WORD, 297 KB - Gemeente Leiden

advertisement
B&W.nr.: 060395, d.d. 21-03-2006
B&W-Aanbiedingsformulier
Subsidieaanvragen BOS-regeling
Onderwerp
BESLUITEN
Behoudens advies van de commi ssie VOC S
1.
Subsidieaanvragen in te dienen bij het ministerie van VWS in het kader van de regeling Buurt, Onderwijs &
Sport, inhoudende een rijksbijdrage van maximaal 50% in de projectkosten voor de volgende BOSprojecten:
a)
Leiden Zuidwest: terugdringen van gezondheidsachterstanden, totale projectkosten
€
388.365, aangevraagde subsidie € 190.210
b) Stevenshof: terugdringen van overlast door jongeren, totale projectkosten € 282.660, aangevraagde
subsidie €141.330
c)
Slaagwijk: terugdringen van overlast door jongeren, totale projectkosten € 225.535, aangevraagd
subsidie € 112.767
d) Leiden Noord: terugdringen van achterstand op het gebied van sport en bewegen, totale projectkosten €
229.960, aangevraagde subsidie € 114.980
2.
Bij honorering van een of meer subsidieaanvragen de 50% cofinanciering van de verschillende BOSprojecten als volgt te dekken:
a)
b)
c)
Leiden Zuidwest:
-
ambtelijke inzet: € 21.750
-
WOP Zuidwest, eenmalige bijdrage activiteitencoordinator: € 79.925
-
GSB naschoolse activiteiten: € 33.957
-
sportstimulering: € 9.448
-
resterend bedrag wordt gedekt uit een bijdrage van de provincie Zuid-Holland: € 53.075
Stevenshof:
-
ambtelijke inzet: € 25.250
-
GSB naschoolse activiteiten: € 116.080
Slaagwijk
ambtelijke inzet: € 25.250
- GSB naschoolse activiteiten: € 29.050
-
d)
sportstimulering: € 58.468
Leiden Noord
-
ambtelijke inzet: € 21.750
-
sportstimulering: € 25.730
-
openbare gezondheidszorg: € 22.500
-
WOP Noord: € 45.000
- Samenvatting (verschijnt in persbriefing)
Op basis van de subsidieregeling Buurt, Onderwijs & Sport van het ministerie van VWS, heeft de gemeente
Leiden besloten om een viertal aanvragen in te dienen voor de wijken Leiden Noord, Leiden Zuidwest,
Slaagwijk en Stevenshof
BOS-aanvraag Slaagwijk
Algemene karakteristiek
De Slaagwijk ligt aan de noordzijde van Leiden en maakt deel uit van het Merenwijkdistrict. De wijk kan
wellicht het best getypeerd worden als “de Leidse Bijlmer”. In de Slaagwijk staan vrijwel alleen maar
huurwoningen (93%), Van de woningen bestaat 80% uit hoogbouw, waarmee de wijk het dichtstbevolkt is van
alle Leidse wijken. Bijna 1/3 van de inwoners is jonger dan 20 jaar. Het aandeel niet-westerse allochtonen is het
hoogst van alle Leidse wijken: 38%. Binnen deze groep zijn de Marokkanen het meest vertegenwoordigd. Het
aantal één-ouder gezinnen is bijna twee maal zo hoog als in de andere Leidse wijken.
In de Slaagwijk is het percentage werkenden het laagst van alle Leidse wijken, het aandeel bijstandsgerechtigden
is met 11,9% twee maal zo hoog als het Leids gemiddelde van 5,7%.
De bewoners van de Slaagwijk zijn het minst tevreden van alle Leidse wijken over hun woonomgeving, hoewel
de afgelopen jaren al veel is gedaan om de leefbaarheid te verbeteren, onder andere via het project Onze Buurt
Aan Zet.
Hoewel de Slaagwijk momenteel wellicht de meest problematische wijk van Leiden is, is het lastig om dit
statistisch te onderbouwen. Veel van de statistieken in Leiden worden op districtsniveau verzameld. Omdat de
wijk deel uit maakt van het Merenwijkdistrict (voornamelijk bestaande uit koopwoningen uit het duurdere
segment) vallen de problemen in de Slaagwijk weg in de gemiddelden van het district. Om inzicht te krijgen in
de grootste problemen is een wijkanalyse gemaakt door een groep van professionals die in de wijk werkzaam is.
De professionals bestonden uit vertegenwoordigers van het welzijnswerk, de basisschool, buurtmaatschappelijke
werk, Gezinscentrum, woningcorporaties, wijkpolitie, allochtone zelforganisaties en de bewonerscommissie.
Aanleiding van de wijkanalyse was overigens een ‘schreeuw om hulp’ van de professionals (richting gemeente),
die aangaven dat de problemen in de wijk dusdanig uit de klauw liepen dat ze onbeheersbaar dreigden te worden.
Analyse achterstandsituatie
Uit de wijkanalyse blijkt eensgezind dat de problemen met (allochtone) hangjongeren zonder meer bovenaan
staan. Gesignaleerd wordt dat de jongeren moeilijk aanspreekbaar zijn en door opvoedingsproblematiek thuis
niet het goede voorbeeld krijgen. De overlast vindt met name plaats in de maanden april – september (vervuiling,
vernieling, geluid). Daarnaast speelt een rol dat een groot aantal van de jongeren afkomstig is uit gezinnen met
lage inkomens, weinig te besteden hebben en daardoor grotendeels op straat hangen.
Hoewel over de Slaagwijk weinig statistische informatie voorhanden is, zijn in de Leefbaarheidsmonitor 2004
vanwege de specifieke problematiek in de wijk enkele gegevens apart gemeten voor de Slaagwijk, waaronder de
ervaren overlast door groepen jongeren. Uit de gegevens komt naar voren dat in de Slaagwijk overlast door
jongeren en vernielingen significant vaker voorkomt dan gemiddeld in Leiden.
Bos- en
Gasthuisdistrict
Morsdistrict
Boerhavedistrict
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
Slaagwijk
46
41
13
Roodenburgerdistrict
52
33
15
Leiden Noord
BinnenstadNoord
59
30
11
Stationsdistrict
Binnenstad-Zuid
Overlast van groepen jongeren
- komt (bijna) nooit voor
- komt soms voor
- komt vaak voor
TOTAAL
Leefbaarheidsmonitor 2004: Overlast van jongeren
62
28
10
61
27
12
71
22
7
64
25
11
61
31
7
68
27
5
60
31
9
47
37
16
51
33
15
Bos- en
Gasthuisdistrict
Morsdistrict
Boerhavedistrict
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
Slaagwijk
55
33
12
Roodenburgerdistrict
61
30
9
Leiden Noord
BinnenstadNoord
54
30
16
Stationsdistrict
Binnenstad-Zuid
Vernielingen van telefooncellen
bus- of tramhokjes
- komt (bijna) nooit voor
- komt soms voor
- komt vaak voor
TOTAAL
Leefbaarheidsmonitor 2004: Verloedering van de woonomgeving
66
26
8
39
29
32
70
23
7
61
27
12
55
31
15
46
39
15
42
36
22
42
34
24
32
40
28
Daarnaast spelen in de wijk veel welzijnsproblemen, veroorzaakt door de culturele diversiteit in de wijk. Deels
worden deze veroorzaakt door het grote aantal verschillende nationaliteiten, maar ook binnen de Marokkaanse
gemeenschap bestaan forse tegenstellingen tussen enerzijds een conservatieve groep en anderzijds een actieve
progressieve groepering, die vrij gescheiden van elkaar leven. Door de culturele verschillen blijft veel van de
problematiek verborgen achter de voordeur. Ook hier biedt de Leefbaarheidsmonitor een indicatie van de
problematiek.
Bos- en
Gasthuisdistrict
Morsdistrict
Boerhavedistrict
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
Slaagwijk
64
43
3
Roodenburgerdistrict
65
29
6
Leiden Noord
BinnenstadNoord
77
22
4
Stationsdistrict
Binnenstad-Zuid
Overlast door omwonenden
- komt (bijna) nooit voor
- komt soms voor
- komt vaak voor
TOTAAL
Leefbaarheidsmonitor 2004: Overlast door omwonenden
78
18
5
76
20
4
83
15
2
73
23
4
73
25
2
78
20
2
78
16
5
78
19
2
60
28
12
Omgevingsfactoren
In de Slaagwijk loopt reeds het project Sleuteldorp, activiteiten waarbij kinderen speelattributen kunnen
‘verdienen’ met goed gedrag. Voor de naschoolse activiteiten op de Merenwijkschool zal met dit project worden
samengewerkt.
In de Slaagwijk heeft met succes het project Power+ gedraaid. In dit traject worden sociale vaardigheden van
probleemjongeren gestimuleerd en worden de betreffende jongeren ertoe aangezet om zich in te zetten voor hun
leeftijdsgenoten. Ingezet zal worden om de jongeren uit het project te betrekken bij het organiseren van de
sportactiviteiten in de wijk, waarbij ze een voorbeeldfunctie vervullen voor de andere jongeren.
Door de overlast door hanggedrag van jongeren is er momenteel bij de bewoners en partners weinig draagvlak
voor het realiseren van extra fysieke sportvoorzieningen in de wijk. Het beter structureren van het gedrag van
jongeren in de openbare ruimte door het aanbieden van activiteiten kan hierin wellicht verbetering brengen.
Probleemaanpak
Met de eerder gememoreerde groep professionals zijn een drietal bijeenkomsten belegd, waarin gezamenlijk is
bekeken op welke wijze de problemen in de wijk het beste konden worden opgepakt.
