Nota van wijzigingen CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 1 maart 2005 tot en met 31 december 2005. Als basis geldt de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 1 maart 2003 tot 1 maart 2005. De wijzigingen en verdere afspraken worden hieronder vermeld. Wijzigingen De Vereniging Dakbedekkingsbranche Nederland (VEBIDAK) te Nieuwegein als partij ter ener zijde en FNV Bouw te Woerden en Hout- en Bouwbond CNV te Odijk, gemeente Bunnik als partij ter andere zijde zijn overeengekomen de tussen hen afgesloten, per 28 februari 2005 geëxpireerde, CAO te verlengen voor een periode van 10 maanden (van 1 maart 2005 tot 1 januari 2006) met inachtneming van de navolgende wijzigingen. Artikel 7A- Uitzendarbeid Ten aanzien van werknemers die anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst (derhalve detachering, inleen, uitzendarbeid, buitenlandse werknemers, onderaanneming) werkzaam zijn, is afgesproken dat de betrokken werkgevers in hun overeenkomst met de desbetreffende detacheringsbedrijven, uitleners en onderaannemers verplicht opnemen dat de arbeidsvoorwaarden van de CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven integraal van toepassing zijn. Artikel 8A- Roostervrije dagen 2.a. 1. In de periode van 1 maart 2005 tot 1 januari 2006 heeft de werknemer recht op 18 roostervrije dagen. Van deze 18 roostervrije dagen zijn er voor genoemde periode vier collectief vastgesteld, en wel op de navolgende data: 27, 28, 29 en 30 december 2005. 2.b. 2d. De resterende 14 roostervrije dagen uit de periode van 1 maart 2005 tot 1 januari 2006 worden als volgt vastgesteld: - 1 dag op Goede Vrijdag - 1 dag aansluitend aan Hemelvaartsdag - 3 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode van 1 december 2005 tot 1 januari 2006 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur per dag. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 17 dagen worden ingekort - 9 roostervrije dagen worden zodanig opgenomen, dat in ieder kalenderkwartaal 3 dagen worden ingeroosterd. Indien de werkgever alle op grond van artikel 8B beschikbare scholingsdagen voor alle werknemers heeft ingevuld, zal de werknemer voor omscholing tijdens werktijd als bedoeld in artikel 8E maximaal drie roostervrije dagen inzetten. 1 Artikel 8B- Scholing 1. De werkgever is verplicht voor de werknemers in zijn onderneming een inzichtelijk opleidings- en scholingsbeleid te ontwikkelen. De werknemer kan in principe recht doen gelden op gemiddeld 2 scholingsdagen per 12 maanden met behoud van loon teneinde aldus in de gelegenheid te zijn tot het volgen van opleidingen die verband houden met zijn beroep, georganiseerd door een daartoe door of namens partijen aangewezen instelling. Het is binnen de onderneming mogelijk te schuiven met de scholingsdagen, met dien verstande dat het gehele personeelsbestand wel binnen een periode van drie jaar de scholingsdagen moeten hebben genoten. Indien het opleidings- en scholingsbeleid van de werkgever niet voorziet in het recht op scholingsdagen voor de werknemer is deze gerechtigd zelfstandig een cursus te volgen. De cursuskosten komen voor rekening van de werkgever, indien met de werkgever overleg is gevoerd over de aard van de cursus. De werkgever die geen scholingsbeleid en geen scholingsplan heeft opgesteld en zijn werknemers derhalve niet in staat stelt scholing te volgen, is verplicht genoemde 2 scholingsdagen om te zetten in 2 roostervrije dagen. Deze dagen dienen door de werknemer te worden opgenomen in de periode van 1 maart tot 1 november van het jaar, volgend op dat waarin het recht op bedoelde scholingsdagen is ontstaan. 