STAP 1: De kaft Hierin staat: - De titel van je werkstuk. - Je naam. - De groep waarin je zit. De kaft moet er leuk uitzien, zodat mensen jouw werkstuk graag willen lezen. Denk aan een afbeelding of tekening en een goed leesbaar lettertype.( Maximale grootte 12 voor de gewone tekst, kopjes voor hoofdstukken mogen groter en voorblad vrije keuze). STAP 2: De inhoudsopgave Hierin staat: - De titels van de hoofdstukken + de bladzijdes. STAP 3: Voorwoord Hierin staat: - Een korte omschrijving van je werkstuk. - Waarom je voor het onderwerp gekozen hebt. - Hoe je het werkstuk gemaakt hebt. STAP 4: De hoofdstukken met informatie - Haal informatie uit boeken en internetsites. - Zet informatie die bij elkaar hoort met eigen woorden bij elkaar in een hoofdstuk. - Gebruik afbeeldingen om je informatie duidelijker te maken. - Hoeveel hoofdstukken je maakt ligt aan het onderwerp. Laat je juf of ouders tussendoor de informatie even lezen. STAP 5: Nawoord Hierin staat: - Hoe je het vond om het werkstuk te maken. - Wat je ervan geleerd hebt. STAP 6: Bronvermelding Waar heb je de informatie uit je werkstuk vandaan gehaald? Maak een lijstje van titels van boeken en internetsites. Let op een nette werkverzorging van je werkstuk! Doe alles in een mapje bij elkaar. Het onderwerp kiezen: Kies een onderwerp dat je leuk vindt en waarover je graag meer te weten wilt komen. Het mag best een onderwerp zijn waar je al iets van weet (bijv. ‘voetbal’),maar je moet er voor jezelf wel informatie bij zoeken. (bijv. iets over de geschiedenis van voetbal). Informatie verzamelen: - Kijk op internet. Bij ‘Google’ kun je de taal instellen, zodat er alleen op Nederlandstalige sites wordt gezocht, wel zo handig! Zoek in de (school)bibliotheek naar boeken over je onderwerp. Doe dit óók als je op internet al veel hebt gevonden. Een boek kan je namelijk helpen om de informatie te ordenen in hoofdstukjes. - Maak een afspraak met iemand die veel over jouw onderwerp weet. Informatie ordenen: - Lees alle info die je hebt verzameld goed door. - Maak een hoofdstukindeling voor je werkstuk: eerst dit, dan dat vertellen. Tip: kijk goed naar de inhoudsopgave van een boek over je onderwerp! Schrijf op wat je wilt vertellen: - Schrijf alles op of typ het op de computer (Word). Doe net alsof je het aan een vriendje of vriendinnetje vertelt, dus geen moeilijke woorden, behalve als je ze uitlegt. Je werkstuk afmaken: Zoek plaatjes bij je tekst. Zorg dat deze iets toevoegen aan je tekst, bijvoorbeeld iets laten zien wat in je tekst voorkomt, of iets verduidelijken. Soms zegt een plaatje meer dan 100 woorden. Denk ook aan de onderschriften bij de plaatjes. Controleer je tekst: - Ziet het er netjes uit? - Zijn de bladzijden genummerd? - Staan er geen spelfouten in? - Staan de titels boven de hoofdstukken? - Heb je bij de bronnen de websites genoemd? (Google is geen website!) Naam:____________________________________________________ Inleverdatum: dinsdag 1 maart 2016 (eerder mag altijd!) Naam: ____________________________________ Onderwerp:_________________________________ Hoofdstukindeling: Voorwoord 1._______________________________________________ 2.________________________________________________ 3. ________________________________________________ 4._________________________________________________ 5._________________________________________________ 6._________________________________________________ (Of minder, meer mag ook) Nawoord Bronnen: - Boeken: - Websites: