Naam: .......................................... Datum: ....................... Voorbereiding toets ‘Water ... een enorme rijkdom!’ Los onderstaande vragen op! Let op: de vragen op de toets komen uit deze bundel! Werk dus net zodat je de toets goed kan voorbereiden! Wie goed studeert zal uiteraard ook goede punten behalen! Succes!!!! 1. Geef de definitie van een rivier. ....................................................................................................................................................... 2. Geef de definitie van een kanaal. ....................................................................................................................................................... 3. Benoem de waterwegen. Kijk hiervoor naar de cijfers op de kaart! Duid ze ook aan op de kaart met een markeerstift. 1. __________________________ 3. __________________________ 2. __________________________ 10. _________________________ 11. __________________________ Denk goed na! Vergeet de rivieren ook niet aan te duiden met een markeerstift! Voorbereiding toets 4de leerjaar 1 Naam: .......................................... Voorbereiding toets 4de leerjaar Datum: ....................... 2 Naam: .......................................... Datum: ....................... 4. Vul de tekst verder aan. Kies uit: regent – wind – wolk – verdampt – waterdamp – water. Door de warmte van de zonnestralen _______________ het water van de zee, van rivieren en beken, grachten en plassen. Die _______________ gaat allemaal de lucht in en vormt daar een _______________. Door de _______________ komen die regenwolken in koude luchtlagen. Door die plotselinge koude wordt de wolk weer _______________ dat in druppels op de aarde valt. Dan _______________ het. 5. Vul het schema aan. Schrijf de volgende woorden in hun juiste hokje. zonnewarmte – verdampen – wolk – regen/sneeuw – rivier – grondwater zee Voorbereiding toets 4de leerjaar 3 Naam: .......................................... Datum: ....................... 6. Omkring het juiste antwoord. Een voorwerp blijft drijven als het voorwerp lichter/zwaarder is dan het water. Een voorwerp zinkt als het voorwerp lichter/zwaarder is dan het water. 7. Vul het schema aan. Schrijf de volgende woorden op hun juiste plaats. Kies uit: condenseren – smelten – stollen – verdampen – afkoelen – verwarmen – ijs – water - waterdamp Voorbereiding toets 4de leerjaar 4