In de Slaagwijk is gekozen voor een arrangement dat er op gericht is om de welzijnssituatie in de wijk te
verbeteren. Daarbij zijn de voornaamste doelen: 1) het versterken van de binding tussen kinderen en ouders en
het werken aan hun sociale competenties. Daarbij kan je denken aan zaken als: verantwoordelijkheid dragen in
groepswerk, naar elkaar luisteren, samenwerken, elkaar helpen, houden aan regels en afspraken, voorkomen en
oplossen van conflicten, weerbaarheid, positief zelfbeeld etc.; 2) het verminderen van de overlast door jongeren
door het aanbieden van activiteiten en het inzetten op het verminderen van de culturele tegenstellingen tussen de
jongeren. Het arrangement zal zich derhalve richten op zowel de kinderen uit de basisschool leeftijd 4-12 jaar als
op de jongeren 12-19 jaar.
Voor de kinderen in de leeftijd 4-12 jaar zullen de volgende activiteiten worden georganiseerd:
 in het kader van naschoolse activiteiten 5 sportactiviteiten per jaar, waarbij wordt samengewerkt met de
naschoolse activiteiten bij de Brede School in de naburige wijk Leiden Noord.
 activiteiten die zoveel mogelijk geschikt zijn voor ouders en kind samen zoals: moeder- en kindzwemmen,
vader en kindvoetbal, ouder- en kindmidgetgolf
 onder de aandacht brengen van- en toeleiden naar Leidse sportevenementen als: zwemvierdaagse,
avondwandelvierdaagse, Singelloop, familiefietstochten, wederom met de doelstelling om ook de ouders te
laten participeren.
Het aanbod aan naschoolse activiteiten zal starten vanaf augustus 2006 en zal doorlopen tot ultimo 2009
Voor de jongeren vanaf 12 jaar zal voetbal een belangrijke plek hebben in het activiteitenaanbod. Gedacht wordt
aan het organiseren van een zaalvoetbalcompetitie, waarbij de teams verplicht moeten worden samengesteld uit
verschillende nationaliteiten, bijvoorbeeld per flatgebouw. Doel hiervan is om de verschillende culturen met
elkaar in contact te brengen en daarmee de culturele problematiek aan te pakken. Er wordt een puntenstelsel
gehanteerd, waarbij de teams niet alleen punten per gewonnen wedstrijd kunnen verdienen, maar ook punten
kunnen verdienen door activiteiten ten behoeve van de wijk te verrichten, zoals bijv. het opknappen van
speeltoestellen en dergelijke. Daarnaast zullen in de maanden april – september op wisselende locaties
sportactiviteiten worden aangeboden, zoals op het plein aan het Valkenpad en de Sportkooi in de wijk. De
activiteiten voor de jongeren vanaf 12 jaar zal starten in januari 2007 en zal doorlopen tot ultimo 2009.
Voor een goede aansturing van het arrangement zal een activiteitencoördinator worden aangesteld bij de
welzijnsorganisatie die in de wijk werkzaam is. Deze zal de volgende taken krijgen:
- opstellen van een activiteitenprogramma
- coördinatie van de activiteiten op de verschillende locaties
- stimuleren van samenwerking tussen de verschillende deelnemende partijen
- verantwoordelijk voor het promoten van de activiteiten onder jongeren in de wijk
- registeren van o.a. aantal en soort activiteiten en deelnemersaantallen
- rapporteren aan een begeleidende ambtelijke stuurgroep.
Op uitvoerend niveau zal een werkgroep worden ingesteld onder leiding van de activiteitencoördinator waarin de
deelnemende partners elkaar ontmoeten, gezamenlijk de activiteiten voorbereiden en de voortgang bespreken.
Voor de naschoolse activiteiten op de Merenwijkschool zal worden samengewerkt met de kinderwerker die de
activiteiten voor de Brede School Leiden Noord organiseert, of zullen de naschoolse activiteiten op de
Merenwijkschool bij de kinderwerker van Leiden Noord worden ondergebracht.
Jongerenparticipatie
De jongeren zelf zullen op twee manieren een rol hebben in het welslagen van het project.
Allereerst zal de activiteitencoördinator de jongeren regelmatig raadplegen om te zorgen dat de aangeboden
sportactiviteiten aansluiten bij datgene waar de jongeren behoefte aan hebben.
Daarnaast wordt van de oudere jeugd verwacht dat ze zelf ook een bijdrage zullen leveren aan de organisatie van
de activiteiten. Hierbij kan worden aangesloten bij de resultaten van het POWER+ project in de wijk, een project
waarbij jongeren getraind worden om controle te krijgen over zichzelf en hun omgeving.
Met het ROC Leiden is contact gelegd om leerlingen van de Leidse opleiding Sport en Bewegen en
Sportstimulering stageplaatsen te bieden bij de BOS-projecten in de verschillende wijken.
Deelnemende partners:
- de welzijnsorganisatie in de wijk (LWO, kinderwerk, jongerenwerk, opbouwwerk)
- basisschool De Merenwijk
- voetbalvereniging Roodenburg
- ROC
- woningcorporaties Portaal en De Sleutels van Zijl en Vliet
- wijkpolitie
- buurtmaatschappelijk werk
-
Gezinscentrum
Speeltuinvereniging De Merendroom
Evaluatie
Op activiteitenniveau zullen de volgende gegevens worden bijgehouden:
1. het aantal kinderen dat heeft deelgenomen aan de activiteiten. Momenteel worden nog geen naschoolse
activiteiten georganiseerd. Als ambitieniveau wordt ingezet op deelname van 70% van alle leerlingen van
basisschool De Merenwijk in 2009
2. het aantal jongeren dat heeft geparticipeerd in de organisatie van activiteiten. Als ambitieniveau wordt
ingezet op 20 jongeren die helpen bij de organisatie.
3. het aantal ouders dat participeert in de activiteiten. Op dit moment worden de (allochtone) ouders nauwelijks
bereikt door o.a. de Merenwijkschool. Er wordt naar gestreefd om jaarlijks 20 ouders te laten deelnemen aan
ouder – kindactiviteiten.
4. het aantal en soort deelnemende partners
De prestatiegegevens zullen worden bijgehouden door de activiteitencoördinator en 4 maal per jaar mondeling
en 1 maal per jaar schriftelijk worden gerapporteerd aan de begeleidende stuurgroep.
Op achterstandenniveau zullen de volgende gegevens worden verzameld:
1. het aantal mensen dat vaak last heeft van groepen jongeren. Nulmeting in 2004 was 15%. Het ambitieniveau
is om dit percentage in 2009 terug te brengen naar 12% (Leefbaarheidsmonitor).
2. het aantal vernielingen van telefooncellen en bus-en tramhokjes. Nulmeting in 2004 was dat 28% van de
bewoners vond dat het vaak voorkwam. Als ambitieniveau wordt ingezet om dit percentage terug te brengen
naar 23% in 2009 (Leefbaarheidsmonitor).
Om het BOS-project in de Slaagwijk op procesniveau goed te kunnen monitoren zal een ambtelijke stuurgroep
worden ingesteld. Deze zal onder voorzitterschap van de programmacoördinator Sport, Cultuur & Recreatie
verder bestaan uit de beleidsadviseurs voor jeugdbeleid, sportbeleid, welzijnsbeleid en gezondheidsbeleid en de
medewerker sportstimulering van het Sportbedrijf Leiden. Deze stuurgroep zal de voortgang van elk BOSproject 3-maandelijks met de activiteitencoördinator bespreken en eventueel het project bijsturen door bijv. het
activiteitenaanbod aan te passen. Tevens zal jaarlijks bij de deelnemende partners worden getoetst in hoeverre ze
tevreden zijn over de samenwerking binnen de BOS-regeling. Daarnaast zullen in de stuurgroep de ervaringen
uit de verschillende wijken worden uitgewisseld, zodat geleerd kan worden van de verschillende ervaringen in de
verschillende wijken.
De programmacoördinator Sport, Cultuur & Recreatie zal fungeren als het ambtelijk aanspreekpunt van de
activiteitencoördinator en is verantwoordelijk voor de verantwoording van het BOS-project aan het ministerie
van VWS.
Begroting
Kosten
Activiteiten (coördinatie)
Personeel (ambtelijke
begeleiding)
2006
11.500
3.500
2007
42.020
7.000
2008
42.795
7.250
2009
43.470
7.500
TOTAAL
139.785
25.250
Organisatie
- vakdocenten
- huur gymzalen
Accommodatie
Materiaal
Overige
Totaal
Baten
Gemeente Leiden
- personele inzet
- sportnota: actiepunt 1.9
- GSB: naschoolse activit.
- sportstimulering
VWS
Totaal
*
2.500
3.000
-----5.500
1.000
2.000
23.500
5.000
6.000
-----11.000
2.000
5.000
67.020
5.000
6.000
-----11.000
1.000
5.000
67.045
5.000
6.000
-----11.000
1.000
5.000
67.970
17.500
21.000
-----38.500
5.000
17.000
225.535
3.500
4.700
3.550
7.000
18.010
8.500
7.250
17.773
8.500
-----11.750
11.750
23.500
----33.510
33.510
67.020
----33.523
33.522
67.045
7.500
8.500
17.985
-----33.985
33.985
67.970
25.250
40.483
29.050
17.985
-----112.768
112.767
225.535
BOS-aanvraag Leiden Noord
Algemene karakteristiek
De wijk kenmerkt zich door woningen die gebouwd zijn in de periodes 1910/’20 en 1950/’60. Er zijn weinig
koopwoningen en de waarde van de woningen is het laagst van heel Leiden. Inwoners van Leiden Noord vinden
vaker dan gemiddeld dat de buurt verloederd is. Naast klachten over rommel op straat en hondenpoep hebben de
bewoners meer dan gemiddeld last van groepen jongeren. De bewoners zijn minder tevreden over hun
woonomgeving dan de gemiddelde Leidenaar. Leiden Noord maakt onderdeel uit van de lijst van 56
probleemwijken van het ministerie van VROM.
