DE FISCALE VALKUIL VAN DE PREMIETAKS OP VERZEKERINGSCONTRACTEN De discussie rond de fiscale kwalificatie van een verzekeringsproduct is niet nieuw. De rechtspraak is talrijk in de problematiek of het nu om een levensverzekeringscontract dan wel beleggingsovereenkomst gaat. Deze betwistingen zijn veelal ingegeven door het voordeel dat belastingplichtigen willen nastreven op het vlak van directe belastingen (vrijstelling van roerende voorheffing voor bepaalde type producten). Op het einde van de rit kunnen deze echter bedrogen uitkomen en blijkt de gewenste kwalificatie een Pyrrusoverwinning te zijn. In de schaduw van de directe belastingen werd immers met lichte trom de verzekeringstaks/premietaks in het Wetboek der Diverse Rechten en Taksen ingevoerd. Deze indirecte belasting werd in 2006 in het leven geroepen ter compensatie voor de vrijstelling van roerende voorheffing. Deze taks (voor levensverzekeringsproducten: 2% voor natuurlijke personen en 4,4% voor rechtspersonen) wordt geheven op de betaalde premie en dit op de vervaldag van de premie. Wat weinig in de fiscale lectuur aan bod komt, zijn evenwel de strenge formaliteiten die hierbij gepaard gaan, waardoor een herkwalificatie in een verzekeringsproduct alsnog een dure aangelegenheid kan worden. Weinigen beseffen namelijk dat de premietaks op het ogenblik van een in kracht van gewijsde gegane beslissing (over de kwalificatie van een product) mogelijks retroactief zal worden ingevoerd, gekoppeld aan nalatigheidsinteresten en eventuele fiscale boetes. The taxman always rings twice, nietwaar? Wie is belastingschuldige? De premietaks is verschuldigd wanneer de verzekeringnemer zijn gewone verblijfplaats (natuurlijke persoon) dan wel zijn hoofdvestiging (rechtspersoon) in België heeft (artikel 173 W.Taksen). Deze voorwaarde zal in het merendeel van de gevallen vervuld zijn, waardoor België heffingsbevoegd is (zie ook verder). Er werd voorzien in een trapsgewijze aanduiding. De verzekeringnemer is niet noodzakelijk altijd de belastingschuldige. Wanneer er een contract met een buitenlandse verzekeraar werd gesloten, zal deze in de eerste plaats als belastingschuldige worden aangemerkt wanneer deze in België over een agentschap, een bijhuis of over een (aansprakelijke) vertegenwoordiger beschikt (artikel 177, 1° W.Taksen). Indien dit niet het geval is, maar de verzekering werd gesloten met de buitenlandse verzekeraar door tussenkomst van een in België verblijvende makelaar of tussenpersoon, dan wordt deze laatste formeel de belastingschuldige en dus niet langer de buitenlandse verzekeraar (artikel 177, 2° W.Taksen). In die hoedanigheid moet de tussenpersoon een voorafgaande beroepsaangifte neerleggen bij het bevoegde registratiekantoor en staat hij verder ook in voor de periodieke aangifte en betaling van de premietaks (artikel 1791 W.Taksen). Tuerlinckx Fiscale Advocaten verdedigt de belangen van belastingplichtigen en biedt antwoorden op alle fiscale problemen en vragen. Ook waar het fiscale slechts onrechtstreeks speelt, vermogen wordt aangesproken of moet worden georganiseerd, is het kantoor actief. Haar advocaten begeleiden onder meer planningen, reorganisaties, fusies, splitsingen en overnames. Het kantoor is kundig en scherp. Het maakt het verschil met argumenten die een zaak laten kantelen. De kantoren bevinden zich in Antwerpen en Westerlo. Het is slechts in alle andere gevallen dat het Wetboek de verzekeringnemer als belastingschuldige aanduidt (artikel 177, 3° W.Taksen). In het zog daarvan voorziet artikel 1791 W.Taksen in een aangifte- en betalingsverplichting in hoofde van de verzekeringnemer. Niettegenstaande de trapsgewijze ‘aansprakelijkheid’ kan natuurlijk niet worden uitgesloten dat de belastingschuldige (niet-verzekeringnemer) uiteindelijk