SO elektriciteit – 3 VWO Tijd: 50 minuten - Tussentijds niet afronden - Eindantwoorden afronden op 1 decimaal - Bij Rt hoeft geen gegeven, gevraagd, wel formules en berekeningen - Bij alle andere opdrachten noteer je stap 1 t/m 4 1. Formule 2. Gegeven 3. Berekening 4. Antwoord/Resultaat (eenheid) U = spanning (Volt - V) I = stroomsterkte (Ampère - A) R = weerstand (Ohm - Ω) SO elektriciteit VWO 3 2016-2017 Opdracht 1 juist/onjuist A.) In een parallelschakeling is de stroomsterkte constant. (R) B.) Een constantaandraad heeft een constante spanning. (R) C.) Met een elektroscoop kun je aan tonen hoe groot een elektrische lading is. (R) D.) Als de blaadjes van een elektroscoop elkaar afstoten, dan weet je dat de lading van het voorwerp dat bij de elektroscoop gehouden wordt negatief is. (R) E.) Je kunt een voorwerp positief laden door protonen naar dat voorwerp toe te wrijven. (R) F.) Onderstaande grafiek kan het U,I-diagram zijn van een gloeidraad van een lamp. (R) G.) Een stroommeter sluit je altijd parallel aan. (R) H.) De eenheid van lading is ohm. (R) I.) De totale weerstand wordt groter naarmate je meer weerstanden toevoegt in een parallelschakeling. (R) J.) Het is mogelijk om een schakeling te maken met 4 weerstandjes van 10 Ω, waarvan de vervangende weerstand kleiner is dan 10 Ω. (I) Opdracht 2 Bekijk onderstaand schakelschema. Bereken: A.) Rt = ? (T1) B.) It = ? (T1) C.) U4 = ? (T1) D.) U1 = ? (T2) Lukt vraag D.) niet? Neem dan voor U1 de waarde 45V. E.) I1 = ? (T1) F.) U3 = ? (T1) Opdracht 3 Bekijk onderstaand schakelschema. Bereken: A.) Leg uit dat geldt: Ut = 27,5 V (I) B.) Bereken de waarde van R1 (T2) Opdracht 4 Gekleurde LED’s Een LED (Light Emitting Diode) is een lampje dat licht uitzendt als deze in de doorlaatrichting geschakeld is. In figuur 1 staan de (U,I)-metingen van een aantal LED’s met verschillende kleuren. Diode (LED) In figuur 2 is een schakeling getekend waarin een rode LED (het driehoekje met pijltjes er boven) in serie geschakeld is met een weerstand ‘R’. De spanning U van de batterij is 3,00 V. Door de rode LED in figuur 2 loopt een stroomsterkte van 0,60 mA. A. Bepaal/bereken de grootte van de weerstand ‘R’. (T2) De rode LED in de schakeling wordt vervangen door een groene LED. De stroomsterkte door de groene LED is ook 0,60 mA. Hiertoe moet een andere weerstand ‘R’ in de schakeling worden opgenomen. B. Beredeneer (GEEN BEREKENINGEN) of de waarde van de weerstand ‘R’ dan groter of kleiner gekozen moet worden dan in de eerste situatie. LEG UIT! (I)