In Leiden Noord is het aantal niet-westerse allochtone jongeren twee keer zo hoog als in de rest van Leiden en is
daarmee de wijk met de meeste allochtone jongeren. Ongeveer 1/3 van alle Leidse Turken en Marokkanen woont
in Leiden Noord. In het kader van een stedelijk scholierenonderzoek voor Communities that Care blijkt dat
jongeren in Leiden Noord vaker dan gemiddeld een wapen meenemen, betrokken zijn bij vechtpartijen en
mensen in elkaar slaan. Tevens geeft het onderzoek aan, dat de verkrijgbaarheid van drugs en wapens
opmerkelijk ongunstig afsteekt ten opzichte van het Leidse gemiddelde en dat er minder sprake is van duidelijke
opvattingen en gezonde normen; jongeren worden ook minder snel aangesproken op regelovertredend gedrag.
Het inkomensniveau in Leiden Noord is het laagst van alle Leidse districten. Van heel leiden kent Leiden Noord
het hoogste percentage bijstandsontvangers en het hoogste percentage werklozen. De bewoners nemen in
geringere mate deel aan maatschappelijke activiteiten dan de gemiddelde Leidernaar, relatief weinig inwoners
zetten zich in om de buurt te verbeteren.
Een ander kenmerk van de wijk is dat de bebouwing zeer dicht is. Er zijn – behoudens het park Tuin van Noord
aan de noordgrens van wijk – nauwelijks groenvoorzieningen waar het mogelijk is om speelvoorzieningen voor
de jeugd te realiseren.
In het kader van het Wijk Ontwikkelings Plan Leiden Noord zal de wijk met ingang van 2006 voor een fors deel
worden heringericht. Parallel aan de fysieke verandering is een sociaal programma in de maak om de sociale
cohesie in de wijk te versterken.
Analyse achterstandsituatie
Zoals uit het bovenstaande al mag blijken komt Leiden Noord op meerdere fronten in aanmerking voor een
aanvraag in het kader van de BOS-regeling. Zo is al gewezen op de achterblijvende welzijnssituatie in de wijk
wordt onder meer kenbaar wordt in de meer dan gemiddelde overlast door jongeren. Wat echter het meest opvalt
is de achterstand op het gebied van sport en bewegen. In Leiden Noord wordt significant minder gesport dan in
de rest van Leiden: het is zelfs de wijk waar verreweg het minst aan sport wordt gedaan.
Morsdistrict
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
100
34
2
Bos- en
Gasthuisdistrict
100
25
1
Roodenburgerdistrict
100
32
3
Leiden Noord
BinnenstadNoord
TOTAAL
Nooit
Incidenteel (1-11x)
Binnenstad-Zuid
Aantal
keer
gesport
TOTAAL
Sportparticipatie
100
43
100
30
2
100
32
2
100
27
5
100
29
4
100
34
4
(totaal)
onregelmatig (12-59x)
regelmatig (60-119x)
Intensief (120x of vaker)
24
19
23
29
16
28
24
23
16
23
19
15
23
21
23
25
20
20
23
17
29
23
16
26
20
17
26
bron: Stadsenquete 2005
Deze achterstand in sportdeelname in de wijk wordt bevestigd door de statistieken die door het Sportbedrijf
Leiden worden bijgehouden betreffende de deelname van kinderen uit de verschillende wijken aan de
kennismakingscursussen sport. Voor het schooljaar 2004-2005 kan worden geconstateerd dat de deelname aan
de kennismakingscursussen in Leiden Noord verreweg het laagst is van alle Leidse wijken.
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
9%
Boerhaavedistrict
15%
Morsdistrict
5%
Bos- en
Gasthuisdistrict
14%
Roodenburgerdistrict
10%
Leiden Noord
16%
Stationsdistrict
Binnenstad
Noord
12%
Binnenstad
Zuid
Leiden
Deelname 5-17 jarigen aan kennismakingscursussen sport, schooljaar 2004-2005
11%
13%
13%
12%
bron: Sportbedrijf Leiden en GBA
Oorzaken van deze achterstand in sport en bewegen zijn meervoudig. Een van de redenen is ongetwijfeld het
geringe welvaartsniveau van de bewoners van Leiden Noord; zoals hierboven weergegeven is het
inkomensniveau het laagst van heel Leiden. Daarnaast is het de wijk met de meeste allochtone jongeren, waarbij
de allochtone jongeren in Leiden minder snel lid worden van een sportvereniging dan autochtone jongeren. In de
Jeugdmonitor 2003 is aan de jongeren in de wijk gevraagd welke voorzieningen ze het meest missen: hangplek
(20,0%), voetbalveld (18,7%), skatebaan (18,4%), speelveld (17,3%), sportvoorziening (11,6). Er is derhalve wel
behoefte aan vormen van sport en bewegen buiten het verenigingsleven om.
Leiden Noord is echter een zeer dichtgebouwde wijk en er is – behoudens een park aan de rand van de wijk –
maar zeer beperkt gelegenheid voor sport en spel in de openbare ruimte. Een onderzoek in het kader van een
buurtspeelplan heeft bevestigd, dat er in Leiden Noord te weinig speelvoorzieningen zijn voor de jeugd van 1218 jaar. Wel is er in de wijk een zwembad en sporthal aanwezig en zijn er een voetbal- en korfbalvereniging
gevestigd.
Omgevingsfactoren
Naast het reeds gehonoreerde BOS-project voor 4-12 jarigen loopt in Leiden Noord ook het project Leiden
Gezond en Wel van GGD ZHN en Hara, waarbij o.a. een gezonde levensstijl bij 0-19 jarigen wordt nagestreefd,
met speciale aandacht voor bewegingsstimulering. De doelstellingen van het project sluiten prima aan bij de
doelstelling van het BOS-project 12-19 jaar.
Door de overlast door hanggedrag van jongeren is er momenteel bij de bewoners en partners weinig draagvlak
voor het realiseren van extra sportvoorzieningen in de wijk (los van het gebrek aan geschikte ruimte). Het beter
structureren van het gedrag van jongeren in de openbare ruimte door het aanbieden van activiteiten moet hierin
verbetering brengen, zodat bij de nieuwbouw van de wijk wellicht meer draagvlak is ontstaan voor
speelvoorzieningen voor jongeren.
Een andere factor is het feit, dat een flink deel van de wijk de komende jaren ‘op de schop’ gaat, waardoor de
mogelijkheden om te sporten in de openbare ruimte worden gereduceerd. Des te meer noodzaak dus om optimaal
gebruik te maken van de bestaande mogelijkheden door georganiseerd activiteiten aan te bieden.
Probleemaanpak
Er zijn zoals eerder aangegeven in Leiden Noord weinig mogelijkheden voor jongeren om spontaan zelf te
sporten door het gebrek aan voorzieningen. De weinige voorzieningen die er zijn worden gebruikt door een
beperkt aantal jongeren. Zo is een in de wijk aanwezige voetbalkooi vrijwel volledig ‘geclaimd’door een groep
Turkse jongens en worden andere groepen jongeren uitgesloten. De eerstkomende jaren is er echter geen reëel
uitzicht dat de sport/speelvoorzieningen zullen verbeteren. Het is daarom belangrijk om de mogelijkheden die er
wel zijn beter te benutten door sportactiviteiten aan te bieden waarbij de bestaande voorzieningen door een
grotere groep jongeren kunnen worden gebruikt. In dit verband is het tevens belangrijk dat sporten worden
aangeboden die aansluiten bij de vraag van de jongeren zelf.
In Leiden Noord loopt reeds een BOS-project voor de doelgroep 4-12 jarigen, welke zich in eerste instantie richt
op het beperken van de kans op gezondheidsachterstanden en vooral plaatsvinden middels naschoolse
activiteiten op de Brede School Leiden Noord.. Hoewel het de bedoeling was om deze aanpak uit te breiden tot
de leeftijdscategorie 12+ is dit in de praktijk moeilijk gebleken. Voornaamste oorzaak hiervan is dat het tot stand
brengen van de samenwerking tussen partners veel meer tijd kost dan was ingecalculeerd en er geen tijd over is
om samenwerking te zoeken met andere partners die nodig zijn voor het BOS-traject 12+.
Deze nieuwe BOS-aanvraag is bedoeld voor de jongeren in de leeftijd 12-19 jaar en zal zich via een arrangement
richten op het bevorderen van de sportdeelname onder genoemde leeftijdsgroep. Hiermee wordt toch een situatie
gecreëerd waarbij de kinderen die de basisschoolleeftijd zijn ontstegen, geprikkeld blijven worden om te sporten
en te bewegen. Het arrangement zal lopen van januari 2007 tot ultimo 2009.
