Openbaring 1:1-4a. Lezen: Openbaring 1:1

advertisement
1
Openbaring 1:1-4a. Lezen: Openbaring 1:1-8. Zingen: Gez.107:1,2; Gez.107:3,4; Ps.98:4 na
schriftlezing; Ps.119:1,49; LvK 63:1-5; Gez.10 en LvK 456:3.
Dia 1
Het is zondagmorgen.
Hijgend zet je je fiets op slot.
Je rent de kerkdeur binnen en je bent nog net op tijd: de ouderling van dienst is net begonnen aan de
mededelingen.
Verdraaid, er staat een witgedekte tafel voorin de kerk.
Je bent helemaal vergeten dat vandaag het avondmaal zal worden gevierd.
Had je je daar niet een beetje op kunnen voorbereiden? vraagt het stemmetje van je geweten.
Tja, gisteravond op de verjaardagsvisite zeker?
En verder was het gewoon een ontzettend drukke week: lange werkdagen en vaak heb je ook 's
avonds nog wat gewerkt.
Nou ja, nu maar proberen je te concentreren op de dienst.
Zou Piet er ook zijn vanmorgen?
O ja, daar zit hij.
Ik moet 'm straks na de dienst even aanschieten, want hij lijkt zijn mail niet te beantwoorden.
Trouwens, over de mail gesproken, we moeten straks nog even een herinneringsmailtje sturen over
het feestje van vrijdagavond.
Misschien vergeten ze het anders...
O. wacht even, wat zingen we nu eigenlijk?
Misschien herken je deze beschrijving.
Zit je ook niet vaak zo in de kerk?
Je gedachten dwalen gemakkelijk af naar van alles en nog wat.
Dia 2
Maar gaat het ook wel eens omgekeerd?
Dat je bijvoorbeeld een gesprek hebt met een collega en dat je ineens moet denken aan een lied dat
je zondag in de kerk hebt gezongen.
Of je loopt de Albert Heijn binnen en je denkt ineens aan die witgedekte tafel van zondag, net op het
moment dat die zwerver met straatkrant je vriendelijk groet.
Of als je op faceboek zit en je bent aan het roddelen over deze of gene en ineens komt die uitspraak
van Jakobus in je hoofd: de tong is een onberekenbaar kwaad, vol dodelijk venijn.
2
En je denkt: Oei, Ik moet stoppen met dit geroddel!
Hoeveel impact heeft het geloof op ons leven?
Verdringen we geloof en kerk niet gemakkelijk naar de rand van ons bestaan?
Welk verband is er tussen wat we op zondag horen en op maandag doen?
Wat heeft het geloof te maken met onze carrièreplanning, onze vriendschappen en relaties, onze
tijd- en geldbesteding, ons consumentengedrag?
In Openb.1:3 lezen we: “Gelukkig is wie dit voorleest en gelukkig zijn zij, die deze profetie horen en
zich houden aan wat hier gezegd wordt.”
Gelukkig ben je als Jezus Christus niet een plekje ergens in een uithoek van je bestaan heeft, maar als
Hij ook invloed op jouw heeft in het gewone leven.
Dia 3
In Openb.1:3 wordt erbij gezegd: de tijd is nabij!
Welke tijd?
De tijd dat Jezus terug komt.
De Here Jezus is bezig te komen, dat is het hoofdthema van Openbaringen.
En zijn komst brengt allemaal vreselijke rampen met zich mee.
Ja, je leest in Openbaringen vreselijke dingen. Dia 3.1
Je leest verhalen over enge beesten: een draak en een beest uit de zee en een beest uit de aarde …
En het gaat over allerlei vreselijke dingen die op aarde gebeuren: hongersnood, oorlog,
aardbevingen.
Er wordt voortdurend gesproken over massa’s mensen die dood gaan.
En uiteindelijk komt de grote dag van de afrekening en dan zullen heel veel mensen roepen: bergen,
val op ons, heuvels bedek ons!
Heel veel mensen zullen dan doodsbang zijn!
