hier de presentatie bij dit onderdeel.

advertisement
Hoofdstuk 6: Kerk en christendom
tussen hervorming en verlichting
CONFESSIONALISERING
STAATSKERK
3. Staatskerk en tolerantie tussen reformatie en verlichting
Engeland
Puriteinen en independenten tegen de Engelse Staatskerk:
• Vorstelijk absolutisme en Anglicaanse staatskerk.
• Tegenkanting van de puriteinen/presbyterianen:
= calvinistische minderheidsgroep:
zuivere levenswandel.
tegen bisschoppelijke kerkstructuur.
• Gesteund door vele parlementsleden:
 Revolutie tegen koning Karel I (1642).
 Synode van Westminster: calvinistische hervorming, tevergeefs.
• Independenten, congregationalisten: kerk zonder staatsinmenging.
• Oliver Cromwell:
Terechtstelling van de koning & republiek (1649).
Godsdienstvrijheid (behalve voor RK).
Parlement ‘regeerde met bijbel’.
Lord protector: despoot.
Karel I (Antoon van Dijck) vs. Oliver Cromwell
3. Staatskerk en tolerantie tussen reformatie en verlichting
Engeland
Staatskerk en tolerantie:
• Herstel van de monarchie onder de Stuarts.
• Karel II, Jacobus II en de vrees voor rekatholisering.
• Act of Uniformity (1662): dominantie Anglicaanse kerk.
• Test Act (1673): enkel anglicanen in openbaar ambt.
• Glorious Revolution  Willem III van Oranje (1688):
Nederlandse koning-stadhouder.
Gehuwd met dochter Karel II.
• Toleration Act (1689):
Anglicaanse staatskerk.
Recht tot openbare belijdenis andere protestantse takken.
Glorious revolution: Willem III landt te Engeland
(5 nov. 1688)
3. Staatskerk en tolerantie tussen reformatie en verlichting
Engeland
Engelse protestanten niet in Anglicaanse staatskerk: dissenters
of non-conformisten.
Baptisten en quakers: eerste helft 17de eeuw:
• Baptisten: volwassendoop
John Milton, Paradise Lost, Paradise Regained.
John Bunyan, The Pilgrim’s Progress.
• Quakers of Society of Friends: persoonlijke ervaring innerlijke
verlichting.
Tegen uiterlijke vormen kerk&samenleving, ‘silent worship’.
Geweldloosheid en zorg noodlijdenden.
Rond schoenmaker George Fox.
William Penn & Pennsylvania (1682).
William Penn
3. Staatskerk en tolerantie tussen reformatie en verlichting
Frankrijk
Gallicaanse nationale kerk versus Rome:
• Opheffing van het Edict van Nantes: einde van de bescherming van de
protestantse minderheid (1685).
• Naar een nationale Kerk versus Rome: gallicanisme:
zelfbeschikkingsrecht Franse Kerk:
Tegen pauselijke belastingen.
Zelf bisschoppen kiezen.
• Lodewijk XIV versus Innocentius XI:
Vier gallicaanse artikelen (1682) door bisschop Jacques Bénigne
Bossuet en Franse geestelijkheid:
-Vorsten niet afhankelijk van paus voor wereldlijke zaken.
-Gezag paus voor geestelijke zaken onderworpen aan concilie.
-Uitspraken paus niet onfeilbaar als niet door Kerk bevestigd.
-Macht paus beperkt door wetten en gewoonten Franse Kerk.
Dreiging excommunicatie: terugtrekking van de artikelen (1682)
en onderwerping Franse geestelijkheid (1693).
Innocentius XI versus Louis XIV
Document
De Gallicaanse artikelen (1682)
I.
De macht over geestelijke en het eeuwige heil betreffende zaken is door God aan Petrus en zijn
opvolgers, aan de stadhouders van Christus en aan de kerk zelf gegeven, maar niet de macht over
burgerlijke en tijdelijke zaken, omdat Jezus zegt: “Mijn koningschap is niet van deze wereld” (Joh
18,36), en: “Geef aan de keizer wat de keizer toekomt, en aan God wat aan God toekomt” (Lc 20,25).
En daarom moet het woord van de apostel gelden: “Ieder mens moet zich onderwerpen aan de
gezagdragers die boven hem staan. Want er is geen gezag dan van God. Ook het bestaande gezag is
door God ingesteld. Wie zich dus tegen het gezag verzet, verzet zich tegen Gods verordening” (Rom
13,1-2).