Omdat het belangrijk is dat de sportactiviteiten aansluiten bij de vraag van jongeren is er onder 56 jongeren
(jongens en meisjes) een enquête gehouden over de vraag welke sporten ze zouden willen beoefenen. Bij de
jongeren was voetbal verreweg het populairst, met name onder de allochtone jongens. Basketbal stond op de
tweede plaats en verder viel op dat de belangstelling zeer verdeeld was over een groot aantal verschillende
sporten. Opvallend is het vrijwel volledig ontbreken van belangstelling voor skaten, hoewel dat in de
Jeugdmonitor 2003 nog veel werd genoemd. Bij de meisjes scoorden voetbal en basketbal ook goed en werden
streatdance, breakdance en dansen genoemd. Bij een aparte enquête onder 22 allochtone meisjes gaf de
meerderheid aan te willen fitnessen en zwemmen.
Bemoedigend was dat maar liefst 18 van de geënquêteerde jongeren aangaven bereid te zijn om te helpen bij het
organiseren van sportactiviteiten.
Om aam de wensen van de jongeren tegemoet te komen en de sportdeelname te verbeteren zullen in de periode
week 8 – week 40 wekelijks 3 a 4 sportactiviteiten worden georganiseerd op daartoe geschikte buitenlocaties als
de voetbalkooi (bijv. voetbal en basketball) en de velden van voetbalvereniging Roodenburg/Tuin van Noord.
De activiteiten bij Roodenburg kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan het versterken van de band van de
vereniging met de wijk, waarmee wellicht de sterke daling van het aantal jeugdleden van de vereniging een halt
kan worden toegeroepen.
Tevens zullen in buurthuis de Kooi activiteiten worden georganiseerd als breakdance en streetdance en zal in
zwembad De Zijl de mogelijkheid worden onderzocht voor een zwemuurtje speciaal voor meiden.
De sportactiviteiten kunnen tevens een bijdrage leveren om de aanspreekbaarheid van de jongeren op hun gedrag
te verbeteren.
In Leiden Noord is een VMBO-afdeling van het Da Vinci-college gevestigd. Uit onderzoek is gebleken dat
jongeren op het VMBO gemiddeld minder bewegen. In aansluiting op het landelijk aanbod (CITO lespakker
‘actieve leefstijl, brochure “breng leerlingen in beweging”, de test op het Internet waarmee leerlingen inzicht
kunnen krijgen in hun beweeggedrag en de FLASH! Energytour) heeft GGD Hollands Midden in samenwerking
met de Sportraad Zuid-Holland onder de naam “Gezond bewegen scoort in het VMBO” een modulair aanbod
ontwikkeld. Het aanbod is erop gericht explicieter aandacht te besteden aan bewegen en zo mogelijk voeding en
dit structureel in te bedden in het schoolcurriculum. De modules waaruit gekozen kunnen worden zijn: Gastles
‘relatie voeding en beweging’, posterontwerpwedstrijd ‘MOVE IT!’, ideeënman met eenvoudig uit te voeren
lessuggesties, FLASH!-rubriek in de schoolkrant/website, sportoriëntatie op school, basiscursus jeugdsportleider,
stage lopen bij een sportaanbieder, blessurepreventie en WhoZnext. In overleg met het Da Vinci-college zal
bekeken worden welke modules binnen de school uitgevoerd kunnen worden.
In samenwerking met het Sportbedrijf Leiden zal bij de deelnemende jongeren worden onderzocht waarom zo
weinig jongeren deelnemen aan de sportkennismakingscursussen. Wellicht kan het Da Vincicollege een rol
spelen in het meer bekendheid geven van de mogelijkheden die de kennismakingscursussen bieden. Tevens zal
gekeken worden naar de mogelijkheden om meer jongeren lid te laten worden van een sportvereniging. Per 1
januari 2006 heeft de gemeente Leiden een nieuwe subsidieregeling waarbij kinderen uit mimimagezinnen
maximaal € 200,- subsidie kunnen krijgen voor het lidmaatschap van een (sport) vereniging. Meer bekendheid
geven aan deze regeling kan mogelijk de financiële drempel voor een lidmaatschap van een sportvereniging
(deels) wegnemen.
Voor een goede aansturing van het arrangement zal een activiteitencoördinator worden aangesteld bij de
welzijnsorganisatie die in de wijk werkzaam is. Deze zal de volgende taken krijgen:
- opstellen van een activiteitenprogramma dat tegemoet komt aan de behoefte bij de jongeren
- coördinatie van de activiteiten op de verschillende locaties
- stimuleren van samenwerking tussen de verschillende deelnemende partijen
- verantwoordelijk voor het promoten van de activiteiten onder jongeren in de wijk
- registeren van o.a. aantal en soort activiteiten en deelnemersaantallen
- rapporteren aan een begeleidende ambtelijke stuurgroep.
Op uitvoerend niveau zal een werkgroep worden ingesteld onder leiding van de activiteitencoördinator Hierbij
kan worden aangehaakt bij een werkgroep die reeds was ingesteld voor een project Leiden Noord in beweging,
waar een aantal van de benodigde partners voor het BOS-project 12-19 reeds bij elkaar zitten.
De vraag uit de verschillende wijken richting sportverengingen die voortvloeit uit het opgestelde
activiteitenprogramma zal centraal via het Sportbedrijf Leiden verlopen. Het Sportbedrijf zal tevens als centraal
aanspreekpunt fungeren voor het ROC inzake het onderbrengen van stagiaires van het ROC bij de verschillende
BOS-projecten.
Jongerenparticipatie
De jongeren zelf zullen op twee manieren een rol hebben in het welslagen van het project.
Allereerst zal een jeugdpanel worden gevormd. Dit jeugdpanel zal dienen als klankbord voor de
activiteitencoördinator en een actieve inbreng hebben in het soort activiteiten dat voor de jongeren in de wijk zal
worden aangeboden. Het jeugdpanel moet garanderen dat goed wordt aangesloten bij de belevingswereld van de
jongeren zelf.
Daarnaast is het voor een blijvende verankering van het project van wezenlijk belang dat jongeren ook zelf gaan
participeren in de organisatie van activiteiten. In Leiden Noord loopt reeds een pilot met oudere jongeren die een
afgeronde opleiding MBO-SCW of SD hebben. Deze jongeren zullen worden ingezet bij het project waarbij de
mogelijkheid wordt bekeken om jongeren een leerervaringsplek bij de welzijnsorganisatie aan te bieden.
Gedurende het project zal ernaar worden gestreefd om het aantal jongeren dat participeert in de organisatie van
activiteiten gaandeweg te vergroten. Zoals hierboven aangegeven lijkt er potentie bij de jongeren in de wijk
aanwezig te zijn.
Deelnemende partners:
- de welzijnsorganisatie in de wijk
- Da Vinci College (VMBO)
- Sportraad Zuid-Holland
- voetbalvereniging Roodenburg
- zwemvereniging Zijl/LGB
- ROC
- woningcorporaties Portaal, Sleutels van Zijl en Vliet
- wijkpolitie
Evaluatie
Op activiteitenniveau zullen de volgende gegevens worden bijgehouden:
5. het aantal jongeren dat heeft deelgenomen aan de activiteiten. Ingezet wordt op een ambitieniveau van 600
deelnemende jongeren gedurende de loop van het project.
6.
het aantal jongeren dat heeft geparticipeerd in de organisatie van activiteiten. Als ambitieniveau wordt
ingezet op 20 jongeren die helpen in de organisatie.
7. het aantal en soort deelnemende partners
De prestatiegegevens zullen worden bijgehouden door de activiteitencoördinator en 4 maal per jaar moneling en
1 maal per jaar schriftelijk worden gerapporteerd aan de begeleidende stuurgroep.
Op achterstandenniveau zullen de volgende gegevens worden verzameld:
1. het percentage sportdeelname in de wijk. De nulmeting in de Stadsenquete 2005 was 43%. Er wordt naar
gestreefd om het aantal mensen dat nooit aan sport doet te laten dalen van 43% naar 38% in 2009 (jaarlijkse
meting via de Stadsenquete).
2. de tevredenheid onder de jongeren over de sportvoorzieningen in de wijk. Als nulmeting wordt het gegeven
uit de Jeugdmonitor 2003 gebruikt, waarin 32,8% van de jongeren in Leiden Noord ontevreden was over de
sportvoorzieningen. Gestreefd wordt om het cijfer voor Leiden Noord te brengen op 28% (meting via de
Jeugdmonitor 2009).
Om het BOS-project In Leiden Noord op procesniveau goed te kunnen monitoren zal een ambtelijke stuurgroep
worden ingesteld. Deze zal onder voorzitterschap van de programmacoördinator Sport, Cultuur & Recreatie
verder bestaan uit de beleidsadviseurs voor jeugdbeleid, sportbeleid, welzijnsbeleid en gezondheidsbeleid en de
medewerker sportstimulering van het Sportbedrijf Leiden. Deze stuurgroep zal de voortgang van elk BOSproject 3-maandelijks met de activiteitencoördinator bespreken en eventueel het project bijsturen door bijv. het
activiteitenaanbod aan te passen. Tevens zal jaarlijks bij de deelnemende partners worden getoetst in hoeverre ze
tevreden zijn over de samenwerking binnen de BOS-regeling. Daarnaast zullen in de stuurgroep de ervaringen
uit de verschillende wijken worden uitgewisseld, zodat geleerd kan worden van de verschillende ervaringen in de
verschillende wijken.
De programmacoördinator Sport, Cultuur & Recreatie zal fungeren als het ambtelijk aanspreekpunt van de
activiteitencoördinator en is verantwoordelijk voor de verantwoording van het BOS-project aan het ministerie
van VWS.
Begroting
2007
2008
2009
TOTAAL
Activiteiten (coördinatie)
37.530
38.040
38.640
114210
Personeel (ambt. begeleiding)
Organisatie
- vakdocenten
- huur gymzalen etc.
