Natuurkunde VWO 3 Hoofdstuk 3 “Elektriciteit”

Natuurkunde VWO 3 Hoofdstuk 3 “Elektriciteit”
Versie B
• Het betreft een 40 min toets. Leerlingen met verlenging hebben 50 min de tijd.
• Let erop dat je juist afrondt!
Opgave: duur lichtje
Een gloeilamp van 100 W staat een week lang aan. Een kiloWattuur kost €0,25
1) Wat kost het om deze lamp te laten branden in deze periode?
(4-T1)
Opgave: draadje
Een draad heeft een lengte van 4,0 m en een doorsnede van 2,0 mm 2.
De weerstand van deze draad is 0,60 Ω.
2) Hoe groot is de soortelijke weerstand van deze draad?
(3-T1)
Opgave: Constantaan
Er wordt een voedingskastje
aangesloten op een
constantaandraad. Een
spanningsmeter (V) meet de
spanning óver de
constantaandraad en een
stroommeter (A) meet de
stroomsterkte dóór deze
draad. De grafiek hiernaast
geeft het resultaat van deze
proef.
3) Teken het schakelschema van deze opstelling.
(4-T1)
4) Bereken de weerstand van de constantaandraad (haal de gegevens uit
(3-T1)
de grafiek).
5) Hoe zou de grafiek lopen als de constantaandraad twee keer zo lang
(2-I)
zou zijn (leg uit)?
6) Waarin zou de grafiek van een gloeilampje verschillen (Leg uit)
(2-T2)
Opgave: Gedoe met batterijen
Jolanda heeft een lampje van 6,0 V/0,050 A. Ze wil dit lampje op de juiste spanning en
stroomsterkte laten branden. Omdat ze op dat moment alleen een batterij van 9,00 V tot
haar beschikking heeft, besluit ze om een extra weerstand te gebruiken.
7) Bereken de weerstand van het lampje.
8) Hoe groot moet de extra weerstand dan zijn?
(3-T2)
(3-T2)
Het lampje brandt op deze manier van 19:00 tot 22:30.
9) Bereken het energieverbruik in Joule.
(4-I)
Opgave: Licht uit, spot aan en strijken maar…
Op een groep in huis worden de volgende apparaten aangesloten:
– een lamp met een weerstand van 800 Ω;
– een lamp met een weerstand van 500 Ω;
– een strijkijzer met een weerstand van 60,0 Ω.
10)Bereken de vervangingsweerstand van de drie apparaten.
(3-T1)
Opgave: Spoel
Een spoel AB is aangesloten op een spanningsbron. Zie
onderstaande figuur. De spanning over de spoel is 30 V. De
stroom door de spoel is 3,0 A. De doorsnee van de draad is 0,20
mm2 en de omtrek van een lus in deze spoel is 70 cm.
11) Hoe groot is de soortelijke weerstand van de draad in deze spoel?
(4-T2)
Een andere spoel is van hetzelfde materiaal gemaakt als spoel AB. De draad van deze
spoel is 14,7 m lang en heeft een doorsnede van 0,10 mm 2.
12) Bereken zonder de formule opnieuw in te vullen de weerstand van deze
spoel.
Opgave: Heb je eigenlijk iets uit je hoofd geleerd?
13)Welke kleur draad wordt er in een huis gebruikt om een schakelaar aan
te sluiten op een lamp?
14)Waarvoor dient de geel-groene draad in een stopcontact?
15)Op welke draad staat altijd spanning?
16)Waarvoor dient een aardlekschakelaar?
(3-I)
(1-R)
(1-R)
(1-R)
(1-R)