De koningen en vorsten zijn dus volgens Gods verordening in wereldlijke zaken aan geen kerkelijk
gezag onderworpen. Zij kunnen door de kerkelijke sleutelmacht direct noch indirect afgezet worden.
Hun onderdanen kunnen niet van trouw en gehoorzaamheid en van de afgelegde eed van trouw
ontslagen worden. Men moet aan deze leer vasthouden die voor de openbare veiligheid noodzakelijk,
voor kerk en staat even heilzaam is, en die met Gods woord, met de overlevering van de vaders en met
het voorbeeld van de heiligen in overeenstemming is.
II.
De volledige macht over geestelijke zaken komt de apostolische Stoel en de opvolgers van Petrus als
plaatsbekleders van Christus zo toe dat tevens de decreten die in de vierde en vijfde zitting van het
Concilie van Konstanz over het gezag van de algemene concilies uitgevaardigd en door de apostolische
Stoel goedgekeurd zijn, en die door het gebruik van de Roomse bisschoppen en van de kerk zelf
bekrachtigd en door de Gallicaanse kerk voortdurend zeer consciëntieus in acht genomen zijn, geldig
en onwrikbaar gehandhaafd blijven. De Gallicaanse kerk stemt niet in met degenen die de kracht van
deze decreten proberen te verzwakken, doordat zij aan hun gezag twijfelen en het minder
gerechtvaardigd achten of doordat zij menen dat het concilie ze alleen voor de tijd van het schisma
uitgevaardigd heeft.
Document
De Gallicaanse artikelen (1682)
III.
Daarom moet het gebruik van het apostolisch gezag geregeld worden volgens de canones die met
bijstand van Gods Geest opgesteld en door de erkenning van de hele wereld geheiligd zijn. Terecht
bestaan de regels, de gebruiken en de instellingen die door het koningschap en door de kerk aangenomen zijn. De bepalingen van de vaders blijven onwrikbaar gehandhaafd. Het behoort tot de grootheid van de apostolische Stoel dat de statuten en de gebruiken die door de overeenstemming van een
zo verheven Stoel en van de kerken versterkt worden, hun eigen vastheid bewaren.
IV.
Ook in geloofskwesties heeft de paus het voornaamste woord. Zijn decreten betreffen de gezamen-lijke
en afzonderlijke kerken, maar zijn oordeel is niet onherroepelijk als de kerk er niet mee heeft
ingestemd.
Wij hebben besloten dit door de vaders aangenomene te sturen aan alle Gallicaanse kerken en
bisschoppen aan wier hoofd wij door het gezag van de Heilige Geest staan, opdat zij allemaal hetzelfde
leren en wij in dezelfde Geest en in dezelfde leer zijn.
4. De godsdienst van het hart in de zeventiende en
achttiende eeuw
Reacties op dorheid rechtzinnige theologie: persoonlijke vroomheid.
Nederlandse calvinisme: Nadere Reformatie.
 Voortzetting hervorming in eigen innerlijkheid.
 ‘Leerheiligheid is niet voldoende’.
 ‘Bevinding’: persoonlijke en doorleefde ervaring van de uitverkiezing.
 In conventikels.
 Oude schrijvers’, o.a. Willem Teellinck, Willem a Brakel.
 Op goede voet met Gisbertus Voetius en calvinistische orthodoxie.
 Jean de Labadie en de breuk met de officiële kerk: nadruk verdere hervorming.
4. De godsdienst van het hart in de zeventiende en achttiende
eeuw
Duits lutheranisme: piëtisme en de hernhutters
Persoonlijke bekeringsgeschiedenissen en doorleefde geloofservaringen
In huissamenkomsten.
Philipp Jacob Spener: grondlegger.
August Hermann Francke: theologische faculteit Halle
Tegen ‘theologie’.
Armenzorg.
Bijbelgenootschap.
Busskampf: boetestrijd.
Somberheid.
Nikolaus Ludwig von Zinzendorf en de herrnhutters:
Vrolijkheid: Christus heeft strijd al gestreden.
Zendingswerk.
Toenadering tussen de kerken.
4. De godsdienst van het hart in de zeventiende en achttiende
eeuw
Amerikaans Anglicanisme: Methodisme
• ‘Methodisch’ geloof: bijbel – avondmaal – armenzorg.
• Opwekking of revival: hel in felle kleuren, besef zondigheid, dramatische
taferelen (-> vervreemd van Anglicaanse kerk).
John en Charles Wesley.
George Whitefield - Noord-Amerika.
• Leger des Heils: evangelie in daad en woord.
William Booth (1865).
