Een vreemd geluid

Een vreemd geluid
De Ukkels zorgen voor de natuur. Ze strijden vooral tegen de
mensen. Want die maken geregeld een boel van het bos. Hun
leider is kolonel Blub. Hij doet zijn ronde. Hij nadert de
wachters. Die waken, bij de rand van het bos.
De wachters doen heel onrustig. Er is duidelijk wat aan de
hand.
Een paar van de soldaatjes doen heel vreemd. Ze drukken hun
oor tegen de grond.
Dat is duidelijk! Er moet wat zijn. Blub drukt ook zijn oor tegen
het bospad. ,,Wat is dat voor een vreemd geluid?! Het is net
een gebrom... Wacht eens... Nee, dat is het niet! Ik stap tot bij
de wachters. Ik wil weten wat dat geluid betekent.”
De kolonel stapt met grote passen naar de soldaten. Maar een
Ukkelwachter komt hem al tegemoet. ,, Hoort u ook dat
vreemde geluid, kolonel?” vraagt hij. Hoor...
Daar is het weer!” Waarachtig! De kolonel hoort het nu ook.
Heel duidelijk! Duidelijker dan daarnet, op bet bospad.
,,Wat zou dat zijn?” vraagt hij zich luidop af.
,,Misschien een boze hond, of een beer!” zegt een van de
wachters. Dat geloven de anderen niet. ,,Nee, dat is geen
geluid van een beer of een hond,” zegt Blub. ,,Maar wat het wel
is, dat weet ik ook niet.”
,,Hoor... daar is het weer!” onderbreekt een andere soldaat de
stilte.
,,Wat zouden we nu het best kunnen doen?” vraagt Blub.
Soldaat Morgenster krijgt een idee.
,,De kraaien moeten de omgeving afzoeken. Vanuit de lucht
moeten ze de omgeving afzoeken. Misschien ontdekken ze dan
wel wat. En als er gevaar dreigt, kunnen we ons verdedigen.”
De andere wachters knikken. Blub,vindt het ook geen slecht
idee.
De wachters roepen meteen vier kraaien naar beneden.
,,Luister eens,” zegt de kolonel. ,,Jullie moeten de omgeving
onderzoeken.
En als jullie iets ontdekken, kom het ons dan vertellen.
We troepen samen op de open plek, diep in het bos.”
Dan kijkt hij de wachters aan. Let goed op, vrienden.
Niemand mag stiekem in het bos komen. Ik vrees dat er onraad
dreigt.
Het is toch zo’n vreemd geluid!” Alle hoofdjes knikken weer ‘ja’.
Kolonel Blub haast zich weer het bos in. Want nu moet er heel
wat worden geregeld. De Ukkels mogen zich niet laten
verrassen. Ook niet door zo’n vreemd geluid!
Wat zou dit vreemde geluid wel zijn ?... Je kunt het zelf
bedenken. Je kunt ook lezen wat de schrijver bedacht heeft.