DUITSCH NATIONALISME EN DE KATHOLIEKE KERK GEÏLLUSTREERD f* I \ VOORWOORD. M EN kan den officieelen Duitschen geest in godsdienstige aangelegenheden bijzonder goed met een kameleon vergelijken. Ieder oogenblik schijnt deze van kleur te kunnen veranderen en dezelfde tint aan te nemen van datgene, waarmede hij in nauwe aanraking komt. Toen er, bijvoorbeeld, eene toenadering tot stand gebracht moest worden tusschen het Duitsche Keizerrijk en Turkije, vond Keizer Wilhelm II het nuttig zich te noemen „vriend van den Sultan" en van de „driehonderd millioen Mohammedanen, die den Sultan als hun kalif erkennen" (terloops zij opgemerkt dat het betrof Abdul II, onder wiens regeering zoovele wreedheden werden bedreven tegen de Armenische Christenen). Deze schaamtelooze hofmakerij had tot onvermijdelijk gevolg de Duitsch-Turksche AlHantie, met andere woorden een verbond tusschen eene Christen-natie en den traditioneelen vijand van het Katholieke Christendom. Sinds het uitbreken van den oorlog hebben Duitsche theologen, zonder twijfel daartoe bevolen, ijverig gepoogd aan te toonen dat de fundamenteele deugden van den Islam dezelfde zijn als die van het Christendom. Een uitstekend, maar voor Katholieken een tamelijk vernederend, voorbeeld hoe Duitschland zich weet te plooien naar politieke eischen! Laat ons een voorbeeld nemen uit vroeger jaren. In de donkere dagen van 1870, toen het Katholicisme een verloren zaak en het Protestantisme „de godsdienst van de toekomst" scheen te worden, bestond er geen twijfel omtrent Duitschland's officieele houding. De „Kulturkampf" werpt een eeuwigdurende blaam op het Pruisische Gouvernement, en toch was het — en is het somtijds nog •— een punt, waarop de regeerders van Duitschland, van Keizer Wilhelm I af, zich beroemen. Het doel van Pruisen en van het geheele nieuw-vereenigde Duitsche Keizerrijk werd beschouwd als de vernietiging der Katholieke Kerk. Bismarck's woorden en daden toonen dit feit volkomen duidelijk aan. Wij wijzen in het bijzonder op eene redevoering, door hem gehouden voor den Pruisischen „Landtag", in Juni 1872, toen hij zeide: „Pruisen heeft, met zijne Prote^tantsche dynastie, een machtiger politieke ontwikkeb'ng bereikt. In den oorlog tegen Oostenrijk is de macht die in Duitschland het eigenlijke bolwerk voor den invloed van Rome vormde, gebroken en duidelijk verscheen aan den horizont de toekomst van een Protestantsch Keizerrijk". Maar ten slotte ,,ging Bismarck naar Canossa" ; Paus Leo XIII en< Windthorst volbrachten de triumph van het Katholicisme. Het resultaat werd spoedig zichtbaar; een bijna aanstellerige tentoonspreiding van gunsten jegens de Katholieke Kerk van de zijde van den Keizer zag men al dra de plaats innemen van beleediging en wantrouwen. Uiterste pogingen werden aangewend, en worden nog aangewend, om aan te toonen dat het Duitsche Keizerrijk het bolwerk voor het Katholicisme was en dat er nergens anders zulk eene vroomheid bestond, zulk een vrijheid en zulk een politieke macht. Geen enkel Katholiek echter, vaderlandslievend Engelschman, Franschman, Italiaan — wie hij ook zijn moge — zal het succes der Duitsche Katholieken onderschatten; hij zal hun noch den lof van hun groote en. weldadige maatschappelijke activiteit, nog hunne