Kenmerk 11 De vrijwel volledige vervanging in WestEuropa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid Les 9: Hofstelsel & Horigheid H3:§ 1:p64-6 (en oriëntatie) Na de Romeinse Tijd • Tussen 450 en 500 nc trekken de Romeinen (soldaten/burgers) en veel geromaniseerde Germanen/Kelten weg – Steden lopen leeg – Platteland raakt deels ontvolkt • Geen basis meer voor welvaart • De agrarisch-stedelijke (urbane) samenleving van de Romeinen transformeert tot een agrarische samenleving!! Wat blijft er over? • Een aantal steden blijft – Maar veel kleiner – Een aantal bisschoppelijke steden – Kerken als centrum (in de stad; voor het platteland) • Op het platteland – Abdijen – Kerkjes • De geestelijken hebben slechts een klein surplus (overschot) nodig en weinig nijverheidsproducten Lagere productie • Leidt niet alleen tot een lager surplus • Maar ook tot – Verslechtering landbouwmethodes – Verslechtering gereedschap – Fragiel/kwetsbaar evenwicht • Misoogst (of dood van de koe “Clara”) leidt tot – – – – – opeten zaaigoed moeten lenen (= schulden) van slecht gevoed zijn tot honger tot meer vatbaar zijn voor ziekten tot ► ► ► Ontstaan hofstelsel - domeinen • Het land steeds meer in bezit van – Germaanse machthebbers – Kerk (Bisschoppen en abten) • Zo’n stuk land werd domein genoemd – Het land werd in stukken verpacht – Landeigenaar of rentmeester woonde centraal – Het domein was nagenoeg zelfvoorzienend (autarkie) Een Engels domein Ontstaan hofstelsel - Ontstaan horigheid • Waar leefde men? – 90 procent van de bevolking leefde op een domein – De andere 10 procent • waren nakomelingen van Germaanse veroveraars met een eigen stuk(-je) land • Daarnaast waren er ook boeren die hun vrijheid te danken hadden doordat men zelf land mocht inpolderen/in cultuur brengen (vooral noordwesten van het huidige Nederland) Horigheid • De boeren die op het domein woonden – Hadden veelal hun vrijheid opgegeven (gebonden aan de grond) in ruil voor bescherming • Horigheid – was erfelijk – Betekende sociale controle – Verplichting tienden en herendiensten ► – Daardoor viel je onder de bestuurlijke macht van de heer/abt Verschillen in horigheid • • • • Grootte land Hoeveelheid diensten Hoeveelheid pacht Wie je baas was (kerk of heer) • Sommigen leefden in regelrechte slavernij; anderen konden zichzelf vrijkopen. • Echte slavernij was er niet meer – Het economische voordeel hiervan was weg • Wat moest je met al die producten die zij maakten? • Wat moest je als er voedselschaarste kwam? • Beter: – Geef hen land en laat hen pacht betalen! Impact vertrek Romeinen ECONOMIE - Handel/nijverheid nabij (limes, Romeinse dorpen, steden) en lange afstand valt weg - Infrastructuur gaat kapot - geldeconomie verdwijnt -Zelfvoorzienend/autarkie/hofstelsel/domein ↑ SOCIALE VERHOUDINGEN BESTUUR - Romeins bestuur verdwijnt - Feodaal bestuur komt op - Achterblijvers zijn op zichzelf aangewezen - Een nieuwe hiërarchie moet ontstaan; horigheid ontstaat CULTUUR - Religie blijft daar waar mensen zijn - Normen/waarden van de Romeinen verdwijnen grotendeels - Germaanse cultuur wordt steeds belangrijker Maakwerk in de klas Nakijken klassikaal: -Van vorige les: •Afbeelding Romeinen gebruiken om een toetsvraag gaat maken •Kenmerken & belangrijkste begrippen Tijdvak II Deze les: •Tijdvak II afronden; start Tijdvak III & huiswerk (vrijdag) Huiswerk • Lezen – blz. 62 t/m 66 • Maken – opdracht 1 & 2, p. 67