niet streng protostant bestuur → weinig

Hoofdstuk 3 Een gouden eeuw
paragraaf 1 deelvraag:Waardoor kenden zoveel mensen in de republiek zoveel welvaar
producten werden goedkoop gekocht rond de oostzee waardoor er veel mensen zich konden gaan specialiseren]
oostzee
→ waren producten goedkoper,en werd gehaald door VOC & WIC
➥ deze producten werden opstapeld (stapelmarkt) voor hongersnoden
producten
→ boeren konden zich ergens anders op richten
specialiseren
→ boeren gingen bier, touw, melk maken het leven werd gemakkelijker
➥ Er heerste klimaat waar kapitelisme kon groeien
WIC & VOC
VOC → 1602 → Handelde met Azië → Verkochten als eerst van wereld aandelen.
WIC → 1621 → Kaapvaart
→ na 12 jarig bestand wer het opgericht
➥Daarnaast richten WIC zich ook op Driehoekshandel (tusse Europa-Azie-Amerika)(vooral slaven)
Meer Producten Binnenlands
Graan → werd goedkoop binnengehaald → ( Uit gebieden rond oostzee)
Eigen land meer ruimte voor waardevollere producten → boeren gingen zich specialiseren→ bier, melk, boter, touw.
Handelaren kochten Grondstoffen- en verkochten in stad. → boeren kochten van geld dingen die niet op platteland te krijgen
waren. → → → Stad en platteland gingen elkaar steeds meer aanvullen
Paragraaf 2Deelvraag: Waarvoor werd de winst van Bedrijven, handelaren en speculanten?
Het geld dat verdiend werd, werd gebruikt voor luxeren producten zoals melk en touw,
maar ook aan Mooie huizen, mooie meubels, of nieuwe kleren.
Regenten en patriciërs waren de rijkste burgers in de steden en geefde het meest geld uit.
luxeren levens
veel voedsel → minder geld besteed aan voedsel → betere kwaliteit kleding kon gekocht worden → modebeelden en
kledingvoorschriften
➥ meer stenen huizen werden gebouwd → veel geld voor inrichting huis.
Aandelen
VOC verkocht aandelen → rijke burgers kochten aandelen
➥ verging een schip → samen betalen
➥ maakte VOC winst → werd winst verdeeld
→ Geld Aandelen→ bemanning betalen
Aandelen werden succes → WIC ook in aandelen handelen
Amsterdam → Centrum van de internationale aandelenhandel
➥ 1609 → beurs van amsterdam geopend
Paragraaf 3Deelvraag: Hoe werd het Republiek bestuurd?
het werdt niet door een vorst bestuurd maar door de staten generaal deze had de meeste macht.
➥deze bestond uit vertegenwoordigers uit de zeven gewesten.
de staten generalen kregen hulp van Maurits van oranje( stadhouder)
en johan van Oldenbarnevelt(raadspensionaris)
Raadspensionaris: landadvocaat; adviseerde staten generalen en hield contacten met het buitenland
Stadhouder: Legeraanvoerder
Johan van Oldenbarnevelt & Maurits van Oranje
Van Oldenbarnevelt
→ Raadspensionaris
→ Remonstranten
→ invloed op hel of hemel
Maurits van Oranje
→ Stadshouder
→ Conraremonstranten → geen invloed op hel of hemel
Maurits van Oranje
→Beschuldigt Van Oldenbarnevelt = johan zou holland aan spanje wille overdragen
Van Oldenbarnevelt
→Beschuldigt Maurits van Oranje = Maurits zou uit zijn op zijn eigen koningschap
Paragraaf 4
Deelvraag: Waardoor was het repulbliek aantrekkelijk voor buitenlandse gasten en immigranten
1. In het repulbliek was er Gewetsvrijheid.
a. je mocht in een ander geloof geloven maar dat niet uiten dat was er aantrekkelijk voor de franse
hugenoten.
2. Het repulbliek stond Open voor nieuwe ideën
a. Veel wetenschappers trokken naar Holland → Wetenschappelijke revolutie
3. veel Begrip voor allerlei minderheden
a. ➥door handel waren er veel contacten.
De tolerante Republiek
holland → *Gewetensvrijheid → zelf kiezen welk geloof je geloofde
Frankrijk → geen godsdiensvrijheid → Lodewijk XIV vervolgde alle protosten ( → Hugenoten )
➥ 10.000 Hugenoten → trokken naar Hollandse steden
➥ Holland trok hooggeleerden naar zich toe → wetenschappelijke revolutie
De katholieken
De katholieken werden niet goed behandeld
➥ kozen kant van Fillips de Tweede
➥geen ambtelijke functies
➥veel Katholieken gingen over tot calvinisme
➥ veel priesters? → weinig katholieken over tot calvinisme
➥weinig priester? → veel katholieken over tot calvinsisme
➥ streng protestant bestuur → veel katholieken bekeerden
➥ niet streng protostant bestuur → weinig katholieken bekeerden
Paragraaf 5
deelvraag: Hoe leefden de mensen aan de onderkant van de maatschappij.:
Slecht
1. Werden niet geholpen
2. werden uit de stad gezet
3. moesten op eigen houtje overleven
4. alleen degene die geen schuld hadden werden geholpen
Gewest Holland → meeste macht→ centrum van economie en polotiek
➥ in Holland Amsterdam meeste macht
➥Sommige groepen arbeiders/nieuwkomers Hard werken voor loon,
In Holland was Bijna iedereen welkom, ze werden met open armen ontvangen
➥ ze zamelde geld in voor de hugenoten,
➥maar niet iedereen was welkom. → Armen werden zo veel mogelijk weggejaagd, omdat ze anders aalmoezen moeste geven
➥er ontstonden twee soorten groepen van armen, → degene die zelf schuld hadden, en degene die er geen schuld bij hadden
➥Kregen armenzorg
➥ voor hen werden er mensen gehuurd om ze buiten de stadsmuren te houden, deze vermomden zich, bleven zuren om
geld en . .
bleven om geld bedelen bij de burgers. Ook Kwakzalvers, Handlezer, Egyptenaren en landlopers werden eruit
gezet