4. Iedere werkgever is verplicht de bij hem in dienst zijnde werknemers de cursus ‘Gezond en veilig werken op het dak’, inclusief een driejaarlijkse herhaling, te laten volgen. In deze cursus zal een apart onderdeel begrepen worden met betrekking tot het werken met individuele valbeveiliging. Artikel 8D- Vierdaagse werkweek voor werknemers van 55 jaar of ouder 9. De werknemer van 55 jaar of ouder die 10 jaar in dienst is bij zijn huidige werkgever heeft recht om de werkweek aan te passen tot 4 dagen (32 uur) per week. Om per kalenderjaar te komen tot een 4-daagse werkweek gebruikt de werknemer van 55 jaar of ouder de feestdagen, zijn verlofdagen, zijn roostervrije dagen en zijn seniorendagen, met dien verstande dat 15 verlofdagen worden aangewend voor de zomervakantie (zie oude bepalingen onder leden 1 en 3) . De (vroeg-) pensioen- en VUT-rechten dienen door werkgever en werknemer over het volledige voltijdssalaris te worden betaald en worden derhalve ook over het voltijdssalaris opgebouwd. De roostervrije dagen en verplichte snipperdagen die gemoeid zijn bij de collectieve wintersluiting (max. 8 dagen) behoeven niet te worden ingeleverd. De werkgever kan deze dagen declareren bij het Sociaal Fonds Bikudak. Artikel 15- Aansluiting bij een arbodienst De werkgever is verplicht ten behoeve van de preventiezorg (gezondheids- en veiligheidszorg) van zijn werknemers een contract te sluiten met een gecertificeerde arbodienst. In het contract met deze arbodienst dient de reïntegratieverplichting conform de vereisten vanuit de Wet Verbetering Poortwachter te zijn opgenomen. De door VEBIDAK ontwikkelde RI&E is door CAO-partijen aangemeld bij het Arbo Platform Nederland, waardoor deze RI&E is gemarkeerd als de zogenaamde brancheRI&E. 2 Artikel 18- Vergoedingen De vervoermiddelenvergoeding bedraagt per 1 juli 2005: - voor het gebruik van een fiets per dag: € 0,86 - voor het gebruik van een bromfiets of snorfiets per dag voor de eerste 25 kilometer: € 1,08 en voor elke meerdere kilometer boven de 25 kilometer per dag: € 0,06 voor het gebruik van een motorfiets, per kilometer: € 0,21 - voor het gebruik van een auto: € 0,29 per kilometer voor een werknemer die alleen naar het werk reist, € 0,30 per kilometer voor de werknemer die met één collega naar en van het werk reist, € 0,33 per kilometer voor de werknemer die met twee collega’s naar en van het werk reist en € 0,35 per kilometer voor de werknemer die met drie of meer collega’s naar en van het werk reist. De werknemer heeft per 1 juli 2005 aanspraak op een vergoeding voor werkkleding en schoeisel van € 0,98 respectievelijk € 0,54 per dag, tenzij werkkleding en/of schoeisel door de werkgever aan de werknemer ter beschikking wordt gesteld. De in dit artikel genoemde onkostenvergoedingen zullen per 31 december 2005 worden aangepast met de percentages van de loonontwikkeling conform deze CAO. Artikel 22- Vakantie 1. Vakantierechten Het vakantiejaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni van het volgende jaar. Ten aanzien van de werknemer is het recht op verlof over het vakantiejaar 2005/2006 als volgt geregeld: - werknemers tot en met 54 jaar 25 werkdagen - werknemers geboren vóór 1 januari 1951 34 werkdagen - werknemers geboren vóór 1 januari 1946 37 werkdagen Artikel 28- Ziekte Met uitsluiting van het anders en overigens in artikel 7:629 BW bepaalde geldt het volgende: 1. Ingeval van arbeidsongeschiktheid behoudt de werknemer gedurende maximaal 52 weken aanspraak op doorbetaling van het individueel overeengekomen loon. Artikel 30- Bijverzekering WAO Een werknemer die na 24 januari 1994 recht verworven heeft op een uitkering krachtens de WAO en te maken krijgt met een WAO-hiaat, ontvangt, afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidspercentage zoals vastgesteld in het kader van de WAO, een aanvulling op zijn uitkering. De voorwaarden waaronder recht bestaat op een aanvulling en de hoogte daarvan zijn opgenomen in bijlage IX van de CAO. Met ingang van 1 januari 2005 zijn de premies