Gemeenteraad van Leiden Verslag van de vergadering van de raadscommissie Ruimte en Bereikbaarheid, gehouden op donderdag 10 januari 2008 in het Stadhuis te Leiden Aanwezig: Leden commissie RB: De heer J. Boer (SLO), heer P. Bootsma (D66), mevrouw C. Broeyer (PvdA, voorzitter), mevrouw J. Clement (CU), mevrouw M. van Dongen (PvdA), de heer A. Flippo (CDA), de heer G. Holla (PvdA), de heer P. Kos (GL), de heer J. van der Kraats (SP), de heer P. Laudy (VVD), de heer L. Rademaker (SP), en de heer F. Zevenbergen (VVD) Leden college: De heer P. van Woensel (wethouder voor Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken) en de heer J. Steegh (wethouder voor Verkeer en Milieu) Raadsadviseur: Mevrouw L. van Heezik Mevrouw A. van Geen (Notuleerservice Nederland) Insprekers: Mevrouw Kolman, mevrouw Beumer, de heer Altink en de heer Sonneveld Afwezig: De heer B. Blankenstein (LL), de heer H. Keereweer (PvdA) 1. Opening en vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en verwelkomt alle aanwezigen, in het bijzonder de nieuwe wethouder de heer P. van Woensel. De voorzitter deelt mee dat berichten van verhindering zijn ontvangen van de in de aanhef als afwezig vermelde personen. De agenda wordt vastgesteld. 2. Actualiteit en regionale aangelegenheden De voorzitter deelt mee dat niemand zich heeft gemeld voor de actualiteit. De voorzitter brengt verslag uit van de AB-vergadering Holland Rijnland van 19 december 2007. Op de agenda van die vergadering stond onder meer de evaluatie van het woonruimteverdelingsysteem en de uitvoeringsovereenkomst Stedenbaan. De op basis van de motie uit Lisse voorgestelde veranderingen ten aanzien van de woonruimteverdeling kunnen pas over een half jaar worden doorgevoerd. De voorgenomen wijzigingen zullen in maart 2008 op de agenda komen van het AB en de verruiming van mogelijkheden voor starters zullen al eerder doorgevoerd worden. De evaluatie van de woonruimteverdeling zal eventueel nog op 29 januari in de commissievergadering geagendeerd worden. Er zijn voor die vergadering weinig stukken. Er hoeft dan geen aparte bijeenkomst georganiseerd te worden. De uitvoeringsovereenkomst stedenbouw is aangenomen. 3. Mededelingen en rondvraag De voorzitter deelt mee dat er twee vragen voor de rondvraag zijn ingediend. Een vraag van de SP aan wethouder Van Woensel over ouderenhuisvesting. Een tweede vraag van de PvdA aan wethouder Steegh over de fietsrempoortjes tussen de Lombokstraat en de Parkstraat. De heer Rademaker maakt melding van een door de SP georganiseerde bijeenkomst over een woonvisie op 17 januari 2008. Alle leden van de commissie hebben een uitnodiging ontvangen. Commissie RB dd. 10 januari 2008 1 Rondvraag De heer Rademaker vraagt de wethouder naar de stand van zaken van zijn technische vraag over de ouderenhuisvesting. Omdat daar na anderhalve maand nog geen antwoord op is gekomen herhaalt hij, zoals is afgesproken, de vraag in deze vergadering. Wethouder Van Woensel maakt excuses voor het niet volgens afspraak beantwoorden van de vraag. De verwachting is dat de doelstelling van 2560 levensloopbestendige woningen wel gehaald zal worden, maar niet binnen de gestelde tijd tot 2011. De wethouder is voornemens een vertrouwelijke brief aan leden van de raadscommissie te zenden om hen te informeren over de locaties waar wel snel gebouwd kan worden en de aantallen woningen. De vertrouwelijkheid houdt verband met nog niet afgeronde onderhandelingen met marktpartijen en informatie aan buurtbewoners over voorgenomen locaties. De voorzitter zegt dat de wethouder met een brief komt waarmee de commissie in vertrouwen nader wordt geinformeerd. Mevrouw Van Dongen vraagt waarom de fietsrempoortjes tussen de Lombokstraat en de Parkstraat zijn verwijderd en of die poortjes teruggeplaatst worden. Wethouder Steegh antwoordt dat de hekjes voor de jaarwisseling zijn weggehaald op verzoek van de politie. Er waren aanwijzingen dat jongeren van plan waren de poortjes te vernielen om een vluchtroute te creëren. De poortjes worden in januari teruggeplaatst. De heer Boer vult aan dat rekening gehouden moet worden met het mogelijk weer verwijderen van de poortjes in verband met de werkzaamheden aan de riolering. Dat blijkt niet van toepassing. 4. Toezeggingenlijst van 15 december 2007 De voorzitter deelt mee dat er geen vragen of opmerkingen zijn over de toezeggingenlijst en zij stelt daarom voor de lijst vast te stellen als hamerstuk. Het voorstel wordt aangenomen. 5. Vaststellen van verslagen van de commissie RB d.d. 8 november en 11 december De voorzitter deelt mee dat de heer Rademaker en de heer Boer hebben aangegeven dat er onjuistheden zitten in het verslag van 8 november 2007. De band is nageluisterd en het gewijzigde verslag is uitgereikt. De heer Boer geeft aan dat zijn opmerking nog niet juist gewijzigd is. De raadsadviseur zal contact opnemen om de wijzigingen te bespreken. De vaststelling van het verslag wordt aangehouden. Mevrouw Clement heeft twee technische wijzigingen aangeleverd op het verslag van 11 december. Die wijzigingen zijn overgenomen. Het verslag wordt vastgesteld. 6. Voorrang bestuurders van rechts (rv 070149) De raad wordt gevraagd drie provinciale subsidies voor een bedrag van 243.907 euro toe te voegen aan een al beschikbaar gesteld krediet. Mevrouw Clement is kritisch over de kwaliteit van de notitie. De voorzitter vraagt of de commissie kan instemmen met het ter beschikking stellen van de drie van de provincie gekregen subsidies voor het uitvoeren van herinrichtingmaatregelen, zodat bestuurders die van rechts komen voorrang krijgen. Dat is het geval. Op voorstel van de voorzitter wordt het raadsvoorstel als hamerstuk naar de raad gestuurd. 