Wmo-nieuwsbrief 44 - Wmo Adviesraad Kaag en Braassem

advertisement
WMO-ADVIESRAAD
GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM
Datum , 7 januari
Secretariaat:Gruttohof 24,
2371 NR Roelofarendsveen
Nr. 44
Tel..06-83114156,
email:wmoraadkaag-braassem@yahoo.
2014
Nieuwsbrief
Beste Wmo-adviesraadleden en overige geïnteresseerden,
Zoals aangekondigd gaan we door met onze nieuwsbrief in het nieuwe jaar in 2014.
Een jaar waarvan we hopen dat het u allen veel goeds mag brengen: privé, in de
werksfeer en natuurlijk op maatschappelijk terrein, want voor dat laatste gaan we in de
Wmo-adviesraad.
Het zal niet het gemakkelijkste jaar worden, want er moet dit jaar veel gebeuren willen
we met ingang van 2015 op een goede (liefst betere) manier de taken van het Rijk als
gemeenten overnemen. Ik ga die taken hier niet noemen en ook de problemen die het
mee brengt niet, de bijgevoegde berichten spreken voor zich. Ik spreek wel vertrouwen
uit dat met de inzet van Holland Rijnland en zeker ook van de eigen gemeente het gaat
lukken, al zullen er best weleens problemen zich voordoen, maar dat is nu ook het geval.
100% probleemloos is een utopie, je kunt er naar streven, maar hebt nooit alles in de
hand. Met elkaar gaan we voor het hoogst haalbare resultaat.
Met vriendelijke groet
Fried Elstgeest, voorzitter
euwsbrief
Blz.
1.
2.
2.
3.
4.
4.
5.
5.
6.
7.
8.
8.
9.
9.
Onderwerp:
Uitbreiding van in agressie en bedreiging getrainde voogden
Budgetten Jeugdzorg
Meer gezamenlijke uitvoering van taken op gebied van werk en inkomen
Toekomst Bureaus Jeugdzorg
Meer duidelijkheid nodig in 1e Kamer over nieuwe Jeugdwet
Alternatieven voor huishoudelijke hulp
Grootschalige om-, bij- en doorscholing in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT)
Tewerkstelling van bijstandsgerechtigden
Gemeenten en boetes
Weinig interesse in gemeentepolitiek
Verbaal en soms zelfs fysiek geweld als gevolg van de vraag naar legitimatie
Gemeenteraadsverkiezingen
Burgerpanel als dringend adviesorgaan voor gemeenteraad
Uitvoeringsbesluit Jeugdwet is onwerkbaar voor gemeenten
Uitbreiding van in agressie en bedreiging getrainde voogden
Zorgbelang Zuid Holland Regionaal nieuws Nieuwsbrief Jeugdzorg 24 december 2013:
Meer in agressie getrainde voogden jeugdzorg
Jeugdzorg breidt het aantal speciaal in agressie en bedreiging getrainde voogden uit van acht naar
twintig mensen.
Deze voogden vormen samen het landelijk expertiseteam jeugdbescherming, dat aan de slag
gaat als ouders van kinderen in moeilijkheden onhandelbaar zijn. Dat heeft Martin Sitalsing, directeur
van Bureau Jeugdzorg Groningen, woensdag gezegd.
-1-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Sitalsing stond bijna een jaar geleden samen met Bureau Jeugdzorg Haaglanden en het ministerie
van Veiligheid en Justitie aan de wieg van de oprichting van het speciale team. Nu er tien zaken tot
tevredenheid zijn afgehandeld, is besloten het team uit te breiden. Jeugdzorg en het ministerie dragen
de kosten samen.
Onderduiken
Gezinsvoogden krijgen volgens Sitalsing soms te maken met bedreigingen die zo ernstig zijn dat hun
gezin tijdelijk moet onderduiken. Anderen hebben langere tijd te maken met doodsbedreigingen.
Voogden van het speciale team werken anoniem en alleen vanaf beveiligde locaties. Pas als de situatie
weer enigszins 'normaal' is, is er eventueel persoonlijk contact met een gezin.
Analyse
Als voogden moeten ingrijpen bij een gezin dat bekend staat wegens agressie, kan de zaak voorgelegd
worden aan het speciale team. Dat maakt samen met de politie een veiligheidsanalyse en besluit
zonodig een speciaal getrainde voogd in te zetten.
'We laten zo aan zulke ouders zien dat ze niet onaantastbaar zijn en dat we toch ingrijpen als hun
kinderen in gevaar zijn', zegt Sitalsing. 'We hopen dat de uitbreiding van het team ervoor zorgt dat er
geen zaken meer opzij worden gelegd omdat voogden vrezen dat er toch geen beginnen aan is.'
Bron: ANP
Gouda, 18 december 2013
Budgetten Jeugdzorg
Binnenlands Bestuur 24 december 2013:
EXTRA GELD VOOR INVOERING JEUGDZORG
Margot Limburg 23 dec 2013 Gemeenten krijgen voor 2014 net zoveel geld voor de invoering van de
nieuwe Jeugdwet als dit jaar. Dat hebben Rijk en gemeenten afgesproken.
