1 Handout christendom historisch - Vandaag de dag 2 miljard christelijke gelovigen, daarmee is het Christendom het grootste geloof ter wereld. We kunnen de Christelijke geschiedenis opdelen in 3 perioden: 1. De oude kerkgeschiedenis: 30-590 Beginpunt: Eerste pinksterdag 2. De Middeleeuwen: 590-1517 Beginpunt: Gregorius de Grote wordt paus 3. De nieuwe kerkgeschiedenis: 1517-heden Beginpunt: Maarten Luther die 95 stellingen tegen aflaat bekend maakte Toen Jezus was gekruizigd, waren er volgelingen die discipelen worden genoemd, die het geloof verspreidden. Het volk had het in die tijd niet erg goed, dus het Christendom gaf mensen hoop (vooral aan de onderlaag van de bevolking). Daarom verspreidde zich het vrij snel. Rome werd een belangrijke stad voor de Christenen, alleen werden ze er niet altijd geaccepteerd. De romeinen zelf waren toen nog polytheïstisch, en vervolgde de christenen omdat zij de keizer weigerde te vereren. Ondanks dat bleef het Christelijke geloof groeien. Ook in andere delen van ZuidEuropa en Egypte. Vanaf 313 werden christenen niet meer vervolgd (nadat Keizer Constantijn vrijheid aan de christelijke kerk ahd gegeven). In 325 werd het Christendom een staatsgodsdienst. Patriarchen (bisschoppen) van de grote steden werden kerkelijke leiders. In 481 werd Clovis koning van de Franken in 500 bekeerde Clovis zich tot het christendom, zodat hij steun zou kunnen krijgen van de paus. Rond 600 was iedereen in het Frankische rijk zo’nbeetje Christelijk. Monikken helpen met verder uitbreiden van het geloof, door mensen te overtuigen naar het Christendom. Omdat christendom zo ver uit elkaar was verspreid, ontstonden er tegenstellingen over de opvattingen van de bijbel tussen de kerken in West- en Oost Europa. Het westen erkende de katholieke Kerk, volgens hun was: - De paus als hoogste gezag - Latijn de kerktaal In het oosten werd de Orthodoxe kerk geaccepteerd, volgens hun was: - Patriarch van Constantinopel het hoogste gezag - Landstaal als kerktaal In 1054 verbraken deze Kerken de onderlinge banden definitief (schisma). In 1096 was de eerste kruistocht. Kruistochten werden georganiseerd om Palestina te bevrijden van de Moslims. De christenen die daar leeften, werden namelijk gemarteld door de Moslims. Paus riep mensen op om mee te doen, mensen deden mee omdat paus hen veel beloofte. Bijvoorbeeld een belastingvrij leven, en vergeving van zonden. 2 Christenen vervolgde zelf ook mensen, zo vervolgde ze ketters (anders denkenden) en heidenen (geen gelovigen). Vanaf 1200 kwamen er de rechtbanken van inquistitie, daar werden veel mensen op de brandstapel gegooit. Mensen waren bang om niet in god te geloven, dus sloten zich aan bij het Christendom. Eind van de middeleeuwen begonnen mensen steeds meer te twijfelen aan het christendom, meer mensen konden nu zelf lezen, en interpeteerde de bijbel anders dan hun altijd verteld was. Sommige mensen wilden alleen de misbruiken van de katholieke Kerk afschaffen, anderen wilden een heel nieuw geloof beginnen. Eentje waar het niet ging om de paus en priesters maar om god zelf en goed zijn tegen je medemens. Dit noemen we de hervorming of reformatie, de splitsing van de kerk, het protestantisme. Belangrijk persoon van de Hervorming was Maarten Luther (1483-1546). Hij wilde dat de mens zelf de bijbel ging lezen, en wilde sommige gebruiken van de kerk (zoals het pausschap) afschaffen. Luther had de bijbel vertaald naar volkstaal, en veel mensen stonden achter zijn standpunten. Een ander belangrijk persoon was Johannes Calvijn (1509-1564). Nadat Luther door de katholieke kerk was vervolgd, zorgde Calvijn voor een tweede “reformatiegolf” Hij had wel een andere interpetatie op het protestantisme. Dit zijn de grootste verschillen tussen het lutheranisme en calvinisme. -Bij lutheranen is de koning/keizer het hoofd van de Kerk, bij calvinisten bestuurt iedere gemeente zichzelf door een raad van gekozen ouderlingen. -Lutheranen hebben niks op de koning in te brengen, maar calvinisten mogen tegen hun koning in verzet gaan als deze handelt tegen Gods wil. Ook in Engeland splitste de kerk zich, de katholieke kerk veranderde naar de anglicaanse kerk. In die kerk was het wel mogelijk om te scheiden van je partner. Ook werd het celibaat, katholieke mis en het latijn als officiële kerktaal afgeschaft. De koning kon zelf de aartbisschop en bisschoppen benoemen. (opgericht in 1532, veranderd in 1563). Katholieke kerk voelde zich bedreigd door hervorming. Ze probeerde iedereen te verbranden die het protestantisme aanhing. Omdat veel mensen bang waren, bleven of werden veel mensen katholiek, dit heet de Contra-reformatie. Het gemartel aan beide kanten bleeft doorgaan tot in de 18e eeuw.In de 18e eeuw kwam er een scheiding tussen kerk en staat, en was je dus vrij te geloven wat je wou. In 1798 had de nederlandse staat een juridisch neutraal karakter door scheiding kerk staat. In 1848 invoering van vrijheid van onderwijs, het was mogelijk een school te starten zonder toestemming van de overheid. In 1889 werd er met de wet-Mackay bepaald dat het rijk ieder jaar aan de “bijzondere” (dus meestal katholieke scholen) een bepaald bedrag zou verlenen In 1902 werd besloten dat “bijzondere” scholen even veel geld mochten krijgen als openbare scholen.