Democratie: regering door het volk (Atheense

advertisement
Samenvatting - Geschiedenis: H2
Jaartallen:
-
1750 voor Christus: Abraham reist van Irak naar Israël
507 voor Christus: Begin democratie in Athene
331 voor Christus: Alexander de Grote verovert het Perzische Rijk
148 voor Christus: Rome verovert Macedonië
30 voor Christus: Egypte wordt Romeinse provincie
112 na Christus: Muur van Hadrianus
394 na Christus: christendom wordt Romeinse staatsgodsdienst
395 na Christus: Splitsing van Romeinse Rijk
Kenmerkende aspecten van dit tijdvak:
-
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
Klassieke vormen in beeldende kunst en architectuur
De groei van het Romeinse Rijk waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich
in Europa verspreidde
Het contact tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germanen van
Noordwest-Europa
De ontwikkeling van de eerste monotheïstische godsdiensten: het
Jodendom en het christendom.
§2.1: Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat
Staatsman Perikles zei in een van zijn beroemde redevoeringen dat hun politiek
stelsel geen kopie is van de buren. En dat klopt; het politieke stelsel van Athene,
de democratie, is nieuw en origineel.
Hellas, zoals de Grieken hun leefwereld noemden, was niet 1 centraal geregeerd
rijk, maar een lappendeken van stadstaten (poleis) met een landbouwstedelijke
(agrarisch-urbane) samenleving.
Volgens Aristoteles waren er in de 4e eeuw voor Christus 150 van zulke staten,
die meestal bestonden uit een stad en het omliggende land. Veel stadstaten
hadden hoogstens een paar duizend inwoners, maar in Athene woonden in de 5e
eeuw voor Christus al meer dan 250.000 mensen. Alle stadstaten hadden een
eigen leger, munten en een onafhankelijk bestuur. Er waren verschillende
regeringsvormen:
Monarchie: alleenheerschappij, met een koning of keizer
Tirannie: regering door een tiran, iemand die zich op onwettige wijze van de
regering meester had gemaakt.
Aristocratie: regering door de besten (regering door rijke en aanzienlijke
families)
Oligarchie: regering door weinigen, die behoren tot de bevoorrechte klassen
Democratie: regering door het volk (Atheense democratie 507 voor Christus)
Vaak wisselden regeringsvormen elkaar af. Athene was bijvoorbeeld eerst een
monarchie, daarna een aristocratie, vervolgens een tirannie, tot Kleistenes de
macht greep. Hij voerde 507 v.C. de democratie in. Alle vrije Atheense mannen
kregen stemrecht. Vrouwen, kinderen en slaven (de meerderheid) waren van het
burgerschap uitgesloten. De ekklesia (volksvergadering) besliste over wetten,
koos de militaire commandant en andere hoge personen en controleerde
ambtenaren en bestuurders. Om een geldig besluit te nemen moesten minstens
6000 mannen in de volksvergadering aanwezig zijn.
De Atheense democratie hield bijna 200 jaar stand. Maar de Grieken vonden de
democratie niet het beste systeem, en gingen erover discussiëren. De grote
filosofen hadden weinig waardering voor de democratie. Ze waren het er niet
mee eens, omdat ze vonden dat de mensen makkelijk te beïnvloeden waren door
emoties.
Ondanks de kritiek op het democratisch systeem werd Athene in de 5e eeuw
voor Christus het culturele centrum van hellas. Sophokles en Euripides schreven
er hun tragedies. De geschiedschrijver Herodotus vestigde zich er, Plato stichtte
er de Academie en gaf les in wiskunde, natuurwetenschappen en filosofie,
Aristoteles deed hetzelfde in het Lyceum.
Toch ontstond de filosofie buiten Athene. In de 6e eeuw voor Christus gingen
mensen in Ionïe voor het eerst op een wetenschappelijke manier nadenken over
de natuur.
Archimedes en Pythagoras ontwierpen natuurkundige wetten en wiskundige
stellingen die nog steeds gelden. Hippokrates legde de basis voor de medische
wetenschap.
