Diagnostiek van ontwikkelingsstoornissen • Donderdag van 9u-12u • Syllabus wordt ter beschikking gesteld • Taak: testen van een kind op vlak van leerstoornissen • 4 oefeningen: inschrijven ad valvas • Examen: open boek, vnl. casus + theoretische vragen Diagnostiek van ontwikkelingsstoornissen • Powerpoint presentaties op de website van de vakgroep – In zwart-wit en in kleur Ontwikkelingsstoornissen • DSM-III-R (1987) – mentale retardatie – pervasieve ontwikkelingsstoornissen – specifieke ontwikkelingsstoornissen • DSM-IV (1994) – ? – term wordt niet meer gebruikt • ICD-10 (1992) – F80 - F89: stoornissen in de psychologische ontwikkeling • JADD – ernstige kinderpsychopathologieën Ontwikkelingsstoornissen • aanvang in (vroege) kinderjaren • stoornis in de verwerving van taal, cognitieve, motorische of sociale vaardigheden • tamelijk stabiel verloop met progressieve verbetering (maar vaak blijven deficieten in volwassenheid) • meestal hogere prevalentie bij jongens • etiologie vaak onbekend, aanwijzingen voor een genetische / neurobiologische bepaaldheid Diagnostiek • Beschrijven en inventariseren van probleemgedrag: – Relevant – volledig (representatieve steekproef) – Objectief • Ordenen van probleemgedrag – empirisch classificatiesysteem ď‚® dimensionele benadering:vb. CBCL – klinisch classificatiesysteem ď‚®categorische of typologische benadering: vb. DSM, ICD – eigen structurering of analyse Diagnostiek moet multifactorieel gebeuren • verwarring van diagnostische niveaus zorgt voor pseudo-differentiële diagnoses: – – – – – 1. genetische of biologische oorzaak (etiologische diagnose) 2. neuro-anatomie 3. neurofysiologie, neurochemie 4. (neuro-)psychologie 5. klinisch (psychiatrisch) beeld Etiologische diagnose vs klinische diagnose • VOORBEELD 1 etiologische diagnose: – syndroom van Down klinische diagnose: – matige mentale retardatie Etiologische diagnose vs klinische diagnose • VOORBEELD 2 etiologische diagnose: – Fragiel x klinische diagnose: – autisme Genetische of chromosomale stoornis ~ gedragsmatig fenotype • Lesch-Nyhan syndroom zelfmutilatie • Prader-Willi syndroom abnormaal zoeken naar voedsel • Syndroom van Rett verlies van doelgerichte handbewegingen Mentale retardatie IQ • • • • MILD MATIG ERNSTIG DIEP • ZWAKBEGAAFD 50 - 55 tot 70 35 - 40 tot 50 - 55 20 - 25 tot 35 - 40 lager dan 20 of 25 71 tot 84