Bijlage bij richtlijnen jaarrekening 2004

advertisement
Aanbiedingsformulier
Onderwerp
Richtlijnen en planning jaarrekening 2004.
In te vullen door
Ontwerper
Parafanten
Bestuurssecretariaat
Directeuren
Portefeuilleh.
FSW
B&W Nr: 04.1508
Dienst
: CS
CC
Agenda
Sector
: CS/FC
CS
Openbaar: ja
Naam
: Hans Smit
R.V
Tst.nr
: 5062
Datum
: 15 december 2004
nr:
Commissie:
21-12-2004
BESLUITEN
Behoudens advies van de commi ssie R O WR
1.
2.
de richtlijnen voor de jaarrekening 2004 vast te stellen;
dit besluit te zenden aan de Gemeenteraad.
Korte overwegingen
1.
Voor de indeling van het jaarverslag wordt aangesloten bij de voorgeschreven paragrafen en
richtlijnen volgens het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) en de indeling van de begroting
2004;
2. De resultaatbestemming vindt bij vaststelling van de jaarrekening plaats.
3. De diensten leveren de jaarrekening op 7 maart volledig op voor controle door de accountant.
4. De accountant rondt op 21 maart de controle in de diensten af.
5. De directeuren zullen op 29 maart of 1 april 2005 in het college een toelichting geven op de
jaarrekening 2004.
6. Het college stelt op 12 april het Meerjarenperspectief Grondbedrijf vast.
7. Het college stelt de het Jaarverslag, Ontwerp-concernrekening 2004 en het Sociaal Jaarverslag op
19 april vast.
8. De burgemeester stelt op 19 april het burgerjaarverslag vast.
9. Op 29 april worden de verslagen aangeboden aan de gemeenteraad.
10. De jaarrekening laten voorzien van een separate analyse van het resultaat over 2004 naar 2005 en
verder ten behoeve van de opstelling van de perspectiefnota 2005.
Formatieve consequenties
Begrotingsconsequenties
geen
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
1
Communicatie
Openbaar: B&W-besluitenlijst / niet openbaar / anders, nl: ….
Openbaar
Samenvatting
Het college van B&W legt aan de raad over het begrotingsjaar 2004 verantwoording af over het door
hem gevoerde bestuur. Anders gezegd Wat hebben we in 2004 bereikt, wat hebben we daar voor
gedaan en wat heeft het gekost. B&W stelt daarvoor de jaarrekening 2004 (incl. jaarverslag) op. De
burgemeester stelt een eigen “burgerjaarverslag” op, waarin hij verantwoording aflegt over de
dienstverlening van de gemeente aan de burger in 2004.
Om de totstandkoming van de jaarrekening 2004 efficiënt te doen plaatsvinden stelt B&W
onderhavige richtlijnen en een planning vast. Voor het “burgerjaarverslag” en het “sociaal jaarverslag”
zijn afzonderlijke richtlijnen van toepassing.
Belangrijke data voor de jaarrekening 2004.
Op 19 april 2004 behandelt het college de jaarrekening 2004 en biedt deze vervolgens op 22 april
2004 aan de raad (via griffier) aan. Het college voegt daarbij de accountantsverklaring én het rapport
van bevindingen van de accountant.
De stukken liggen, zodra zij aan de raad zijn aangeboden, voor het publiek ter inzage in de
bibliotheek. Op de internetsite van de gemeente is de jaarrekening 2004 eveneens in te zien. Van de
ter inzagenlegging en de verkrijgbaarheid geeft het college openbaar kennis.
De raad beraadslaagt over de jaarrekening 2004 uiterlijk op 7 juni 2004.
Ter voorbereiding op deze beraadslaging onderzoekt de commissie voor de rekeningen op 2 juni
2005 de jaarrekening 2004.
Aanpak verdere communicatie
In de afzonderlijke persconferentie zal de wethouder FSW een toelichting geven op het resultaat over
2004.
De openbare bekendmaking zal vergezeld gaan van een persbericht.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
2
Richtlijnen balans en rekening van baten en lasten
Algemeen ....................................................................................................................................................5
Functie van de jaarrekening 2004 (incl. het jaarverslag) ...............................................................................................5
Sociaal jaarverslag .........................................................................................................................................................................5
Burgerjaarverslag. ..........................................................................................................................................................................5
Meerjarenperspectief Grondbedrijf ........................................................................................................................................5
Aanlevering door de diensten en bespreking en voorlopige vaststelling in B&W ............................................5
Toetsing door CS/FC .....................................................................................................................................................................6
Accountantscontrole.....................................................................................................................................................................6
Aandachtspunten ...........................................................................................................................................................................6
Planning op hoofdlijnen ..............................................................................................................................................................7
Bestuurlijke behandeling jaarrekening .............................................................................................8
Behandeling en vaststelling van de jaarrekening in B&W .............................................................................................8
Behandeling in de vakcommissies ..........................................................................................................................................8
Behandeling in de Commissie voor de Rekeningen ........................................................................................................8
Verantwoording baten en lasten, verantwoording beleidsuitvoering ..................................8
Grondslagen voor resultaatbepaling .....................................................................................................................................8
Indeling jaarverslag en Jaarrekening. .....................................................................................................................................8
Jaarverslag ........................................................................................................................................................................................8
Verplichte paragrafen ...................................................................................................................................................................9
Recapitulatie per programma ...................................................................................................................................................9
Verantwoording beleidsuitvoering .........................................................................................................................................9
Verdelingsmatrix. ........................................................................................................................................................................ 10
Saldi kostenplaatsen .................................................................................................................................................................. 10
Analyse rekening van baten en lasten ................................................................................................................................ 10
Analyse personeelslasten ......................................................................................................................................................... 10
Stand van zaken voortgang investeringen, afsluiten investeringen ....................................................................... 10
Balans ......................................................................................................................................................... 12
Waarderingsgrondslagen ........................................................................................................................................................ 12
Vaste activa.................................................................................................................................................................................... 13
Algemeen .............................................................................................................................................................................. 13
Immateriële vaste activa (artikel 33 BBV) ............................................................................................................ 13
Materiële vaste activa (art 34 en 36 BBV) ............................................................................................................ 14
Financiële vaste activa (artikel 36 BBV)................................................................................................................. 15
Afschrijvingstabel .......................................................................................................................................................... 15
