4 Havo Vathorst College Zelftoets Hoofdstuk 1 1 Hieronder staat een aantal uitspraken. Geef voor elk van deze uitspraken aan of deze waar of niet waar is. a In een isolator kunnen vrije elektronen bewegen. b De minpool van een spanningsbron oefent een aantrekkende kracht uit op de vrije elektronen in een aangesloten draad. c Kerncentrales en conventionele centrales wekken elektrische energie op met een generator. d Een generator zet warmte om in elektrische energie. e Een gesloten stroomkring bevalt altijd een spanningsbron. f De soortelijke weerstand van een materiaal is de weerstand van een denkbeeldige draad van dat materiaal met een lengte van 1 m en dwarsdoorsnede van 1 m2. g Zonnecellen zijn van een halfgeleider gemaakt. h De wet van ohm geldt voor alle apparaten. i Een aardlekschakelaar beveiligt de huisinstallatie tegen overbelasting. 2 Een lamp is aangesloten op een gelijkspanningsbron. In de schakeling zijn een voltmeter en een ampèremeter opgenomen. Teken het schakelschema. 3 Een led-lamp met een vermogen van 5,0 W brandt 7,0 uur. Bereken het energieverbruik van de lamp in kWh en in J. 4 Een 20 W-gloeilamp zendt per minuut 60 J licht uit. Bereken het rendement van de gloeilamp. 5 Door een apparaat loopt een stroom van 0,73 A. Bereken het aantal elektronen dat per seconde door het apparaat beweegt. 6 Het diagram van figuur 1 geeft het verband tussen weerstand en temperatuur van een component van elektrische schakelingen. Is de component een PTC of een NTC? 7 Een 5,0 W-led-lamp is aangesloten op de netspanning. Bereken de geleidbaarheid van de led-lamp. 8 In figuur 2 staat het schakelschema afgebeeld van een schakeling met een lamp en een diode. Leg uit of de lamp brandt. 9 Een draad met een lengte van 2,4 m en een dwarsdoorsnede van 0,80 mm 2 heeft een weerstand van 0,051 Ω. Bepaal van welk materiaal de draad gemaakt is. Figuur 2 10 Een weerstand van 10 Ω en een weerstand van 20 Ω zijn parallel geschakeld. Bereken de geleidbaarheid van de beide weerstanden samen. 11 Op een groep die is beveiligd met een 10 A zekering is een 2,5 kW-wasmachine aangesloten. Toon met een berekening aan of de zekering de stroom uitschakelt. 4 Havo Vathorst College R (Ω) 12 De schakeling van figuur 4 werkt als lichtsensor. De schakeling bevat een LDR. In het diagram rechts is te zien hoe de weerstand van de LDR afhangt van de verlichtingssterkte. Bepaal de uitgangsspanning tussen de punten P en Q bij een verlichtingssterkte van 100 lux. 350 300 250 200 150 100 50 0 0 200 400 verlichtingssterkte (lux) Figuur 4 13 Een autofabrikant heeft van één van zijn benzinemodellen een versie gemaakt met een waterstofcel en een elektromotor. In onderstaande tabel zijn de eigenschappen van de beide versies genoemd. a Bereken hoeveel nuttige energie de benzine auto (en dus ook de waterstofauto) per kilometer gebruikt b Bereken de tankinhoud in kg van de waterstofauto. Brandstof Rendement motor (en Waterstofcel) Figuur 5 Actieradius bij 120 km/h tankinhoud Waterstofauto Benzine auto Waterstofcel 0,87 Benzine 0,28 125 km 620 km ... 45 L