7. Herinrichting Vijf Meilaan (070161) Commissie RB dd. 10 januari 2008 2 De raad wordt gevraagd verschillende kredieten ter beschikking te stellen voor de herinrichting van de Vijf Meilaan. Door zes personen zijn schriftelijke zienswijzen ingediend tegen het voorstel en ontwerp tot herinrichting van de Vijf Meilaan. Deze personen zijn uitgenodigd om te komen inspreken. Er hebben zich twee insprekers gemeld. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kolman. Mevrouw Kolman geeft een toelichting op de ingediende schriftelijke zienswijze. Zij heeft bedenkingen tegen de voorziene locatie van de bushalte. Er is daar onvoldoende veilige gelegenheid voor passagiers om van en naar de bushalte over te steken. Zij bepleit de bushalte 20 tot 25 m op te schuiven in noordelijke richting. De veiligheid van de buspassagiers, de buurtbewoners en de bezoekers van de tandartspraktijk is daarmee gebaat. De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Van der Kraats meent dat de plaats van de bushalte in het ontwerp al gewijzigd is. Wethouder Steegh bevestigt dat. De heer Laudy vraagt aan mevrouw Kolman of die verplaatsing wat haar betreft voldoende is. Mevrouw Kolman zegt dat die verplaatsing op de tekening maar om vier of vijf meter gaat. Dat is haars inziens niet voldoende. De heer Bootsma wil graag weten hoe het precies zit. Wethouder Steegh zegt toe te zullen nagaan hoe het zit, of verdere verplaatsing mogelijk en nuttig is en daarover informatie te zullen verstrekken vóór de behandeling in de raad. De voorzitter schorst de behandeling van dit agendapunt, omdat de tweede inspreker nog niet aanwezig is. Eerst zal het agendapunt 8. behandeld worden. Nadat agendapunt 8. is afgehandeld opent de voorzitter de behandeling van dit onderwerp opnieuw en geeft het woord aan mevrouw Beumer. Mevrouw Beumer merkt het volgende op. Wanneer een fietser of voetganger in botsing komt met een gemotoriseerd voertuig dat 50 kilometer per uur rijdt dan zal dit tot ernstig letsel lijden. Men komt hierdoor in het ziekenhuis terecht of overleefd het niet. De maatschappelijke kosten van alle verkeersongevallen bedragen in Nederland jaarlijks 12 miljard euro. Het aantal verkeersdoden onder fietsers en voetgangers is de laatste jaren toegenomen. Wat de Vijf Meilaan betreft: rondom deze drukke verkeersstraat, die een doorgangsweg is; bevinden zich er aan weerszijden van de weg in deze buurt verschillende faciliteiten: het winkelcentrum, een zwembad, sportvelden, diverse scholen. De bewonersopbouw uit mijn omgeving bestaat voornamelijk uit bejaarde mensen, en gezinnen met kleine kinderen. Allen zijn zij kwetsbaar in het verkeer. Ouderen omdat zij meer tijd en aandacht nodig hebben, en kinderen omdat zij (afhankelijk van de leeftijd) nog niet het juiste en voldoende inzicht in verkeerssituaties hebben. Automobilisten rijden hard over de Vijf Meilaan, deze ervaring heb ik zolang ik er woon, loop/fiets. Ze rijden zeker 50 en soms harder. De regel dat men voor een voetganger zou stoppen die zich op/bij een zebrapad bevindt, wordt door gemotoriseerd verkeer bijna nergens en zelden gehonoreerd. Soms moet je zelfs weer snel terug springen omdat men anders over je heen rijdt, dit is mij meerdere malen overkomen. De automobilist zit te bellen en ziet je daardoor niet of die rijdt gewoon graag hard door zonder onderweg ergens voor te stoppen. Altijd haast! Omdat ik erg voorzichtig ben en snel genoeg heb ik me ongedeerd weten te redden. Maar voor zwakkere groepen zoals kinderen en ouderen, wil ik u verzoeken om oversteekplaatsen maximaal te beveiligen. Hiervoor zijn diverse middelen mogelijk: verkeerslichten, een voetgangersbrug/tunnel. Commissie RB dd. 10 januari 2008 3 Verkeerslichten zouden bijvoorbeeld door bediening van voetgangers op rood kunnen springen voor de auto’s, en verder continu op groen voor het gemotoriseerde verkeer wanneer er geen voetgangers over willen steken. Mijn jarenlange empirische ervaring van voetganger/fietser is dat: auto’s, vrachtwagens, bestelbussen etc. hebben haast, ongeacht de weg breed of smal is Zij zullen altijd ‘racen’, omdat men zich continu zo snel mogelijk van punt A naar B wil verplaatsen. Ik vraag de Gemeente Leiden voor diens burgers te zorgen door middel van: Een veilige oversteekmogelijkheid voor voetgangers op de Vijf Meilaan, Meer snelheidsremmende maatregelen voor het gemotoriseerde verkeer en een beveiligde oversteekplaats voor voetgangers. De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen. Mevrouw Clement vraagt of de maatregelen voor een specifiek deel van de Vij Meilaan gevraagd worden. De heer Bootsma vraagt of een extra rotonde op de Vijf Meilaan in de ogen van mevrouw Beumer afdoende zou zijn. De heer Van der Kraats had dezelfde vraag. Mevrouw Beumer antwoordt dat een centrale plaats in het midden van de wijk met een goede oversteekplaats wenselijk is. Een rotonde is niet voldoende veilig. De voorzitter dankt de insprekers voor hun bijdrage. Het presidium heeft besloten de inhoudelijke behandeling meteen na het horen te plannen. De vraag is of de raad akkoord kan gaan met het ter beschikking stellen van de kredieten voor verschillende herinrichtingsmaatregelen aan en bij de Vijf Meilaan. De