Brandbrief
Begin december stuurden gemeenten nog een brandbrief naar staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA,
VWS) over het budget, dat veel te krap zou zijn. Voor 2013 hadden gemeenten 40 miljoen beschikbaar
om zich voor te bereiden op de nieuwe wet. Voor volgend jaar was daar slechts 7,75 miljoen voor
uitgetrokken. Dat bedrag kwam neer op gemiddeld 19 duizend euro per gemeente.
32 miljoen
In de brandbrief wees VNG-voorzitter Jantine Kriens de staatssecretaris erop dat het budget te krap is
voor alle taken die uitgevoerd moeten worden: burgers geïnformeerd, medewerkers getraind, ICT
aangepast en lokale beleidsplannen en verordeningen opgesteld. In 2014 krijgen gemeenten er daarom
32 miljoen euro bij, zo heeft Van Rijn beloofd. Daarmee is het budget net zo hoog als dit jaar.
Duidelijkheid over budget 2015
De partijen hebben ook afspraken gemaakt over het budget in 2015. Van Rijn maakte in december al
bekend hoe groot het voorlopige budget voor de Jeugdzorg in 2015 is. Hij heeft beloofd in de
meicirculaire met definitieve cijfers te komen. Gemeenten waren bang voor de afwijkingen die zouden
kunnen ontstaan in mei ten opzichte van de cijfers in december. Daarom is afgesproken dat gemeenten
minimaal 95 procent krijgen van het budget dat hen in december is toegezegd. Hierdoor kunnen
gemeenten aan de slag met het maken van afspraken met aanbieders.
Meer gezamenlijke uitvoering van taken op gebied van werk en inkomen
Binnenlands Bestuur 24 december 2013:
MEER SAMENWERKING BIJ SOCIALE DIENSTEN
Margot Limburg 24 dec 2013 Steeds meer gemeenten pakken de uitvoering van taken op het gebied
van werk en inkomen gezamenlijk op. Dat blijkt uit een factsheet van Divosa, de vereniging van
Sociale Diensten.
70 procent in 2015
54 procent van de gemeenten werkt in een officieel samenwerkingsverband met meerdere gemeenten
aan de uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb). In 2015 groeit dat percentage naar 70. Divosa
verwacht dat de samenwerking vormgegeven zal worden in bijvoorbeeld een intergemeentelijke
sociale dienst, een herindeling of een ambtelijke fusie. 36 procent van de gemeenten werkt samen in
een gemeenschappelijke regeling en 18 procent op basis van een overeenkomst voor wat betreft
-2-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
bijvoorbeeld de inkoop.
Geld
De belangrijkste reden om samen te werken is geld: gemeenten verwachten efficiënter te kunnen
werken als zij hun krachten bundelen en een groter schaalniveau bereiken. Ook wil een aantal
gemeenten samenwerken omdat zij de drie decentralisaties gezamenlijk en integraal willen oppakken
in de regio. Maar het is niet zeker dat de kosten ook gedrukt worden als er samengewerkt wordt, aldus
Divosa. Uit het onderzoek ‘Het kost wat, maar dan heb je ook wat’uit 2011 blijkt dat bezuinigen op
apparaatskostenminder eenvoudig is dan het lijkt en dat als de samenwerking een feit is, er niet altijd
zorgvuldig op kosten gestuurd wordt. Wanneer gemeenten deels vasthouden aan hun eigen beleid
(couleur locale) wordt het nog moeilijker om efficiencywinst te boeken en in de eerste jaren zijn er
bovendien hoge opstart- en frictiekosten.
Sw-bedrijven en Wmo-taken
Een enkel samenwerkingsverband biedt onderdak aan de kredietbank zoals de RSD AlblasserwaardOost/Vijfherenlanden. Ook Sw-bedrijven sluiten zich vaker aan. Dit is gebeurd met de ISD
Walcheren en de ISD Midden-Langstraat die inmiddels zijn uitgebreid en omgedoopt tot Orionis
Walcheren en Baanbrekers. Met het ook op de drie decentralisaties worden ook vaker taken van de
Wmo toegevoegd.
Toekomst
Samenwerkingsverbanden zijn aan verandering onderhevig, aldus Divosa. Voor de toekomst wordt
daarom verwacht dat 35% van de samenwerkingsverbanden de samenstelling gaat wijzigen door toeof uittredende gemeenten. 27% voorziet een wijziging van de juridische status en 36% voorziet een
uitbreiding van het verband met het sw-bedrijf. Vooral bij bestaande gemeenschappelijke regelingen
is dat het geval (44%). 18% van de samenwerkingsverbanden krijgt er Wmo-taken bij. Dit geldt vooral
voor de gemeenschappelijke regelingen (24%).
Toekomst Bureaus Jeugdzorg
Binnenlands Bestuur 24 december 2013:
VOOR 28 FEBRUARI DUIDELIJKHEID OVER BJZ
Margot Limburg 23 dec 2013 Gemeenten moeten voor 28 februari duidelijk maken hoe ze in de
toekomst door willen met de Bureaus Jeugdzorg. Is die duidelijkheid er niet, dan treedt een
overgangsregeling in werking en moeten gemeenten een budgetgarantie geven aan de BZJ van
minimaal 80 procent van het budget in 2014.