moedige verdediging der rechten van de Kerk in vroeger jaren misgunnen. Maar wanneer men hem verzekert — en wat klaarblijkelijk geloofd wordt door een zeker aantal Katholieken in neutrale landen —, dat de pers in Frankrijk en Italië — maar niet in Duitschland — vol anti-clericale, godslasterlijke taal is, dat Engeland een zuiver-Protestante staat is, onverdraagzaam jegens Katholieken, en dat de overwinning van Duitschland zou beteekenen de overwinning van het Katholicisme, dan is hij gehouden deze leugens met feiten te weerleggen. En welke zijn wel die feiten? Een blik op de hierna volgende spotprenten zal al gedeeltelijk het antwoord geven. Men zal dan ten eerste duidelijk zien, dat enkele toonaangevende periodieken in Duitschland, niettegenstaande diens groote en bijzondere aanspraak op godsdienst en vroomheid, even profane lasteringen kunnen produceeren als het laao-ste en verachtelijkste blad van eenig zoogenaamd „anti-clericaal" land. Het is teekenend dat het voornaamste onderwerp van hunne aanvallen Kardinaal Mercier is. En niet zonder reden! Kardinaal Mercier volhardt in het toedienen van berispingen aan de Duitsche dogma van hooger nationalisme; hij heeft de verschrikkelijke werking van onbeteugeld „De'utschtum" aanschouwd. Hij was het die den beroemden „Herderlijken Brief" het licht deed zien, met zijn vreeselijke en onweerlegbare beschuldiging van godsdienst-wreedheden tegen het Duitsche leger. Hij was het die*in November 1915, in vereeniging met alle Belgische Bisschoppen, de ernstige, doch nog steeds onbeantwoorde oproeping deed tot de Duitsclie Bisschoppen, om de geheele kwestie van „franc-tireur" vijandelijkheden, zoo genaamd door priesters begaan, aan een onpartijdige rechtbank te onderwerpen. Duitschland's weigering om deze uitnoodio-ino- aan te nemen, moet beschouwd worden als het sterkste derivatieve bewijs van zijn schuld. En ten slotte, het is Kardinaal Mercier die doorgaat het Belgische volk aan te moedigen en het aanspoort te bidden en te hopen, dat het ten slotte moge verlost worden van het Duitsche juk. Hij heeft zich door dit alles gehaat gemaakt bij de schetterende aggressieve lieden, die in Duitschland doorgaan voor oprechtige patriotten; en de hierna volgende walgelijke spotprenten, welke alle — laat het hier nogmaals herhaald worden — geproduceerd werden in een land, dat beweert de grootste vriend van het Katholicisme te wezen, zijn er het resultaat van. Maar er is een, nog veelomvattender kwestie, waarvan de oneerbiedige spotprent No. 3 een uitstekende illustratie geeft. Het is deze: Bestaat er niet nog steeds bij de meeste Duitsche patriotten een kenmerkende geest van vijandigheid tusschen Germanisme en de KathoHeke Kerk? Worden aan de namen „Duitscher" en „Protestant" niet nog steeds dezelfde beteekenis toegekend ? De woorden van den Duitschen predikant Dietrich Graue, in het „Protestantenblatt" van 16 September 1914, zijn het antwoord op deze vragen: Wii Duitschers moeten onze historische zending vervullen. Zij heet Protestantisme. Dit is'eeii vreemd woord, doch een ieder onzer bekend; iets, dat niet het privilege van de Protestantsche Kerk is, maar voortleeft in alle echt-Duitsche harten.... Laat ons voortgaan er naar te streven met hart en ziel