voorzitter geeft het woord aan de heer Holla. De heer Holla is blij dat de aanpassing van de Vijf Meilaan ter hand genomen wordt. De heer Holla is geen voorstander van het fietspad dwars door het voetgangersgebied. Verkeersstromen moet elkaar gehaald worden. Een tweede vraag is waarom het fietspad tussen de laad- en losstrook en de stoep gesitueerd is. Dit is vragen om moeilijkheden. De heer Holla meldt ook dat de PvdA nadrukkelijk voorstander is van fietspaden met rood asfalt. De heer Flippo zegt dat het CDA voorstellen voor rood asfalt ook zal steunen, echter met uitzondering van vrijliggende fietspaden, vanwege de hogere kosten. De heer Flippo is bezorgd dat bij het gezondheidscentrum invalidenparkeerplaatsen verdwijnen en vraagt de wethouder daar naar te kijken omdat de alternatieve parkeerplaats te ver weg ligt. De herprofilering heeft grote gevolgen voor de verkeersafwikkeling in een groot gebied. Spreker stelt voor om in plaats van met het statische verkeersmodel, de plannen eerst nog te toetsen aan de hand van een dynamisch verkeersmodel om meer inzichten te verkrijgen in de gevolgen van de herprofilering. Spreker wil het voorstel aanhouden tot de plannen zijn doorberekend met een dynamisch verkeersmodel. De heer Bootsma beperkt zich tot onderwerpen die nog niet aan de orde zijn geweest. Spreker is ook van mening dat de kwalificatie dat er ‘waarschijnlijk geen probleem’ is, niet overtuigend genoeg is. Spreker vraagt om naar de mogelijkheden te kijken voor snelheidsbeperkende maatregelen op de Vijf Meilaan. De heer Bootsma vraagt de wethouder tegemoet te komen aan de geuite bezwaren. Mevrouw Clement zegt dat haar fractie in grote lijnen geen probleem heeft met het voorstel. Zij vraagt of de inzet van de middelen uit de reservering voor zogenaamde ‘black spots’ ten koste van andere projecten gaat. Spreekster dringt ook aan op monitoren van de gevolgen van de herinrichting voor kwetsbare verkeersdeelnemers. De heer Laudy uit complimenten over het voorstel en zegt dat zijn fractie kan instemmen met het verlenen van de gevraagde kredieten. Spreker vraagt de wethouder goed te kijken naar de situatie van de bushalte bij de Van der Helmstraat en vraagt met klem om verdere verplaatsing. De heer Boer is er tevreden over dat er toch nog gelegenheid is voor inspraak en zou in de toekomst graag willen dat de raad eerder bij planvorming wordt betrokken. Spreker heeft de indruk dat de Commissie RB dd. 10 januari 2008 4 rotonde vooral wordt aangelegd met het oog op de supermarkt op die plaats. De heer Boer steunt de voorstellen voor een veilige oversteekplaats. De voorzitter vraagt de wethouder te reageren. Wethouder Steegh antwoordt dat het positief is dat er overwegend instemming is met de plannen. Het fietspad dwars door het voetgangersgebied is gekozen omdat de ervaring is dat fietsers niet willen omrijden, fietsers gaan toch over het plein rijden en op deze wijze kan het fietsverkeer zo duidelijk en zo veilig mogelijk worden afgewikkeld. De keus voor de kleur van alle fietspaden is hier niet aan de orde. De wethouder zegt toe te zullen kijken naar de parkeergelegenheid voor invaliden bij het gezondheidscentrum en geeft aan dat de alternatieve plek inderdaad wel verder van het Gezondheidscentrum komt af te liggen. Spreker zal de raad informeren over een andere locatie voor de invalidenparkeerplaats, rekening houdend met de zichtlijnen bij het oversteken. De wethouder stelt dat al gebruik gemaakt is van een dynamisch verkeersmodel en dat de plannen nadrukkelijk gemaakt zijn met het doel de veiligheid te verbeteren. De beschikbare middelen voor ‘black spots’ worden hiermee niet geheel uitgeput, er blijven middelen beschikbaar voor andere projecten. De rotonde bij de supermarkt is ook met het oog op de verbetering van veiligheid gekozen. Het situeren van het fietspad tussen de laad- en losruimte en de stoep is het gevolg van het kiezen uit twee kwaden, vooral vanwege de dode hoek van vrachtauto’s. Er moet voorkomen worden dat de vrachtwagens het fietpad oversteken. Daarom ligt de laad- en los plek naast het fietspad. Hoewel niet ideaal, omdat dan met de laad- en los karren het fietspad overgestoken moet worden. Dit is wel veiliger. De structuur van het winkelcentrum brengt de keuze met zich mee. De inrichting van de ruimte is vooral gericht op het verbeteren van de veiligheid. De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen in tweede termijn. De heer Laudy geeft aan dat hij voorenmen is om een motie in te dienen bij de raadsbehandeling over het verder verplaatsen van de bushalte in noordelijke richting. De heer Flippo vraagt of de gemeente de beschikking heeft over een dynamisch verkeersmodel of dat een extern bureau het onderzoek heeft verricht. De heer Flippo vertrouwt erop dat er door het gebruik van een dynamisch model geen verrassingen te verwachten zijn. De wethouder zegt dat de gemeente helaas nog niet beschikt over een eigen dynamisch verkeersmodel en dat nu gebruik gemaakt is van een model van een extern bureau. De heer Boer doet suggesties om veilig oversteken door voetgangers te verbeteren en adviseert in de plannen ruimte te maken om openbaar vervoer te verbeteren en ruimte te bewaren om in de toekomst tram of Randstadrail te realiseren. De wethouder antwoordt dat juist gekozen is de wegen te versmallen, ook bij de rotonde, om de oversteek zo kort mogelijk te maken. De voorzitter stelt vast dat de wethouder de toezegging heeft gedaan