De enige manier om aan al dat oordeelsgeweld te ontkomen, is dat je schuilt bij Jezus, dat je je aan
Hem toevertrouwt en dat Hij dan ook invloed krijgt op jouw leven. Dia 3.2
Openbaringen is een boek vol waarschuwingen: pas op dat je wel goed kiest in je leven!
Maar er wordt ons beloofd dat die goede keuze ons ook gelukkig zal maken.
GELUKKIG ben je als je ervoor kiest om achter de Here Jezus aan te gaan. Dia 3.3
3
Gelukkig ben je als Hij op de eerste plaats staat in je leven.
Daar krijg je nooit spijt van, dan zal God je verrassen met een geweldig leven.
De Here heeft ons geluk op het oog.
Dat lijkt me een mooi uitgangspunt om mee in te steken: de Here heeft met het boek Openbaringen
ons geluk op het oog.
Dia 4
Ik wil eerst iets meer zeggen over de auteur van dit boek: Johannes.
Johannes was één van de leerlingen van de Jezus.
Het eerste wat we over hem lezen, is dat hij samen met zijn vader en zijn broer Jakobus bezig is met
de netten van hun vissersboot. Dia 4.1
Dan komt Jezus langs en Hij roept hen achter zich aan.
Meteen laten ze de hele visserijbusiness van hun vader achter en ze gaan met Jezus mee.
Johannes zat bij alles wat de Here Jezus deed op de voorste rang.
Want hij hoorde bij de meest vertrouwde kring van leerlingen. Dia 4.2
Je had natuurlijk de twaalf leerlingen, een speciale groep die Jezus had uitgekozen.
Maar van die twaalf waren er drie die een voorkeursbehandeling kregen: Petrus, Johannes en
Jakobus.
Deze drie waren erbij toen Jezus het dochtertje van Jairus uit de dood opwekte, de anderen niet.
Ze waren erbij toen Jezus op de berg een ontmoeting had met Mozes en Elia.
En in de tuin van Getsemane, waar Jezus zo doodsbenauwd wordt, zodat zijn zweet als
bloeddruppels van Hem afgutst, daar mogen deze drie leerlingen er vlakbij zijn: Petrus, Johannes en
Jakobus.
En van die drie heeft Johannes bij de Here Jezus het meest speciale plekje.
De Bijbel zegt dat hij de leerling was die Jezus lief had. Dia 4.3
Er was een bijzondere vriendschap tussen die twee.
Dat zie je ook aan het eind van Jezus’ leven, als de Here Jezus aan het kruis hangt.
Wie staat er dan vlak bij het kruis?
Johannes, hij staat naast Maria, de moeder van Jezus.
Jezus, aan het kruis, kijkt van de één naar de ander en zegt: Vrouw, hier is je zoon.
Hier is je moeder.
4
Johannes is degene aan wie de Here Jezus de zorg voor zijn moeder toevertrouwt.
Jezus vertrouwt Johannes meer dan wie dan ook.
Johannes heeft dat vertrouwen niet beschaamd.
Dat zie je bij de opstanding van de Here Jezus.
Hij is één van de eersten die op de dag van de opstanding naar het graf rent.
We lezen dan een kort zinnetje: ‘Hij zag het en geloofde.’
Hij geloofde, terwijl de meesten nog twijfelden.
Dia 4.4
Daarna heeft Johannes zijn leven gegeven aan de verkondiging van het evangelie.
We weten dat hij nog een tijd lang in Jeruzalem gewerkt, later kwam hij in Efese terecht.
Hij is iemand die later veel gezag had in de kerken. Dia 4.5
Dat zie je bijvoorbeeld aan de manier waarop hij zijn brieven inleidt.
Zijn eerst en zijn tweede brief begint hij zo: “Van de oudste”.
De oudste, zo noemt hij zichzelf en iedereen vindt dat normaal.
Hij was blijkbaar in de kerken van die tijd de oudste met het meeste gezag.
Dia 4.6
Hij was ook de enige die op een gegeven moment nog over was van de andere apostelen.
De anderen waren als martelaar gestorven.
Zijn broer Jakobus werd al vrij snel na Pinksteren onthoofd door Herodes.
En daarna zijn zijn andere vrienden en collega’s ook vermoord.