Zachte landing
Dat is de uitkomst van afspraken tussen de ministeries VWS en V&J, het IPO en de VNG. Doel van
de afspraken is te komen tot een ‘zachte landing’ als in 2015 de totale zorg voor de jeugd volgens de
nieuwe Jeugdwet bij de gemeenten komt te liggen. Ook moet de continuïteit van zorg gewaarborgd
zijn. De partijen constateren dat ze allemaal 'de urgentie voelen' om te zorgen dat de BJZ snel weet
waar ze aantoe zijn. Tegelijkertijd zijn er 'nog onvoldoende concrete afspraken zodat alle BJZ’s zich
op korte termijn verantwoord voor kunnen bereiden op de situatie vanaf 2015.'
Nieuwe jeugdstelsel
Bureaus Jeugdzorg hebben op snel duidelijkheid nodig over hun positie in het nieuwe jeugdstelsel.
Reclassering en jeugdbescherming blijven taken van de BJZ, maar hoe het met de andere taken zit die
ze nu uitvoeren, is nog onduidelijk. In het nieuwe stelsel kunnen gemeenten verschillende afspraken
maken over welke functies gemeenten van de BJZ afnemen en welk budget daar beschikbaar voor is.
Ook over het personeel dat nu bij de Bureaus jeugdzorg werkt, moeten afspraken gemaakt worden.
Overgangsregeling
‘De nadere waarborgen die zijn afgesproken houden in dat gemeenten alle ruimte houden om hun
intensieve voorbereiding op het nieuwe jeugdstelsel voort te zetten’, schrijft het ministerie van VWS.
Wel moeten ze voor 28 februari duidelijk maken welke taken ze van de BJZ af zullen nemen. ‘Als die
regionale afspraken op 28 februari echter niet hebben geleid tot garanties over continuïteit van de
benodigde functies en de noodzakelijke infrastructuur in 2015, treedt een overgangsregeling in
werking.’ De overgangsregeling houdt in dat gemeenten voor de benodigde functies (toegang, crisis,
JB, JR en AMK) van de huidige Bureaus jeugdzorg, voor 2015 een budgetgarantie moeten geven van
minimaal 80% van het budget van het BJZ in 2014 aan de BJZ’s en/ of hun rechtsopvolgers (inclusief
-3-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
afspraken over overname van medewerkers). De VNG gaat er vanuit dat de ‘sanctie’ van de
overgangsregeling niet nodig zal zijn.
Meer duidelijkheid nodig in 1e Kamer over nieuwe Jeugdwet
Binnenlands Bestuur 24 december 2013:
SENAAT DUBT OVER JEUGDWET
23 dec 2013 + 1 reactie
De Eerste Kamer is nog lang niet overstag voor de nieuwe Jeugdwet die van het kabinet per 1 januari
2015 moet gaan gelden. Veel fracties willen meer duidelijkheid van de staatssecretarissen Martin van
Rijn van VWS en Fred Teeven van Justitie. De fracties hebben maandag tientallen vragen naar de
bewindslieden gestuurd.
Ingewikkeld
Eerder spraken jeugdrechters zich uit tegen de nieuwe wet omdat die te ingewikkeld is op bepaalde
vlakken. Volgens hen bestaat bijvoorbeeld het risico dat jongeren in een gesloten inrichting worden
opgenomen terwijl een andere vorm van uithuisplaatsing beter is. Psychiaters en psychologen, maar
ook gemeenten en de artsenfederatie KNMG maken zich eveneens zorgen over de uitvoerbaarheid van
de wet, de te leveren zorg en de kosten daarvan.
REACTIE OP DIT BERICHT
Door Moeder op 23 december 2013 21:32
Gemeenten, u wacht een overstroming van jeugdellende, terwijl onze inmiddels volwassen zoon rijp is
voor de arbeidsmarkt dankzij vroege GGZ-hulp.
1. Scholen kunnen " passend onderwijs" niet aan door "stille bezuinigingen" en overvolle klassen.
Deze kinderen doen straks een dringend beroep op u.
2. Als ze dat durven. Onze zoon geneert zich enorm achteraf door opvallen in vroege jeugd. Gelukkig
alleen notities ervan in medisch dossier en niet bij gemeenten.
3. Geld gemeente is ooit op, ook als het niet naar lantaarnpalen gaat. En dan wachten nog steeds vele
kinderen zonder school of veiligheid thuis op hulp.
4. Jeugdpsychiaters hebben ons niet bang gemaakt voor jeugdwet. Wij benaderden zelf de
initiatiefnemers "petitie jeugdd-GGZ" wegens gezamenlijke belangen.
5. Veel problemen komen NIET door de opvoeding en vereisen zeer specialistische jeugd-GGZ.
Daarom moet dit in zorgverzekering blijven. Behandeling COPD halen we toch ook niet uit
verzekering bij toename? Kinderen laten we fysiek immers niet stikken. Mentaal valt minder op, dus
dat mag wel?
6. Gebruik medicatie zal erg toenemen, GGZ geld is immers een keer op en de ellende vaak zeer
urgent.
Alternatieven voor huishoudelijke hulp
Noorhollands Dagblad 25 december 2013:
Zaanstad onderzoekt huishoudelijke hulp
Gepubliceerd 25 december 2013 ZAANSTAD - Zaanstad gaat op zoek naar manieren waarop
mensen straks gemakkelijker huishoudelijke hulp kunnen vinden.
Wanneer de huishoudelijke hulp per 2015 grotendeels uit de wmo wordt gehaald - kort gezegd, komen
alleen ernstige gevallen en mensen met een erg laag inkomen er nog voor in aanmerking - zullen meer
mensen op eigen kracht een hulp moeten zoeken. Sommige mensen zullen dat lastig vinden, verwacht
de gemeente.