Bruto verloop van de vaste activa (artikel 52 BBV)............................................................................................... 15
Voorraden ...................................................................................................................................................................................... 16
Balansindeling (artikel 37 BBV) ..................................................................................................................................... 16
Onderhanden werk (artikel 52 BBV) ........................................................................................................................... 16
Eigen vermogen........................................................................................................................................................................... 16
Toelichting balans ............................................................................................................................................................. 16
Vermeerderingen en verminderingen reserves (artikel 54 BBV) ..................................................................... 17
Dienstresultaat .................................................................................................................................................................... 18
Bestemming van het resultaat ...................................................................................................................................... 18
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
3
Voorzieningen .............................................................................................................................................................................. 19
Algemeen .............................................................................................................................................................................. 19
Voorziening dubieuze debiteuren .............................................................................................................................. 20
Vorderingen en schulden ........................................................................................................................................................ 22
Langlopende schulden (artikel 46 BBV) .................................................................................................................... 22
Gewaarborgde geldleningen (artikel 57 BBV) ........................................................................................................ 22
Interne vorderingen en schulden : consolidatie .................................................................................................... 22
Gemeentelijke belastingvorderingen ......................................................................................................................... 24
Overlopende activa en passiva ..................................................................................................................................... 24
Niet uit de balans blijkende verplichtingen ............................................................................................................ 24
Modellen en Opmaak .......................................................................................................................... 25
Modellen ........................................................................................................................................................................................ 25
Opmaak (extra aandacht) ........................................................................................................................................................ 25
Gedetailleerde planning Concernrekening 2004............................................................................................................ 26
Bijlage bij richtlijnen jaarrekening 2004 ........................................................................................ 29
Gemeentewet .......................................................................................................................................... 29
2. De jaarrekening ....................................................................................................................................................................... 29
Uittreksel Besluit Begroten en Verantwoorden .......................................................................... 30
Jaarverslag en jaarrekening. ................................................................................................................................................... 30
Artikel 25 ........................................................................................................................................................................................ 30
Paragraaf 4.5.4 Vlottende activa ........................................................................................................................................... 32
Paragraaf 4.5.6 Vlottende passiva ........................................................................................................................................ 33
Resultaatbestemming: .............................................................................................................................................................. 36
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
4
Algemeen
Functie van de jaarrekening 2004 (incl. het jaarverslag)
In de jaarrekening 2004 wordt verslag gedaan en verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid
en het financieel beheer in 2004. Aandacht wordt o.a. geschonken aan de realisatie van (m.n. nieuw)
beleid en de analyse van de structurele effecten uit de jaarrekening. De voortgangsrapportage van in
uitvoering zijnde investeringswerken wordt volledig in de jaarrekening geïntegreerd. Het jaarverslag
zal inhoudelijk nog eenmaal volgens het stramien van voorgaande jaren worden opgesteld. Separaat
wordt een sociaal jaarverslag (met ambtelijke voorbereiding door P&O)en door de Burgemeester een
burgerjaarverslag (met ambtelijke voorbereiding door Communicatie) uitgebracht.
Jaarverslag.
Het jaarverslag is gelijk aan de indeling van de begroting 2004 en bestaat uit het programmaplan en
de (verplichte) paragrafen. Aangezien in de begroting 2004 geen programmaplan was opgenomen,
bestaat het verslag uit de paragrafen. In de bijlage bij de jaarrekening 2004 worden programma’s
opgenomen, die in de begroting 2004 gelijk zijn aan de productramingen.
Sociaal jaarverslag
Het sociaal jaarverslag over 2004 wordt separaat doch wel gelijktijdig uitgebracht met de jaarrekening
2004. Concern P&O coördineert de samenstelling van het Sociaal jaarverslag en stelt daarvoor
afzonderlijke richtlijnen en een tijdschema op.
Burgerjaarverslag.
Het burgerjaarverslag over 2004 zal onder coördinatie van de afdeling communicatie worden
opgesteld. De dienst zal hiervoor een afzonderlijk planning presenteren.
Meerjarenperspectief Grondbedrijf
Het Meerjarenperspectief Grondbedrijf wordt door de afdeling grondzaken van de dienst Bouwen en
Wonen opgesteld. Hiervoor is een afzonderlijke planning opgesteld. Het MPG komt op 12 april ter
vaststelling aan de orde in het college. Voorafgaand hieraan vindt vanaf 23 februari overleg plaats met
de betrokken portefeuillehouders.
Vormgeving verslagen.
De jaarverslagen zullen evenals vorig jaar in hetzelfde stramien worden vormgegeven.
Aanlevering door de diensten en bespreking en voorlopige vaststelling in B&W
Aanlevering door de diensten zal nu grotendeels plaatsvinden via het nieuwe financiële systeem. Op
concernniveau is direct na afsluiting van de boeken op 8 maart 2005 de Exploitatierekening en ook
Balans per 31 december 2004 beschikbaar. De diensten zullen hun Rekening moeten voorzien van een
analyse van de grootste verschillen en de balans moeten zij voorzien van een toelichting. Ook zullen
de diensten verslag moeten doen van de rechtmatigheid van de uitgaven en inkomsten conform het
daartoe opgestelde controleprotocol 2004.
De dienstdirecteuren zullen op 19 of 22 maart worden uitgenodigd in het college om verslag te doen
van de resultaten in 2004. Deze verslaglegging valt drie weken eerder dan tot nu toe gebruikelijk.
Hiermee wordt bereikt dat de concernrekening en verslag aan informatie waarde kan winnen en dat
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
5
tevens de resultaatbestemming per dienst kan worden besproken. De ontwerp-concernrekening wordt
vervolgens op 19 april 2004 vastgesteld.
Toetsing door CS/FC
CS/FC toets na aanlevering van de informatie vanuit de diensten aan de richtlijnen voor de
jaarrekening, het BBV en het controleprotocol. Specifiek zal CS/FC letten op het correct analyseren van
de afwijkingen van zowel de baten als de lasten. Of wel de analyse vindt plaats volgens de “bruto”
methode. De bevindingen van deze toetsing worden teruggekoppeld aan de betrokken diensten.
Eventuele wijzigingen die hieruit voortvloeien worden aan de diensten doorgegeven, zodat de
diensten hun jaargegevens voor het management hierop kunnen aanpassen.
Accountantscontrole
De accountantscontrole vindt plaats vanaf 7 tot 21 maart. Op 9 april presenteert de accountant zijn
rapport met bevindingen. De diensten hebben voorafgaand aan de eigenlijke controle in de periode 1
t/m 6 maart de mogelijkheid om met de accountant te overleggen over de verwerking van specifieke
posten in de exploitatie. Hierdoor hoeven er geen aanpassingen in de cijfers na 8 maart 2004 plaats te
vinden. De diensten betrekken hun contactpersoon CS/FC bij de bespreking met de accountant over
desbetreffende posten. Door goede communicatie tussen de diensten en CS/FC zullen wijzigingen
over en weer snel worden uitgewisseld.
Aandachtspunten
In de jaarrekening worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
 De jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig het Besluit Begroten en Verantwoorden.
 Specifiek zal CS/FC letten op het correct analyseren van de afwijkingen van zowel de baten als de
lasten.
 Voor de opstelling van de perspectiefnota stellen de programmadirecteuren i.o.m. de
dienstdirecteuren een afzonderlijke analyse op, via het voorgeschreven model, van de structurele
afwijkingen per programma. Waarbij ingegaan wordt op de consequenties voor de realisatie van
de doelstellingen, prestatie-indicatoren en het vastgelegde ambitieniveau
 De dienstdirectueren leggen verantwoording af over de voortgang van de opmerkingen van de
accountant.
 Het college stel op 12 april het MPG vast, een week voor vaststelling van de ontwerp-erekening
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
6
Planning op hoofdlijnen
Jaarrekening (incl. jaarverslag) 2004
Aanleveren richtlijnen
Met accountant wordt afgesproken welke
documenten bij start van de
Jaarrekeningcontrole worden opgeleverd
Bespreking discussiepunten jaarrekening met
de diensten voor afsluiting.
Afsluiting boeken, oplevering controledossier
Start accountantscontrole
Dienstresultaat, teksten paragrafen
jaarverslag en producten bespreken met
portefeuillehouders
Aanlevering dienstrekening aan C-overleg en
GMT via CS/FC
Afronding accountantscontrole in de diensten
Behandeling dienstrekening, verslagen en
bestemming dienstresultaat in GMT
Behandeling dienstrekening, verslagen en
bestemming dienstresultaat in B&W
Verwerking opmerkingen B&W en
Accountant
Consolidatie naar concernjaarrekening
Concernrekening en teksten paragrafen
jaarverslag gereed
Vaststelling Concernrekening C-overleg
Vaststelling MPG
Vaststelling GMT
Vaststellen ontwerp-jaarrekening 2004
Reactie *) op rapport bevindingen accountant
Aanlevering aan de Griffie
Vormgeving/drukken jaarverslag &
jaarrekening
Publicatie Ontwerp-jaarrekening en verslag
Behandeling in de vakcommissies
Behandeling in Commissie voor de
Rekeningen
Vaststelling in gemeenteraad
Wie
CS/FC
CS/FC/Diensten/
EY
Gereed
1/12/2004
december 2004
Diensten/CS/FC/
Accountant
Diensten/accoun
tant
Diensten
1-3 t/m 5/3 2005
FC/Diensten
Accountant
C-overleg/
GMT
B&W/GMT/EY
7/3/2005
7 t/m 11/3/2005
16/3/2005
21/3/2005
21/3/2005
23/3/2005
29/3+ 1/4/2005
diensten
4/4/2005
CS/FC
CS/FC
5/4/2005
8/4/2005
C-overleg/GMT
College
GMT
B&W
B&W
CS/FC/drukkerij
CS/FC/Drukkerij
CS/FC
Commissies
Cie. voor de Rek.
Gemeenteraad
11/4/2005
12/4/2005
13/4/2005
19/4/2005
19/4/2005
22/4/2005
29/4/2005
29/4/2005
13 t/m 27/5/2005
2/6/2005
7/6/2005
*) incl. voortgang implementatie eerdere aanbevelingen
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
7
Bestuurlijke behandeling jaarrekening
Behandeling en vaststelling van de jaarrekening in B&W
De behandeling van de dienstrekening 2005 wordt geagendeerd in collegevergaderingen van 29
maart en 1 april 2005. Voor de behandeling van de jaarrekening worden GMT/Dienstdirecteuren en
de accountant uitgenodigd voor het geven van een toelichting op de resultaten en bevindingen per
dienst. Vervolgens wordt het voorstel tot bestemming van het resultaat per dienst vastgesteld *). Na
behandeling wordt eventueel de dienstrekening aangepast aan het bestemmingsvoorstel, vervolgens
wordt de concernjaarrekening samengesteld. Het college stelt op 19 april 2005 de jaarrekening
inclusief accountantsverklaring definitief vast. Ook zal het college zijn reactie op het
accountantsrapport vaststellen. De jaarrekening 2005 wordt op 29 april 2005 aangeboden aan de
raad/griffie en openbaargemaakt.
Het Meerjarenperspectief Grondbedrijf komt op 12 april in het college ter vaststelling aan de orde.
*) Het BBV schrijft voor dat het resultaat in de jaarrekening zelf reeds wordt bestemd.
Op hoofdfunctie 9 komt het resultaat voor bestemming tot uitdrukking, vervolgens wordt in hoofdstuk
10, resultaatbestemming na bestemming op genomen. Het resultaat voor bestemming zal een hoog
saldo laten zien omdat alle verrekeningen met de reserves pas na bestemming, op hoofdstuk 10 tot
uitdrukking komen.
Verrekeningen met reserves mogen dus niet functioneel worden opgenomen.
Behandeling in de vakcommissies
De jaarrekening wordt in iedere afzonderlijke vakcommissie behandeld. Daarnaast worden
aangeboden het rapport van bevindingen van de accountant, de reactie van het college hierop én de
programma’s per vakcommissie.
Behandeling in de Commissie voor de Rekeningen
Aan de Commissie voor de Rekeningen worden de jaarrekening, het rapport van bevindingen van de
accountant en de reactie van het college hierop behandeld. De commissie voor de Rekeningen
onderzoekt de jaarrekening en brengt daarover advies uit aan de gemeenteraad.
Verantwoording baten en lasten, verantwoording
beleidsuitvoering
Grondslagen voor resultaatbepaling
Algemeen uitgangspunt is dat de rekening van baten en lasten getrouw, duidelijk en stelselmatig de
grootte van het resultaat van het boekjaar weergeeft. In de rekening worden baten en lasten op
dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. Zowel de baten als de lasten worden toegerekend aan
het jaar waarop zij betrekking hebben (principe stelsel van baten en lasten).
Indeling jaarverslag en Jaarrekening.
Jaarverslag
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
8
Het jaarverslag is gelijk aan de indeling van de begroting 2004 en bestaat uit het programmaplan en
de (verplichte) paragrafen. Aangezien in de begroting 2004 geen programmaplan was opgenomen,
bestaat het verslag uit de paragrafen. In de bijlage bij de jaarrekening 2004 worden programma’s
opgenomen, die in de begroting 2004 gelijk zijn aan de productramingen.
Verplichte paragrafen
Paragraafindeling
In het BBV2003 zijn een aantal paragrafen voorgeschreven. In de begroting 2004 zijn de navolgende
paragrafen opgenomen. Deze paragrafen worden ook opgenomen in de jaarrekening.
In de paragrafen dient te worden gerapporteerd aan de hand van de uitgangspunten gesteld bij
de begroting.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Lokale heffingen
Weerstandsvermogen
Onderhoud kapitaalgoederen
Financiering
Bedrijfsvoering
Verbonden partijen
Grondbeleid
Subsidies
Financiele Rekening.
9.
10.
11.
12.
13.
11.
12.
13.
Overzicht van Baten en Lasten per programma
Analyse van het Resultaat.
Kerngegevens
Grote stedenbeleid
Ontwikkelingen Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Reserves en voorzieningen
Investeringsplan 2004
Arbeidskosten gerelateerde kosten
Recapitulatie per programma
De recapitulatie is ingedeeld naar het niveau van de concernbegroting inclusief een afzonderlijke
vermelding van de begrotingswijzigingen en is de basis voor de samenstelling van de rekening van
baten en lasten in de jaarrekening. De programmas zijn gelijk aan de concernbegroting. Verslag
“Consolidatie jaarrekening 2004” is hiervoor beschikbaar.
Verantwoording beleidsuitvoering
De diensten geven in de jaarrekening een goede kwalitatieve verantwoording over de
beleidsuitvoering, zowel in tekst, cijfers, prestatiegegevens als kengetallen. Voor de verantwoording
per programma wordt gebruik gemaakt van het vastgestelde format, waarin de 3W-vragen zijn
opgenomen. In de verantwoording wordt expliciet ingegaan op de programmas, waarvoor met ingang
van de begroting 2004 nieuw beleid wordt gevoerd. Voor de verantwoording per programma is een
sjabloon beschikbaar. Het gebruik van dit Sjabloon is verplicht.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
9
Verdelingsmatrix.
De verdelingsmatrix bestaat uit de categoriale indeling enerzijds en de functionele indeling,
balansmutaties en kostenplaatsen anderzijds. De balansposten zijn toegelicht in het Besluit begroting
en verantwoording provincies en gemeenten. De kostenplaatsen behoeven geen nadere toelichting De
matrix dient ingevuld te worden zover als relevant is. Dit betekent dat delen van de matrix veelal niet
ingevuld zijn.
De Matrix wordt centraal aangemaakt.
Saldi kostenplaatsen
Op programma 960 “saldi kostenplaatsen” wordt het saldo van de baten en lasten op de
kostenplaatsen verantwoord. Afwijkingen op de kostenplaatsen ten opzichte van de begroting worden
indien mogelijk doorberekend aan de programmas. Financiële analyse van de bedrijfsvoering vindt
plaats op de programmas Saldi kostenplaatsen dienst “.....”
De beleidsmatige analyse vindt plaats op de programmas.
Alleen verschillen in de bedrijfsvoering mogen op de programmas “Saldi kostenplaatsen” worden
verantwoord. Direct aan de programmas toe te rekenen baten en lasten worden niet op “Saldi
kostenplaatsen” verantwoord.
Analyse rekening van baten en lasten
In de jaarrekening wordt ingegaan op de ontwikkelingen per programma. De realisatie van het
voorgenomen beleid wordt getoetst aan de voornemens bij de begroting.
Afwijkingen groter dan € 50.000,- moeten voor zowel de baten als de lasten apart worden
toegelicht. In deze toelichting wordt ingegaan op de oorzaak van de afwijking. Hierbij wordt vermeld
of het een incidentele en/of structurele afwijking betreft. Voor de analyse en de motivering van het
resultaat naar de aard wordt uw bijzondere aandacht gevraagd. Een goed beeld van de structurele
effecten welke voortvloeien uit de jaarrekening is van belang in de voorbereiding van de
perspectiefnota 2004.
Verder worden alle afwijkingen op categorie 6.0 (verrekening met reserves en
voorzieningen)toegelicht. Uitgangspunt is dat reserves en voorzieningen niet negatief kunnen zijn,
tenzij de raad expliciet heeft toegestaan dat een negatief saldo is toegestaan.
Analyse personeelslasten
In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over personele lasten en personele sterkte.
Hiervoor zijn afzonderlijke modellen beschikbaar.
Stand van zaken voortgang investeringen, afsluiten investeringen
In de begroting 2004 zijn bij de programmas ook de investeringen opgenomen waarmee in 2004 zou
worden begonnen met de voorbereiding en/of uitvoering. In de toelichting op de programmas vragen
wij u de stand van zaken over de in 2004 onderhanden zijnde investeringen weer te geven. Van de
kredieten die per 31 december worden afgesloten, geeft u deze afsluiting aan.
De cijfermatige stand van zaken over de lopende investeringen kunnen verantwoord worden in de
staat voortgang kredieten. Clusters van investeringen, waarvoor aanvullende kredieten noodzakelijk
zijn, moeten in een afzonderlijke voorstel aangevraagd worden bij de Gemeenteraad. De diensten
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
10
maken een concept-raadsvoorstel, eventueel met ondersteuning van CS/FC. Alle conceptvoorstellen
(inclusief de dekking) worden gelijktijdig met de staat van voortgang investeringen ingediend bij
CS/FC. De afdeling CS/FC gaat deze conceptvoorstellen van de diensten verwerken tot één
raadsvoorstel.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
11
Balans
Waarderingsgrondslagen
De balans met toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de financiële positie en de
samenstelling van de bezittingen en schulden op het einde van het verslagjaar weer. Onderstaand
worden de hoofdregels met betrekking tot de waardering van de balans weergegeven. Uitzondering is
toegestaan indien daaraan een raadsbesluit ten grondslag ligt.
