Grote hersentumor W

advertisement
MON02 PAG 18-19
02-04-2007
15:38
Pagina 3
BREIN
RADIOLOGIE
Beeld: Aad van der Lugt
Grote hersentumor
gebied
linkervoet
rechtervoet
cellen die de spieren van de lippen,
handen of voeten aansturen.”
gebied rechterhand
tumor
gebied linkerhand
witte
stofbundel
gebied lippen
gebied lippen
witte stofbundel
witte stofbundel
gezonde hersenen
Lichaamsdeel?
Hersenen
Van wie?
Grote foto: vrouw van 28 jaar
Kleine foto: vrouw van 41 jaar
Aandoening?
Grote foto: gezonde hersenen.
Kleine foto: hersentumor (cirkel)
Wat zien we?
Geel-oranje gekleurde hersengebieden die actief zijn tijdens het
bewegen van lichaamsdelen. De
gekleurde banen zijn de ‘verbindingswegen’ in de witte stof.
Daarmee worden signalen van de
hersencellen overgebracht naar
het ruggenmerg en vervolgens
naar de spieren, zodat een voornemen in de hersenen daadwerkelijk wordt uitgevoerd
door het lichaam
W
at zegt de radioloog
ervan?
Dr. Aad van der Lugt:
“We laten patiënten tijdens de MRI-scan opdrachten uitvoeren. Bijvoorbeeld: ‘Als
ik ‘ja’ zeg, moet u dertig seconden de
vingers van uw linkerhand bewegen’.
Andere opdrachten zijn het bewegen
van de voeten en het tuiten van de
lippen. Na afloop van het scannen
kunnen we de regio’s in de hersenen
aanwijzen die actief zijn bij het uitvoeren van de opdracht. Op de grote
foto zijn deze regio’s geel-oranje
gekleurd. Deze foto toont gezonde
hersenen ‘opengeklapt’, net als een
doos met open deksel.”
“Natuurlijk weten we al langer waar
de gebieden zitten die de ledematen
laten bewegen of de spraak aansturen.
“Verbindingsbanen
in hersenen vanuit
actieve gebieden nu
ook zichtbaar”
“Als ergens een tumor groeit, kunnen
gebieden in de hersenen opzij worden
geduwd vanwege de ruimte die zo’n
tumor in beslag neemt. Soms groeit
de tumor in een belangrijk hersengebied of in een verbindingsbaan. Dan
krijgt de patiënt last van ‘uitval’: men
kan dan bijvoorbeeld de lippen niet
goed meer bewegen of heeft moeite
met voorwerpen vastpakken.”
Maar bij ieder individu liggen de locaties net iets anders. Bij mensen met
een hersentumor kunnen deze gebieden bovendien verplaatst zijn. Het is
voor een neurochirurg essentieel om
vóór en tijdens de operatie te weten
wat de exacte plaatsen van deze
belangrijke gebieden zijn ten opzichte van de tumor.”
“De kleine foto is van een vrouw met
een grote tumor, van meer dan vijf
centimeter. Bij deze patiënte zien we
dat de witte-stofbundel die de signalen van de handbeweging doorstuurt
om de tumor heen buigt. Dit betekent
dat de tumor zonder schade aan deze
bundel verwijderd kan worden.”
“Kijken we naar de geel-oranje plekken op de grote foto van links naar
rechts, dan zien we eerst de hersengebieden die actief zijn bij het bewegen
van de lippen, dan de linkerhand, de
voeten, de rechterhand, en weer de
lippen. Tegenwoordig kunnen we
met een extra MRI-scan ook de verbindingsbanen in beeld brengen. De
op de foto gekleurde verbindingsbanen noemen we witte-stofbundels. Ze
lopen vanuit de hersencellen in de
actieve plekken richting het ruggenmerg. Daar bevinden zich de zenuw-
“Onderzoekers gebruiken dit soort
hersenafbeeldingen bij hun wetenschappelijke studies. Maar ook voor
patiënten zijn ze van belang. Neurochirurgen halen er vóór en tijdens de
operatie belangrijke informatie uit. De
afbeeldingen worden in een navigatieapparaat geladen. De neurochirurg
gebruikt ze bij het navigeren door de
hersenen. Hij probeert zoveel mogelijk tumorweefsel te verwijderen en zo
weinig mogelijk gezond weefsel te
beschadigen. MRI-beelden helpen
hierbij.” ■
‘NEUROCHIRURG WIL GEEN GEZWAM IN VERSLAG’
Radiologen maken niet alleen reeksen medische afbeeldingen (soms opgebouwd
uit wel duizend plaatjes), maar leveren ook een verslag met daarin een interpretatie van de afbeeldingen. Hun uitleg moet helder, bondig, concreet zijn. Daar ontbreekt het wel eens aan.
Dr. Aad van der Lugt: “Een neurochirurg wil geen gezwam in het verslag, geen: ‘Het kan dit
zijn, het kan dat zijn’. Taalkundigen die rapportages van radiologen onderzochten, signaleerden merkwaardig archaïsch taalgebruik en veel vage formuleringen. De radioloog moet
concreet durven zeggen wat de afwijking is: bijvoorbeeld een ontsteking, een tumor of een
aangeboren afwijking. Hij moet de kunst van logisch nadenken en bondig beschrijven
beheersen.”
“Ik adviseer assistenten in opleiding tot radioloog altijd drie stappen te nemen in hun rapportage: 1) wat is afwijkend en hoe zou je dat beschrijven? 2) wat kan de afwijking allemaal zijn; de ‘differentiaal-diagnose’? 3) welke aandoening is het meest waarschijnlijk?
De radioloog moet afronden met een conclusie die ingaat op de vraagstelling van de neurochirurg. Die leest soms alleen de conclusie, niet de overwegingen.”
“Het is eigenlijk allemaal een kwestie van helder communiceren. Radiologen worden daar
tijdens hun opleiding weinig in getraind en dat moet veranderen, vind ik.”
MONITOR
apr/mei 2007
19
Download