Petrus is gekruisigd in Rome, volgens sommigen is hij op de kop gekruisigd.
Bartolomeus werd doodgeslagen, Andreas werd gekruisigd, Tomas werd met een speer doorboord
en zo kunnen we nog even doorgaan.
Johannes was op een gegeven moment nog de enige die over was.
Hij was dus de enige die nog vanuit eigen ervaring kon vertellen over de Here Jezus.
Dat moet geweldig geweest zijn om die man over de Here Jezus te horen vertellen!
Toen hij oud was woonde hij in Efese.
Efese lag in wat ze toen Asia noemden.
Daar lagen ook de zeven andere steden die we in Openbaringen 2 en 3 tegen komen (zie plaatje)
Dia 5
5
In al die zeven steden waren kerken en Johannes heeft in al die kerken gewerkt.
Hij zal wel veel heen en weer hebben gereisd tussen die steden.
Hij heeft ook brieven geschreven en die brieven werden van de ene naar de andere kerk gebracht.
We hebben er drie in onze Bijbel staan.
Op die manier had hij een belangrijke functie in het netwerk van die kerken: Hij was de oudste.
Onvermoeibaar bleef hij doorgaan met het brengen van het evangelie.
Hij was niet te stoppen.
Terwijl hij wel gevaar liep.
Al zijn collega-apostelen waren vermoord.
En Johannes zelf kreeg ook met tegenwerking te maken, ze probeerden hem ook de mond te
snoeren.
Maar hij ging door.
Er is een oude overlevering waarin wordt verteld dat de Romeinen Johannes op een gegeven
moment in een pan met kokende olie hebben gegooid en dat hij dat daar door een wonder van de
Here levend uit is gekomen.
Net zoiets als de vrienden van Daniel die uit een brandende over worden gered.
Dit kan ook een verhaal zijn dat later verzonnen is, dat weten we niet zeker.
Maar het is wel zeker dat Johannes het niet makkelijk had als prediker van het evangelie.
Op een gegeven moment vindt de Romeinse overheid het mooi geweest.
Als Johannes niet stopt met te vertellen over de Here Jezus, dan moet hem de mond maar worden
gesnoerd.
Hij wordt verbannen naar Patmos, een eilandje dicht onder de zuidkust van het tegenwoordige
Turkije (plaatje).
Patmos is een klein eiland, de oppervlakte is 34 vierkante kilometer. Dia 6
Dat is nog een stuk kleiner dan Schiermonnikoog.
Er is weinig begroeiing op het eiland Patmos, dat zie je hier ook wel een beetje (foto).
Ik stelde me vroeger altijd voor dat Johannes daar helemaal alleen zat, dat Patmos onbewoond was.
Maar dat is niet zo.
Tegenwoordig zijn er een paar stadjes en dorpjes op Patmos.
Dat was toen ook al zo.
6
Op dat eiland heeft Johannes een visioen gezien.
Volgens oude verhalen kreeg hij dat visioen in een grot.
Daar zou hij al die wonderlijke dingen hebben gezien en gehoord en daar zou hij het ook hebben
opgeschreven.
Tegenwoordig is die grot een toeristische trekpleister, het hangt nu vol met schilderijen en iconen
over Johannes (foto). Dia 7
We gaan naar Openbaring 1.
Het begint zo: Openbaring van Jezus Christus die Hij van God ontving.
Openbaring, dat woord betekent onthulling.
Denk maar aan de onthulling van een standbeeld.
Eerst zie je het beeld helemaal niet, er hangt een doek over.
Maar dan wordt het doek weggetrokken en dan kun je het beeld bewonderen.
Dia 8
Zo ziet Johannes ook allerlei dingen die je eerst niet kon zien.
Maar het wordt nu onthuld.
Door wie?
Door de Here Jezus.
De Here Jezus heeft die openbaring trouwens niet van zichzelf, want we lezen in vs. 1 dat Jezus die
openbaring van God ontvangen had.
En de Here Jezus gaf de openbaring ook weer niet rechtstreeks aan Johannes, er was nog een
tussenschakel: de Here Jezus gebruikte een engel om de onthulling aan Johannes te laten zien.
