PVV boekt succes dankzij de ontkerkelijking

advertisement
PVV boekt succes dankzij de ontkerkelijking
De hoge score voor de PVV in de zuidelijke provincies is opvallend. Het ligt voor de hand om een verband te leggen met het katholicisme. Huub Oosterhuis stelt, bij
voorbeeld, dat de wortels van de anti-islamitische gevoelens liggen in een dogmatisch katholicisme, dat vanuit een wij-zij denken alles veroordeelt dat van het gangbare
patroon afwijkt. De katholieke kerk, zo zegt hij, is niet alleen deel van het probleem maar kan ook bijdragen aan de oplossing: de kerk moet pleiten voor geduld en begrip en
moet verdraagzaamheid oefenen (Trouw, 10 juni).
Die visie vraagt om nuancering. Ik heb onderzocht hoe in drie generaties van kerkelijke en onkerkelijke katholieken de katholieke identiteit zich heeft ontwikkeld. Dat brengt
mij tot de conclusie dat niet de kerk, maar de onkerkelijkheid de oorzaak is van het succes van de PVV. In alle drie de generaties van katholieken komt het katholiek zijn naar
voren in een gerichtheid op het goede samenleven. ’Als je maar als een goed mens leeft, dan ben je gelovig genoeg’, is de belangrijkste godsdienstige opvatting. Naast een
ethiek die de voortgang en de opbouw van de gemeenschap centraal stelt, is de hang naar beleving, ook de beleving van gemeenschappelijkheid een belangrijke pijler. Beide
pijlers zijn geworteld in het verzuilde katholicisme van voor de Tweede Wereldoorlog. Gezamenlijk zorgden ze ervoor dat het individu geneigd was om zich in het collectief in
te voegen. Het afwijkende schikte zich naar het algemeen geldende. Katholiek zijn had met een collectieve identiteit van doen die niet ter discussie stond.
Het zijn vooral de onkerkelijke katholieken voor wie katholiciteit ook vandaag de dag een collectieve kleur heeft. Met het ’wij zijn katholiek’ doelt men niet op een persoonlijk
gekozen kerkelijke betrokkenheid of op godsdienstige opvattingen. Men bedoelt er vooral mee dat men deel is van een westerse cultuur waarvan de christelijke/katholieke
godsdienst het fundament vormt. Vooral onkerkelijke katholieken uiten hun verlangen naar een gemeenschap die veilig en overzichtelijk is. Het is voornamelijk onder deze
groep dat andere culturen en religies als een bedreiging worden gezien voor de verdere ontwikkeling van deze samenleving. Die argwaan treft trouwens niet alleen de islam
maar ook de katholieke kerk. En het is vooral onder de onkerkelijke katholieken dat de westerse identiteit vast wordt gelegd, in bekend veronderstelde en niet ter discussie
staande patronen. Het conventionele katholicisme uit het midden van de vorige eeuw leeft in een nieuwe vorm voort onder de onkerkelijk geworden katholieken die niet
vertrouwd zijn geraakt met nieuwere en meer open kerkelijke inzichten.
Onder kerkelijke katholieken zie je een andere tendens: daar is meer openheid voor andere religies. Het is veelzeggend dat veel van de interculturele en interreligieuze
ontmoetingen in de laatste decennia het initiatief waren van kerkbetrokken mensen. Onder kerkelijke katholieken liggen de grenzen van de eigen gemeenschap niet zo vast.
De vreemdeling is niet een bedreiging van de bestaande orde maar een gesprekspartner die respect verdient en van wie het ’anders zijn’ om respect vraagt. De kerkelijke
katholieken hebben een soort innerlijke weerbaarheid ontwikkeld die hen in staat stelt om de gangbaar wordende afwijzing van vreemdelingen te relativeren. Dit kerkelijke
katholicisme vindt zijn wortels niet in een beleving van gemeenschappelijkheid; het is veeleer de keuze van het individu om gelovig en kerkelijk betrokken in het leven te
staan. Daarom zeggen kerkelijke katholieken ’ik ben katholiek’, terwijl de onkerkelijken juist zeggen: ’wij zijn katholiek’. Aan de taak die Oosterhuis aan de kerken geeft, wordt
voor een deel al gehoor gegeven. Door kerkelijke katholieken, bij wie de openheid voor anderen godsdienstig is geïnspireerd.
Download