Protestanten te blijven " En tegelijk met dezen krachtigen nadruk op het Protestantisme, als de eenigste voor Duitschers geschikte godsdienst, is wederom een kreet opgestegen voor het „germaniseeren van den godsdienst". Een nieuw geloof moest gesticht worden, bovenmate Luthersch van aard, doch geheel afgescheiden van alle vormen van Protestantisme buiten het Vaderland. De oude uitroep: „Unser alter, deutscher Gott lebt noch" (Onze oude Duitsche God leeft nog) klinkt opnieuw in Duitschland. Het is dus duidelijk dat, ten spijt van Duitschland's pogingen om als Katholieke Natie te poseeren, de geest die aanleiding gaf tot den „Kulturkampf", opnieuw in actie is. De onbarmhartige woorden van den Keizer, „Ik zal dengene die mij in mijn werken weerstreeft, verpletteren!", kunnen toegepast worden op de Germaniseerders. Het zijn het Katholieke onderwijs en de Katholieke Kerk, die als een hinderpaal zich richten tegen alle Duitsche plannen van onderwerping, tegen iedere Duitsche verachting van recht en wet. En daar dit zoo is, moeten beiden omvergeworpen worden. Van de hierna volgende teekeningen kan men geen andere gevolgtrekking maken. Het Duitsche super-nationalisme blijkt de grootste tegenstander te zijn der Katholieke Kerk. I. OPSCHRIFT : Vreugde in den Hemel over onzen Goltz Pacha. ONDERSCHRIFT: „Ook ik wenscli U, Hoogvereerde G ener aal-Veldmaarschalk, geluk, dat deze . . . . Engelsche legerkorpsen bij Kut-el-Amara onschadelijk zijn gemaakt!" PETRUS: OPMERKING. Deze onbeschaamde spotprent toont duidelijk aan, dat Duitschland's eisch om als vriend der Katholieke Kerk beschouwd te worden, slechts een onbeschaamdheid is, gezien zijn nauwe aUiantie met het Turksche Keizerrijk. De Armenische o-ruwelen, waarbij duizenden Christenen en Katholieken vermoord werden door de soldaten van den ongeloovigen Enver Pacha, zijn door Duitschland onberispt gelaten — een voldoende bewijs hoe de eischen van rechtschapenheid en gerechtigheid volkomen dienstig zijn gemaakt aan de overwegingen van politiek zelf-belang. En, met het doel om nog meer in de gunst van den Turk te komen, lezen wij hier, hoe een invloedrijk Duitsch theoloog den Turkschen godsdienst op één lijn stelt met het Christendom. Dr. Gottfried Traub zeide eenigen tijd geleden in het Pruisische Huis van afgevaardigden het volgende: Wat de Evangeliseering betreft speelt Turkije voor ons geen rol . . Volgens mijn opvattingen raceten voortaan de Islam en het Christendom elkaar steunen en de een den ander iets van zijne mtellectueele schatten geven en van zijn individualiteit. Katholieken! Bedenkt dat Duitschland geallieerd is met het rijk dat de Armenische gruwelen gelastte! L 3Iï. 2 0 'Berlin, den 14. OTai lult LXIX. gobrgaits (aödetadatfc^ ®ie f)immlif(§c ^rcubc übcr uttfcrii ©ol§ ^afd)a /f petrus: r )^}Cf-0^ ^v .,2{iicf) id) grafulicvc Sn^n, Dctclnfcr 5i'n- ©cncralfcIbmarfcljflU, io% 6icfc bei J(iif-cl-?