Dus als we kijken hoe Openbaringen bij ons vandaag komt dan zien we deze lijn:
God – Jezus – engel – Johannes – Gods dienaren/wij.
De ontvangers van de openbaringen worden hier dienaren genoemd.
Dat slaat allereerst op de zeven gemeenten.
De gemeenteleden van die gemeenten zijn dienaren van God.
Maar als zij dat zijn, dan zijn wij dat ook.
Dia 9
Dat woord dienaren zegt veel over ons als christenen.
7
We zijn dienaren en we lijken daarin op de Here Jezus, die zegt – en dan heeft Hij het over zichzelf:
De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven
als losgeld voor velen (Mark.10:45).
Hij is daarin een voorbeeld voor ons.
Vindt u, vind jij dat een mooie naam voor jezelf: dienaar?
Stellen wij ons zo op in de kerk, als dienaren?
Is het niet zo dat we in de kerk er eigenlijk meer op uit zijn om bediend te worden?
We willen bediend worden met van alles en nog wat: boeiende erediensten, afwisselende diensten,
er moeten leuke dingen worden georganiseerd en natuurlijk moet er regelmatig een ouderling of
diaken langs komen.
We willen wel een beetje goed worden bediend, nietwaar?
Om misverstanden te voorkomen: natuurlijk mag je af en toe ook wel de vraag stellen: wat willen we
graag, wat spreekt ons vandaag het meest aan, hoe kan het evangelie vandaag het beste landen?
Maar dan blijft staan: we zijn geen kerkleden om gediend te worden, maar om te dienen.
We zijn dienaren.
Je belangrijkste vraag is dus niet: wat doen ze voor mij, maar: wat kan ik voor de Here en voor mijn
medekerkleden doen?
En het mooie is, dat je zo gaat lijken op de Here Jezus.
Je volgt daarin Jezus en trouwens ook Johannes.
Johannes zei niet op een gegeven moment: nou ga ik maar eens met emeritaat om te genieten van
mijn oude dag.
Nee, hij bleef zijn Heer dienen, Hij bleef de gemeenten dienen en je merkt aan hem dat hij daar ook
helemaal door gegrepen is.
Gegrepen door de Here Jezus, die Hij zelf heeft meegemaakt, maar die daarna altijd het centrum van
zijn leven is gebleven.
Dienaren, dat zijn wij ook.
Dan gaat Johannes verder: de dienaren van God krijgen te zien wat er binnenkort gebeuren moet.
Deze formulering – wat er binnenkort gebeuren moet – lijkt op wat we lezen in Dan.2. Dia 10
Daniel 2, daar wordt ons verteld dat koning Nebukadnezar een droom kreeg.
8
En dan zegt Daniel tegen Nebukadnezar: God heeft koning Nebukadnezar laten weten wat er aan het
einde van de tijd zal gebeuren.
De formulering in Openb 1:1 grijpt terug op deze formulering: God laat Johannes zien wat er
binnenkort gebeuren moet.
Aan het einde van de tijd wordt door Johannes vervangen door het woordje ‘binnenkort’.
Het gaat in Daniel 2 over een droom: Nebukadnezar krijgt een droom.
Het was een droom waar hij onrustig van werd.
Hij zag in die droom een enorm groot beeld. Dia 11
Het hoofd was van goud, de borst van zilver, de buik van koper, de benen van ijzer en de voeten van
ijzer vermengd met leem.
Daniel legt hem de droom uit en zegt: u, koning Nebukadnezar, bent het gouden hoofd van het
beeld.
En Daniel legt uit dat de rest van het beeld, de borst van zilver, de buik van koper enzovoort, dat zijn
de rijken die na het rijk van Nebukadnezar, die na het Babylonische rijk zullen komen.
Maar er gebeurt in de droom nog iets bijzonders: er kwam een steen aanrollen en die steen rolde
tegen het beeld aan en meteen verpulverde het hele beeld.
Daniel legt dan uit: die steen, dat is het Rijk van God.
En wij weten inmiddels dat de Jezus Christus het centrum en het fundament van Gods rijk is.