als volgt vastgesteld: (A) UTA-personeel 0,58% (B) CAO-personeel 1,46% Artikel 45- Duur, opzegging en verlenging 1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van 1 maart 2005 2. De duur van deze overeenkomst is bepaald op 10 maanden en eindigt op 1 januari 2006 van rechtswege zonder dat formele opzegging vereist is. 3 Bijlage II Loonregeling De garantieweeklonen en garantie-uren bedragen met ingang van de eerste volle loonweek van juli 2005: Garantielonen voor volwassenen FUNKTIEGROEP WEEKLOON UURLOON 1 420,40 10,51 2 445,60 11,14 3 470,40 11,76 4 496,00 12,40 5 521,20 Garantielonen voor jeugdigen met diploma vakopleiding. 13,03 LEEFTIJD WEEKLOON UURLOON 18 jaar 256,80 6,42 19 jaar 302,40 7,56 20 jaar 381,60 9,54 21 jaar conform functiegroep 2 Garantielonen voor jeugdigen zonder diploma vakopleiding. conform functiegroep 2 LEEFTIJD WEEKLOON UURLOON 16 jaar 179,20 4,48 17 jaar 199,60 4,99 18 jaar 222,40 5,56 19 jaar 250,40 6,26 20 jaar 330,40 8,26 21 jaar 372,40 Garantielonen voor nieuwe instromers zonder werkervaring in de sector. LEEFTIJD 1e halfjaar 9,31 2e halfjaar Weekloon Uurloon Weekloon Uurloon 16 jaar 120,80 3,02 140,00 3,50 17 jaar 136,40 3,41 157,60 3,94 18 jaar 155,60 3,89 177,60 4,44 19 jaar 177,60 4,44 202,00 5,05 20 jaar 217,60 5,44 255,20 6,38 21 jaar 252,00 6,30 292,00 7,30 22 jaar en ouder 324,00 8,10 356,40 8,91 4 Algemene loonsverhogingen Per 1 juli 2005 zijn de garantielonen verhoogd met 0,35%. De procentuele stijging van het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens (CBS) is daarin begrepen. Per 31 december 2005 worden de garantielonen verhoogd met 0,35%. De procentuele stijging van het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens (CBS) is daarin begrepen. Aanpassing van het individueel overeengekomen loon, welke hoger zijn dan het garantieloon, vindt slechts plaats voor zover dit individuele overeengekomen loon niet hoger is dan 110% van het garantieloon. Toeslag voor sloopwerk Deze toeslag bedraagt per 1 juli 2005 € 0,32 per uur voor de tijd die daar daadwerkelijk aan bewerking wordt besteed. Per 31 december 2005 zal de toeslag voor sloopwerk worden aangepast aan de hand van het percentage waarmee de garantielonen worden verhoogd. Premie schadevrij rijden. Per 1 juli 2005 is de hoogte van de premie als volgt bepaald: a. Na afloop van het eerste schadevrije kalenderjaar bedraagt de premie over dat kwartaal € 10,35. b. Voor ieder direct aansluitend kalenderkwartaal dat schadevrij wordt gereden wordt de premie verhoogd met € 1.62 tot een maximum premie van € 16,49 per kwartaal. Zodra men over een bepaald kwartaal geen premie heeft genoten zal over het eerstvolgende kalenderkwartaal wederom € 10,35 worden uitbetaald. c. Nadat 12 aaneengesloten kwartalen schadevrij is gereden wordt een extra bonus van € 21,00 toegekend. Na elke hierop volgende vier aaneengesloten kwartalen schadevrij rijden zal wederom een extra bonus van € 21,00 worden toegekend. d. Per 31 december 2005 zullen de onder a, b, en c genoemde percentages worden aangepast aan de hand van het percentage waarmee de garantielonen worden verhoogd. 5 Protocollen 1. Partijen zijn een nieuwe ouderdomspensioenregeling en levensloopregeling overeengekomen. De regeling zal ingaan op 1 januari 2006 of zoveel later als mogelijk wordt gemaakt door het Kabinet. De uitgangspunten van deze regeling zijn: Op 60-jarige leeftijd en na 40 jaar werken kan uitgetreden worden met een uitkering van 70% van het middelloon. De nieuwe regeling bestaat uit een nieuwe structurele levensloopregeling van 60 jaar tot 61 jaar en twee maanden en een nieuwe structurele ouderdomspensioenregeling vanaf de leeftijd van 61 jaar en twee maanden, alsmede een aanvullingsregeling. De aanvullingsregeling is voorwaardelijk en zal niet als waardeoverdracht overdraagbaar kunnen zijn en