te bezien of het verplaatsen van de bushalte en de invalidenparkeerplaats bij het gezondheidscentrum gerealiseerd kunnen worden. De informatie van de wethouder is uiterlijk volgende week vrijdag beschikbaar, zodat de fracties de maandag daarna kunnen bepalen of een motie wordt ingediend. De heer Holla laat weten wel overtuigd te zijn van de afweging voor de laad- en losgelegenheid naast het fietspad. Hij wil eventueel nog wel een motie indienen om het fietspad over het plein te verplaatsen. De heer Boer stelt nog nadrukkelijk dat de Stadspartij voor een beter, geïntegreerd openbaarvervoersysteem voor geheel Zuid-Holland is. De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad kan, tenzij de aangekondigde moties worden ingediend. Commissie RB dd. 10 januari 2008 5 8. Afhandeling motie capaciteit Fietsenstalling bij CS Bij de begrotingsbehandeling 2007 is een motie door de raad aanvaard waarin het college wordt opgedragen een onderzoek te houden naar de mogelijkheden om aan de voorzijde van het centraal station Leiden het aantal fietsenstallingen uit te breiden. Van het college is nog niets vernomen over de afhandeling van deze motie. Op verzoek van de PvdA, destijds de indiener van de motie in de raad, is de afhandeling van de motie nu op de agenda gezet. De PvdA wil weten wat de stand van zaken is. De voorzitter geeft het woord aan de heer Holla. De heer Holla stelt dat het ernaar uitziet dat de fietsvoorzieningen bij het station uiteindelijk mooi en goed zullen worden, maar dat het zaak is om, tot het zover is, de stallingmogelijkheden vooral aan de voorzijde van het station te verbeteren. De heer Holla wil dat het college met creatievere oplossingen komt. Wethouder Steegh stelt dat aan de stadzijde van het station de capaciteit inderdaad onvoldoende is om de enorme toename in het fietsverkeer op te vangen. De wethouder maakt melding van aanbesteding van het plaatsen van 160 extra fietsklemmen op de plaats tussen taxistandplaats en station. Het gebruik van andere tijdelijke stallingplekken op het terrein van de voormalige Club 70 en een strook grond van de gemeente wordt nog bekeken in afwachting van het gereedkomen van de fietsparkeerkelder aan de zeezijde van het station. Een lastig punt is dat veel fietsers dicht bij het station, het liefst op het perron, willen stallen. De heer Holla neemt met instemming kennis van de plannen. Spreker verzoekt om de motie nog niet als afgedaan te beschouwen en bepleit het creatief zoeken naar oplossingen. Spreker noemt nog de mogelijkheid van de plaats van de taxistandplaats en een strook gras aan de achterzijde van het station. De voorzitter geeft ook andere leden gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Laudy steunt de opmerkingen van de vorige spreker maar vraagt zich af of de voorzieningen binnen het bestaand budgettair kader gerealiseerd zullen worden. De heer Flippo noemt het aspect van het gebrek aan overzichtelijkheid van het plein aan de stadzijde van het station. De heer Bootsma heeft in antwoord op eerdere vragen schriftelijke informatie ontvangen. Zijn fractie neemt ook met instemming kennis van de plannen en onderschrijft het advies te zoeken naar creatieve oplossingen en het aanmoedigen van fietsgebruik. Wethouder Steegh antwoordt op de vragen dat nu niet op technische details wordt ingegaan, maar dat de opdracht duidelijk is. De wethouder vraagt wethouder Van Woensel te kijken naar het idee van fietsstallingsmogelijkheden op de plaats van de taxistandplaats in het kader van Leiden Centraal Project. De wethouder zegt dat de strook gras aan de achterzijde geen eigendom van de gemeente is en binnenkort bebouwd zal worden. De 160 fietsklemmen worden inderdaad binnen het budget gerealiseerd. Ten aanzien van het overzicht stelt de wethouder dat die op de fietspaden goed is. WAT STAAT HIER? De wethouder zal de mogelijkheden voor verdere uitbreiding bezien. De voorzitter rondt het onderwerp af. De afhandeling van de motie zal in een toekomstige vergadering aan de orde komen. De voorzitter dankt wethouder Steegh voor zijn bijdragen. 9. Aanpassen huisvestingsverordening 1998 op punt van splitsingsvergunning (07128) De voorzitter licht het agendapunt toe. In de vorige vergadering heeft Lex de Boer van Portaal ingesproken. Hij heeft de wenselijkheid van de voorgestelde wijziging van de Huisvestingsverordening benadrukt. De wijziging van de Huisvestingsverordening heeft alleen betrekking op het schrappen van het vereiste van een splitsingsvergunning als de hoeveelheid en indeling van de woningen door splitsing hetzelfde blijft. De raad wordt gevraagd met deze wijziging in te stemmen. Commissie RB dd. 10 januari 2008 6 De voorzitter geeft het woord aan de heer Rademaker. De heer Rademaker meent dat de wijziging vooral bedoeld is om de verkoop van woningen te vereenvoudigen. Zijn fractie wil met het voorstel instemmen. De SP is voorstander van een makkelijkere procedure. Dit dan wel onder de voorwaarde van uitbreiding van de betaalbare huurwoningen. De heer Rademaker stelt voor om meer grip op de omvang van de uitbreiding te krijgen door afspraken te maken over de prestatie van woningcorporaties in dat kader. De heer Flippo interrumpeert dat het stellen van oneigenlijke voorwaarden niet gepast is. De heer Rademaker vervolgt dat het bestaande beleid te weinig alternatieve mogelijkheden biedt om die uitbreiding te realiseren en dat, zolang er geen betere middelen beschikbaar zijn, het doel de