Deze droom laat volgens Daniel zien wat er aan het eind van de tijd zal gebeuren: aan het eind van
de tijd verpulvert het rijk van Christus alle wereldrijken.
Deze formulering ‘wat aan het eind van de tijden zal gebeuren,’ kom je dus weer tegen in Openb.1:
de Here Jezus laat aan Johannes op Patmos zien wat er binnenkort moet gebeuren.
‘Aan het eind van de tijden’ is vervangen door ‘binnenkort’.
Het eind van de tijd zal er dus binnenkort zijn.
Johannes bedoelt hiermee dat de laatste fase van de geschiedenis is ingegaan.
We leven in het laatste stukje van de geschiedenis van deze wereld.
De steen komt er al aan rollen.
En dat is nu net wat in het Openbaring wordt aangetoond, dat die steen met donderend geraas eraan
komt rollen.
9
Met donderend geraas, daarmee bedoel ik: het gaat gepaard met rampen: hongersnood
aardbevingen, oorlogen.
Wij zitten in de laatste fase van de geschiedenis.
Jezus komt eraan!
Johannes maakt het ons bekend.
Dia 12.1
En dan volgt die gelukwens, in vs.3: “Gelukkig is wie dit voorleest en gelukkig zijn zij die deze profetie
horen en zich houden aan wat hierin gezegd wordt.”
Hier wordt dus br ….. gelukkig geprezen, hij las ons vanm voor.
Maar dat was maar een klein stukje.
In de tijd van Johannes ging dat heel anders.
De mensen hadden zelf geen bijbel, ze moesten het hebben van het voorlezen in de kerk.
In een kerkdienst las iemand het hele boek Openbaring in één keer, van voor naar achter en daarna
ging het boek weer naar een andere gemeente.
Dan was je dus al gauw anderhalf uur bezig om naar alle 22 hoofdstukken te luisteren.
Dan komt er een hoop voorbij ineens!
Gelukkig ben je als je het leest en hoort en je eraan houdt.
Gelukkig ben je als je het hoort!
Ik weet niet of wij ons altijd zo gelukkig voelen als we in de Bijbel lezen of als de Bijbel op zondag
wordt uitgelegd.
Ik ben bang dat de routine, de gewoonte ons parten speelt en de glans er wel een beetje af haalt.
Maar intussen worden we hier wel gelukkig geprezen!
Je mag er nog steeds veel van verwachten als je in de Bijbel leest en als de Bijbel wordt uitgelegd.
Je mag er veel van verwachten, omdat de Heilige Geest het Woord gebruikt om jouw te veranderen.
De Heilige Geest gebruikt het Woord, op zo’n manier dat het Woord ook betekenis krijgt voor je
leven op maandag tot en met zaterdag.
De Heilige Geest wil ervoor zorgen dat het Woord je leven doortrekt.
Met hoe veel verwachting ga je om met de Bijbel? Dia 12.2
Met hoeveel verwachting luister je naar de uitleg van Gods Woord?
Je mag verwachten dat de Geest je erdoor verandert.
10
Maar wees er dan ook verwachtingsvol mee bezig!
Verwacht dat Hij je erdoor verandert, zodat je meer en meer een dienaar wordt.
Een dienaar van de Heer.
Gelukkig ben je als dat gebeurt.
Zo heeft de oude Johannes altijd geleefd.
Hij was ooggetuige van Jezus en Hij was helemaal vol van Hem en raakte niet over Hem uitgepraat en
uitgepreekt.
Zo verspreidde hij veel zegen.
Zo mogen we nog steeds veel zegen verspreiden als we verwachtingsvol het Woord lezen en er met
elkaar over doorpraten, elkaar ermee bemoedigen en waarschuwen.
Dia 13
“Van Johannes aan de zeven gemeenten,”
Het gaat in het visioen om de zeven gemeenten.
Daar is het visioen voor bestemd.
De zeven gemeenten, dat zijn dus die zeven gemeenten in Asia, waar ik het over had.
In hoofdstuk 2 en 3 vinden we voor elke gemeente een aparte brief.
Die brieven daar wil ik de komende weken over preken.