geldt voor alle werknemers zoals hierboven genoemd. De aanvullingsregeling vult het mogelijk tekort aan tot 70% van het middelloon. De aanvullingsregeling geldt voor iedereen die in de periode 1 september 2005 tot 1 april 2006 in de sector werkt of heeft gewerkt en direct voorafgaand aan het daadwerkelijk uittreden 15 jaar werkzaam is geweest in de sector, niet anders onderbroken dan door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Bij deze uitgangspunten wordt een ouderdomspensioenpremie gehanteerd van 19% van de pensioengrondslag boven de franchise en maximaal 6,8% van het premieplichtige loon c.q. vast overeengekomen loon. Er wordt naar gestreefd dit percentage uit te drukken in één eenduidig percentage van het premieplichtig loon c.q. vast overeengekomen loon. Indien deze percentages overschreden worden, zal opnieuw partijenoverleg over de regeling volgen. Bij latere invoering van de regeling zullen genoemde percentages wel vanaf 1 januari 2006 geheven worden. Het voorafgaande is overeengekomen onder het voorbehoud van de fiscale toelaatbaarheid van een en ander en met gebruikmaking van de maximale fiscale ruimte. CAO-partijen zullen het voorgaande in de loop van 2005 nader uitwerken. 2. In de loop van 2006 worden nieuwe afspraken gemaakt over een ouderdomspensioenregeling voor UTA-werknemers. 3. Partijen zullen een instantie aanwijzen waar werkgevers, die gebruik maken van inleenkrachten conform artikel 7A van de CAO, hiervan melding moeten doen. Bij wijze van project zal voor de duur van één jaar door of namens CAO-partijen een functionaris worden aangesteld die belast zal worden met het toezicht op de naleving van deze CAO-afspraak. Dit project zal gefinancierd worden vanuit het sociaal Fonds Bikudak. 4. In een nader partijenoverleg in het jaar 2005 zal de werkingssfeer van de CAO uitgebreid worden met een algemene functiegroep waaronder alle voorbereidende, assisterende en ondersteunende werkzaamheden op het dak (bijvoorbeeld sloper, isolatielegger, schoonmaker en transport van dakbedekkingsmaterialen op het dak) begrepen zullen worden. Op deze functiegroep zal loonschaal 1 van toepassing worden. 5. Partijen zullen een nadere uitwerking maken van de protocollen die benodigd zijn voor de uitwerking van het loopbaanbeleid in deze sector. Deze protocollen betreffen zowel het carrièregerichte loopbaanbeleid, als het loopbaanbeleid in het kader van de preventie van arbeidsongeschiktheid. 6 6. De huidige kinderopvangregeling zal omgezet worden naar een structurele regeling, waarbij nadere afspraken zullen worden gemaakt over de financiering vanuit het Sociaal Fonds Bikudak. 7. Aan de Stichting Bedrijfstakregelingen Dakbedekkingsbranche (SBD) zal worden opgedragen een onderzoek in te stellen naar de arbeidsproductiviteit in de sector. Partijen zullen zich nader beraden omtrent de formulering van de opdracht. 7 Afspraak Collectieve Wintersluiting De komende Collectieve Wintersluiting zal plaatsvinden van dinsdag 27 december 2005 tot en met vrijdag 6 januari 2006. Over de periode van 27 december 2005 tot en met 30 december 2005 zijn hiertoe vier collectieve roostervrije dagen vastgesteld. Partijen zijn overeengekomen dat in de CAO, met de ingangsdatum van 1 januari 2006, drie verplichte snipperdagen zullen worden vastgelegd teneinde de Collectieve Wintersluiting mogelijk te maken. Afspraak korter werken in de winterperiode over het jaar 2006 Partijen zijn overeengekomen dat 8 roostervrije dagen kunnen worden aangewend om in de periode 1 januari 2006 tot 1 maart 2006 en de periode 1 december 2006 tot 1 januari 2007 de dagelijkse arbeidsduur te verkorten met 1,5 uur. Op deze wijze kan de arbeidsduur van maximaal 43 dagen worden ingekort. Aldus opgemaakt en getekend te Nieuwegein op 14 maart 2005 door VEBIDAK, FNV Bouw en de Hout- en Bouwbond CNV. 8