De komende maanden gaat Zaanstad daarom kijken of er handige alternatieven zijn, naast de
bestaande thuiszorgorganisaties en het prikbord in de supermarkt.
Misschien kunnen wijken zelf huishoudelijke hulpdiensten organiseren, denkt de gemeente. In eerste
instantie wordt gedacht aan een buurtwerkbedrijf. Wellicht kan zo’n buurtwerkbedrijf huishoudelijke
klussen en/of een was- en strijkservice opzetten.
-4-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Grootschalige om-, bij- en doorscholing in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT)
Zorgvisie 27 december 2013:
ActiZ en vakbonden presenteren sectorplan VVT
Het aantal verloren banen in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT) moet worden
opgevangen door grootschalige om-, bij- en doorscholing. Als dat niet mogelijk is, krijgen
werknemers hulp om een baan te vinden in een andere sector. Daarvoor pleiten
werkgeversorganisatie ActiZ en de vakbonden CNV Publieke Zaak, NU’91 en FBZ in een
sectorplan.
Het sectorplan is een antwoord om de gevolgen van de kabinetsmaatregelen in de VVT zo goed
mogelijk op te vangen. De partijen verwachten dat er ruim tienduizenden banen verloren gaan. Met
het sectorplan is 130 miljoen euro gemoeid. De branche draagt zelf 50 procent bij. Met 450.000
werknemers is de VVT de grootste branche van Nederland.
Sectorplan VVT
In de plannen richten de partijen zich op begeleiding van werk naar werk. Daarvoor zijn verschillende
trajecten opgesteld met meer of minder ondersteuning: van complete begeleidingstrajecten tot een
'rugzakje' voor een onderdeel uit de ondersteuning. In de bijscholing wordt meer focus gelegd op eigen
regie van de cliënt en een grotere rol voor informele zorg. De nieuwe rol vereist andere competenties
dan voorheen. Ook zullen functies veranderen en nieuwe functies ontstaan, bijvoorbeeld brede
ondersteunende functies in de Wmo. Daarnaast moeten medewerkers doorgeschoold worden naar een
hoger functieniveau waarmee aan de zwaardere zorg voldaan kan worden.
Oudere werknemers gaan meer een begeleidende en coachende rol vervullen voor jongere
werknemers. Voor jongeren komen scholingstrajecten en extra stagebegeleiding.
Dienstencheques
Naast het sectorplan willen ActiZ en de bonden ook op andere manieren werken aan de
werkgelegenheid. Zo wordt aandacht gevraagd voor de mogelijkheid van 'dienstencheques' zoals deze
in België zijn ingevoerd. Dienstencheques zijn gesubsidieerde coupons waarmee cliënten bijvoorbeeld
huishoudelijke hulp kunnen inkopen. In Nederland werd deze vorm van huishoudelijke hulp al eerder
geleverd onder de naam alfacheque.
Sectorplannen
Het ministerie van SZW geeft alle sectoren de mogelijkheid een sectorplan in te dienen. Daarvoor is
600 miljoen euro voor alle sectoren beschikbaar. Van de indieners van de plannen wordt verwacht dat
zij 50 procent zelf bijdragen. Voor de VVT-sector is de bijdrage van de ministeries van VWS en SZW
essentieel, omdat met het extra geld veel meer werknemers geholpen kunnen worden.
door MARK VAN DORRESTEIJN 24 dec 2013
Tewerkstelling van bijstandsgerechtigden
Binnenlands Bestuur 27 december 2013:
KRITIEK OP VERPLICHT SCHOENEN POETSEN
BIJSTANDSGERECHTIGDEN
Esther Walstra 24 dec 2013 10 reacties
Amsterdam slaat de plank mis met de tewerkstelling van bijstandsgerechtigden. De klussen die ze
moeten doen; schoenen poetsen, dossierpagina’s tellen en taken rapen in het bos, lijken meer op
repressie dan op hulp. Dat zegt Alex Corra, onderzoeker lokaal sociaal beleid aan de VU Amsterdam.
Hij doet onderzoek naar het onderwerp maatschappelijk nuttige tegenprestaties.
Tegenprestatie
De Dienst Werk en Inkomen (DWI) van Amsterdam kwam vandaag uitgebreid in het nieuws omdat
het volgens sommigen vernederende invulling geeft aan het begrip tegenprestatie. In de
Volkskrant werden voorbeelden gegeven van mensen met een uitkering die 32 uur per week nietjes uit
paperassen moeten peuteren, planten moeten wateren en moeten afwassen.
Taakstraf
Hiermee werd een gevoelige snaar geraakt, vrijwel iedereen heeft er een mening over. Een greep uit de
discussies op de social media: ‘Rot op, je zit niet vrijwillig in de bijstand’, ‘Tegenprestatie: Het
onderscheid tussen criminelen met een taakstraf en bijstandsgerechtigden dreigt te vervagen’ en ‘dit
levert natuurlijk geen enkele relevante werkervaring op. Verzin dan wat nuttigs...’ Overigens ook veel
-5-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
voorstanders lieten van zich horen: ‘Thuis zitten en je hand ophouden is waardiger? Wat is er op tegen
om iets te doen voor gemeenschapsgeld? En: ‘Werk moet gebeuren. Planten moeten water, dossiers
opgeruimd enz. Hoezo 'vernederend'?
