Vorming ontwikkelingssamenwerking, 5/12/2013, Tine en Hannes Duur vorming: 2u30 tot 3u Benodigdheden: Beamer Mapje deelnemers Ppt met dossier Brugs Fonds Punaises en kaartjes om op wereldkaart te prikken 4 categorieën die aan ontwikkelingssamenwerking kunnen doen reeds op bord schrijven Schrijfgerief voor deelnemers + kladbladen Schrijfgerief voor vorminggevers + bord Drank + glazen Wereldkaart of kaart van de continenten Kaartjes met zaken die nodig zijn voor een geslaagd project en tijdlijn Doelpubliek: Bestuursleden van FMDO-verenigingen die een 4de pijlers project hebben of er graag een willen starten Doelstelling: Deelnemers ondersteunen en begeleiden bij het aanvragen van een subsidiedossier bij de noord-zuiddienst van een lokaal bestuur, deelnemers realistische verwachtingen laten hebben over de voorwaarden voor het opzetten van een ontwikkelingsproject in het zuiden Stappenplan: 18u30-19u00 Lokaal klaarzetten Deelnemers bij het binnengaan lange punaise geven en een kaartje om hun organisaties op te schrijven. Dit moeten ze op de verschillende landkaarten prikken. 19u00: inleiding terminologie ontwikkelingssamenwerking Vorming gevers stellen zichzelf voor en leiden het onderwerp kort in. (bijvoorbeeld: De vorming van vandaag gaat over ontwikkelingssamenwerking. De vorming is zowel bedoeld voor verenigingen die reeds bezig zijn met ontwikkelingssamenwerking als voor geïnteresseerden die nog geen ervaring hebben met het thema. Als er iets niet duidelijk is of als je vragen hebt, steek zeker je hand op. Vragen aan de deelnemers of er iemand in één zin kan uitleggen wat ontwikkelingssamenwerking is. Iedereen kan aan ontwikkelingssamenwerking doen. In België heeft men al deze actoren opgedeeld in 4 categorieën of pijlers. (deze 4 categorieën staan al op het bord, per categorie een voorbeeld nodig, meerdere voorbeelden bij 4 de pijler) 1ste pijler: Overheid: Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Nieuwpoort 2de pijler: Internationale organisaties: Verenigde naties, Europese commissie 3de pijler: NGO’s: 11.11.11, oxfam, … 4de pijler: scholen, bedrijven, vzw’s, individuen Daarnaast heb je ook niet gouvernementele organisatie (afgekort NGO’s). NGO’s zijn erkend door de Belgische overheid om te werken rond ontwikkelingssamenwerking. In het mapje van elke deelnemer zit een overzicht van alle erkende NGO’s in België. De procedure om erkend te worden als NGO is echter zeer moeilijk. Alle initiatieven die geen NGO, overheid of internationale organisatie zijn, zijn 4 de pijler initiatieven. Die groep van 4de pijlers is dus zeer divers. Ook al jullie initiatieven vallen hier onder. 19u15: stappenplan van een ontwikkelingsproject Velen onder jullie hebben een ontwikkelingssamenwerkingsproject. Zo’n project kan je niet van de ene dag op de andere realiseren. Er zijn hier verschillende stappen voor nodig. Wat heb je allemaal nodig om je project te laten slagen. (Kaartjes met de ingrediënten voor een geslaagd project klaarliggen. Moeten er eerst proberen zelf opkomen en dan op de tijdlijn hangen, indien ze er zelf niet opkomen laten we ze de kaartjes zelf lezen en moeten ze die in de juiste volgorde hangen. Nog geen uitleg geven bij de kaartjes.) 1. Goed idee 2. Gemotiveerde mensen 3. Waar? 4. Partnerorganisatie 5. Kennis van de lokale omgeving 6. Concreet doel/doelstellingen 7. Concrete doelgroep 8. Stappenplan 9. Goede administratie 10. Geld 11. Materiaal 12. Vrijwilligers ter plaatse 13. Evaluatie 19u30: toelichten van de verschillende stappen 1. Goed idee Iemand een voorbeeld laten geven. Dit mag nog vrij algemeen zijn. 2. Gemotiveerde mensen In België. Alleen een project helemaal opvolgen, uitwerken, begeleiden is moeilijk. 3. Waar? De regio, dit mag nog algemeen zijn 4. Partnerorganisatie Vaak een voorwaarde van subsidiegevers, maar ook gewoon zeer handig omdat zij de omgeving ter plaatse zeer goed kennen. 5. Kennis van de lokale omgeving Het is belangrijk dat de lokale bevolking waarvoor je een project wil doen ook overtuigd is van je idee. Daarom bevraag je hen beter eerst om na te gaan waar zij nood aan hebben. Het is belangrijk om de omgeving waar je je project wil uitvoeren goed te kennen. Soms ken je de omgeving zelf niet goed, maar vertrouw je op de kennis van een partnerorganisatie in het Zuiden die de omgeving en de doelgroep wel goed kent. 6. Concreet doel Iemand een voorbeeld laten geven eerst. Een concreet doel kan bijvoorbeeld zijn ‘tegen eind 2014 5 Senegalese weeskinderen van het dorp Synthiane die op dit moment geen onderwijs kunnen volgen naar school laten gaan door hun schoolgeld te betalen.’ 