§2.2: Het Romeinse Imperium
Dat de aanval de beste verdediging is, was een basisgedachte van de Romeinen.
Door volkeren te onderwerpen, probeerden ze agressie te voorkomen. Het was
een van de hoofdoorzaken van de enorme expansie van het Romeinse rijk: een
expansie die de Grieks-Romeinse cultuur over Europa verspreidde.
Rome werd gesticht in 754 voor Christus. Vanuit hun stadstaat veroverden de
Romeinen in de 4e en 3e eeuw voor Christus Italië. Na 264 voor Christus begon
de uitbreiding buiten Italië. In westelijke richting veroverden ze Spanje en
Portugal. In het zuiden overwonnen ze de hardnekkigste van alle vijanden:
Carthago (Noord-Afrika). Deze stad was in 814 voor Christus gesticht. Het werd
een machtige en rijke stadsstaat. Vanaf de 5e eeuw domineerde Carthago het
westelijke Middellandse Zeegebied. Daar stuitte het op de Romeinen. De
Romeinen vochten met Carthago 3 oorlogen uit. In de tweede trok de leider van
Carthago, Hannibal, met olifanten over de Alpen en Rome ontkwam maar net
aan een verwoesting. Na een eeuw werd Carthago uiteindelijk verslagen. In 146
voor Christus werd Carthago met de grond gelijk gemaakt. De bevolking werd
weggevoerd in slavernij, de grond werd omgeploegd en volgestopt met zout
zodat er niks meer zou groeien. Zoals de Romeinse historicus Tacitus zei: ''De
Romeinen creëerden een woestijn en noemde het vrede''.
In diezelfde tijd veroverden de Romeinen Griekenland en Macedonië. Dat kreeg
op de Romeinse cultuur een enorme invloed. De Romeinen combineerden hun
cultuur met die van de Grieken. Na de eerste verovering ging het hard en
veroverden de Romeinen snel meer gebied. In 43 na Christus werd GrootBrittannië ook veroverd. Daarna begonnen de Romeinen met het alleen
verdedigen van hun 1000 kilometers lange grens. In Europa vormden de Rijn en
Donau de natuurlijke grens, in het noorden van Brittannië liet keizer Hadrianus
een muur bouwen tegen de Keltische ''barbaren''. Eerst was Rome een publiek,
waar de aristocratische senaat de dienst uitmaakte, maar ook gekozen
volksvertegenwoordigers invloed hadden. Op het laatst trokken echter
krijgsheren steeds meer macht naar zich toe, Julius Caesar was de succesvolst,
die in de 58-52 voor Christus Gallië veroverde. Caesar verwierf in 48 voor
Christus de alleenheerschappij. Na zijn dood, vier jaar later, werd er gevochten
om zijn macht en die werd gewonnen door Octavianus. Hij stichtte in 27 voor
Christus het Romeinse keizerrijk, het Imperium Romanum. De senaat gaf hem
het imperium marior (opperbevel) en de titel Augustus (verhevene). Zelf voegde
hij voegde Caesar (keizer) toe aan zijn naam. Met Augustus begon een lange
periode van welvaart en vrede binnen de grenzen van het Romeinse Rijk: de Pax
Romana.
De Romeinen blonken uit en organiseerden alles goed. Het hele rijk werd
geregeerd vanuit Rome. De staat slaagde er in de bevolking te voeden met graan
uit Afrika en Sicilië en regelde met een goed stelsel van aquaducten en
rioleringen de watervoorziening en afvalafvoer. In de rest van het rijk regeerden
gouverneurs. De gouverneurs hieven de belastingen waarmee het reusachtige
Romeinse leger werd betaald en een indrukwekkende infrastructuur tot stand
werd gebracht.
De Romeinen mengden hun cultuur met die van de Grieken, want ze waren diep
onder de indruk. Ze bouwden de tempels na, vertaalden de komedies. Ook
namen ze de Griekse goden over en gaven hun Latijnse namen.
De Griekse Romeinse cultuur verspreidde zich door het hele rijk. Waar de
Romeinen ook maar kwamen bouwden ze aquaducten, bruggen en triomfbogen.