Repressie
Onderzoeker Corra deed onlangs nog onderzoek naar de vraag wanneer dwang in het kader van de
verzorgingsstaat omslaat in repressie. En wat hem betreft is de DWI Amsterdam daar een lichtend
voorbeeld van. ‘Dit lijkt op straf, het is nutteloos werk. Als je mensen iets wilt leren moet er in het
werk een ontwikkelingselement zitten. Hier lijkt bepaalde symboliek achter te zitten, het komt op mij
inderdaad vernederend over.’
Vaardigheden aanleren
Met de verdediging van de gemeente dat bijstanders vaardigheden aanleren als op tijd komen,
samenwerken en met autoriteit omgaan is Corra het niet helemaal eens. ‘Die vaardigheden heb je op
een gegeven moment aangeleerd, en dan? Moeten ze dan nog een jaar blijven schoenen poetsen?
Overigens is 32 uur per week ook te lang. De rechtbank in Breda besliste onlangs in een vergelijkbare
zaak dat 20 uur het maximum is.’
Experimenteren met tegenprestatie
De onderzoeker denkt dat gemeenten de uitvoering van tegenprestatie creatief moeten invullen. ‘Het
voordeel van tegenprestatie ten opzichte van re-integratie is dat er geen toetsingscriteria of quota aan
verbonden zijn. Gemeenten krijgen hierin veel vrijheid en kunnen deze kans dus grijpen om te
experimenteren.’
Aardig vragen
Alex Corra heeft een duidelijk advies aan gemeenten die bijstandsgerechtigden in het kader van
tegenprestatie aan het werk willen krijgen. ‘Vraag het eerst aardig. Met een positievere insteek zijn
mensen tot veel meer bereid. En leg het initiatief in de eerste instantie bij hen zelf neer, vraag of ze
eerst zelf met iets willen komen. De ervaring leert telkens weer hoe meer je dwingt, hoe minder men
wil. Uiteindelijk willen de meesten wel werken. Pas als ze echt niets willen kun je werk gaan
opleggen.’
Reactie gemeente
Verantwoordelijk wethouder Andrée van Es laat in een schriftelijke verklaring weten: 'Het gaat niet
om disciplinering of enige vorm van straf. Niemand is voor zijn plezier werkloos en
bijstandsgerechtigd. Wel kan het soms confronterend zijn, of hard, om aan de eisen van de
arbeidsmarkt te leren voldoen.'
Geen 32 uur
Ook de Dienst DWI verklaart zich niet in de berichtgeving te herkennen: 'Het beeld van 32 uur lang
dezelfde werkzaamheden uitvoeren herkennen wij niet. Er zijn acht trajecten op de Laarderhoogtweg.
Voorbeelden hiervan zijn horeca, het werk in de forten, facilitair, digitaliseringwerkzaamheden of
techniek. Het zal niet voorkomen dat mensen 32 uur per week nietjes uit paperassen halen. Net zo min
dat schoenen van de deelnemers van het Amsterdamse bos dagelijks worden gepoetst.'
Gemeenten en boetes
Binnenlands Bestuur 2 januari 2014:
NIEUWE WETTEN EN REGELS IN 2014
30 dec 2013 Gemeenten mogen burgers een boete opleggen die kan oplopen tot 325 euro als die
belangrijke wijzigingen niet op tijd doorgeven aan de gemeente. Een nieuw adres moet bijvoorbeeld
binnen 5 dagen na verhuizing worden doorgegeven. Gemeenten en (semi-)overheden krijgen in 2014
met meer veranderingen te maken.
Huurgrens
Zo gaat de huurgrens in de sociale woningbouw omhoog naar 699 euro. De inkomensgrens voor
toewijzing van een sociale huurwoning stijgt met ruim 400 euro, naar 34.678 euro. De tijdelijke btwverlaging op renovatie, herstel en tuinonderhoud bij woningen wordt verlengd, tot eind 2014.
Persoonsgebonden budget
Het tarief voor het persoonsgebonden budget voor persoonlijke verzorging en begeleiding gaat met 5
procent omlaag. Ook gaat voor nieuwe cliënten het tarief voor hulp van niet-professionele
-6-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
zorgverleners omlaag.
Uitkeringen en rijbewijs
Het rijbewijs kost overal in Nederland vanaf 1 januari maximaal 38,48 euro. Tot nog toe konden
gemeenten zelf bepalen wat ze vroegen voor een rijbewijs, wat leidde tot grote verschillen.
De uitkeringen AOW, ANW, WW, WIA, WAO, TW, Wajong, WWB, IOAW en IOAZ stijgen in
2014 mee met de stijging van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2014, waaraan de uitkeringen
zijn gekoppeld. Het minimumloon stijgt per 1 januari met ongeveer 8 euro naar 1485,60 euro bruto per
maand.
Weinig interesse in gemeentepolitiek
Binnenlands Bestuur 3 januari 2014:
LOKALE POLITIEK BOEIT NEDERLANDER BAR WEINIG
Hans Bekkers 02 jan 2014 Nederlanders hebben verhoudingsgewijs weinig belangstelling voor lokale
politiek. Het gemeentebestuur krijgt wel een hoger rapportcijfer (5,9) dan de Haagse politiek (4,9).