middelen heiligt. De heer Boer meent dat de splitsingsvergunning niet zo relevant is. De heer Rademaker legt uit waarom de vergunning wel van belang is. De heer Zevenbergen interrumpeert en zegt dat de suggestie van de SP de mogelijkheden voor huurders om de eigen woning te kopen verslechtert. De heer Rademaker zegt dat dat niet de bedoeling is en dat daarom de voorwaarden belangrijk zijn. Spreker is van mening dat het gebrek aan betaalbare woningen heel groot is en dat cijfers ook aantonen dat het aantal structureel vermindert. De heer Zevenbergen denkt dat die cijfers niet juist zijn en stelt dat, als corporaties woningen verkopen, zij over meer geld beschikken om woningen te bouwen. De heer Rademaker zegt dat de cijfers wel correct zijn, dat de VVD al eerder kenbaar heeft gemaakt aan uitbreiding van betaalbare woningen geen hoge prioriteit te geven en dat de woningcorporaties al over voldoende geld beschikken om meer te bouwen als zij dat willen. Mevrouw Clement heeft al eerder technische vragen gesteld, ingegeven door aarzelingen over het voorstel. Haar fractie is positief over het verminderen van administratieve lasten maar is wel bezorgd over de gevolgen van het voorstel, dat het opdelen van woningen in kleine woonunits niet verhinderd kan worden. Mevrouw Clement vraagt zich af of het juridisch mogelijk is om splitsing in die situaties te voorkomen. Zij meent dat de gemeente hier een instrument heeft om daar grip op te houden. Zij vraagt of het juridisch mogelijk is om de splitsingsvergunning bij verbouw te onthouden. Zij vraagt de wethouder om een reactie. De heer Boer is voorstander van het verminderen van bureaucratie. In dat kader vindt hij het voorstel beperkt. In het kader van de woningnood zou het ontstaan van meer woningen juist positief zijn. De heer Boer vindt dat de raad eerder bij planvorming betrokken moet worden. De heer Boer zou het onderwerp graag in een wat breder kader bespreken, onder andere in verband met de onttrekkingsvergunning, maar ervaart daarin aan banden gelegd te worden. De voorzitter stelt dat het hier gaat om het wijzigen van een bestaand voorstel en dat een voorstel kan worden ingediend de algemene regelgeving eens aan de orde stellen. Mevrouw Van Dongen steunt het wijzigingsvoorstel omdat het de administratieve lasten vermindert. Het verkopen van woningen levert ook een bijdrage aan het bouwen van nieuwe woningen. De heer Rademaker interrumpeert om te vragen hoe volgens de PvdA grip gehouden kan worden op het aanbod aan betaalbare woningen. Mevrouw Van Dongen reageert met de opmerking dat het uitstellen van andere plannen in elk geval geen bijdrage levert en dat de PvdA denkt dat het aanbod in het kader van de woonvisie aan de orde Commissie RB dd. 10 januari 2008 7 is en de mogelijkheden daar bezien kunnen worden. Mevrouw Van Dongen stelt dat beweging in de markt positiever is dan het vasthouden aan het oude. De heer Rademaker wijst erop dat er veel rapporten zijn waaruit blijkt dat die ketenvorming niet op gang komt en dat de ontwikkelingen niet positief zijn. De voorzitter geeft het woord aan de heer Zevenbergen. De heer Zevenbergen is positief over het plan en heeft vertrouwen in de ontwikkeling van betaalbare huurwoningen. De heer Zevenbergen discussieert met de heer Rademaker over de cijfers van de sociale woningbouw in de regio en uitspraken die daarover zijn gedaan. Hij geeft aan dat de regio zich maar eens aan de gemaakte afspraken over de bouw van sociale huurwoningen moet houden. De voorzitter vraagt wethouder Van Woensel om in te gaan op de reacties op het voorstel. Wethouder Van Woensel herkent zich in het standpunt dat sociale woningbouw aan de orde is in het kader van de woonvisie. Het voorstel waar het hier om gaat heeft betrekking op vermindering van administratieve lasten door het afschaffen van een overbodige regel. Op de vraag van mevrouw Clement antwoordt de wethouder dat in die situaties nog steeds een splitsingsvergunning noodzakelijk is. Deze wijziging heeft uitsluitend betrekking op situaties waarin de hoeveelheid en de indeling hetzelfde blijven. Mevrouw Clement legt uit dat zij bedoeld heeft dat het gaat om de route in geval van voorgenomen verkoop door eerst te verbouwen en te verhuren, en na verloop van tijd alsnog te verkopen. De woningen zijn dan al gesplitst op het moment dat er wordt verkocht. Kan met deze procedure worden voorkomen dat een splitsingsvergunning nodig is? De heer Zevenbergen maakt het voorbeeld concreet. De wethouder stelt dat veel situaties heel ingewikkelde constructies hebben maar dat deze verordening daar niet voor bedoeld is. De wethouder is van mening dat de omvang van de sociale woningvoorraad gewaarborgd is. De voorzitter geeft gelegenheid voor vragen in de tweede termijn. De heer Rademaker is niet overtuigd van de voldoende waarborging van de omvang van de sociale woningbouw en rapporten tonen aan dat er een verdere vermindering van betaalbare huurwoningen is ontstaan. De heer Rademaker is van mening dat de zaken niet goed geregeld zijn en dat het beter is eerst orde op zaken te stellen en niet nu al zaken te veranderen. Het maken van prestatieafspraken is niet ongebruikelijk. De heer Boer geeft aan dat er inderdaad te weinig betaalbare woningen zijn, maar ziet geen relatie met de aanpassing van deze huisvestingsverordening. Mevrouw Clement denkt nog na over een eventuele technische vraag. Mevrouw Clement vraagt aan de wethouder of er afspraken gemaakt