Erfelijkheidsleer Aandoeningen FACULTEIT PYSCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar: 2015-2016 Opgesteld door: Yanah Franki Erfelijkheidsleer Aandoeningen Situering in de cursus: HF2 – Numerieke afwijkingen van de autosomen Naam aandoening Genotype Syndroom van Down/ › Trisomie 21 › Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 › 1 95% trisomie 21 Non-disjunctie/ maternale afkomst/ normaal karyotype 4% Robertsoniaanse translocatie 1% Moscaïsicme Fenotype › › › › › › › › IQ 40-50 Oogspleten Vlak gelaat Kleine oorschelpen Tong uit de mond Overtollige nekplooi Apenplooi id hand Kleine kromme pink Uitleg Meest frequent en best gekende chromosomale aandoening Extra info Numeriek autosomale afwijking Herhalingsrisico = 1% Meest voorkomende genetische oorzaak voor mentale retardatie Prenatale diagnose: serumtest, verdikte nekplooi, afwezigheid neusbeentje Postnataal onderzoek Patau syndroom/ Trisomie 13 › › › Meestal volledige trisomie 13 Zelden Robertsoniaanse translocatie Zelden mosaïcisme › › › › › › › Overlijden Gespleten lip/ verhemelte Huid-of botdefecten Extra vinger/tenen Onvolledig ontw. hemisferen Afwijking CZ Groeiachterstand (als ze overleven) Numeriek autosomale afwijking Herhalingsrisico = laag Edwards syndroom/ Trisomie 18 › › › Meestal complete trisomie 18 Zelden een translocatie Zelden mosaïcisme › › › › › › › Overlijden Kort borstbeen Convexe voetzolen (gezwollen) Overlappende vingers Meerdere aangeboren afwijkingen Groeiachterstand Mentale retardatie Numeriek autosomale afwijking Situering in de cursus: HF2 – Numerieke afwijkingen van geslachtschromosomen › › 85% 47XXY in alle mitosen 15% mosaïsicme › › › › › › › › Triple X syndroom/ XXX › › bijna altijd trisomie X moscaïscisme mogelijk › › › › › kleine teelballen onvruchtbaarheid onderontw. mannelijke geslachtskenmerken borstontwikkeling verhoogd risico op borstkanker groot gestalte/ledematen lager IQ leer-en gedragsproblemen Man heeft extra X chromosoom geen abnormaal fenotype normale vruchtbaarheid iets groter gestalte geen verhoogd risico op chromosomale afwijkingen bij kinderen vaak leerproblemen Vrouw heeft extra X chromosoom Diagnosticeren naar aanleiding onvruchtbaarheid Mannelijke numerieke geslacht chromosomale afwijking Behandeling: toedienen van testosteron in puberteit Vrouwelijke numerieke geslacht chromosomale afwijking Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 Klinefelter syndroom/ 47XXY 2 › › XYY syndroom/ 47 XYY › › Bijna altijd trisomie door non-disjunctie in meiose II Mosaïscisme mogelijk › › › › › › › Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 Turnersyndroom 3 › › › 50% monosomie 20% mosaïcisme 30% structurele afwijking in Xchromosoom › › › › › › › door laag IQ vaak onhandig slechte coördinatie Meestal vrij onschuldig Normale vruchtbaarheid Iets groter gestalte Verhoogd risico op chromosomale aandoening bij kinderen Vaker leerproblemen door laag IQ Meer crimineel gedrag Impulsief Man heeft extra Y chromosoom Mannelijke numerieke geslacht chromosomale afwijking voor de geboorte: oedeem na de geboorte: gezwollen handen/voeten uitblijvende menstruatie onvruchtbaarheid onderontw. vrouwelijke geslachtskenmerken nierafwijkingen grotere afstand tussen de tepels Vrouw heeft X chromosoom te kort Vrouwelijke numerieke geslacht chromosomale aandoening Behandeling: toedienen van oestrogeen en groeihormonen in de puberteit › Situering in de cursus: HF5 – Mendeliaans overervingspatroon Mucoviscidose › Homofilie B › veroorzaakt door mutatie in CFTR gen › Aandoening dat leidt tot onvoldoende werking van ademhalings-en verteringsfuncties › Ontbreken van eiwit factor X-gebonden recessieve 9 = stollingsmiddel aandoening Autosomaal recessieve aandoening Persoon bloed niet rapper maar wel sneller Duchenne musculaire › dystrofie › frameshift nonsens mutatie › Progressieve spierziekte = in rolstoel X-gebonden recessieve aandoening Aanvang: geboorte Becker musculaire dystrofie › inframeshift › Progressieve spierziekte = er is nog activiteit mogelijk X-gebonden recessieve aandoening Rett syndroom › › Vaak in de handen wrijven X-gebonden dominante overerving Situering in de cursus: HF6 – Niet-mendeliaanse overerving bij monogenetische aandoening Hereditaire hemochromatose/ HH › mutatie HFE gen › › › latente fase: geen symptomen biochemische fase: meer ijzer in het bloed (20j) klinische expressie: je krijgt er last