Maar die zeven gemeenten, dat zijn niet alleen die zeven, want het getal zeven heeft in Openbaring
ook altijd een symbolische betekenis. Dia 13.1
‘Zeven’ is het getal van de volheid, van de totaliteit.
Daarom staan deze zeven gemeenten voor alle kerken, voor de totale christenheid.
Wij zijn in die zeven gemeenten ook inbegrepen.
Als de Here Jezus aan Johannes verschijnt, dan begint Hij meteen over die zeven gemeenten.
Hij zegt niet eerst tegen Johannes: “Hoe gaat het met je, Johannes, je hebt het zeker wel moeilijk nu
je hier naar Patmos verbannen bent. Hoe gaat het met je gezondheid, je bent tenslotte ook de
jongste niet meer. Hoe kan Ik je bemoedigen?”
De Here Jezus heeft het niet over de noden en de behoeften van dit kind van Hem.
Hij richt meteen de aandacht op de gemeente.
Het gaat om de gemeenten, om de kerk.
Dat is voor ons iets om over na te denken.
11
Als ik aandacht krijg van iemand uit de kerk, dan wil ik het wel graag hebben over mezelf, over hoe
het met mij gaat, over mijn pijn en mijn vreugde, over mijn behoeften.
En dat soort aandacht moeten we ook wel voor elkaar hebben, het is nodig dat we met elkaar
meeleven.
Maar het kan in de kerk ook allemaal te therapeutisch worden, zo van: de kerk is er voor mijn
behoeften, om mij te helpen bij mijn problemen.
En dan is het nuttig om te lezen dat de Here Jezus niet in gaat op de problemen van Johannes, maar
Hij heeft het meteen over de kerk, de zeven gemeenten.
De focus wordt op de kerk gericht. Dia 13.2
Want dat is waar de Here Jezus Christus op focust: op de kerk.
De kerk staat in het middelpunt van zijn belangstelling.
Natuurlijk sta ik persoonlijk ook in zijn belangstelling en u en jij.
Hij leeft intens met ons persoonlijk mee.
Dat moeten we ook met elkaar doen.
Maar het gaat niet alleen om mij als persoon, het gaat om de kerk.
Als je verder leest in Openbaringen 1 dan zie je de Here Jezus staan tussen zeven gouden
lampenstandaards en die lampenstandaards, dat zijn de zeven gemeenten, dat is de kerk.
Hij is op de kerk gericht.
En Hij zegt nu tegen Johannes: “Johannes, ik ben bezorgd om hoe het gaat met de kerken.
Ik zie dingen die goed gaan in die kerken, maar sommige dingen gaan ook helemaal fout.
Dat moet jij ze vertellen, Johannes.
Je moet ze aansporen, bemoedigen, waarschuwen en zo moet je ze dienen.
Johannes, richt je op de kerk, net als Ik. 13.3
Ik heb die kerken lief, Ik heb mijn bloed voor ze gegeven, Ik heb mezelf voor ze gegeven.
Als je de Bijbelboeken in het NT leest, dan zie je dat de meesten geschreven zijn, niet voor
individuen, maar voor kerken.
Jezus zegt tegen Johannes en tegen ons: Ik geef mezelf helemaal aan de kerk en Ik wil dat jij er ook
op gericht bent om in de kerk te dienen, alles te doen wat goed is voor de opbouw van de kerk.
Geef je daarin, stap als het nodig is over je schaduw heen en heb de kerk lief zoals ik die lief heb!
12
Het is belangrijk hoe het met de kerk gaat, want de tijd is nabij, de Here Jezus is bezig te komen.
De komst van de Here Jezus zal gepaard gaan met rampen, oordelen, verleidingen.
Daarom moet de kerk sterk staan met Gods hulp.
We staan sterk als we goed naar de Here Jezus luisteren.
Dan zal datgene wat we in de kerk met elkaar delen invloed hebben op ons leven van maandag tot en
met zaterdag.
Daar mogen we elkaar bij helpen.
Gelukkig zijn we als we samen bezig zijn met de woorden van God, als we elkaar daarmee steeds
weer opscherpen en dienen. Dia 13.4
Gelukkig zijn we als we Gods Woorden horen en ons eraan houden.
Ook op maandag.
Amen
Download