Vaste activa (art 33 BBV)
De vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Ad.1
Hoofdregel is dat de immateriële vaste activa in één keer naar nihil wordt afgeschreven.
Ad. 2
De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschafprijs onder aftrek van bijdragen van
derden en subsidies (netto waardering) en worden als regel lineair afgeschreven conform het
gemeentelijke investeringenbeleid Leiden. Afschrijving vindt plaats overeenkomstig de voorgeschreven
afschrijvingstabel artikel 12 financiële verordening.
Ad. 3
Dit betreffen voornamelijk leningen aan derden en deelnemingen.
Leningen aan derden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Deelnemingen en/of aandelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde of indien hoger de
kostprijs.
Afwaardering vindt uitsluitend plaats indien waardevermindering naar verwachting duurzaam is.
Vlottende activa
Voorraden : grondstoffen en gereed product
Voorraden worden gewaardeerd tegen standaardverrekenprijzen gebaseerd op de gemiddelde
verkrijgingsprijs. De gerede producten worden gewaardeerd tegen kostprijs of de marktwaarde indien
deze lager is.
Voorraden : onderhanden werk
Onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen de bestedingskosten inclusief eventuele
rentebijschrijving en verminderd met de opbrengsten.
Vorderingen
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
12
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor
oninbaarheid. Voor het verloop van de debiteuren Sociale zaken wordt een afzonderlijke analyse
opgesteld
Liquide middelen
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Overlopende activa
Overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Eigen vermogen
Onder het eigen vermogen zijn opgenomen algemene- en bestemmingsreserves alsmede het saldo
van de rekening van baten en lasten en worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Voorzieningen
Onder de voorzieningen zijn opgenomen op het moment van opstellen van de jaarrekening
voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico's, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in
te schatten.
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Langlopende schulden
Langlopende schulden zijn schulden met een looptijd van 1 jaar of langer. Langlopende schulden
worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Kortlopende schulden/overlopende passiva/verplichtingen
De kortlopende schulden/overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
De diensten mogen alleen verplichtingen opnemen voor die diensten en goederen die daadwerkelijk
in 2004 geleverd zijn, maar waarvoor de factuur nog niet is ontvangen of betaald is per 31-12-2004.
Verplichtingen die vanuit 2003 of eerder nog openstaan per 31-12-2004 moeten worden afgeboekt
tenzij aannemelijk is gemaakt dat afboeking niet aan de orde is.
In een afzonderlijke bijlage moet opgave gedaan worden van de opgenomen verplichtingen per 3112-2004. Elke dienst heeft de opgenomen verplichtingen voldoende onderbouwd. De accountant zal
de opgenomen verplichtingen per 31-12-2004 beoordelen.
Vaste activa
Algemeen
De vaste activa wordt ingedeeld in:
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Immateriële vaste activa (artikel 33 BBV)
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
13
Immateriële vaste activa zijn activa die niet stoffelijk van aard zijn en evenmin onder de financiële vaste
activa kunnen worden begrepen.
Immateriële vaste activa worden onderscheiden naar
- kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio (balansrekening 011)
- kosten voor onderzoek en ontwikkeling (balansrekening 012)
Materiële vaste activa (art 34 en 36 BBV)
Met deze activa wordt bedoeld die materiële vaste activa die bestemd zijn om de uitoefening van de
taken van de gemeente duurzaam te dienen.
1. In de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen (art 35 BBV):
a. investeringen met een economisch nut;
b. b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
2. Van de materiële vaste activa wordt aangegeven welke in erfpacht
zijn uitgegeven.
De onderverdeling van de balanspost materiële vaste activa is in artikel 36 BBV aangegeven.
030 GRONDEN EN TERREINEN
031 GRONDEN IN ERFPACHT UITGEGEVEN
032 WOONRUIMTEN
033 BEDRIJFSGEBOUWEN
034 GROND-, WEG- EN WATERB. (MAATSCH. NUT)
035 VERVOERMIDDELEN
036 MACHINES, APPARATEN EN INSTALL.
037 OVERIGE MATERIELE VASTE ACTIVA
Begrippen
Eerste afschrijving
Voor het eerst wordt afgeschreven in het rekeningjaar volgend op het jaar dat de betreffende
investeringsuitgaven nut afwerpen.
Lineaire afschrijving
Er wordt lineair afgeschreven, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat de voorkeur uitgaat naar
annuïtaire afschrijving. Dit wordt bij de betreffende raadsbesluiten tot kredietverstrekking expliciet
vastgelegd.
Annuïtaire afschrijving
Conform het gemeentelijke investeringenbeleid kan deze systematiek worden gehanteerd in de
volgende gevallen
- als er gelijkblijvende inkomsten op basis van annuïteiten staan tegenover de kapitaallasten
- als doorberekening van kapitaallasten plaatsvindt in tarieven
- indien sprake is van een beheersplan, waarin lasten en baten in perspectief worden gebracht.
- bij bedrijfsmiddelen met een levensduur van maximaal 10 jaar
Consistentie
Van een eenmaal gekozen methode mag niet meer worden afgeweken.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
14
Kapitaallasten
De kapitaallasten bestaan uit afschrijvingen over de oorspronkelijke aanschafwaarde en rente over de
boekwaarde per 1 januari.
Financiële vaste activa (artikel 36 BBV)
De balanspost bestaat uit:
050 KAPITAALVERSTR. AAN DEELNEMINGEN
051 KAPITAALVERSTR. AAN GEMEENSCH. REG.
052 KAPITAALVERSTR. AAN OV. VERB. PARTIJEN.
053 LENINGEN AAN WONINGBOUWCORPORATIES.
054 LENINGEN AAN DEELNEMINGEN
055 LENINGEN AAN OVERIGE VERBONDEN PARTIJEN
056 LENINGEN LANGLOPENDE GELDLENINGEN
057 OVERIGE UITZ RENTETYPISCHE LOOPT>1 JAAR
058 BIJDRAGE AAN ACTIVA IN EIGENDOM DERDEN
Afschrijvingstabel
In Leiden gelden conform de financiële verordening de volgende maximale afschrijvingstermijnen.
Hiervan kan alleen worden afgeweken als hieraan een raadsbesluit ten grondslag ligt.