worden met de corporaties over de locaties en de wijken waar verkopen gerealiseerd worden, ook met het oog op beleidsvoornemens van de gemeente daarover. De wethouder geeft aan dat het maken van afspraken met private partijen niet eenvoudig is. Er worden wel afspraken gemaakt met de corporaties en de wethouder zal over afspraken over de locaties nadenken en daarover met de corporaties van gedachten wisselen. De heer Rademaker vult aan dat in het verleden toezeggingen zijn gedaan dat de corporaties de gemeente informeren over voorgenomen verkoop en dat afspraken over de locaties daarin opgenomen kunnen worden. De wethouder is op de hoogte van het informeren van de gemeente, maar het betekent niet dat de gemeente het dan ook met die plannen altijd eens is. De wethouder stelt dat het voorstel om de Commissie RB dd. 10 januari 2008 8 Huisvestingsverordening te wijzigen is gebaseerd op de wens de beweging op het gebied van de sociale woningbouw en het investeren in nieuwe ontwikkelingen te bevorderen. De heer Rademaker zegt dat de corporaties al over ruime middelen beschikken. De voorzitter concludeert dat mevrouw Clement mogelijk nog schriftelijke vragen zal stellen, dat er onvoldoende draagvlak is voor het voorstel van de SP over het bijbouwen van sociale woningbouw en dat na afdoening van de eventuele schriftelijke vragen van mevrouw Clement het voorstel als hamerstuk aan de raad zal worden voorgelegd. De voorzitter last een pauze van vijf minuten in. 10. Wijzigingen uitgangspunten bestemmingplan Stevenshof De voorzitter geeft een toelichting op het agendapunt. Het college heeft in 2004 na raadpleging van de commissie Ruimte en Grond de uitgangspunten voor het bestemmingsplan Stevenshof vastgesteld. Vervolgens is een conceptbestemmingsplan gemaakt en deze is in inspraak gebracht. Uit de inspraak zijn veel inspraakreacties gekomen, voornamelijk gericht tegen de ontwikkelingslocaties in het bestemmingsplan. Het college wil met de commissie afstemmen hoe verder gegaan wordt met het bestemmingsplan. Wordt vastgehouden aan de in 2004 vastgestelde uitgangspunten of worden de uitgangspunten aangepast? Als de uitgangspunten worden aangepast verdwijnt daarmee een groot deel van de ontwikkelingslocaties uit het bestemmingsplan. Hiermee zullen veel van de bezwaren tegen het conceptbestemmingsplan komen te vervallen. Er wordt gevraagd om een oordeel van de commissie. Het voorstel gaat niet naar de gemeenteraad. De voorzitter meldt dat er twee insprekers zijn, de heren Sonneveld en Alting. De heer Alting zal in eerste instantie het woord voeren. De heer Alting geeft aan te willen reageren op de plannen voor de locatie Mary Zeldenrustweg. De buurtcommissie heeft overleg gehad. Het plan geeft aan dat de plannen voor woningbouw prematuur en van recente datum zijn. Dit is niet zo. Spreker zegt dat er al steeds sprake van was, ook al omdat in de huisnummering daarmee rekening gehouden is. De wijk is dichtbebouwd en de wijk is voorstander van kleinschalige bebouwing, huisvesting van 55+ en parkeervoorzieningen. De buurt zit niet te wachten op een voorziening voor de jeugd. Volgens spreker zijn er voldoende voorzieningen voor jeugd. Spreker meldt dat er goede contacten zijn met wethouder Van der Berg. De heer Alting stelt dat de geplande voorzieningen te dicht zijn bij de bebouwing. De buurtcommissie geeft de voorkeur aan het behouden van de bestaande bestemming en plannen. Er zijn geen grote bezwaren tegen een woonfunctie. Protesten bij de vestiging van het gezondheidscentrum hadden betrekking op de parkeervoorzieningen. De voorzitter geeft gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer Flippo vraagt waarom de heer Alting aangeeft dat de voorzieningen te dicht bij de bestaande woningen zijn. Spreker meent dat het juist een voordeel zou zijn. Mevrouw Van Dongen stelt dat het toch om een bestaand schoolgebouw met al bestaande bestemming voor maatschappelijke doeleinden gaat en dat er toch juist behoefte aan voorzieningen voor oudere jeugd bestaat. De heer Bootsma verzoekt de heer Alting om aan te geven of er soorten maatschappelijke dienstverlening zijn die de buurtcommissie liever niet op de locatie zou willen zien. De heer Alting antwoordt dat locaties aan de rand van de wijk de voorkeur genieten voor het realiseren van jeugdvoorzieningen. Het pand aan de Mary Zeldenrustweg ligt te dicht bij de huizen. Bewoners ervaren overlast van rondhangende jeugd. Het gaat niet zozeer om de activiteiten in het Commissie RB dd. 10 januari 2008 9 gebouw, maar de problemen die ontstaan rond het gebouw, door de aantrekkingskracht van een voorziening voor jongeren die niet bij de activiteiten betrokken zijn. De heer Flippo interrumpeert met de stelling dat, als een locatie aan de rand van de wijk gekozen wordt, er toch ook jongeren door de wijk lopen. De heer Alting legt uit dat het gaat om de plaats waar de jongeren zich ophouden en niet om het lopen. Omdat er in het gebouw een verbod is op het gebruik van alcohol en drugs zijn er zorgen dat die buiten het gebouw gebruikt zullen worden. Dat zijn ook ervaringen in de afgelopen periode. Het woongenot wordt daardoor aangetast en de zorg is dat die problemen zullen groeien. De heer Flippo vraagt of een pasjessysteem die zorgen zou wegnemen. De heer Alting heeft die mogelijkheid niet kunnen overwegen. De heer Alting geeft aan dat er inderdaad behoefte bestaat aan faciliteiten voor de oudere jeugd, maar jammer genoeg worden activiteiten