Inleiding tot de Psychologie (1e bach TEW) – Examen Januari 2009 1. Het ‘door elkaar halen, bij het ophalen van informatie’ bij een examen (of iets dergelijk) kan het gevolg zijn van: a. retroactieve interferentie b. proactieve interferentie c. het ongestructureerd opslagen van informatie tijdens het leren d. zowel a, b als c 2. Iets over het maken van een robotfoto, of de verdachte halen uit een line up Line up robotfoto a. Herkenning Vrije Herinnering b. Herkenning Herkenning c. Vrije Herinnering Vrije Herinnering d. Vrije Herinnering Herkenning 3. Als je een school vissen ziet, steunt dit op volgende principe(s): a. Wet van de gelijkenis b. Wet van de dichtheid c. Wet van het gemeenschappelijk lot d. Zowel a, b als c 4. An roept telkens de naam van haar vorige kat, als ze haar nieuwe kat wil roepen, dit is een gevolg van: a. proactieve interferentie b. retroactieve interferentie c. conditionering d. ?? 5. Welke grafiek speelt geen rol in het onderzoek van Craik? a. (de letterlijke grafiek van Craik) b. (de grafiek van Craik, maar a en c verwisselt van hoogte) c. a(=letters) het laagste, b(=klank) het hoogste en c(=betekenis) tussen de twee d. de drie grafieken dezelfde hoogte 6. Iets over de wet van Weber, met waarnemingsdrempel van geluidsfrequentie = 1/10 en geluid staat op 60 . Hoeveel moet de geluidfrequentie bedragen zodat verandering waarneembaar is? (of iets in die genre) a. 66 b. 70 c. 54 d. 54 of 66 7. Wat is het verschil tussen de psychologische wetenschap en de intuitieve benadering? a. het feit dat deze intuitieve benadering meestal fout is b. het feit dat we deze intuitieve benadering niet mogen gebruiken als handelingsbasis c. ? d. ? 8. Wat is psychofysica? a., b., c., d. ?? 9. We denken dat onze sympathie voor andere afhankelijk is van onze overeenkomst in meningen (ws ander woord, maar kwam op hetzelfde neer denk ik). Wat is de onafhankelijke veranderlijke? a. de mate van gelijke meningen b. de extremiteit van eigen meningen c. de extremiteit van de mening van anderen d. ? 10. Als we in het water springen voelt dit eerst koud aan, maar na een tijdje niet meer, op welk principe steunt dit? a. sensorische adaptatie b. habituatie c. conditionering d. ? 11. Iets over dubbelblind, dat de onderzoekers dan … op de hoogte zijn van de hypothesen .. de deelnemers zijn .. van de hypothesen van het onderzoek a. niet/en/niet b. wel/en/ook c. niet/maar/wel d. wel/maar/niet 12. Een vraag over een onderzoek dat heeft uitgewezen dat ouderen die in de namiddag een dutje doen in de namiddag meer kans hebben om te overlijden in de namiddag, dan ouderen die geen dutje doen in de namiddag.. en nog wat blablabla a. Het onderzoek wijst uit dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het overlijden in de namiddag en het dutje doen in de namiddag b. het onderzoek suggereert dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen “ c. d. ?? 13. Iets over politieagenten die in het weekend zeker snelheidscontroles houden en in de week af en toe. Iedereen is hier van op de hoogte. Wanneer we ‘ons aan de snelheid houden’ kunnen we stellen dat. Het weekend een .., de week een.. en het ‘aan de snelheid houden’… is. (of iets dergelijks) a. variabel interval/fixed interval/ positieve bekrachtiging? b. variabel interval/fixed interval/negatieve bekrachtiging c. fixed interval/variabel interval/positieve bekrachtiging d. fixed interval/variabel interval/negatieve bekrachtiging 14. Iets over hoe we x een secondaire bekrachtiger kunnen maken ?? 15. 2 voorwerpen hebben op het netvlies een verschillende grootte a. de voorwerpen kunnen op een gelijke afstand staan b. ?? 16. Iets over een kleuter, die met potloden op de muur tekent a. de kleuter wordt negatief bekrachtigd wanneer hij van de muur terug nr zijn tekentafel loopt en de negatieve blikken van de ouders weggenomen worden b,c,d ?? 17. Iets over welke uitspraak is waar: a. psychoanalyse en humanisme worden gekenmerkt door hun deterministisch idee (of iets dergelijks) b. psychodynamica en coginitieve psychologen verwerpen beiden dat de manier van de structuralisten (introspectie). Of iets dergelijks c,d?? 18. Iets over mensen die in een bepaalde toestand iets gevraagd werd (gelukkig/ongelukkig) en twee lijsten moeten onthouden. Woorden uit A Woorden uit B Reproduceren A Conditie 1: gelukkig ongelukkig ongelukkig Conditie 2: ongelukkig gelukkig ongelukkig Conditie 3: Ongelukkig ongelukkig ongelukkig Wat zou jij zeggen: (als > beter dan betekent) a. conditie 2 >conditie 1>conditie 3 b conditie 2 = conditie 3>conditie 1 c. conditie 2 > conditie 3 > conditie 1 d.. 19. Iets over een kader die al jaar en dag in een bureau hangt, en wnnr die plots weg is, merk je dit op door: a. habituatie b. waarneming volgens gestaltpsychologen c?? 20. Wanneer je een groep mensen in eenzelfde kamer zet, zullen ze na een tijdje dezelfde dingen doen ofzoiets, deze stelling wordt niet ondersteunt door: a. gestaltpsychologen b. radicale behavioristen c. klassieke? Behavioristen d.. 21. Vraag over HM. Deze was zijn .. geheugen kwijt, maar niet zijn … als we nr ‘nieuwe vaardigheden’ kijken ofzoiets.. (vraag ws wel anders geformuleerd) a. semantisch/episodisch b. episodisch/ procedureel c. episodisch/ semantisch d… 22. Bij het experiment van Sperling waarbij gevraagd wordt om een rij letters te reproduceren weten de proefpersonen hun taak 'reproduceer rij' : a. onmiddellijk na de projectie van de matrix met letters b. zowel ervoor als er erna wordt gezegd wat ze moeten doen c. alleen ervoor d. geen van bovenstaande 23. Je weet dat de KUL een rector heeft. Je weet dat deze rector .. Vervenne heet. Voor deze twee uitspraken maak je bij het terughalen gebruik van je: a. je gebruikt semantisch geheugen b. je gebruikt episodisch geheugen c. je gebruikt episodisch geheugen en semantisch geheugen d. je gebruikt soms episodisch en soms semantisch geheugen --> ik had c, maar kan net zo goed iets anders zijn 24. Iets over kinderen leren op het potje gaan.. a,b,c,d.. 25. Het feit dat je 'z. v.lt v.n d. tr.p' als gewone zin kan lezen is het gevolg van: a. ? b. ? c. ? d. zowel a, b als c Dan nog een aantal waar vals vragen: 1. Wanneer je je vinger op een warme plaat legt en wegtrekt, is dit deel vn het leerproces (of iets dergelijks) --> Ik heb vals, want dit is gwn een reflex, zoals dat met het prikken van de naald 2. Cognitieve psychologie mag je zonder meer herleiden tot het structuralisme (of iets dergelijks) --> Vals volgens mij, wnt ‘zonder meer’ lijkt me sterk