- modules Flash
7.000
7.250
7.500
21.750
5.000
6.000
15.000
-----26.000
2.000
4.000
76.530
5.000
6.000
15.000
-----26.000
1.000
4.000
76.290
5.000
6.000
15.000
-----26.000
1.000
4.000
77.140
15.000
18.000
45.000
-----78.000
4.000
12.000
229960
Kosten
Accommodatie
Materiaal
Overige
Totaal
Baten
Gemeente Leiden
- personele inzet
- WOP Noord.
- Sportnota, actiepunt 1.9
- openbare gezondh.zorg
VWS
Totaal
2007
2008
2009
TOTAAL
7.000
15.000
8.765
7.500
-----38.265
38.265
76.530
7.250
15.000
8.395
7.500
-----38.145
38.145
76.290
7.500
15.000
8.570
7.500
-----38.570
38.570
77.140
21.750
45.000
25.730
22.500
-----114.980
114.980
229.960
BOS-aanvraag Stevenshof
Algemene karakteristiek
Het Stevenshofdistrict is gelegen aan de westzijde van Leiden en bestaat uit de buurten Schenkwijk, Kloosterhof,
Dobbewijk-Noord en Dobbewijk-Zuid. De woningen in de Stevenshof dateren uit de jaren tachtig en negentig uit
de vorige eeuw. De gemiddelde waarde van de woningen is hoger dan van een gemiddelde Leidse woning. De
inwoners zijn lager opgeleid dan de gemiddelde Leidenaar, het percentage mensen met een gemiddeld inkomen
is hoog. Er zijn betrekkelijk weinig mensen die een uitkering ontvangen, de werkloosheid is een stuk lager dan in
de rest van Leiden.
Er wonnen veel echtparen met kinderen onder de twintig jaar. In een enkel ander district woont zo’n hoog
percentagejongeren: 27,2% 0-17 jarigen tegen 18,6% voor heel Leiden. In de Stevenshof is het aantal allochtone
jongeren significant lager dan in andere wijken.
De sportdeelname in de Stevenshof zit nagenoeg op het Leidse gemiddelde.
Bewoners van de Stevenshof zijn relatief ontevreden over jongerenvoorzieningen, openbaar vervoer en
parkeergelegenheid. Qua verloedering komen met name vernieling en hondenpoep relatief vaak voor. Ook
overlast door jongeren komt vaak voor.
Analyse achterstandsituatie
Over het algemeen kan men de Stevenshof een gemiddelde wijk namen waar de meeste zaken naar behoren
lopen en de problemen over het algemeen beheersbaar zijn. Op één punt na: de jongeren in de wijk.
Wanneer je problemen top-5 voor de Stevenshof bekijkt, dan zetten de bewoners op plaats 2: overlast door
hanggedrag van jongeren, en op plaats 4: gebrek aan activiteiten voor jongeren. de Stevenshof is de enige wijk
waar dat laatste probleem in de top-5 staat. Beide geconstateerde problemen komen niet uit de lucht vallen.
- de speelvoorzieningen in de wijk zijn niet meegegroeid met de demografische ontwikkelingen. Veel van de
speelvoorzieningen zijn gericht op 0-6 jarigen.
- er zijn in de wijk (met uitzondering van een tennisvereniging) geen sportverenigingen gevestigd. Ook
ontbeert de wijk een sporthal, zwembad en sportvelden
- de wijk is het meest kinderrijk van alle Leidse wijken, waardoor het gemis van bovenstaande voorzieningen
nog versterkt wordt.
- Daarbij wordt door de professionals in de wijk aangegeven, dat er bij de jongeren in de Stevenshof sprake is
van een sterke wijkbinding, waardoor de jongeren niet naar andere wijken trekken, maar in de eigen wijk
hanggedrag gaan vertonen.
De problemen met jongeren in de wijk zijn enkele jaren geëscaleerd en uitgemond in grootschalige vernielingen
tijdens de jaarwisseling. Dat kwam ook tot uiting in de overlastcijfers voor de wijk. Volgens de politiemonitor
2003 lag het percentage “ervaren overlast door jongeren” voor stadsdeel West (waar de Stevenshof onder valt)
op 27%, ver boven het landelijke en Leidse gemiddelde van 13%.
De Politiemonitor bevat echter slechts een klein steekproef en gaat over een groter gebied (stadsdeel) dan het
district Stevenshof. Preciezere informatie kan worden verkregen uit twee andere bronnen: de Leidse
Stadsenquete 2005 en de Leefbaarheidsmonitor 2004.
Binnenstad-Zuid
BinnenstadNoord
Leiden Noord
Roodenburgerdistrict
Bos- en
Gasthuisdistrict
Morsdistrict
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
Overlast van groepen jongeren
TOTAAL
Stadsenquete 2005: Overlast van jongeren
8%
6%
7%
8%
8%
9%
8%
6%
20%
Leefbaarheidsmonitor 2004: Overlast van jongeren
Bos- en
Gasthuisdistrict
Morsdistrict
Boerhavedistrict
Merenwijkdistrict
Stevenshofdistrict
46
41
13
Roodenburgerdistrict
BinnenstadNoord
52
33
15
Leiden Noord
Binnenstad-Zuid
59
30
11
Stationsdistrict
TOTAAL
Overlast van groepen jongeren
- komt (bijna) nooit voor
- komt soms voor
- komt vaak voor
62
28
10
61
27
12
71
22
7
64
25
11
61
31
7
68
27
5
60
31
9
47
37
16
Het beeld van de problematiek wordt verder versterkt door het stedelijk onderzoek dat in 2004 onder jongeren
zelf is gedaan in het kader van het project Communities that Care.Daaruit kwam naar voren dat in de Stevenshof
gemiddeld meer vechten en bedreigingen worden gerapporteerd dan elders in Leiden. Ook scoort de Stevenshof
hoger als het gaat om delinquentie en meenemen van wapens. De eindconclusie van het rapport was “dat de
Stevenshof zich in negatieve wijze onderscheid van de andere wijken in Leiden en dat er de nodige potentie voor
probleemgedragingen aanwezig was”(uit scholierenonderzoek Communities that Care, DSP-groep).
Omgevingsfactoren
Op verzoek van de gemeente Leiden heeft bureau Radar in 2004 onderzoek gedaan naar de onderliggende
redenen van het overlastgedrag door jongeren. in de wijk. Daarbij werden de volgende conclusies getrokken:
- er heerste grote ontevredenheid bij jongeren over de fysieke voorzieningen, men had er bovendien weinig
vertrouwen in dat er wat aan gedaan zou worden. Met name een voetbalveld, skatebaan, hangplek en
sportvoorziening werd gemist.
- daarnaast viel het gebrek aan activiteiten en uitgaansvoorzieningen op. Het vervolg was dat jongeren zich
verveelden en hanggedrag vertoonden. Dit wordt bevestigd door de Jeugdmonitor 2003, waarin slechts 24%
van de jongeren in de Stevenshof tevreden was over de activiteiten die werden georganiseerd in de wijk.
Voor de rest van Leiden was dit 36%.
- er was sprake van onvoldoende samenwerking tussen de verschillende maatschappelijke partners die zich
met jongeren bezig hielden.
- de jongeren klaagden over onvoldoende respect omdat ze onvoldoende werden betrokken.
Op advies van bureau Radar heeft de gemeente Leiden vervolgens een werkgroep ingesteld die zich specifiek
met de jongerenoverlast ging bezighouden. Het eerste resultaat hiervan was, dat de samenwerking tussen
bijvoorbeeld wijkpolitie, wijkbeheer en jongerenwerk sterk is verbeterd. Als tastbaar resultaat van de verbeterde
samenwerking zijn het afgelopen jaar een voetbalkooi, skatevoorzieningen en een hangplek voor jongeren
gerealiseerd. De jongeren zelf zijn actief betrokken geweest bij zowel de keuze van de locatie als de keuze van
de (uitvoering van) voorzieningen. De aanpak lijkt enig resultaat af te werpen. Volgens de politiemonitor 2005
was de ervaren overlast door groepen jongeren in stadsdeel West gedaald naar 19%, wat echter nog steeds ver
boven het Leidse en landelijke gemiddelde van 12% ligt.
In 2005 is in Leiden een groot scholierenonderzoek gedaan voor het project Communities that Care, gericht op
de omgevingsfactoren die een rol spelen bij de problematiek rond opgroeiende kinderen/jongeren. Op basis van
het onderzoek is de Stevenshof uitgekozen als wijk om het project uit te voeren, waarbij wordt ingezet op een
aantal maatregelen in de preventieve sfeer. Op basis van het onderzoek zijn de voornaamste risicofactoren voor
de wijk vastgesteld, waarna is gekozen voor inzet op: ‘gezinsmanagement’, ‘vroeg en aanhoudends sociaal
gedrag’, omgang met vrienden die probleemgedrag vertonen’en ‘weinig binding met en gebrek aan organisatie in
de wijk’. De verwachting is, dat op de langere termijn met deze preventieve aanpak een deel van de problemen
wordt voorkomen die zich bij de huidige jongeren van 12 jaar en ouder manifesteren, waarmee een goede
aansluiting met het BOS-project in de wijk wordt verkregen.