De materiele vaste activa worden lineair afgeschreven in maximaal:
 40 jaar:
nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen; aanleg wegen, bruggen,
rioleringen en walmuren, sportvelden, volkstuinen en zwembaden;
 25 jaar:
renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen;
reconstructie wegen, bruggen, rioleringen en walmuren;
 20 jaar:
stenen bergplaatsen en loodsen; openbare verlichting;
 15 jaar:
centrale verwarming; bijzondere voertuigen als brandweerauto’s;
 10 jaar:
houten bergplaatsen en loodsen; technische- en veiligheidsvoorzieningen
bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; schoolmeubilair;
verkeerslichteninstallaties, motorvoertuigen en machines;
 5 jaar:
zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto’s; lichte
motorvoertuigen; automatiseringsapparatuur;
 niet:
gronden en terreinen.
Bruto verloop van de vaste activa (artikel 52 BBV)
Het bruto verloop van de vaste activa gedurende het begrotingsjaar wordt in een sluitend overzicht
weergegeven en wel als volgt.
oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven op 1 januari
vermeerderingen in het dienstjaar X
verminderingen in het dienstjaar X
oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven op 31 december
totaal van de afschrijvingen/aflossingen op 1 januari
bedrag van de (extra) afschrijving/aflossing in het dienstjaar X
boekwaarde aan het begin van het dienstjaar X
boekwaarde aan het einde van het dienstjaar X
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
15
-
toegerekende rentelasten over dienstjaar X
totaal kapitaallasten, gespecificeerd naar programmas/kostenplaatsen, aangevuld met de
vermelding wel of niet relevant. (Dit houdt in of de kapitaallasten verrekend moeten worden met
het concern)
Het bruto verloop van de vaste activa moet in een afzonderlijk overzicht verdicht per soort activa
worden weergegeven.
Voorraden
Balansindeling (artikel 37 BBV)
In de toelichting op de balans worden onder de tot de vlottende activa behorende voorraden
afzonderlijk opgenomen.
110 GROND/HULPST-NIET IN EXPL GEN BOUWGR.
111 GROND/HULPST-OVERIGE
112 ONDERHANDEN WERK-BOUWGRONDEN IN EXPL
113 ONDERHANDEN WERK-GSB ONDERHANDEN PROJ
114 ONDERHANDEN WERK - OVERIGE
115 GEREED PRODUKT EN HANDELSGOEDEREN
Onderhanden werk (artikel 52 BBV)
Met betrekking tot het onderhanden werk (balansrekening 114) worden voor zover het mogelijk is de
volgende zaken aangegeven (deze zaken gelden sowieso voor de in exploitatie zijnde complexen):
de boekwaarde per 1 januari
de bestedingen in het jaar gespecificeerd naar investeringen, overige vermeerderingen en
rentebijschrijving
de opbrengsten in het jaar, gespecificeerd naar verkopen, afschrijvingen, ontvangen subsidies
en overige verminderingen/opbrengsten
de verminderingen in het jaar wegens afsluitingen van complexen
de boekwaarde per 31 december
de geraamde nog te maken kosten
de geraamde opbrengsten nog uit te geven gronden
de geraamde bijdragen van derden
de geraamde bijdrage tot het sluitend maken van de exploitatie
het geraamde eindresultaat
In Leiden wordt jaarlijks door de dienst Bouwen en Wonen het MeerjarenProgrammaGrondbedrijf
uitgebracht. In deze rapportage wordt een verantwoording en prognose van de grondexploitatie per
complex opgenomen. Het MeerjarenProgrammaGrondbedrijf per 1 januari 2004 wordt aangeboden
aan de gemeenteraad voordat de jaarrekening wordt aangeboden.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het saldo van de rekening van baten en lasten (artikel
47 en 48 BBV).
Toelichting balans
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
16
algemene reserve (balansrekening 020)
Op deze balanspost wordt de algemene reservepositie opgenomen. Dit is het totaal van de
concernreserve en alle bedrijfsreserves.
bestemmingsreserve (balansrekening 021)
Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde
bestemming is gegeven.
Voor het instellen van een reserve is een raadsbesluit vereist.
Vermeerderingen en verminderingen reserves (artikel 54 BBV)
In de toelichting op de balans worden de vermeerderingen en verminderingen per reserve apart
toegelicht.
Het totaal van vermeerderingen en verminderingen moet aansluiten met het overzicht reserves en
voorzieningen.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
17
Dienstresultaat
Het dienstresultaat is het verschil tussen het werkelijk resultaat en het begrote resultaat (dienstsaldo).
Het dienstsaldo bestaat uit het saldo van baten en lasten van alle programmas volgens de begroting
inclusief begrotingswijzigingen per dienst. Dit saldo is bij wijze van voorschot aan de diensten middels
rekening courant verstrekt. In de rekening van baten en lasten wordt de ontvangst van dit dienstsaldo
geboekt op de fictieve beleidstaak 999 “dienstsaldo” met categorie 6.2. In de consolidatie worden deze
bedragen geëlimineerd.
Het dienstresultaat wordt geboekt op beleidstaak 992 “saldo van de rekening van baten en lasten” met
als tegenboeking de balansrekening 029 met dezelfde omschrijving en met categorie 6.0.
Voor de diensten zijn de volgende programmas aangewezen
TSF697001 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING BOWO
TSF697002 SALDO VAN DE REKENING VOOR BESTEMMING ID
TSF697003 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING SOZA
TSF697004 SALDO V.D. REKENING VOOR BESTEMMING CE
TSF697005 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING MB
TSF697006 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING BRW
TSF697007 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING DZB
TSF697008 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING CS
Bestemming van het resultaat
Per dienstresultaat wordt het verschil tussen de rekening en begroting verklaard. De dienst dient een
voorstel in voor de bestemming van het resultaat ten laste of ten bate van
de bedrijfsreserve
de concernreserve
een bestemmingsreserve
De volgende regels zijn hiervoor vastgesteld
Met de uit de realisatie voortvloeiende mee- en tegenvallers wordt als volgt omgegaan:
1.
Alle gerealiseerde afwijkingen binnen een dienst worden binnen de dienstbegroting
opgevangen, zodat een sluitende dienstrekening wordt verkregen. Sluitend wil in dit verband zeggen
dat er per saldo geen positieve of negatieve afwijking ontstaat ten opzichte van de goedgekeurde
werkbegroting inclusief begrotingswijzigingen.
