping. Twee zondige mensen die in alles bij elkaar passen, bestaan niet. Altijd is er het diepe verschil van mannelijk en vrouwelijk. Elk mens is al zo complex dat het niet te duiden is. Elke combinatie van man en vrouw kent zijn eigen geheim en eigen strijd. Denk erom, er is geen gebod voor mannen en vrouwen om te trouwen. Maar als je de weg van die liefde gaat, dan op Gods manier: in de eenwording zoals het huwelijk die geeft. Om de ander iets van jezelf te geven. En van je geliefde iets van haar te ontvangen. Mannelijk en vrouwelijk: het grootste verschil in de mensheid! Maar door de Schepper in het huwelijk samengebracht. Als spiegel waarin de mogelijkheid zichtbaar wordt: samenleven en werken. En tegelijk ontdekken we: er zijn meer manieren waarop jongen en meisje, man en vrouw iets voor elkaar betekenen, elkaar aanvullen. God heeft de gave van vriendschap erbij gegeven. En de gave van zijn gemeente, waarin mannen en vrouwen veel voor de ander mogen betekenen. Ja, de nauwste relatie tussen die ene vrouw en die ene man: daarbij hoort een huwelijk, Gods gave. Christus zet het samenleven van mannen en vrouwen, in het huwelijk en in de gemeente, in het licht. 3. HET LICHT VAN ZORGVULDIGHEID IN DIE EENHEID In vers 6 maakt Jezus de balans op: ‘Zo zijn zij niet meer twee (losse mensen), maar een vlees’, een nieuwe eenheid. ‘Wat God samengevoegd heeft, scheide de mens niet’. Jezus zegt niet: wie, maar ‘wat’. Natuurlijk, als God twee mensen samengevoegd heeft, mag er tussen die twee geen scheiding komen. Zolang er liefde is, zal een stel graag zeggen: God bracht ons samen! Maar als de liefde bekoelt en er een ander in het spel is, vragen mensen: ‘Hoe kan je zeggen dat God ons samenvoegde? Dat deden we zelf, terwijl we niet bij elkaar pasten.’ Nee, de Here Jezus zegt niet ‘Wie God …’, maar ‘wat God samenvoegde, scheide de mens niet’. Dat is de eenheid die God smeedde, toen Hij man en vrouw in het huwelijk samenvoegde. Die eenheid mag de mens niet stukbreken. Ik heb al gezegd: volgende week een tweede preek, waarin ik vooral op de vraag van de Farizeeën en op Jezus’ reactie over de scheidbrief zal ingaan. Nu lees ik in Jezus’ waarschuwing nog iets anders. Als de eenheid van het huwelijk niet gescheiden mag worden, mogen we ook niet de dingen van elkaar losmaken die God in het huwelijk samenbrengt. - Bijv. de gave van liefde en de belofte van trouw. Liefde moet wel echt op de ander zijn gericht. Dat mag je leren en uittesten in een periode van verkering. Groeien om te zien of een huwelijk mogelijk is: dat hoort bij de zorgvuldigheid waarmee je met de ander omgaat. Neem je de tijd om elkaar als persoonlijkheid te leren kennen? Om te bewijzen dat je niet alleen heerlijk verliefd bent, maar de ander ook kent? Ieder heeft zijn levensverhaal, zijn ouderlijk huis. Ieder zijn sterke en zwakke kanten. God heeft liefde en trouw samengevoegd. Maak die niet van elkaar los. - Maak dat ook je verbond met de Here niet los van de relatie met je vriend of vriendin. Je hebt de kracht van God nodig om naar zijn bedoeling te leven. Om een leven lang man en vrouw te zijn. Het is Gods bedoeling dat je samen ‘beeld van hem’ mag zijn. Als man en vrouw iets van God laten zien op aarde. Dat kan je nooit als je niet één in geloof bent. - Wat God ook heeft samengevoegd is: de beleving van seksualiteit tussen man en vrouw. Dat heeft God samengevoegd is een sterke, niet een tijdelijke eenheid. Vaak spelen een jongen en meisje alsof ze getrouwd zijn. Ze gaan heerlijk met elkaar naar bed. Het is ook mooi om elkaars lichaam te ontdekken. Maar als je elkaars lichaam te gauw neemt, scheid je wat God heeft samengevoegd De scheidt de lichamelijke van de diepere eenheid: van geborgenheid en trouw. Geborgenheid, veiligheid, niet in de steek gelaten worden: hoe kan je dat beloven – met elke streling – als je het niet waar kan maken? Christus spreekt je aan: ga je zorgvuldig om met wat God verbindt? Je beschadigt een schepsel van God als je speelt alsof je getrouwd bent. Kijk zo naar elkaar: als kostbare én kwetsbare schepsels van Gods hand. Dan eer je pas echt het mannelijke en vrouwelijke, anders dan jij. Zo enorm anders. God zelf moet ons helpen om de ander niet te beschadigen. De tijd te nemen elkaar te leren kennen. Nog een keer koppel ik terug naar de verscheidenheid: God schept de mens, de mannelijke en de vrouwelijke mens. In dat licht krijg je respect voor de ander, juist in het andere geslacht. In alle vormen van omgang mag dat gezien worden: in liefde, in vriendschap, in relatie binnen de gemeente van Christus. Zo komt er ruimte: om elkaar te zien in de gemeente. Om samen, als getrouwden en zelfstandigen, Hem te volgen. Christus, de alleen gaande, die Heer van ons allen zijn wil. In elke fase van je leven. AMEN