Bacon op het vuur

advertisement
NZ 21-11-09 katern 5 pagina 16
in Washington
De film Precious is zo controversieel als destijds
The Color Purple. Waarom zwarte Amerikanen
lachen bij incest in de bioscoop.
Bacon op het vuur
e bioscoopzaal is vrijwel
gevuld met een zwart publiek. We zien een lillende klomp zwart vlees, een
zestienjarig meisje van ruim honderd
dertig kilo: Claireece Precious Jones.
Zij ligt op haar rug en wordt verkracht
door haar vader.
„O my God!”, lachen zwarte mannen
achter me. „She’s got méat, baby!”
Claireece baart twee kinderen van
haar vader. Ook is ze analfabeet, net
als haar weerzinwekkende moeder,
die pannen naar haar hoofd gooit en
haar dochter afwisselend vernedert,
seksueel misbruikt, vertrapt.
„You bitch gonna keep yo fucking mouth
shut”, zegt de moeder tegen haar dochter.
„O shit! O shit! O shit!”, lachen ze nu
voor mij.
De film Precious, gebaseerd op de roman Push van de schrijfster Sapphire,
duwt je de perverse kant van armoede
door de strot die Amerika, ook zwart
Amerika, verafschuwt. Waar Amerikanen met de verkiezing van Obama bovenuit wilden stijgen. De zwarte regisseur Lee Daniels noemde de film zelf
„zó niet, Obama” . Dat is in de lawine
aan reacties die Precious hier losmaakt
nog steeds de meest adequate omschrijving.
Precious begon klein, maar won drie
prijzen op het Sundance filmfestival.
Waarna Oprah Winfrey en de zwarte
filmbons Tyler Perry er hun naam aan
verbonden. Inmiddels zijn de verwachtingen hoog voor de Oscars.
Buiten zie ik echte zware zwarte tieners rondlopen. Ik heb de donkere appartementen aan de andere kant van
de stad bezocht, mensen die geen zin
tot een fatsoenlijk einde konden brengen, omdat niemand ze het heeft willen leren. Ik heb de blèrende televisies
gehoord en de stank geroken van de
eeuwige pan bacon op het vuur.
In Precious komen ook steeds pannen met lillende lappen spek in beeld.
D
Recensenten vonden al die close-ups
te veel van het goede. Maar dat is niet
zo. Alles in Precious ligt er dik bovenop
en toch is merkwaardig genoeg niet
veel overdreven.
In een verhaal dat The New York Times
aan zijn film wijdde, zei Lee Daniels:
„Ik ben bevooroordeeld jegens mensen die donkerder zijn dan ik. (…) Obama is de president, en daarmee willen
we onszelf verheffen. Maar deel van
dat verheffen is dat we ons distantiëren van het aangezicht van Precious.”
Ik las het en realiseerde me dat het
klopt. Zelf ben ik trouwens ook alweer
in geen maanden aan de andere kant
van de stad geweest.
Ik bel Pulitzer Prize-winnaar Leon
Dash, tegenwoordig hoogleraar journalistiek aan de universiteit van Illinois. Die prijs kreeg hij voor een in
‘Zelf ben ik trouwens ook alweer in geen maanden
aan de andere kant van de stad geweest’
1994 gepubliceerde reeks verhalen
over een criminele, analfabete familie
in Zuidoost-Washington. Het werd
een geschiedenis van de zwarte onderklasse, gezien door de ogen van de betrokkenen zelf. Woedende lezers belden The Washington Post plat of zegden
hun abonnement op, want Dash „stigmatiseerde”.
„De zwarte middenklasse lijdt aan
collectieve zelfverdediging”, zegt Leon Dash, zelf zwart. „Ze hebben zich
altijd van arme zwarten afgewend,
wat ik begrijp, omdat blanken anders
niet in staat zijn hen los van de onderklasse te zien. Blanken hebben gewoon niet het vermogen zwarte klassen te onderscheiden.”
In de controverse rond Precious
wordt The Color Purple uit 1985 hier nu
weer genoemd. Die film ging ook over
incest, tienerzwangerschap, analfabetisme en colorism, de neiging van zwarte Amerikanen om ook zelf naar
huidskleur te discrimineren. The Color Purple zou zwarte mannen te negatief portretteren. Nu gaat het hier
over de vraag of Precious in engagement verpakte poverty porn is. In Precious komt geen blanke voor en ofschoon in de film meer dan duidelijk
is dat we hier een erfenis van slavernij
en discriminatie en slecht onderwijs
zitten te bekijken, heeft dat voor veel
zwarte Amerikanen toch iets van een
Holocaustfilm zonder nazi’s.
Bijna alle bij Precious-betrokkenen
tonen een kamikaze-achtige behoefte
alle schijn af te werpen. Popster Mariah
Carey laat haar echte, aandoenlijk lelijke gezicht zonder een spoor van makeup zien in haar rol van sociaal werkster.
De hier beroemde stand-up comedian
Mo’Nique (de moeder) wisselde glamour in voor okselhaar, een smerige
masturbatiescène en zweterige closeups. De fenomenale hoofdrolspeelster
Gabourney Sidibe (Claireece) zet al
haar klotsende honderddertig kilo’s
vet zonder terughoudendheid in.
Precious werd dan ook gemaakt om
te louteren. Lang niet iedereen ziet
daar het nut van in en de meeste ergernis over de film is te vinden in zwarte
media, zoals online magazine The Root.
„Ik hoef de film niet te zien”, schrijft
daar Jack White, die vindt dat Precious
aanzet tot „Schadenfreude” en verder
niets bijdraagt om de onderklasse te
verheffen.
Maar als Schadenfreude klonk het
lachen in de bioscoop toch niet.
„Ik ken geen enkele zwarte Amerikaanse familie zonder familieleden
die ergens zijn vastgelopen in de onderklasse”’, zegt Leon Dash tijdens
ons telefoongesprek. „Daarom lachen
zwarten om Precious. Lachen is afstand
houden van je schaamte.”
Margriet Oostveen
Download