SCP-onderzoek burgerperspectief
Duitsers praten vaker over lokale dan over nationale politiek. In Nederland praten maar half zo veel
mensen over lokale aangelegenheden als over nationale. In die zin zijn we net Grieken. Nog een
typisch Nederlands verschijnsel is dat er meer over Europese politieke kwesties wordt gesproken dan
over lokale aangelegenheden. Dat blijkt allemaal uit de publicatie Continu Onderzoek
Burgerperspectieven 2013 van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).
Grote afstand tot gemeenteraadsleden
Nederlanders blijken volgens het SCP-onderzoek ook een grotere afstand tot gemeenteraadsleden te
ervaren dan tot leden van de Tweede Kamer. Dat geldt niet voor lager opgeleiden en inwoners van
niet- of weinig stedelijke gemeenten.
Decentralisaties verhogen belangstelling gemeentepolitiek
Een waarschijnlijke oorzaak van de geringe belangstelling van Nederlanders voor de lokale politiek is
volgens de onderzoekers de veel voorkomende opvatting dat gemeentelijke beslissingen van weinig
invloed zijn op het dagelijks leven. ‘Die ervaring zou de komende tijd wel eens kunnen veranderen als
door de decentralisatie operaties de gemeenten in grotere vrijheid meer beslissingen gaan nemen in het
sociale domein, met name in de jeugdzorg en de zorg voor ouderen, zieken en werklozen’, aldus de
onderzoekers.
Laagste rapportcijfer Europese politiek
Het gemeentebestuur krijgt van de Nederlanders overigens wel aanzienlijk hogere rapportcijfers dan
de Haagse politiek. Over de lokale politici is 67 procent tevreden, over Haagse politici is slechts 42
procent van de Nederlanders tevreden. Sinds begin 2008 krijgt het lokaal bestuur betrekkelijk stabiel
van zo’n 70 procent van de bevolking een voldoende. Dat is behoorlijk meer dan de politiek in Den
Haag en de Europese politiek. Het bestuur van de gemeente krijgt gemiddeld een 5,9, de landelijke
politiek een 4,9. De Europese politiek scoort met 4,5 het laagst.
Lager opgeleiden en stedelingen minst positief
Lager opgeleiden blijken relatief positiever over het lokale bestuur dan hoger opgeleiden. Het verschil
in tevredenheid tussen lager- en hoger opgeleiden neemt volgens de onderzoekers toe naarmate de
politiek ‘verder van huis’ is. Bewoners van niet-stedelijke gemeenten zijn gemiddeld iets tevredener
over hun lokale bestuur dan inwoners van zeer stedelijke gemeenten. Dat is volgens de onderzoekers
opvallend. ‘Men zou verwachten dat in de vaak kleinere plaatsen het lokale bestuur dichter bij de
burgers staat en daardoor makkelijker naar tevredenheid zou functioneren. Het verschil blijkt echter
heel erg klein’, aldus de onderzoekers. ‘Wellicht is het idee van grotere nabijheid van het bestuur op
het platteland door samenvoegingen van gemeenten inmiddels wat achterhaald.’
Relatie met opkomstcijfers verkiezingen
Opkomstcijfers suggereren voor kleine gemeenten wel een absoluut en relatief grotere betrokkenheid
bij de lokale politiek. In de 20 procent kleinste gemeenten kwam in 2010 gemiddeld 61 procent op bij
de raadsverkiezingen en in de 20 procent grootste gemeenten gemiddeld 52 procent.
-7-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Verbaal en soms zelfs fysiek geweld als gevolg van de vraag naar legitimatie
Binnenlands Bestuur 3 januari 2014
BOND VREEST MEER GEWELD IN SUPERMARKTEN
02 jan 2014 Vakbond CNV Dienstenbond vreest meer geweld in de supermarkt, nu er sinds begin dit
jaar geen alcohol meer mag worden verkocht aan jongeren onder de 18 jaar. Ruim de helft (55
procent) van het supermarktpersoneel verwacht meer agressie door de nieuwe wet- en regelgeving,
schrijft de bond donderdag op basis van onderzoek.
Legitimatieplicht
,,Verbaal en soms zelfs fysiek geweld zijn het gevolg van de vraag naar legitimatie. Klanten begrijpen
de reden niet, willen niet meewerken en het leidt regelmatig tot discussie'', zegt CNV-onderhandelaar
Fedde Monsma. ,,Voor kassamedewerkers is het moeilijk te zien of een klant net wel of niet meer
onder de legitimatieplicht valt. Daardoor vragen ze bijvoorbeeld 20-jarigen om een legitimatie, wat
onbegrip oproept.''
Veiligheidstraining
Monsma pleit daarom voor een algehele legitimatieplicht bij de verkoop van alcohol, om problemen te
voorkomen. Ook wil hij dat supermarkten alle kassamedewerkers een speciale veiligheidstraining
geven en dat de kassières die de alcohol afrekenen zelf ook minstens 18 jaar zijn.
Meldpunt
Volgens het onderzoek van CNV heeft 16 procent van het supermarktpersoneel nu al wekelijks te
maken met incidenten met betrekking tot de verkoop van alcohol. De bond heeft een meldpunt
geopend om de situatie beter in kaart te kunnen brengen.