de premietaks zal doorrekenen aan de verzekeringnemer. Nalatigheidsinteresten en fiscale boeten Het W.Taksen beschikt over een groot arsenaal aan sancties. De fiscale administratie mag in eerste instantie een boete heffen van 12,50 EUR per week wanneer de periodieke aangifte niet tijdig is ingediend (artikel 1791 W.Taksen). Daarnaast zijn er van rechtswege nalatigheidsinteresten verschuldigd vanaf de dag waarop de betaling had moeten geschieden. De interestvoet is gekoppeld aan deze in burgerlijke zaken (2,5% op jaarbasis (2015)) (artikel 1792 W.Taksen iuncto artikel 2043 W.Taksen). Deze sancties zijn zeker van toepassing op buitenlandse verzekeraars en makelaars. Of dit ook kan worden opgelegd voor de verzekeringnemer is onduidelijk. Artikel 1792 W.Taksen lijkt namelijk verkeerdelijk te verwijzen naar artikel 1791, vierde lid W.Taksen, dat geen sancties bevat. De administratie is daarnaast gerechtigd om de aangerekende taks te verhogen met een boete tot vijf maal het ontdoken recht in geval van onnauwkeurigheden of weglatingen in de aangifte (artikel 180 W.Taksen). Rekening houdend met een verjaringstermijn van zes jaar, kunnen de kosten bijgevolg snel oplopen. Er werd weliswaar voorzien in de mogelijkheid om in bijzondere gevallen kwijtschelding van de nalatigheidsinteresten te verzoeken aan de bevoegde gewestelijk directeur (artikel 2024bis W.Taksen). Worden als bijzondere omstandigheden aanzien: de omvang van de nalatigheidsinteresten, de actuele financiële draagkracht van de belastingschuldige, e.d.m. Dit is echter steeds een feitenkwestie. Dubbele belasting mogelijk bij internationale verzekeringscontracten De premietaks is tot slot geen nationaal gegeven. Nederland kent bijvoorbeeld een gelijkaardige assurantiebelasting. Spijtig genoeg bestaat er geen eenvormig uitgewerkt internationaal kader voor de allocatie van heffingsbevoegdheden bij grensoverschrijdende verzekeringscontracten. Dubbele belastingen zijn bijgevolg niet uitgesloten. In een Europese context is er wel een uitgewerkt kader (Richtlijn 2009/138 EG). Voor Europese verzekeringscontracten zal de lidstaat van de persoon die de verbintenis afsluit hetzij de lidstaat waar het risico gelegen is in de regel heffingsbevoegd zijn. Niettemin zorgt ook de Tuerlinckx Fiscale Advocaten verdedigt de belangen van belastingplichtigen en biedt antwoorden op alle fiscale problemen en vragen. Ook waar het fiscale slechts onrechtstreeks speelt, vermogen wordt aangesproken of moet worden georganiseerd, is het kantoor actief. Haar advocaten begeleiden onder meer planningen, reorganisaties, fusies, splitsingen en overnames. Het kantoor is kundig en scherp. Het maakt het verschil met argumenten die een zaak laten kantelen. De kantoren bevinden zich in Antwerpen en Westerlo. invulling van deze begrippen in de praktijk voor discussies (bvb. in het geval van doorrekening van kosten). Het Hof van Justitie heeft zich hier al over moeten buigen (HvJ 14 juni 2001, C-191/99). Het is alleszins van groot belang dat een verzekeringnemer vooraf de risico’s en binnen- en buitenlandse fiscale verplichtingen doorneemt met zijn verzekeraar of makelaar teneinde te vermijden dat hij achteraf voor fiscale verassingen komt te staan. Tom De Clerck Advocaat Tuerlinckx Fiscale Advocaten verdedigt de belangen van belastingplichtigen en biedt antwoorden op alle fiscale problemen en vragen. Ook waar het fiscale slechts onrechtstreeks speelt, vermogen wordt aangesproken of moet worden georganiseerd, is het kantoor actief. Haar advocaten begeleiden onder meer planningen, reorganisaties, fusies, splitsingen en overnames. Het kantoor is kundig en scherp. Het maakt het verschil met argumenten die een zaak laten kantelen. De kantoren bevinden zich in Antwerpen en Westerlo.