(maro unfrfjaflid) gcmad)! finb!" ,cn(5lifd)cit 5c«fd)arcn' ••' II. OPSCHRIFT: De „Bacillen-Kardinaal". ONDERSCHRIFT: „Wmtneer God in hunne gelederen de kiem eetier besmettelijke ziekte laat verspreiden, dan worden ooge7iblikkelijk de heerlijkste verwachtingen vernietigd. Hebt daarom vóór alles vertrouzven in God!' (Kardinaal Mercier's „Herderlijke Brief" — Brussel). OPMERKING. Deze spotprent is een dubbele smaad op den goeden naam van Kardinaal Mercier, dien grooten Kerkvorst, wiens aanhoudende en onbeantwoorde protesten tegen de gruwelen, door Duitschers in België bedreven, het Duitsche Gouvernement zoo zeer in verlegenheid gebracht hebben. In de eerste plaats zijn de twee zinsneden, in den Herderlijken Brief van Z. E m . waarop deze profane spotprent is gebaseerd, uit het verband gerukt, en wordt er de lezing aan gegeven, dat de Kardinaal wenschen zou dat het Duitsche leger door pest verwoest zoude worden; ten tweede wordt het voorgesteld, als zoude de Kardinaal persoonlijk bijdragen tot de vernietiging der Duitschers. Een ieder die den Herderlijken Brief in zijn geheel leest, zal er duidelijk de bedoeUng van den Kardinaal uit begrijpen; hij spreekt het Belgische volk moed in, hen zeggende dat God vroeger reeds een einde maakte aan de overheersching der tyrannen. E n wie zal ontkennen dat „tyrannen" het eenigste juiste woord is voor hen, die een vredig. Katholiek België binnenvielen, priesters vermoordden, godsdiensten ontwijdden en kerken ontheiligden.? God zal waken dat zulk een leger niet ter overwinning gaat. De gerechtigheid zal zegevieren, segt de Kardi7mal terecht, omdat God rechtvaardig is. Daarom, hebt bovenal vertrouwen in God! IL Kriegsnumtner 87. Wochenbeilage zum Bei liner Tageblatt 45. Jahrgané Nr. 13 31. Marz 1916 Kardinal'Bazillaureus. Wenn GoU m ,hnn Tieihen die Keime einer ansleckenden Krankheit s.ch verbreiitn lasst, so s.nd 2ur Sl„nde d,e herrUchslen AussiMen lermchtet Varum setH vor altem euer Vertrauen auf Gott "<"'""" " ' " " " '^ "" "'""""' """" " '"""' III. OPSCHRIFT: Von Bissing en de Belgische Kardinaal. ONDERSCHRIFT: ~ „Hier spreekt men Duitsch, ottwe jongen, goed begrepen f' OPMERKING. Dit stukje van schaamtelooze oneerbiedigheid doet ons aan een in 't oogloopende tegenhanger denken — België 1915, Polen 1886 en 1902. De geest van het Germanisme, essentieel de ziel van het Protestantisme, is hier in beide gevallen in actie. Wij zouden in herinnering kunnen brengen hetgeen Windthorst in 1886 in het Pruisische Heerenhuis zeide: Er behoeft niet aan getwijfeld te worden, dat deze kwestie (DE pooLSCHE KWESTIE) minder uit te staan heeft met de koloniseermg der Poolsche gebieden, dan wel m.et het Protestant maken hiervan. E n naderhand bekende de „Allgemeine evangelische Lutherische Zeitung" met vreugde, dat de strijd tegen de Polen in werkelijkheid een strijd tegen Rome was. Als bewijs dat de Duitsche politiek niet gewijzigd is, halen wij ten slotte woorden aan van den Heer Roeren, den veelbelovenden Duitschen Katholieken afgevaardigde, die in 1903 het volgende schreef: In het Parlement werd door alle geestelijken uit Boven-Silezië, die afgevaardigden zijn, den nadruk gelegd op het feit, dat het godsdienstonderwijs in Duitschland, waar het betreft het onderwijzen der Poolsche kinderen, tot gevolg heeft gehad een onheilspellende en bedroevende onwetendheid van godsdienstige begrippen en een verwarring heeft gebracht in de meest eenvoudige godsdienstige standvastigheid. Germaniseeren is protestant maken; dit heeft het voornaamste deel gevormd van de geheele Duitsche poUtiek. Zorgt er voor dat zulks zich