Op kruispunten van wegen stichtten ze steden met een marktplein (forum),
tempels en straten.
In en rondom de steden kwam een landbouwstedelijke samenleving met een
geldeconomie. Langs de noordgrens bouwden Romeinen castra (legerkampen).
De Romeinen waren tolerant tegenover andere culturen. Veroverde volken
mochten hun cultuur en godsdienst behouden, maar werden wél door de
Romeinen beïnvloed. Vooral het Romeinse leger zorgde voor de romanisering.
Mannen uit het hele rijk namen dienst in het Romeinse leger. Trouwe dienaren
van de Romeinen kregen het Romeinse burgerrecht en veteranen die na 20 of 25
jaar uit het leger terugkeerden naar huis, namen de taal en Romeinse gebruiken
mee. Uit de soldatentalen ontstonden de Romaanse talen. Het Latijnse schrift is
in de hele westerse wereld standaard en veel woorden hebben een Griekse of
Latijnse herkomst. De Romeinse kalender is nog steeds in gebruik en het
Romeins recht ligt nog altijd in de basis van het Europese rechtstelsel.
§2.3: De Grieks–Romeinse cultuur
De Griekse architectuur en beeldhouwkunst waren eerst sterk beïnvloed door de
Egyptische kunst. De vroege beelden waren stijf en plat maar later gingen de
Griekse beeldhouwers zelf nieuwe dingen uitproberen. De beeldhouwers gingen
nauwkeurig de menselijke anatomie bestuderen en pasten de kennis toe in hun
werk. Toch moesten de beelden van menselijke figuren geen gewone
stervelingen voorstellen, het waren afbeeldingen van goden en daarom werden
ze mooier en perfecter dan mensen gemaakt. Hoogtepunt vormen de beelden die
in de tweede helft van de 5e eeuw voor Christus werden gemaakt: de klassieke
periode. Vanaf de 7e eeuw voor Christus werden de tempels gebouwd in de
Dorische stijl. Later kwam de Ionische stijl en die zuilen hadden aan de onder en
bovenkant een mooie versiering.
De Romeinse kooplieden konden in de eerste eeuw voor Christus de vraag naar
Griekse beelden nauwelijks aan! In Rome werden ateliers ingericht met goede
kopieën van Griekse beelden. Dankzij deze kopieën weten we hoe de
oorspronkelijke beelden ongeveer uit moeten hebben gezien. Na een periode van
klakkeloos kopiëren, ontwikkelden de Romeinse beeldhouwers een eigen stijl. De
Griekse beeldhouwers hadden een ideaal nagestreefd, de Romeinen gingen juist
heel realistisch portretten uit steen houwen. Hierdoor weten we goed hoe keizers
als Augustus en Nero moeten hebben uitgezien.
De Romeinen leverden ook knappe bouwkundige presentaties: Pantheon in Rome
is daar een voorbeeld van. Maar ook op dit gebied zijn Griekse invloeden
merkbaar. Zo heeft het Colosseum in Rome, dat toch typisch Romeins is, een
Griekse buitenkant met Ionische en Dorische zuilen. Wat de Romeinen deden,
zullen wij ook blijven doen: de Griekse vormentaal voor gebouwen blijven
gebruiken.
§2.4: Romeinen en Germanen
Ze hebben ''woeste blauwe ogen, roodblond haar en een groot postuur'' schreef
Tacitus over de Germanen. De Romeinen vonden Germanen barbaars, maar
hadden aan de andere kant ook bewondering voor hen.
De Germaanse stammen in het noorden van Europa kregen voor het eerst te
maken met de Romeinen halverwege de eerste eeuw voor Christus. Caesar
begon in 58 voor Christus een bloedige oorlog in Gallië. 7 jaar later maakten de
provincie Gallia en een deel van Germania uit van het Romeinse Rijk. Gallia
omvatte Frankrijk en België en delen van Nederland, Duitsland en Zwitserland.