van (40j) HFE gen zorgt voor ijzeraflating in het bloed Factoren die risico verhogen: hoog ijzer dieet, veel alcoholgebruik Factoren die risico verminderen: bloed verlies vrouwen minder kans Autosomaal recessieve aandoening (beide ouders zijn dragers) Aandoening met onvolledige penetrantie Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 Aanvang: latere leeftijd 4 omdat ze menses/regels hebben Situering in de cursus: HF6 – Mosaïcisme Osteogenesis imperfecta/ IO › mutaties aan genen COL1A1 en COL1A2 › Familial Adenomatosis Polyposis/ FAP › germinale mutatie van APC-gen › Germinaal mosaïsiscime meerdere poliepen op de dikke darm Erfelijke vorm van kanker (Tenzij het het gevolg is van Somatisch mosaïsiscme) Autosomaal dominante aandoening Somatisch mosaïsiscme Situering in de cursus: HF6 – Anticipatie Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 Ziekte van Steinert 5 › onstabiele CTG repeat › Aangetast (n>50) premutatie (n=38-49) normaal (n=5-37) Meitotische instabiliteit: lengte van repeats kan toenemen in opeenvolgende generaties Mannen geven minder CTG repeats door omdat ze expansie reguleren Fragiel X syndroom › › mutatie FMR1-gen die verantwoordelijk is voor CGG repeat loss off function › › › › › langwerpig gelaat ogivaal verhemelte grote teelballen lakse vingergewrichten liesbreuk Meest voorkomende erfelijke vorm van mentale retardatie bij jongens Maternele transmissie X gebonden recessieve aandoening Prader Willi syndroom/ PWS › › › Angelman syndroom/ › AS › › microdeletie op paterneel chromosoom uniparentale maternele disomie defect in IC › Microdeletie op materneel chromosoom Uniparentale maternele disomie Defect in IC › › › › › › › › › › › › › › › › matige mentale retardatie normale taalontw. Zelden epilepsie Zelden microcefalie Obesitas/eetstoornis Klein gestalte Amandelvormige ogen Smal voorhoofd Mentale retardatie syndroom Ernstige mentale retardatie Meestal geen taalontw. Vaak epilepsie Vaak microcefalie Eerder mager Normale geslachtskenmerken Normaal gestalte Prominente kin Blond haar Mentale retardatie syndroom Situering in de cursus: HF8A - Kankergenen Chronische myeloide leukemie/ CML › Translocatie van chromosoom 9 en 22 › CML ontstaan door activatie van oncogenen al gevolg van translocatie Chromosoom 22 geeft deel van zijn lange arm aan de lange arm van Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 Situering in de cursus: HF6 – Genomische imprinting 6 chromosoom 9. Omgekeerd geeft ook chromosoom 9 een del van zijn lange arm, met een stuk ABL-oncogen, aan de lange arm van chromosoom 22, die het BCR-oncogen bevat BCR + ABL = fusiegen = Philadelphia chromosoom sterke groei en abnormale ontw. witte bloedcellen Retinoblastoom/ RB › Defect aan RB1 gen › Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 › 7 Erfelijke vorm: jonge leeftijd en multifocaal Sporadische vorm: latere leeftijd, unifocaal Ontdekking eerst tumorsuppressorgen RB1 Situering in de cursus: HF8B – Sequenering en HF9A – Erfelijkheidsonderzoek voor neurodegeneratieve aandoeningen Ziekte van huntington/zvH › › ≤27CAG: geen gendrager, ziekte ontwikkeld niet , geen risico voor nakomelingen ≥ 40 CAG; gendrager , ziekte zal in de toekomst ontwikkelen, alle nakomeling hebben genetisch risico van › › › › › › › Afsterven van hersencellen Onwillekeurige bewegingen maken Evenwichtsproblemen Slik-en spraakproblemen Geheugenverlies Concentratiestoornis Afgenomen beoordelings en Diagnostiek: PCR – gel elektroforese Beginleeftijd 35-50 j Het is een ongeneeslijke ziekte; symptomen kunnen wel behandeld worden zodat men nog een kwalitatief leven heet Overlijden 15-20j na Autosomale dominante overerving › › 50% 27-35 CAG; ziekte ontwikkelt niet, zeer kleine kans op toename van aantal CAG ,herhaling van ziekterange in volgende generaties 36-39 CAG; kans op laattijdige en milde vorm van zvH, kans op toename van aantal CAG herhalingen naar ziekterange in volgende generaties › › › › › organisatievermogen Apathie Agressie Depressieve episodes Angsten psychosen diagnose Situering in de cursus: HF9B – Diagnostisch onderzoek Marfan syndroom › Mutatie in FBN1 gen; bouwsteen in bindweefsel › › › › › Lange vingers Platvoeten Borstbeenafwijking Verkromming van de ruggengraat Verplaatsing van de ooglens Vaststelling van deze ziekte duurt 6 maand omdat het gen groot is. Autosomaal dominante aandoening Erfelijkheidsleer | Academiejaar: 2015-2016 › 8