niet in de geschiedenis herhaalt! III. i 5crr t5on 33i|rin3 unö '•«'^ bolgifrf)^ ^arbiiwl IV. OPSCHRIFT: Pastorale. ONDERSCHRIFT: VON BISSING (tot Kardinaal MERCIER) : „Geef mij die trompet^ 671 neem deze fluit. Die past beter bij een Goeden Herder T OPMERKING. Wat de Gouverneur-Generaal van België feitelijk tot Kardinaal Mercier spreekt is dit: Uwe beschuldigingen tegen het Duitsche leger brengen ons in verlegenheid; wij voelen ons onmachtig Uwe uitdagingen te weerleggen; de wijze waarop gij het Belgische volk tegen ons opzet, maakt mijn taak der onderdrukking te zwaar. Zwijgt! De Duitscher spreekt tot den Katholiek: Vaderlandsliefde is eene zonde — behalve in Duitschland! •^"H^; IV. 1916 Nr.14 JVyCEND *'*<ï^®&i»'4B^ V. OPSCHRIFT: Satan's bezoek aan Kardinaal Mercier. ONDERSCHRIFT: „Aangesieft de Heer God de dtnvelschc zvenscheu van Uwe Eminentie niet vervullen kan, stel ik mij, met mijne pestverspreidende troepen, ter Uwer vervoeging, in de verwachting dat wij, als hulptroepen, geheel naar den geest van Uzve Eminentie zulleft ktmnen optreden''. OPMERKING. De bemerking bij spotprent II, is ook hier van toepassing. Men vindt hier dezelfde verkeerde aanhaling, dezelfde beleedigende verdachtmaking. Als hoogstaand Katholiek en goed patriot haat de Kardinaal het Duitsche leger; hij vertrouwt dat God de misdaden niet ongestraft zal laten. E n wie durft beweren, dat deze hoop ongerechtigd is.? Nooit werd geantwoord op de volgende beschuldigingen tegen de Duitschers, door den Bisschop van Namen uitgebracht: Nimmer waren er troepen franc-tireurs in België In geen enkel geval werd ooit een zoogenaamde schuldige ontdekt en bij name genoemd Maar welk beschaafd mensch zou de volgende daden, door soldaten bedreven, in de veronderstelling dat hetgeen plaats vond, enkel en alleen de beteugeling van franc-tireurs was, durven rechtvaardigen: het toedienen van slagen en in sommige gevallen het veroorzaken van wonden, wreedheden van allerlei aard, barbaarschen bloeddorstigheden, wreede en afschuwelijke behandeling van eenvoudige gijselaars of gevangenen; het afmaken van gewonden, het fusileeren van vreedzame en ongewapende burgers, plundering door gewapende manschappen op bijna ongelooflijk uitgebreide schaal, het aanwenden van priesters, jonge lieden, grijzaards, vrouwen en kinderen ter bescherming tegen kogels en granaten van den vijand; het verantwoordelijk stellen der burgerbevolking voor oorlogsdaden, waarvoor uitsluitend Belgische of Fransche soldaten wettelijk aansprakelijk waren. Kan men nog met eerbied spreken over de lieden die deze dingen deden? V. 1916 Nr.14 ;v;cEND ^a(an6#®êruc5 6«i l^arJltnaf (nterCtêr *• Schm.dhammer (Munchen) „2>a Oec ^frrgott ben tciiflifc^cn tOunfcf) iÊro. i£miticnj mci>t cifiillcn iann, fo ftcllc id> mid) mit mtiticm Peftgefolge jiir ücrfugimg, in öcr fgcicactung, Öag (»i c 6ie <5tlf8tniopcn imcJ> öcin ^crjrtt iïro iÊmmciij finb." VI. OPSCHRIFT: Kardinaal Mercier. ONDERSCHRIFT: ,,De lieden merken "'s Duivels kwaad „Zelfs niet als hij al naast ze staat. . . ." OPMERKING: Deze weerzinwekkende teekening behoeft ^&tx^ commentaar. De verdachtmaking, als zoude ieder Herderlijk rondschrijven van den Kardinaal ingegeven zijn door den Duivel, zal door een iegelijk, den naam