Het werd bevolkt door de Keltische stammen, die door de Romeinen Galliërs
werden genoemd. In 12 voor Christus trokken Romeinse troepen Nederland
binnen. Keizer Augustus wilde het rijk uitbreiden tot aan de Elbe. Maar in 9 na
Christus werd een Romeinse legermacht van bijna 20000 man verslagen door
een verbond van Germaanse stammen. De Romeinen trokken zich terug achter
de Rijn en dat bleef 400 jaar de grens. In het grensgebied van wat nu Nederland
is, woonden Bataven. Zij werden trouwe bondgenoten van de Romeinen. Dat de
Romeinse grens dwars door Nederland liep heeft sporen achtergelaten. Daar
ontstonden nederzettingen die uitgroeiden tot dorpen en steden.
De Germanen leefden in stamverband in een landbouwsamenleving. In het
grensgebied dreven ze de handel met de Romeinen aan wie ze onder meer
huiden leverden. De Romeinen noemden hen barbaren, zoals ze alle volken
noemden waarvan ze de taal niet verstonden of de cultuur niet begrepen. De
Germanen kenden volgens Romeinse schrijvers geen luxe en leken daaraan ook
geen behoefte te hebben.
Dat neemt niet weg dat de Romeinen ontzag hadden voor de
onverschrokkenheid van de Germaanse krijgers. Zo stonden de Bataven bekend
als uitstekende ruiters. Veel Germanen dienden in het Romeinse leger en ging
dat geleidelijk domineren. De Germanen stichtten op een gegeven moment eigen
rijken. De Germanen bewonderden de Romeinen en waren er niet op uit hun
cultuur te vernietigen, maar die over te nemen.
§2.5: Jodendom en Christendom
Iedereen in het Romeinse rijk vereerde de keizer als God. Op een volk na: de
Joden. Zij geloofden in Jahweh
De ontwikkeling van hun monotheïstische geloof staat beschreven in de Tenach.
Abraham was volgens hun de eerste die in één god geloofde. God beloofde
Abraham dat hij het land Kanaän zou krijgen. De volgelingen van Abraham
trokken naar Egypte. Ze werkte daar voor de farao. Onder leiding van de profeet
Mozes trokken ze in de 13e eeuw voor Christus terug naar Kanaän. Rond 1000
voor Christus gingen de joodse stammen zich verenigen in Israël onder leiding
van de koningen Saul, David en Salomo. In 926 voor Christus viel het uiteen.
Een deel ging Juda heten, de bewoners Judeërs, daarvan is het woord joden
afgeleid.
Door de Romeinse overheersing in 63 voor Christus raakte ze verstrooid over het
Romeinse Rijk, maar ooit zou de Messias komen. De Messias is een heilsprofeet
die de Joden zou verlossen.
Volgens de Bijbel was er tussen 26 en 30 na Christus een man, die volgens zijn
volgelingen de Messias was. Hij heette Jezus van Nazareth. In 30 na Christus
arresteerden de Romeinen hem, omdat ze een opstand vreesden. De Romeinse
bestuurder van Judea veroordeelde hem tot de dood door kruisiging. Hij werd
begraven in een grot, maar zou 3 dagen later zijn opgestaan. Deze
‘wederopstanding’ neemt een centrale plaats in binnen het christendom.
De volgelingen van Jezus noemde hem Christus, de gezalfde. De christenen
waren een stroom binnen het Jodendom. De prediker Paulus zou voor het
verspreid zorgen van het christendom. Op allerlei plaatsen ontstonden
christelijke gemeenschappen.
De verhalen over Jezus werden eerst mondeling doorvertelt, later opgeschreven
in evangeliën. De evangeliën werden later het Nieuwe Testament werd, het
tweede deel van de Bijbel.
Christenen werden in het Romeinse rijk vervolgd, omdat ze de keizer niet
vereerde. Maar het Christendom bleef groeien. In 312 na Christus gaf keizer
Constatijn de Christenen godsdienstvrijheid, later werd het zelfs de
staatsgodsdienst. Er was één God met 3 verschijningsvormen: Vader, Zoon en
Heilige geest. Opvattingen die het mens zijn van Christus benadrukten, of hem
juist alleen als God zagen, werden veroordeeld als Ketters.
Download