Probleemaanpak
Onder begeleiding van PJ Partners is een drietal bijeenkomsten georganiseerd voor alle sportverenigingen,
scholen, jongerenwerk en andere relevante organisaties. Aan de professionals in de wijk is gevraagd op welke
leeftijdscategorie de aanpak zich moest richten. daarbij is aangegeven dat de kinderen die net van de basisschool
komen al in aanraking komen met de politie. Gevraagd is om een aanpak die al startte bij de basisscholen en zou
lopen t/m de jongeren van ca. 16 jaar. De leeftijdscategorie daarboven is wrs minder geïnteresseerd in deelname
aan georganiseerde activiteiten, maar zou wel ingeschakeld kunnen worden in de organisatie ervan. Een harde
kern van ca. 40 probleemjongeren zullen via de aanpak van sportactiviteiten naar verwachting niet bereikt
worden: deze jongeren vallen onder de aanpak van Integraal Veiligheidsbeleid van de gemeente Leiden.
In het kader van de probleemaanpak wordt een arrangement samengesteld voor enerzijds de leerlingen van de
basisschoolleeftijd, en anderzijds de jeugd van 12 jaar en ouder,
Voor de groepen 3-8 jaar van het basisonderwijs zal worden aangesloten bij reeds bestaande plannen om in de
Stevenshof te starten met naschoolse activiteiten. Indien de BOS-aanvraag wordt gehonoreerd zullen de
naschoolse activiteiten worden geïntegreerd in het BOS-aanbod en door de betreffende activiteitencoördinator
worden geprogrammeerd. Er wordt naar gestreefd om jaarlijks 31 sportactiviteiten aan te bieden voor de 4
basisscholen in de wijk in twee blokken ( 1 in het voorjaar en 1 in het najaar) tussen 15.30 en 18.00 uur. Via de
leerlingen van groep 7 van de Stevenshofschool is geïnventariseerd welke sporten zij het liefst wilden doen.
Daaruit kwamen – in willekeurige volgorde: tennis, tafeltennis, voetbal, atletiektraining, honkbal, badminton,
basketbal en volleybal. Met de naschoolse activiteiten zal reeds worden gestart vanaf augustus 2006 en worden
gecontinueerd tot ultimo 2009.
Aan een vertegenwoordiging van ca. 15 jongeren van de oudere categorie is middels een bijeenkomst in
werkvorm gevraagd welke sportactiviteiten zij het meest misten in de wijk. Voor de jongens kwam de volgende
top-6 naar voren: voetbal, darten, boksen, fitness, beachvolleybalbal en judo. Bij de meisjes bestond de top-5 uit
streatdance, BBB, volleybalbal, zelfverdediging en aquadance. Met de activiteiten voor de jeugd van 12 jaar en
ouder zal worden gestart vanaf januari 2007 en het project zal doorlopen tot ultimo 2009.
Afhankelijk van de medewerking van sportverenigingen zal een deel van de gevraagde sportactiviteiten worden
georganiseerd op zowel daartoe geschikte voorzieningen in de buitenruimte zoals de skate-voorzieningen, de
voetbalkooi en de ijsbaan. De periode waarin de buitenactiviteiten zullen plaatsvinden is van april tot november.
Binnenactiviteiten als streatdance, zelfverdediging etc. zullen zo veel mogelijk in de wintermaanden worden
georganiseerd in o.a. het gebouw van de speeltuinvereniging, het buurthuis en in de nabij gelegen sporthal 3
Oktoberhal activteiten, om zo het hele jaar door een aanbod voor de jongeren te kunnen presenteren.
Voor een goede aansturing van het arrangement zal een activiteitencoördinator worden aangesteld in de vorm
van een sportopbouwwerker die is aangesteld bij de welzijnsorganisatie die in de wijk werkzaam is. Deze zal de
volgende taken krijgen:
- coördinatie van de activiteiten op de verschillende locaties
- stimuleren van samenwerking tussen de verschillende deelnemende partijen
- verantwoordelijk voor het promoten van de activiteiten onder jongeren in de wijk
- registeren van o.a. aantal en soort activiteiten en deelnemersaantallen
- rapporteren aan een begeleidende ambtelijke stuurgroep.
Jongerenparticipatie
De jongeren zelf zullen op twee manieren een rol hebben in het welslagen van het project.
Zoals hierboven beschreven zijn de kinderen/jongeren gevraagd naar de vormen van sport die ze het meest in de
wijk missen. De jongeren zullen ook tijdens het project verschillende malen worden gepolst over de aangeboden
activiteiten zodat deze goed blijven aansluiten bij de belevingswereld van de jongeren zelf.
Daarnaast is het voor een blijvende verankering van het project van wezenlijk belang dat jongeren ook zelf gaan
participeren in de organisatie van activiteiten. Gedurende het project zal ernaar worden gestreefd om het aantal
jongeren dat participeert in de organisatie van activiteiten gaandeweg te vergroten. Jongeren die meehelpen in de
organisatie zullen zichtbaar worden gemaakt door uniforme sweaters o.i.d. Aan het einde van het project dient de
situatie te zijn ontstaan dat een groter deel van de activiteiten door de jongeren zelf wordt georganiseerd en de
begeleiding door het jongerenwerk navenant kan worden verminderd.
Deelnemende partners:
- de Leidse Welzijns Organisatie
- speeltuinvereniging Stevenshof
- sportverenigingen Docos (voetbal), Karate-Do (zelfverdediging), Nieuw Brunhilde (gymnastiek), Biento
(honk- en softbal)
- wijkpolitie Stevenshof
- woningcorporatie Portaal
- Wijkraad Stevenshof
- basisscholen: Stevenshofschool, de Zwaluw, ’t Klankbord, Anne Frankschool
-
ROC Leiden
Evaluatie
Op activiteitenniveau zullen de volgende gegevens worden verzameld:
8. het aantal activiteiten dat wordt georganiseerd. In 2006 zal een nulmeting worden gehouden van de
bestaande activiteiten. Als ambitieniveau wordt ingezet op jaarlijks 31 extra activiteiten voor kinderen tot 12
jaar en wekelijks 2 activiteiten voor de jeugd van 12 jaar en ouder.
9. het aantal jongeren dat heeft deelgenomen aan de activiteiten. Als ambitieniveau wordt ingezet op deelname
van 1000 jongeren gedurende de loop van het project.
10. het aantal jongeren dat heeft geparticipeerd in de organisatie van activiteiten. Momenteel zijn er geen
jongeren die helpen bij het organiseren van activiteiten. Als ambitieniveau wordt ingezet op jaarlijks 20
jongeren die meehelpen bij de organisatie.
11. het aantal en soort deelnemende partners. Momenteel is de samenwerking tussen partners vrijwel nonexistent.
Bovengenoemde gegevens zullen worden geregistreerd door de activiteitencoördinator en 4 maal per jaar
mondeling en 1 maal per jaar schriftelijk worden gerapporteerd aan de begeleidende ambtelijke stuurgroep.
Op achterstandenniveau zullen de volgende gegevens worden verzameld.
3. het percentage bewoners in de wijk dat vaak overlast door groepen jongeren ervaart. De nulmeting in 2004
is 16%. Als ambitieniveau wordt ingezet op een daling naar 13% in 2009 (2-jaarlijkse meting middels de
Leefbaarheidsmonitor)
4. het aantal jongeren dat tevreden is over de activiteiten in de wijk. De nulmeting in 2003 was 24%. Als
ambitieniveau wordt ingezet op een een stijging naar 30% in 2009 (3-jaarlijkse meting via de Jeugdmonitor)
5. “gebrek aan activiteiten voor jongeren” stond in 2005 op nummer 4 in de problemen top-5 voor het
Stevenshofdistrict. Als ambitieniveau wordt geformuleerd dat dit probleem vanaf 2008 verdwenen moet zijn
uit de problemen top-5 van de wijk (jaarlijkse meting via de Stadsenquete)
Om het BOS-project in de Stevenshof op procesniveau goed te kunnen monitoren zal een ambtelijke stuurgroep
worden ingesteld bestaande uit de programmacoördinator Sport, Cultuur & Recreatie, de beleidsadviseurs voor
jeugdbeleid, sportbeleid, welzijnsbeleid en gezondheidsbeleid en de coördinator sportstimulering van het
Sportbedrijf Leiden. Deze stuurgroep zal 3-maandelijks met de activiteitencoördinator de voortgang bespreken
en eventueel het project bijsturen door bijv. het activiteitenaanbod aan te passen. Tevens zal jaarlijks bij de
deelnemende partners worden getoetst in hoeverre zij tevreden zijn over de samenwerking binnen de BOSregeling.
Daarnaast zal in de stuurgroep (bij honorering van meerdere BOS-aanvragen) de ervaringen uit de verschillende
wijken worden uitgewisseld, zodat zowel de verschillende activiteitencoördinatoren als de beleidsambtenaren
van de verschillende beleidsterreinen kunnen leren van de ervaringen om zo de integrale aanpak te bevorderen.
Begroting
Kosten
Activiteiten (coördinatie)
Personeel (ambtelijke
begeleiding)
Organisatie
2006
35.150
3.500
2007
46.910
7.000
2008
47.550
7.250
2009
48.300
7.500
TOTAAL
177.910
25.250
- vakdocenten
- huur gymzalen
Accommodatie
Materiaal
Overige
Totaal
Baten
Gemeente Leiden
- personele inzet
- GSB: naschoolse activ.