Gemeenteraadsverkiezingen
Binnenlands Bestuur 6 januari 2014:
'INWONER KLEINE GEMEENTE WIL NIET IN RAAD'
Saskia Buitelaar 05 jan 2014 Inwoners van kleine gemeenten staan niet te springen om in de
gemeenteraad te gaan. In 85 gemeenten met minder dan 50.000 inwoners is het lastig om kandidaten te
vinden. Dat geven griffiers aan in een enquête van Nieuwsuur en de Vereniging van Griffiers zondag.
Minister Plasterk (BZK) noemt de uitkomsten 'zorgelijk'.
Probleem speelt minder in grote gemeenten
Bij grote gemeenten speelt het probleem veel minder. Zo is het in slechts vijf gemeenten met meer dan
100.000 inwoners lastig om mensen te vinden die in de gemeenteraad willen. Verder hebben zes
gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners problemen. Het mindere animo kan gevolgen hebben
voor de lokale partijen. Zo zijn er 20 gemeenten waar partijen die nu in de raad zitten, straks misschien
helemaal niet meedoen aan de verkiezingen, omdat ze geen kandidaten kunnen vinden.
Moeilijker dan bij vorige verkiezingen
Nieuwsuur en de Vereniging van Griffiers hebben voor de enquête 220 griffiers gevraagd naar hun
indrukken. Van hen zeggen er 65 dat het nu moeilijker is om verkiesbare kandidaten te vinden dan bij
de vorige verkiezingen in 2010. Daar staat tegenover dat 113 griffiers vinden dat er geen verschil is.
Tien gemeenten vinden zelfs dat het makkelijker is geworden.
Plasterk: Zorgelijk
Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, oud-raadslid uit Leiden) noemt in Nieuwsuur de
uitkomsten 'zorgelijk'. Een verklaring ligt volgens hem in 'politiek bashing in de media'. Dat doet het
aanzien van de politiek geen goed. Het beeld van zakkenvullers klopt volgens hem niet, de meeste
raadsleden doen het niet voor het geld, aldus de minister. Hogere vergoedingen voor raadsleden zitten
er niet in; Plasterk ging in Nieuwsuur niet verder dan de uitspraak dat arbeidsvoorwaarden en
vergoedingen voor politici niet verder omlaag moeten.
Geen interesse
Lokale politiek interesseert burgers bar weinig, constateerde ook het Sociaal en Cultureel Planbureau
vorige week. Op 19 maart zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Indrukken over de vorige verkiezingen,
in 2010, zijn er niet.
-8-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Burgerpanel als dringend adviesorgaan voor gemeenteraad
Binnenlands Bestuur 7 januari 2014:
NOORDWIJKSE BURGERS KRIJGEN HET VOOR HET ZEGGEN
Yolanda de Koster 07 jan 2014 Het lokale politieke systeem moet op de schop. De huidige cyclus van
commissie- en raadsvergaderingen met voorspelbare politieke uitkomsten, ongeacht eventuele
insprekers, is niet meer van deze tijd. Vindt de Noordwijkse burgemeester Lokker. Hij wil nog dit jaar
een representatief burgerpanel in het leven roepen en op die manier burgers laten meebeslissen.
Dringend advies
Besluiten die door het burgerpanel – een digitaal platform – met meerderheid van stemmen worden
genomen, moeten vervolgens door de gemeenteraad worden bekrachtigd. ‘Besluiten van het
burgerpanel zijn een dringend advies aan de raad. Als de raad ze niet wil overnemen, moet hij met hele
goede argumenten komen om een besluit terzijde te schuiven’, stelt Lokker. Het panel gaat wat Lokker
betreft over ‘in principe alle onderwerpen waar de gemeenteraad over gaat’.
Participatiedemocratie
Zijn plan om te komen tot een participatiedemocratie is een logische in het licht van de
participatiesamenleving, vindt de waarnemend burgemeester. ‘Alle oproepen om mee te praten en mee
te doen, krijgen pas echt betekenis als inwoners ook mogen meebeslissen. Bovendien kunnen de 21
raadsleden die Noordwijk telt, niet alles weten. Met het burgerpanel wil ik de kennis, kunde en
ervaring van onze inwoners benutten.’
Vertrouwen in burgers
Lokker refereert aan recent onderzoek van het SCP, waaruit blijkt dat minder dan 40% van de
inwoners ervan overtuigd is dat bestuurders in staat zijn de huidige problemen op een adequate manier
op te lossen. ‘Herstel van vertrouwen is nodig en kan alleen succes hebben als inwoners voldoende
ruimte krijgen om daadwerkelijk te participeren en deel te hebben aan de oplossing door ook het recht
te krijgen om mee te beslissen. Het gaat dan niet alleen over de vraag of burgers weer vertrouwen
krijgen in hun leiders, maar of leiders weer vertrouwen krijgen in de burgers’, betoogt de CDAburgemeester.
Diskwalificatie raad
Het is niet zijn bedoeling om de raad buitenspel te zetten of te diskwalificeren, stelt hij desgevraagd.
‘Mijn kritiek betreft het systeem. De besluitvorming gaat altijd volgens een vast recept.’ Hij doelt op
de maandelijkse commissievergaderingen, op de vijf minuten spreektijd die burgers daar kunnen
aanvragen en tot slot op de besluitvorming in de raad. De ervaring van Lokker is dat
fractiestandpunten veelal voor de vergadercyclus al vaststaan en niet veranderen, ongeacht ook de
inbreng van de burgers. ‘De politieke uitkomst is voorspelbaar en er zit weinig dynamiek in.’