verstoord door jongeren die niet aan activiteiten deelnemen. Er zijn ook ervaringen van dreiging met brandstichting en intensieve bewaking door de politie en buurtbewoners van het gebouw aan de Mary Zeldenrustweg rondom Oud en Nieuw. Spreker heeft toen nog nooit zoveel agenten in de buurt gezien. Mevrouw Van Dongen vraagt of een jongerenopvang gecombineerd met bijvoorbeeld studentenhuisvesting een geschikte oplossing zou zijn die de sociale controle bevordert. De heer Alting denkt dat een gecombineerde bestemming inderdaad positief zou zijn. De voorkeur zou dan wel uitgaan naar huisvesting voor 55+. De heer Solleveld geeft aan dat het gebouw wel oud is en dat er dan wel nieuwbouw zou moeten plaatsvinden. De huidige staat nodigt uit tot vandalisme. De heer Alting geeft aan dat de wethouder in goed overleg met de buurt een voorziening wil realiseren. Daarom is deze gelegenheid benut om de gedachten te ventileren. De heer Bootsma stelt dat het positief is dat deze bijdrage is geleverd. De voorzitter dankt de insprekers voor de bijdrage. De voorzitter gaat over tot behandeling van het voorstel en geeft het woord aan de heer Zevenbergen. De spreektijdenregeling is van toepassing. De heer Zevenbergen signaleert dat een nieuwe procedure gevolgd wordt. De voorzitter reageert met te zeggen dat afgesproken is dat eerst de uitgangspunten zijn vastgesteld in de commissie. Het college stelt voor die uitgangspunten aan te passen. De heer Zevenbergen zegt dat zijn fractie geen moeite heeft met instemming met het plan. Spreker vraagt of bij het laten vervallen van een aantal ontwikkelingslocaties geen voorbehoud gemaakt moet worden, om in het geval dat er een kink in de kabel van de ontwikkeling van het Huis van de Sport komt, de mogelijkheid de bestemming te wijzigen behouden blijft. Spreker stelt vooral voor om de locatie tegenover de Haagsche Schouwweg als een locatie met een wijzigingsbevoegheid te behouden. Mevrouw Clement heeft ook geen moeite met het plan. Er zijn een paar vragen. Heeft het terugbrengen van het bouwvolume bij De Vink gevolgen voor de stedenbouw? Mevrouw Clement vraagt waarom de formulering over uitbreiding van de fabriek voor Diastatische Producten nu gewijzigd is ten opzichte van het verleden. Mevrouw is van mening dat het college ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid consequent moet zijn op het terrein van ‘geen plan, geen bestemming’. Over uitgangspunt 10., de boerderij aan de Valkenburgse weg, vraagt mevrouw Clement of de wethouder kan bevestigen dat geen medewerking wordt verleend aan plannen van eigenaars of projectontwikkelaars. Commissie RB dd. 10 januari 2008 10 De heer Flippo is positief over de wijzigingen omdat de inspraak van burgers een grote rol heeft gespeeld. De grote bouwvolumes worden teruggebracht, zodat nu rekening kan worden gehouden met de Hoogbouwvisie. De heer Flippo signaleert dat wel gesproken wordt over geluidshinder en vraagt zich af of er voldoende rekening gehouden wordt met de luchtkwaliteit. De heer Flippo stelt dat rekening gehouden moet worden met veel verkeer op de Dreven. De heer Flippo stelt dat hij teleurgesteld is in de handhaving van de vergunningsvoorschriften voor de fabriek voor Diastatische Producten. Er is in het verleden toegezegd dat er geen uitbreiding van capaciteit gerealiseerd zou worden en spreker constateert dat er wel uitbreiding van capaciteit heeft plaatsgevonden. De heer Bootsma interrumpeert. Volgens hem is het niet mogelijk de fabriek op basis van de milieuvergunning tot vertrek te dwingen. De heer Flippo zegt dat het gaat om het strikt handhaven van de voorwaarden van de vergunning. De voorzitter geeft aan dat het onderwerp geen onderwerp van discussie is. De heer Flippo rondt af met een pleidooi voor het vastleggen van de capaciteit en het bebouwde oppervlak waar daadwerkelijk vergunning voor is verleend. De heer Rademaker kan instemmen met het voorstel. Spreker steunt de kritiek van de heer Zevenbergen over de wijzigingsbevoegdheid bij woningbouwlocaties. Het is wel vreemd dat de locaties worden geschrapt terwijl er nog wel plannen voor die locaties worden gemaakt. Over de renovatie van het winkelcentrum Stevensbloem vraagt spreker wanneer er mogelijkheden zijn voor inspraak en welk tijdschema er is voorzien. Mevrouw Van Dongen vraagt aandacht voor de oplossing voor de parkeerproblematiek rond NSstations. Zij signaleert dat er weinig aandacht is voor groenvoorziening in de Stevenshof. Mevrouw Van Dongen signaleert dat bij het bedrijventerrein bij de bowlingbaan een woonwerkbestemming wordt aangegeven. Er is onrust bij bedrijven door die onduidelijkheid over mogelijke woningbouw. Spreekster vraagt de wethouder de mogelijkheden van combinatie van een voorziening voor jongeren en huisvesting in de school aan de Mary Zeldenrustweg te onderzoeken. De locatie van de Groote Vink is heel geschikt voor de realisatie van een disco. De heer Bootsma vraagt of bij de renovatie van het winkelcentrum Stevensbloem voor de bevoorrading met vrachtauto’s een oplossing is voorzien. De heer Bootsma vraagt welke invulling gegeven wordt aan de verkeersafwikkeling bij de Groote en Kleine Vink en of er een aftakking van de snelweg gerealiseerd wordt en zo ja, waar. De voorzitter vraagt de wethouder te reageren. Wethouder Van Woensel zegt dat enkele opmerkingen inderdaad heel terecht zijn en daarom is ook een extra consultatie van de commissie gerealiseerd. De wethouder reageert