VWS
Totaal
2.500
5.000
----7.500
2.000
5.000
53.150
5.000
10.000
-----15.000
3.000
5.000
76.910
5.000
10.000
-----15.000
1.000
5.000
75.800
5.000
10.000
-----15.000
1.000
5.000
76.800
17.500
35.000
- - - - - -52.500
3.500
23.075
-----26.575
26.575
53.150
7.000
31.455
-----38.455
38.455
76.910
7.250
30.650
-----37.900
37.900
75.800
7.500
30.900
-----38.400
38.400
76.800
25.250
116.080
-----141.330
141.330
282.660
7.000
20.000
282.660
BOS-aanvraag Leiden Zuidwest
Algemene karakteristiek
Leiden Zuidwest bestaat uit de buurten Haagwegkwartier, Boshuizen, Fortuinwijk en Gasthuiswijk en komt
grotendeels overeen met het Bos- en Gasthuisdistrict. De wijk is – zoals de naam aangeeft – gelegen in het
zuidwesten van Leiden en behoort tot stadsdeel Zuid. De wijk behoort tot de lijst van 56 probleemwijken van
Nederland. De wijk is in een analyse ten behoeve van een Wijk Ontwikkelings Plan onlangs beschreven als “het
Mozaïek van Zuidwest”. Daarmee wordt aangegeven dat de wijk zeer gedifferentieerd is, waarbij de
verschillende buurten in de wijk sterk van elkaar kunnen verschillen: ‘gemiddelden in Zuidwest tellen niet’ was
de conclusie. Het effect hiervan is, dat forse problemen die in bepaalde buurten voorkomen in de statistieken van
de wijk niet altijd tot uiting komen.
De wijk bestaat grotendeels uit woningen gebouwd na 1950. Er staan in Leiden Zuidwest veel meer flats dan
gemiddeld in Leiden (65% tegen 43%). Het aantal kinderen in de wijk ligt ongeveer op het Leidse gemiddelde;
van de kinderen in de leeftijd van 4-17 jaar bestaat 35% uit niet-westerse allochtonen. In de wijk is sprake van
een toenemende ‘verkleuring’. De (sport)verenigingen in de wijk hebben dan ook moeite om aansluiting te
houden bij de veranderende bevolkingssamenstelling. Ook is er sprake van een toenemende sociaalmaatschappelijke problematiek.
Het welzijnsniveau in de wijk is over een breed terrein lager dan in de rest van Leiden. Zo is bijvoorbeeld het
aantal bijstandtrekkers hoger dan gemiddeld in Leiden (5,1 tegen 3,9% en bestaat de bevolking uit een hoger
percentage laag opgeleiden dan gemiddeld voor Leiden (31% tegen 24%). Het inkomen van de werkende
bevolking is op Leiden Noord na het laagste van alle Leidse wijken. De Cito-scores van de basisscholen in de
wijk zijn flink lager dan in de rest van Leiden (531,9 tegen 535,8).
Positief punt is dat de wijk beschikt over veel voorzieningen op het gebied van onderwijs, kinderopvang, sport,
gezondheidszorg en ouderen. Zo liggen midden in de wijk een aantal sportvelden benevens een sporthal en
zwembad (beide overigens sterk verouderd). Desondanks is de sportdeelname in de wijk iets lager dan het Leidse
gemiddelde (53% tegen 57%).
Analyse achterstandsituatie
Uit verschillende bijeenkomsten met partners die werkzaam zijn in de wijk kwam vrij pregnant naar voren wat
niet altijd goed in cijfers is uit te drukken: de ‘sociale armoede’ van met name kinderen van de
basisschoolleeftijd. Hiermee bedoelt men dat deze kinderen in een zeer beperkte sociale omgeving leven en
nauwelijks leuke dingen beleven, hetgeen tot uiting komt in een gebrek aan sociale vaardigheden. De jongeren in
de wijk zijn vaak moeilijk op hun gedrag aanspreekbaar.
Eén en ander komt enigszins tot uiting in de cijfers over verloedering. Zo is er meer dan gemiddeld in Leiden
sprake van rommel op straat (46% tegen 34%) en vernielingen (25% tegen 15%) en is er iets meer overlast door
jongeren dan gemiddeld (9% tegen 8% voor Leiden). Hier wreekt zich o.a. het “Mozaïek van Zuidwest”,
waardoor de zeer grote problemen met (Marokkaanse) jeugd rondom het Jacques Urlusplantsoen totaal
wegvallen in de wijkstatistieken.
Ook de gezondheidstoestand van de bewoners van de wijk loopt achter bij de rest van Leiden. Volgens de
Jeugdmonitor 2003 beoordeelt 13% van de jongeren in de leeftijd 12-26 van Leiden Zuidwest de eigen
gezondheid matig tot slecht. Dat is bijna twee maal zo hoog als voor de rest van Leiden, waar dit percentage 7%
bedraagt. Ook overgewicht (13% tegen 9%) en ongezonde eetgewoontes (43% tegen 37%) komen vaker voor bij
genoemde leeftijdsgroep dan gemiddeld in Leiden het geval is.
Omgevingsfactoren
Het Wijk Ontwikkelings Plan Leiden Zuidwest probeert van Zuidwest een prettige wijk te maken met goede
voorzieningen en een sterke sociale infrastructuur. in het plan is o.a. een voorstel opgenomen voor een
grootschalige nieuwe sportvoorziening midden in de wijk.
Om de speelvoorzieningen voor de leeftijdscategorieën 0-6, 6-12 en 12+ op peil te brengen wordt momenteel een
kwalitatieve en kwantitatieve analyse gemaakt van de aanwezige speeltoestellen in de wijk, afgezet tegen de
demografische samenstelling. Dit wordt vervolgens vertaald in een buurtspeelplan, om de fysieke infrastructuur
voor spelen in de wijk op peil te brengen.
In de wijk loopt al enkele jaren het project Thuis Op Straat. Deze – op Rotterdamse leest geschoolde aanpak –
zet zich op het opzoeken van de jongeren in de buitenruimte en het improviserend organiseren van
laagdrempelige sport-en spelactiviteiten, gecombineerd met het samen met de jongeren schoon houden van de
speelpleinen in de wijk, zodat er een speel- en leefomgeving ontstaat waarin de kinderen en jongeren zich thuis
voelen. In dit project wordt reeds samengewerkt met het ROC en is ervaring opgedaan met het begeleiden van
stagiaires.
Vanaf januari 2006 gaat in op alle basisscholen in de wijk het OKIDO-project draaien. Dit project is gericht op
(dreigend) overgewicht bij kinderen en brengt kinderen aandacht bij voor een gezond ontbijt en geeft info over
gezonde voeding. Het project beweegmanagement zal hiermee nauw samenwerken.
Probleemaanpak
Om bovengenoemde problemen aan te pakken is voor Leiden Zuidwest gekozen voor een project
beweegmanagement. Dit betreft een systematische aanpak bestaande uit 9 stappen, gericht op het tot stand
brengen van structurele wijkgerichte samenwerking tussen het (bewegings)onderwijs, de georganiseerde sport en
het sportbuurtwerk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het model van het Expertisepunt School & Sport bij het
NISB. Voor het project beweegmanagement is gekozen omdat het logisch aansluit bij de kansen die de wijk
biedt: een infrastructuur met veel scholen en veel actieve sportaanbieders.
Het doel van het project is dat het aantal jongeren dat aan de beweegnorm voldoet significant toeneemt. Tevens
denkt de gemeente Leiden door het bevorderen van sport en beweging – gecombineerd met het OKIDO-project –
een bijdrage te kunnen leveren aan het verminderen van (dreigend) overgewicht bij kinderen. Daarnaast wordt
met het arrangement iets gedaan aan de sociale armoede van de kinderen van de basisschoolleeftijd door het
bevorderen van de sociale contacten en in het verlengde hiervan het verbeteren van de sociale vaardigheden door
het samen sporten.
Het project start – met steun van de provincie – in maart 2006 met een nulmeting onder kinderen op het
basisonderwijs in groep 5 t/m 8. Daar waar het in eerste instantie de bedoeling was om het arrangement te
richten op groep 5 t/m 8, worden de activiteiten op nadrukkelijk verzoek van de scholen zelf ook gericht op
groep 1 t/m 4. De kinderen starten met het invullen van een beweegdagboekje. Dit levert een indicatie op van het
beweeggedrag van de kinderen. Tevens wordt een vragenlijst sport en bewegen op de basisschool onder de
leerkracht uitgezet. Dit geeft inzicht in het aanbod van sport en bewegen voor alle leerlingen van de basisschool.
Het arrangement dat vervolgens wordt opgezet zal zich richten op die elementen waar niet voldaan wordt aan de
beweegnorm van één uur per dag matig intensief bewegen, waarvan minimaal twee maal per week gericht op de
verbetering van de lichamelijke fitheid. Parallel aan de beweegarrangement zal in 2007 worden gestart met
naschoolse activiteiten op de drie deelnemende basisscholen. Deze naschoolse activiteiten worden verdeeld over
een sportgedeelte en een cultuurgedeelte. De naschoolse sportactiviteiten worden gecombineerd met en
geintegreerd in het beweegarrangement in Leiden Zuidwest. Gestreefd wordt naar een jaarlijks aanbod van 15
sportactiviteiten, verdeeld over 2 blokken in voor- en najaar.
In 2007 wordt het beweegarrangement uitgebreid met de leeftijd 12-19 jaar. Daartoe wordt in september 2006
een nulmeting op scholen van het voortgezet onderwijs gehouden. Het project richt zich daarbij zowel op de
jongeren 12+ die in de wijk wonen als op de jongeren die in de wijk gebruik maken van de scholen voor
voortgezet onderwijs. Op basis van de nulmeting wordt in december 2006 een activiteitenplan opgesteld voor de
leeftijdscategorie 12+, waarmee in 2007 wordt gestart. De beweegnorm zal in de volgende jaren op de scholen
worden herhaald.