2.
Indien aan spelregel 1 van een sluitende rekening in eerste instantie niet kan worden voldaan,
zal het voor- of nadelig dienstresultaat bij de afsluiting van het boekjaar worden verrekend (gestort
resp. onttrokken) met de bedrijfsreserve (BR). Op deze wijze wordt spelregel 1 alsnog gerealiseerd.
3.
Ten aanzien van het gestelde onder spelregel 1 en 2 gelden de volgende 6 uitzonderingen:
3.1
Gerealiseerde afwijkingen die samenhangen met de algemene inkomsten worden met de
concernreserve verrekend. Voor een definitie en overzicht van de algemene inkomsten wordt
kortheidshalve verwezen naar hoofdstuk 3.3 (van het Handboek concernrichtlijnen).
3.2.
Gerealiseerde afwijkingen in de bedrijfsvoering die samenhangen met volgens de richtlijnen in
hoofdstuk 5.1 (van het Handboek) ingestelde bestemmingsreserves worden door de diensten
verrekend met deze afgezonderde vermogensbestanddelen.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
18
3.3.
Vrijvallende kapitaallasten van (nog) niet gerealiseerde investeringen vloeien terug naar de
algemene middelen ter invulling van de centrale stelpost "niet gerealiseerde kapitaallasten". Indien
door uitstel van investeringen de hieruit voortvloeiende lagere kapitaallasten echter hebben geleid tot:
1. een noodzakelijke verhoging van de met de uitstel van de investering direct samenhangende
onderhoudsuitgaven dan wel;
2. niet te beïnvloeden lagere inkomsten die rechtstreeks samenhangen met de lagere kapitaallasten (in
het geval van relevante investeringen), d.w.z. er is een oorzakelijk verband aanwezig; dan kunnen deze
nadelen gemotiveerd op de verrekening met het concern in mindering worden gebracht.
3.4
Kennelijke onder- dan wel overschrijdingen die ontstaan zijn door het niet of in mindere
mate realiseren van beleid, dan wel een intensivering van beleid zonder dat budget is bijgeraamd. In
dergelijke gevallen vindt op basis van een gemotiveerd voorstel verrekening met de concernreserve
plaats. Bij een aanmerkelijk budgettair belang wordt een voorstel tot instelling van een
bestemmingsreserve gedaan.
3.5
Hogere uitgaven en/of lagere inkomsten met een zowel onvermijdbaar, onbeïnvloedbaar als
onuitstelbaar karakter (de 3-o-regel) als gevolg van (risicovolle) ontwikkelingen. Voor deze
uitzondering is per geval een voorafgaand Raadsbesluit vereist.
3.6
Verschillen in het resultaat veroorzaakt door onder- of overbesteding op GSBprojectbudgetten worden verrekend met de egalisatiereserve GSB.
3.7
Verschillen veroorzaakt door het meer- of minder declareren van BTW bij het BTWcomepensatiefonds dan oorspronkelijk begroot worden verrekend met de reserve invoering btwcompensatiefonds.
Het bestemmingsvoorstel van de dienst dient te worden onderbouwd ten behoeve van een door
CS/FC te formuleren raadsbesluit. Het bestemmingsvoorstel beperkt zich tot het verdelen van het
resultaat over de genoemde reserves. Eventueel vrij besteedbare ruimte binnen de reserves wordt
betrokken bij de invulling van de beleidsprioriteiten bij behandeling van de perspectiefnota 2004 en/of
concernbegroting 2005.
Indien de Concernreserve na bestemming van het resultaat uitkomt boven de minimale stand van €
10.000.000,- wordt deze afgeraamd voor de volgende reserves- of doeleinden.
1.
2.
3.
4.
Reserve flankerend beleid;
Reserve herstructurering
Kwaliteit van ambtelijke organisatie
Overige
Voorzieningen
Algemeen
Voorzieningen dienen te worden bepaald op basis van bedrijfseconomische uitgangspunten (artikel 44
en 45 BBV).
Voorzieningen worden op de balansdatum opgenomen ter dekking van op de balansdatum bestaande
a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs
te schatten;
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
19
b. Risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang
redelijkerwijs is te schatten;
c. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten
zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de
voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
Toelichting: het onderscheid tussen a en b is dat bij a alleen de omvang van de verplichting of verlies
onzeker is en bij b is het nog onzeker of een dergelijke gebeurtenis zich zal voordoen.
Bij iedere voorziening dient een cijfermatige raming te worden gegeven in vergelijking waarmee de
afloop van de voorziening kan worden verantwoord. Niet meer benodigde bestanddelen worden
onverwijld ten bate van het resultaat gebracht.
Voor de instelling van een voorziening is een raadsbesluit vereist.
Voorziening dubieuze debiteuren
Deze voorziening wordt ingedeeld onder de vorderingen (negatief) waarop deze betrekking heeft. In
de toelichting op de balans wordt de voorziening, de mutaties als gevolg van vermeerderingen en
verminderingen en de werkelijk oninbare vorderingen apart vermeld.
Normale risico’s (statische methode)
Een debiteurenpositie brengt per definitie een risico van oninbaarheid met zich mee. Het treffen van
een voorziening voor dit risico geschiedt aan de hand van vaste percentages. Deze reservering geeft
de minimumwaarde van de voorziening aan. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de aard van de
vorderingen.
1% reservering voor vorderingen tot één jaar oud.
10% reservering voor vorderingen ouder dan één jaar.
Specifieke risico’s (dynamische methode)
Aanvullend op het normale risico worden alle individuele of groepen van vorderingen beoordeeld op
de mate van inbaarheid. Afhankelijk van de beoordeling wordt een voorziening getroffen tot maximaal
100%. Vorderingen waarvan de debiteur in faillissement verkeert worden voor 100% voorzien tenzij
informatie beschikbaar is dat een slotuitkering zal volgen.
Interne vorderingen (zie 10.3)
Voor interne vorderingen wordt géén voorziening getroffen. “Betwiste vorderingen” dienen zo
spoedig mogelijk gemeld te worden aan de concerncontroller, nadat de procedure daartoe is gevolgd.
Procedure betwiste vorderingen:
In de concernrichtlijnen is een procedure opgenomen voor de behandeling van betwiste vorderingen.