John Wesley preekt – Leger des Heils
4. De godsdienst van het hart in de zeventiende en achttiende
eeuw
Katholicisme: Heilig Hart en quiëtisme
• Devotie tot het H.-Hart als bron van Jezus’ liefde tot de wereld.
Kardinaal Pierre de Bérulle en de ‘Franse school’.
Marguerite-Marie Alacoque.
Aanvankelijk groot wantrouwen, pas in 19de E erkend.
• Quiëtisme: in de mystieke vereniging worden de vermogens van de
eigen ziel rustig (quies).
Conflict met de kerkelijke overheid: verwaarlozing sacramenten
en deugdenleven.
Miguel de Molinos.
Madame Guyon.
Mgr. François Fénelon.
4. De godsdienst van het hart in de zeventiende en achttiende
eeuw
H. Hart van Jezus
5. Het christendom wordt wereldgodsdienst:
zending en missie
Ontdekkingen en katholieke missionering
• Spanje, Portugal en de ontdekkingsreizen.
Vasco da Gama.
Christoffel Colombus.
• Katholieke missies gaan samen met
ontdekking en kolonisering.
• Alexander VI ‘verdeelt’ de wereld
Verdrag van Tordesillas (1494)
Verdrag van Saragossa (1529)
W. voor Spanje: Zuid- en Midden-Amerika.
O. voor Portugal: Afrika en Azië.
5. Het christendom wordt wereldgodsdienst: zending en
missie
Een Spaanse Kerk in Amerika
• Verovering van de binnenlanden Midden- en Zuid-Amerika  kolonisten
Cortez & Pizzaro
• Franciscanen, dominicanen, augustijnen, en later jezuïeten 
eigen bisdommen en aartsbisdommen.
• Schaduwzijden:
Kerk in de ban van de koloniale macht (Patronato).
Missionering door staat gesteund en zelfs afgedwongen.
Kerk volgens Europees model.
Zware uitbuiting van Indios (↔ Bartolomeo de las Casas).
Invoering van negerslaven uit Afrika.
Bartolomeo de las Casas
5. Het christendom wordt wereldgodsdienst:
zending en missie
Portugese invloedssfeer
• Handelsfactorijen op de kusten van Afrika en Azië.
• Congolese koning Alfonso introduceerde christendom  niet blijvend,
Afrika pas 19de E.
• Goa in Indië als uitvalsbasis van katholicisme in Verre Oosten.
Franciscus Xaverius s.j. naar Japan.
Methode van de accommodatie:
India: Roberto de Nobili s.j.
China: Matteo Ricci s.j.  ‘Ritenstrijd’.
Verboden!
Franciscus Xaverius, Roberto de Nobili, Matteo Ricci
5. Het christendom wordt wereldgodsdienst:
zending en missie
Missie in kerkelijke handen: los van staatsinmenging.
• 1622 – Gregorius XV – Congregatio de Propaganda Fide:
Rome als centrum van de missie.
Opleiding van een inheemse geestelijkheid.
Inheems kerkelijk leven.
• Frankrijk als leverancier van missionarissen:
Missions étrangères de Paris 1663  Azië.
5. Het christendom wordt wereldgodsdienst: zending en
missie
Reducciones
• Gemeenschappen van Indianen o.l.v. de jezuïeten
Gemeenschap van bezit.
Kerk  geloof.
School  vorming.
Landerijen  werk.
• Kritiek en afschaffing:
Onttrokken aan staatsgezag.
Portugese slavenhandelaars.
Grenswijziging: worden Portugees in 1750.
 Jezuïeten uit Brazilië verjaagd (1759).
The Mission
5. Het christendom wordt wereldgodsdienst:
zending en missie
Protestantse missies
• Republiek der Verenigde Nederlanden (vanaf 17de eeuw):
West- en Oost-Indische Compagnieën  Calvinistische predikanten.
Hernhutters.
Handelsbelangen primeren!
• Verdreven Engelse Puriteinen bij Noord-Amerikaanse Indianen.
John Eliot en de praying Indians (17de eeuw)
• Deense gebieden in Voor-Indië: Duitse piëtisten (begin 18de eeuw).
5. Het christendom wordt wereldgodsdienst: zending en
missie
Protestantse Zendings- en Bijbelgenootschappen: eind 18de eeuw.
• Baptist Missionnary Society (1792) e.a.
• Medestichter William Carey
Missionaris in Deens Voor-Indië
Vertaalde bijbel in Bengaals e.a.
Scholen voor inheemse helpers in het
missiewerk
• British and Foreign Bible Society (1804) e.a.
Verspreiding van de bijbel in de zending
Download