op de bijdrage van de heer Alting. De wethouder is uitgegaan van de behoefte aan voorzieningen voor jongeren. De vrees voor overlast zal door de wethouder zorgvuldig overwogen worden. De wethouder zal de mogelijkheden van een gecombineerde bestemming overwegen, maar doet geen toezeggingen. Het laten vervallen van locaties voor woningbouw is het gevolg van de inschatting dat het niet om kansrijke plannen gaat. Waar wel serieuze mogelijkheden zijn, is die optie nadrukkelijk behouden. Over de fabriek voor Diastatische Producten zegt de wethouder dat de mogelijkheid voor woningbouw op die plaats nadrukkelijk behouden is om ontwikkelingen in de toekomst open te houden en aantrekkelijk te maken. Commissie RB dd. 10 januari 2008 11 Mevrouw Clement interrumpeert met de stelling dat de gemeente wel consequent moet zijn in haar beleid over mogelijkheden voor burgers en bedrijven. Er mag geen sprake zijn van rechtsongelijkheid. Zij meent dat hier sprake is van een cadeautje aan het bedrijf. De wethouder antwoordt dat het eerder een cadeau aan de buurt is als het bedrijf zou vertrekken en er op die plaats woningen gebouwd worden. De overweging om de andere locaties voor woningbouw te laten vervallen is vooral gebaseerd op normen voor luchtkwaliteit en geluidsnormen. De wethouder benadrukt het belang van reële ambities bij het maken van plannen juist op grond van dergelijke normen. De heer Flippo interrumpeert om te memoreren dat luchtkwaliteit in het plan niet genoemd is. De wethouder beaamt dat het niet expliciet genoemd is maar dat wel aangegeven is dat de ontwikkelingen niet negatief mogen zijn wat betreft de milieueisen. De wethouder zegt dat aspecten van handhaving onder een andere portefeuille vallen. Het belang ervan is de wethouder duidelijk. De heer Flippo noemt nog het risico van stofexplosies. De voorzitter stelt dat het hier gaat over de wijziging van de uitgangspunten voor het bestemmingsplan. De heer Flippo vraagt toch aandacht voor de planologie. De wethouder benadrukt dat het hier gaat om het bestemmingsplan maar dat hij zijn collegawethouder Steegh zal informeren. De heer Flippo vraagt toch om de formulering van het uitgangspunt te wijzigen zodanig dat er geen uitbreiding komt van de capaciteit en bebouwing waarvoor vergunning is verleend, in plaats van de huidige capaciteit en bebouwing. De wethouder weet niet of dat afwijkt van de feitelijke situatie maar zal daarop nog schriftelijk reageren. De wethouder vervolgt zijn beantwoording en zegt dat hij niet in detail op de hoogte is van de stand van zaken en gelegenheid voor inspraak van de buurt bij de renovatie van het winkelcentrum. De wethouder komt daar nog op terug. De intentie van het college is wel om de bevoorrading van winkels te verbeteren en dat ook daadwerkelijk te realiseren. Over uitgangspunt 11, het deel van Leiden in het noordelijk deel van het plangebied, zegt de wethouder dat het zal worden opgenomen. De wethouder is het eens met het laten vervallen van de wijzigingsbevoegdheid voor de Haagse Schouw. Mevrouw Van Dongen vraagt nog naar de bestemming van het bedrijventerrein bij de Kenauweg. De wethouder zegt dat nu voorgesteld wordt de bedrijfsbestemming te handhaven. Mevrouw Van Dongen noemt nog de openbare inrichting bij het NS-station en dat daar wel iets moet gebeuren. De wethouder zegt toe wethouder Steegh te vragen dat te bezien. De wethouder ziet het realiseren van een disco op het terrein van de Groote Vink niet als een zaak van grote prioriteit. Mevrouw Van Dongen meent dat meer uitgaansgelegenheid in Leiden positief zou zijn. De wethouder wacht initiatieven wel af. Commissie RB dd. 10 januari 2008 12 De heer Boer zegt dat er in het verleden wel initiatieven geweest zijn die niet gehonoreerd zijn. De wethouder zal zelf nu in elk geval geen initiatieven in die richting nemen. De wethouder is niet precies bekend met de plannen voor de verkeersafwikkeling bij De Vink, maar denkt dat er geen weg zal komen. Het is opgenomen in het plan op grond van oude afspraken met de gemeente Voorschoten. De voorzitter stelt vast dat door de wethouder antwoorden zijn toegezegd in een commissiebrief op de vragen over de planning rond de renovatie van het winkelcentrum, het kader voor de fabriek voor Diastatische Producten en over de groenvoorziening in de wijk bij de Maria de Lannoystraat bij uitbreiding van de Koninkrijkszaal. De voorzitter stelt vast dat de commissie nog niet kan concluderen en eerst de beantwoording van de vragen wil afwachten. De heer Laudy doet het ordevoorstel om de beantwoording schriftelijk te laten plaatsvinden en geen discussie te laten plaatsvinden in de volgende vergadering. Daarmee wordt ingestemd. Mevrouw Clement herhaalt nog haar vraag of de stedenbouwontwikkeling niet negatief beïnvloed wordt door het vervallen van plannen. Zij vraagt of het schrappen van de ontwikkelingslocaties bij de Groote en Kleine Vink niet in strijd zijn met de overeenkomst voor de Stedenbaan. Mevrouw Van Dongen vraagt of de vraag over de gecombineerde functie in de school ook wordt meegenomen. De voorzitter reageert daarop met de belofte dat de functie van de school in een onderbouwing van het bestemmingsplan zal worden meegenomen. De wethouder zal de op- en aanmerkingen meenemen en de gevraagde informatie verstrekken. De voorzitter sluit het agendapunt hiermee af. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter om 22.45 uur de vergadering. Commissie RB dd. 10 januari 2008 13