Omvang panel
De ideeën om te komen tot een representatief burgerpanel moeten nog verder worden uitgewerkt. Zo
moet onder meer de omvang van het panel worden vastgesteld. Wel staat vast dat het een
dwarsdoorsnede van de Noordwijkse bevolking moet zijn, in zowel leeftijd, opleidingsniveau en
beroep, vindt Lokker. Ook moet de panelleden uit diverse wijken komen.
Lef is nodig
De burgemeester wil een deel van de Noordwijkers aanschrijven mee te doen aan zijn plan. Hij is
ervan overtuigd dat er voldoende enthousiastelingen voor zullen zijn. Reacties vanuit de Noordwijkse
politiek op zijn pleidooi voor het digitale burgerpanel met daadwerkelijke beslismacht – te berde
gebracht tijdens de nieuwjaarsreceptie van de gemeente − heeft hij nog niet gehad. ‘Ik snap dat het
gevoelig ligt en dat er lef voor nodig is, maar met de raadsverkiezingen op komst is dit hét moment om
het systeem te veranderen. Het mooiste zou zijn als de nieuwe raad tijdens zijn eerste zitting hiertoe
besluit zodat we er nog dit jaar mee kunnen beginnen.’ Als er geen politieke steun voor blijkt te zijn,
belandt het plan in de prullenbak, beseft Lokker.
Uitvoeringsbesluit Jeugdwet is onwerkbaar voor gemeenten
Binnenlands Bestuur 7 januari 2014:
UITVOERINGBESLUIT JEUGDWET HANDENBINDERTJE GEMEENTEN
Yolanda de Koster 07 jan 2014 Het bij de Jeugdwet behorende uitvoeringsbesluit is onwerkbaar voor
gemeenten. Met de vele bepalingen en voorwaarden wordt de beleidsvrijheid te veel ingeperkt. ‘Het
-9-
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
rijk blijft zich tot op detailniveau in de uitvoering bemoeien met de jeugdzorg, zonder te
beargumenteren waarom dat nodig is’, verzucht gemeentekoepel VNG in een brief aan het kabinet.
Stelselverantwoordelijk
Zo worden aan gemeenten eisen gesteld aan de beschikbaarheid van relevante deskundigheid. ‘Naar
ons oordeel treedt de wetgever hier erg diep in de uitvoering’, schrijft de VNG aan de
staatssecretarissen Van Rijn (PvdA) en Teeven (VVD). Ook op het punt van het verzamelen en
leveren van gegevens worden te veel eisen gesteld, terwijl juist de bedoeling was dat de bureaucratie
zou verminderen. Daarnaast eist het rijk dat jeugdzorgaanbieders verantwoording aan Den Haag
afleggen over aard en wijze van uitvoering en resultaten over preventie, jeugdhulp, kinder- en
jeugdbescherming. Vreemd, vindt de VNG, dat het rijk als stelselverantwoordelijke informatie over de
uitvoering moet krijgen.
Onwerkbare situatie
Een doorn in het oog is tevens dat gemeenten alleen beleidsinformatie mogen ophalen bij de landelijke
voorziening. Er mogen geen regionale afspraken worden gemaakt met jeugdhulpinstellingen over het
leveren van aanvullende gegevens. ‘Dit is een ernstige beperking van de ruimte voor gemeenten om
hun eigen beleidsinformatie te verzamelen. Wij achten deze situatie voor gemeenten onwerkbaar’, stelt
de VNG.
Geen pleeggezin
Daarnaast is bij onder meer de jeugdhulp aan minderjarigen met en zonder recht op verblijf in
Nederland onduidelijk om hoeveel kinderen het gaat en wie opdraait voor de kosten van de geboden
hulp. Het rijk eist bovendien dat minderjarigen zonder recht op verblijf in een jeugdzorginstelling
worden geholpen en niet bij een pleeggezin mogen worden ondergebracht. De VNG stelt bovendien
dat het rijk en niet gemeenten verantwoordelijk zijn voor kinderen die niet in Nederland mogen
blijven, en wil hierover met het kabinet in overleg.
Flexibiliteit nodig
De regelgeving rond het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) is in
de wet al zo minutieus vastgelegd waardoor en het belemmerend werkt in de uitvoeringspraktijk. In
het Uitvoeringsbesluit wordt de ruimte nog verder beperkt. ‘Een zekere mate van flexibiliteit in de
uitvoering is zeer wenselijk’, vindt de gemeentekoepel. De VNG besluit haar brief met een niet mis te
verstane boodschap: ‘Wij verzoeken de wetgever de stelselverantwoordelijke te behoeden voor het
steeds maar weer blijven stellen van regels aan de gemeentelijke overheid. Decentralisatie is loslaten
in vertrouwen.’
Juist meer eisen nodig
Naast de VNG hebben nog 34 organisaties gereageerd op het concept-Uitvoeringsbesluit. Een aantal
van hen, zoals de nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, vraagt − in
tegenstelling tot de VNG − juist om nog stringentere en uniforme eisen rondom gegevensverzameling
en –verstrekking. Alleen dan kan sprake zijn van adequate monitoring.
- 10 -
Nieuwsbrief 44 Wmo-adviesraad Kaag en Braassem
Download