7. Concrete doelgroep Vragen of er iemand een voorbeeld kan geven van een concrete doelgroep? Een concrete doelgroep vergelijken met een te algemene omschrijving van een doelgroep ‘weduwen en wezen in Kinshasa tegenover 30 weduwen en wezen in het dorpje Synthiane in Senegal, een dorp van zoveel inwoners’ Voor je project is het belangrijk dat alles zo concreet mogelijk is. 8. Stappenplan uitwerken 9. Goede administratie 10. Geld Sponsoring/ fondsenwerving, activiteiten organiseren om geld in te zamelen, subsidies Subsidiemogelijkheden in de stad van domiciliëring toelichten 11. Materiaal 12. Vrijwilligers ter plaatse 13. Evaluatie 19u45: subsidiedossiers Voor subsidies moet je altijd een subsidiedossier opmaken. Hoe schrijf je nu een goed dossier? Al die elementen die jullie daarjuist hebben aangehaald worden ook bevraagd in een subsidiedossier voor noord-zuid-projecten. Los van de subsidies is het ook voor jezelf belangrijk dat je eens goed nadenkt over de vragen die gesteld worden in zo’n dossier. Op de tijdslijn vinden we al enkele zaken terug die bevraagd worden in een subsidiedossier. Wij gaan die nu verder uitwerken. We gebruiken hiervoor het subsidiedossier van de stad Brugge. Geven eerst een slecht voorbeeld van een antwoord, daarna laten we de deelnemers zeggen wat slecht is. 1. Doelstellingen Te algemeen. Niet meetbaar 2. Doelgroep Te algemeen Niet realistisch Weten niet concreet over wie het gaat 3. Stappenplan Geen verschillende stappen Te vaag 4. Begroting Te algemeen Onduidelijk Niet realistisch Goed antwoord: Denk eerst na hoeveel alles kost, vaak moet je zowel in euro als in de lokale munt een begroting opmaken. Informeer hiervoor bij lokale bedrijven. Een begroting moet alle kosten vermelden. Het is bijvoorbeeld niet goed om één prijs te vermelden voor de bouw van een school, maar je moet alle onderdelen van de bouw van die school apart vermelden (architect, vergunning). Overweeg ook altijd de kosten van een container ten opzichte van lokale aankoop. Voor subsidies heb je van alles ook een bewijs nodig, ook al is dit niet evident, geen bewijs is geen terugbetaling. Vermeld in je begroting ook waar je nog geld gaat vinden buiten de subsidie? 5. Duurzaamheid Wat wordt bedoeld met duurzaamheid? (vb. je bouwt een school maar zijn er ook leerkrachten al de school af is?) Een duurzaam project is een project dat ook nadat de subsidies gestopt zijn kan blijven bestaan. Bijvoorbeeld: als je een school bouwt is het belangrijk dat er ook gedacht wordt aan leerkrachten die kunnen blijven werken als er geen subsidies meer zijn. (eventueel via de lokale overheid irrigatiesysteem, zal er ook geld zijn voor onderhoud? ziekenhuis, dokters en verpleegster aanwezig op het moment dat er geen subsidies meer zijn? Je kan je project niet blijven steunen, na enkele jaren moet het zelfstandig blijven voortbestaan. Vb. kleren geven, voedsel geven, … is niet duurzaam Nog vragen? Iemand zijn project overlopen aan de hand van de tijdslijn en zo kijken hoe ver het project al gevorderd is. 20u45 -21u 00 4de pijler website bekijken via beamer In Vlaanderen is er specifiek voor deze 4de pijlerinitiatieven een steunpunt opgericht waar je terecht kan met al je vragen. Zij organiseren vormingen, geven advies en helpen je bij het schrijven van je projecten. Je kan je project ook registreren in de databank op de website van de 4de pijler. (Samen met de deelnemers kort de website (via beamer powerpoint of internet) bekijken van de 4de pijler: Helpdesk om contact op te nemen, kalender voor activiteiten 4 de pijler, registreer je 4de pijler onder rubriek 4de pijlers, databank onder rubriek 4de pijlers bij zoek een 4de pijler, je kan je ook registreren voor de nieuwsbrief rechts onderaan) Evaluatie: De vorming is interactief en beantwoordt een reële vragen van de doelgroep. Deze vorming werd voor het eerste georganiseerd in Kortrijk op 5/12/2013 en werd reeds herhaald in Brugge in 2013, in Oostende in 2014 en in Antwerpen in 2015. Documenten: zie google drive of harddisk hoofdkantoor o Flyer: nee o Presentatie: nee o Oefeningen: ja, ppt van een slecht voorbeelddossier o Andere: Bijlagen als voorbeeld