Katholiek waardig, verworpen worden. In Duitschland geen Anti-Clericalisme? Deze spotprent geeft het antwoord op de vraag! VI. Band XXII — Nr 552 Wlen, 27. April 1916. Preis 36 HeUer, 30 Pf, 40 Cts. DIE MUSKETE Kardinal TÏÏercicr. „Ocn Tcufd fpOtt das Vdlkdien nie, llnd roenn ei Ue bcim Kragen hdtte." I Artuï Paunien ) VIL OPSCHRIFT: Terugkomst van Kardinaal Mercier. ONDERSCHRIFT: „De Duitschers hadden mij vrijen doortocht verzekerd. Waar tk overtuigd was, dat zij htm zvoord gestand souden doen, kon tk ze ongestraft belasteren^'. OPMERKING. Indien „belasteren" beteekent de feiten vaststellen, betreffende Duitschland's gedrag gedurende den oorlog in België, — feiten welke de Duitschers nooit afdoende hebben weerlegd — dan heeft Kardinaal Mercier de Duitschers zeer zeker „belasterd". Maar zoolang zij niet bewezen hebben dat geen enkele priester of geestelijke in België wederrechtelijk door de Duitsche soldaten vermoord werd, zal de heele Katholieke wereld het getuigenis van Kardinaal Mercier als volkomen waar blijven beschouwen. Wanneer zal het Duitsche Gouvernement de kwestie voor een neutrale rechtbank brengen? VIL "Pceis 30 '?)fo Tltündjen, 14 Sfïïocj 1916 20. 3al)cgan9 gic. 50 Si/v\PLiclssi/v\us ÜKecciecö $eimÉeI)t; JDic ®eut)c4cn (»aUen Mlt f c c l u (0acU luficfajjt. tmieumbtn." D a tcb tlbccieuaf wat tiai (q.l.fn na bnn Tl]in)>l<T< Siijiill} fl* ZOocf ^oUen, Connt* ic^ (I* ttI(o gctxort VIII. OPSCHRIFT : Overdenkingen in het Vaticaan. ONDERSCHRIFT: „Het groote gevaar bestaat hierin, dat de Katholieke Kerk in Oostenrijk en Duitschland, die nog steeds internationaal is, fiog eens zóó nationaal kan worden, als zij het in Frankrijk en Italic sinds vroeger was". OPMERKING. Dit is, vanzelf sprekend, onzin. De Katholieke Kerk in Frankrijk en Italië is internationaal en zal dit ook blijven. Maar, dat zij in Oostenrijk en Daitschland nationaal zou worden, is het vurig verlangen der Pan-Germanisten. E n waarom.? — Omdat zij heel goed beseffen dat de Kerk daardoor haar macht zal verliezen, haar ware karakter zal inboeten en ten slotte dat haar bestaan geheel zal ophouden. ,,Deutschtum" en Duitsch super-nationalisme zullen zoodoende niet langer in den weg worden gestaan door hun krachtigsten tegenstander. De zegepraal van het Germanisme is onbereikbaar zoolang de Katholieke Kerk sterk staat en zich van hare macht bewust is. Breekt daarom de macht der Katholieke Kerk — dit is de krijgskreet der Germaniseerders! viir alenderioió Berausgegefaen uon der Bumorïsf. Wodiensdirift i»Di€ milSKece-i „Die grotje 6efal)r beltebJ darin, daïs die katboiiid)e Rird)e m ÖHerteicf) und Deu(td)land, die nod) immer international ilt, dod) eines Cages to national werden kann. wie fie 's in ïrankreid) und Italien leit ielier war." Onderstaand lijstje geeft een overzicht van de verliezen van onze Handelsvloot. Op de blanco lijnen kan men verdere verliezen invullen. (De talrijke visschersvaartuigen niet inbegrepen). N E D E R L A N D S C H E S C H E P E N Getorpedeerd: DOOR DUITSCHLAND DOOR E N G E L A N D S.S. Medea „ Katwijk Berkelstroom Blommersdijk Tubantia Palembang Noorderdijk Zaandijk Jacatra Bandoeng Eemland Gaasterland Menado „ Ares La Campine Amstelstrooni Driebergen „ J. B. Aug. Kessler Salland Hestia 1 •0