Het activiteitenprogramma waar aan wordt gedacht zal zich deels in of nabij de scholen voor voortgezet
onderwijs plaatsvinden, maar deels ook in de wijk bij de sportverenigingen zelf. Een leuk idee dat bijvoorbeeld
door de wijk werd geopperd was het organiseren van een wijksportdag, waarbij alle sportverenigingen die in de
wijk zijn gevestigd zich gezamenlijk presenteren. Stagiaires van de ROC zouden hun vaardigheden kunnen tonen
bij het organiseren van de sportdag en de opleiding Sport en Bewegen zo zichtbaar maken voor de jongeren in de
wijk. Hiermee kunnen jongeren in de wijk worden geinteresseerd om de opleiding zelf te gaan volgen Ook
zouden de stagiaires goed kunnen worden ingezet bij de naschoolse sportactiviteiten voor de basisschoolleeftijd.
Activiteit
Oriëntatie en voorbereiding
Projectsubsidie aanvragen voor 3 jaar BM
Informeren en betrekken beleidssectoren en opstellen BOS-beleidskader
Tijd
Augustus 2005
September 2005
Oktober 2005
Informeren en betrekken partners uit de wijk
Definitief projectplan toesturen aan provincie
Aanstellen beweegmanager
Samenstellen beweegmanagementteam
Overzicht creëren in alle school- en sportactiviteiten
Uitzetten beweegnorm (beweegdagboekje en vragenlijst) op basisscholen
Resultaten beweegnorm en sport- en beweegscan zijn bekend
Uitzetten sport- en beweegscan (Openbare beweegruimte, sportaccommodaties, J-score)
Actieplan voor de jeugd van het basisonderwijs opstellen n.a.v. resultaten beweegnorm en
sport- en beweegscan en eerste activiteiten in gang zetten
Nulmeting jongeren 12-18 jaar uit de wijk
Resultaten beweegnorm en sport- en beweegscan zijn bekend
Actieplan voor jongeren 12-18 jaar opstellen n.a.v. resultaten beweegnorm en sport- en
beweegscan en eerste activiteiten in gang zetten
Lokale partners sluiten convenant
De beweegnorm wordt op de scholen herhaald
November 2005
December 2005
Januari/febr 2006
Februari 2006
Februari 2006
Maart 2006
April 2006
April 2006
Mei 2006
September 2006
November 2006
December 2006
December 2006
Januari 2007December 2008
Voor een goede aansturing van het arrangement zal een beweegmanager worden aangesteld bij het Sportbedrijf
Leiden, welke zal worden gecoacht door een medewerker van de Sportraad Zuid-Holland. De beweegmanager
zal de volgende taken krijgen:
- opstellen van een activiteitenprogramma
- coördinatie van de activiteiten op de verschillende locaties
- stimuleren van samenwerking tussen de verschillende deelnemende partijen
- promoten van de activiteiten onder jongeren in de wijk
- registeren van o.a. aantal en soort activiteiten en herhalen beweegnorm
- rapporteren aan een begeleidende ambtelijke stuurgroep.
Op uitvoerend niveau zal een werkgroep worden ingesteld onder leiding van de beweegmanager, waarin de
deelnemende partners elkaar ontmoeten, gezamenlijk de activiteiten voorbereiden en de voortgang bespreken.
De vraag uit de verschillende wijken richting sportverenigingen die voortvloeit uit het opgestelde
activiteitenprogramma zal centraal via het Sportbedrijf Leiden verlopen. Het Sportbedrijf zal tevens als centraal
aanspreekpunt fungeren voor het ROC inzake het onderbrengen van stagiaires van het ROC bij de verschillende
BOS-projecten.
Jongerenparticipatie
De jongeren zelf zullen op twee manieren een rol hebben in het welslagen van het project.
De jongeren zullen dienen als klankbord voor de beweegmanager en een actieve inbreng hebben in het soort
activiteiten dat voor de jongeren in de wijk zal worden aangeboden. Voor de kinderen tot 12 jaar zal dat
gebeuren via de hoogste klassen in het basisonderwijs. Voor de jeugd 12+ zal de beweegmanager periodiek via
het jongerenwerk en TOS periodiek toetsen of de activiteiten goed aansluiten bij de belevingswereld van de
jongeren zelf.
Daarnaast is het voor een blijvende verankering van het project van wezenlijk belang dat jongeren ook zelf gaan
participeren in de organisatie van activiteiten. Met het ROC worden meerjarige afspraken gemaakt voor de inzet
van jongeren die een opleiding Sport & Bewegen volgen. Deze jongeren zullen als stagiair worden ingezet op de
verschillende projecten en hun stageperiode beëindigen met een certificaat. Onderzocht zal worden of de
Basiscursus van de Sportraad Zuid-Holland een goede basis zou kunnen bieden voor het aanleren van
basisvaardigheden op het gebied van o.a. les- en leidinggeven. Voor jongeren die de opleiding hebben afgerond
zal worden gezocht naar leerwerkbanen om verder praktijkervaring op te doen.
Deelnemende partners:
- St. Jeugd en Jongerenwerk Midden Holland
- St. Thuis Op Straat Leiden (sport- en spelactiviteiten)
- voetbalvereniging FC Boshuizen (andere verenigingen worden nog betrokken)
- basisscholen Apollo, Sleutelbloem en Telders
- scholen voor voortgezet onderwijs: Leonardo College, Vlietlandcollege
- Sportbedrijf Leiden
-
Sportraad Zuid-Holland
provincie Zuid-Holland (Stichting Tympaan)
GGD Hollands Midden
ROC Leiden
speeltuinverenigingen
Evaluatie
Op activiteitenniveau zullen de volgende gegevens worden verzameld:
12. het aantal jongeren dat heeft deelgenomen aan de naschoolse activiteiten op het basisonderwijs. Als
ambitieniveau wordt ingezet op deelname van 70% van de basisschoolleerlingen, ofwel 367 kinderen
13. het aantal georganiseerde activiteiten. Als ambitieniveau wordt ingezet op minimaal 15 sportactiviteiten per
jaar in het kader van naschoolse activiteiten voor de kinderen tot 12 jaar en wekelijks 2 activiteiten voor
jongeren boven de 12 jaar.
14. het aantal en soort deelnemende partners
De prestatiegegevens zullen worden verzameld door de beweegmanager en 4 maal per jaar mondeling en 1 maal
per jaar schriftelijk worden gerapporteerd aan de begeleidende
ambtelijke stuurgroep.
Op achterstandenniveau zullen de volgende gegevens worden verzameld:
1. het aantal jongeren in de beweegkolom dat aan de beweegnorm voldoet. Voor de kinderen tot 12 jaar zal in
maart 2006 een nulmeting plaatsvinden bij de kinderen van groep 5 t/m 8. In september 2006 zal een
nulmeting plaatsvinden onder jongeren van 12 –19 jaar. Als ambitieniveau wordt ingezet op een toename
met 5% ten opzichte van de nulmeting (2-jaarlijkse meting via de beweegnorm = beweegdagboekje +
vragenlijst op scholen).
2. het percentage jongeren met overgewicht. In de Jeugdmonitor 2003 was dit percentage 13%. Hoewel de
trend landelijk stijgend is wordt als ambitieniveau voor Leiden Zuidwest ingezet op een daling naar 11%
(meting 2009 via de Jeugdmonitor)
Om het BOS-project in Leiden Zuidwest op procesniveau goed te kunnen monitoren zal een ambtelijke
stuurgroep worden ingesteld. Deze zal onder voorzitterschap van de programmacoordinator Sport, Cultuur &
Recreatie verder bestaan uit de beleidsadviseurs voor jeugdbeleid, sportbeleid, welzijnsbeleid en
gezondheidsbeleid en de begeleider van de Sportraad Zuid-Holland. Deze stuurgroep zal 3-maandelijks met de
activiteitencoördinator de voortgang bespreken en eventueel het project bijsturen door bijv. het
activiteitenaanbod aan te passen. Tevens zal jaarlijks bij de deelnemende partners worden getoetst in hoeverre zij
tevreden zijn over de samenwerking binnen de BOS-regeling.
Daarnaast zal in de stuurgroep de ervaringen uit de verschillende wijken worden uitgewisseld, zodat geleerd
wordt van de diverse ervaringen.
Begroting
2006
2007
2008
2009
TOTAAL
Activiteiten (coordinatie)
34.000
43.300
44.165
45.050
166.515
Personeel (ambt. begeleiding)
Organisatie
- vakdocenten
- TOS/Midden Holland
- huur gymzalen etc.
16.000
16.000
11.750
12.000
55.750
5.000
18.000
4.000
----27.000
2.000
3.000
8.000
90.000
5.000
18.760
6.000
-----29.760
2.000
3.000
8.000
102.060
5.000
19.020
6.000
-----30.020
2.000
3.000
8.000
98.935
5.000
19.320
6.000
-----30.320
2.000
3.000
5.000
97.370
20.000
75.100
22.000
-----117.100
8.000
12.000
29.000
388.365
2006
2007
2008
2009
TOTAAL
26.770
-----26.770
21.230
42.000
90.000
7.000
23.770
-----30.770
21.230
50.060
102.060
7.250
29.385
2.220
-----38.855
10.615
49.465
98.935
7.500
33.957
7.228
-----48.685
48.685
97.370
21.750
79.925
33.957
9.448
-----145.080
53.075
190.210
388.365
Kosten
Accommodatie
Materiaal
Overige
Totaal
Baten
Gemeente Leiden
- personele inzet
- WOP Zuidwest
- GSB: naschoolse activit.
- Sportnota, actiepunt 1.9
Provincie Zuid-Holland
VWS
Totaal
Download