In het kort weergegeven werkt de procedure als volgt.
1.
2.
3.
4.
5.
De ontvangende partij geeft binnen 30 dagen bij de afzender van de factuur schriftelijk aan dat zij
deze betwist.
Vervolgens overleggen de dienstcontrollers om te bekijken of zij tot een vergelijk kunnen komen.
Lukt dat niet dan treden de dienstdirecteuren in overleg;
Komen ook zij er niet uit dan leggen zij de betwiste vordering ter arbitrage voor aan de
concerncontroller en de gemeentesecretaris.
De dienstdirecteuren voorzien de aanmelding van de betwiste vordering van een motivatie.
Nog te verhalen
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
20
Voor de nog te verhalen posten wordt een voorziening getroffen, bijv. nog op te leggen aanslagen.
Omdat facturering nog moet plaatsvinden wordt hiervoor 1% gereserveerd en wordt eventueel
aangevuld met een inschatting van de specifieke risico’s.
Verantwoording in de exploitatierekening
De mutatie van de voorziening dubieuze debiteuren, voortvloeiende uit de berekende correctie van de
waardering van de post debiteuren ultimo verslagjaar, worden verantwoord op programma 922.20
“Oninbare vorderingen”. De werkelijk oninbare vorderingen worden afgewikkeld op het betreffende
programma.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
21
Vorderingen en schulden
Langlopende schulden (artikel 46 BBV)
In de balans worden onder de vaste schulden afzonderlijk opgenomen:
a. obligatieleningen;
b. onderhandse leningen van:
1. binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen;
2. binnenlandse banken en overige financiële instellingen;
3. binnenlandse bedrijven;
4. overige binnenlandse sectoren;
5. buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren;
c. door derden belegde gelden;
d. waarborgsommen.
Gewaarborgde geldleningen (artikel 57 BBV)
Aan de passiefzijde van de balans wordt buiten de balanstelling een bedrag opgenomen waarvoor
waarborgen zijn verstrekt voor nog uitstaande geldleningen van andere instellingen.
In een apart overzicht wordt per geldlening vermeld
- het oorspronkelijk bedrag van de aangegane geldlening
- het percentage van het leningbedrag waarvoor borg verleend is
- het restantbedrag van de lening bij aanvang van het begrotingsjaar
- het restantbedrag van de lening aan het eind van het begrotingsjaar
- het totaalbedrag van de betalingen die inzake de garantstelling zijn gedaan tot en met het eind
van het begrotingsjaar
Interne vorderingen en schulden : consolidatie
De vorderingen op en schulden aan gemeentelijke diensten worden verantwoord op de balansposten :
vorderingen op gemeentelijke diensten (balansrekening 134)
schulden aan gemeentelijke diensten (balansrekening 144)
Voor de consolidatie is het van belang dat alle onderlinge vorderingen en schulden van de diensten
worden opgenomen, ook indien deze nog worden betwist. Doel hiervan is de interne vorderingen en
schulden over en weer in het boekjaar X te verwerken in het resultaat of vermogen.
Procedure afstemming interne vorderingen en schulden
In de gedetailleerde planning jaarrekening wordt een uiterste datum genoemd voor
1. Aanlevering interne facturering bij de financiële administraties. Dit houdt in dat de te factureren
afdelingen er zorg voor dragen dat op deze datum de facturen van het voorgaande jaar op de
financiële administraties aanwezig zijn.
2. Uiterste datum voor afstemming van de interne vorderingen en schulden is 5 februari 2004. De
diensten dienen onderling hun interne vorderingen en schulden af te stemmen. Hiervoor dient
gebruik gemaakt te worden van de centrale directory op de fileserver van de dienst ID, die
hiervoor is ingericht. Op deze uiterste datum dient het totaal van dit bestand op 0 uit te komen.
3. Uiterste datum van boeken van interne facturen in de financiële administraties is 13 februari 2004.
Na deze datum kan er dus niet meer geboekt worden in het voorgaande jaar.
Deze afspraken moeten waarborgen dat de afstemming interne vorderingen en schulden conform
planning verloopt.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
22
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
23
Gemeentelijke belastingvorderingen
Onder de belastingvorderingen worden die openstaande posten geboekt waarvan de aanslag reeds is
opgelegd, maar waar het bedrag nog niet is voldaan. De bedragen van de nog op te leggen aanslagen
over het dienstjaar moeten worden opgenomen bij nog te ontvangen belastingopbrengsten. De dienst
ID zal de andere diensten volgens de procedure interne dienstverlening op de hoogte brengen van de
nog op te leggen aanslagen.
Overlopende activa en passiva
Voor de nog te betalen en nog te verhalen bedragen geldt dat deze alleen verantwoord kunnen
worden, indien deze met een voor 31 december 2004 verzonden of ontvangen factuur onderbouwd
kunnen worden.
Indien geen factuur voorhanden is, moeten de nog te betalen of te verhalen bedragen blijken uit
daadwerkelijk voor 31-12-2004 aangegane verplichtingen.
Onder overlopende activa worden opgenomen:
170 VOORUITBET. TBV VOLGEND DIENSTJAAR
171 TE VERREKENEN OB
172 OVERIGE NEUTRALE UITGAVEN
Onder overlopende passiva worden opgenomen
160 VOORUITONT. TBV VOLGEND DIENSTJAAR
161 AF TE DRAGEN OB
162 NIET TE TRACEREN POSTEN
163 OVERIGE NEUTRALE INKOMSTEN
Uitsluitend die geldstromen die vallen onder de hier genoemde categorieën mogen worden
opgenomen.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen worden opgenomen
1. leasecontracten. De gemeente heeft een meerjarige verplichting die vergelijkbaar is met de
meerjarige last indien de gemeente de investering zelf had gedaan.
2. opgebouwde vakantierechten over de periode van juni t/m december.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
24
Modellen en Opmaak
Modellen
Voor de opstelling van de jaarrekening en de bijlagen moet gebruik gemaakt worden van de
voorgeschreven modellen zoals die door het concern beschikbaar zijn gesteld.
Het model programmas: elk programma wordt in een afzonderlijk bestand weergegeven. Het model is
voorzien van een vaste opmaak. Verzoek is om de opmaak niet te wijzigen. Tekst en Tabellen kunnen
alleen in tabel vorm worden toegevoegd.
Opmaak (extra aandacht)
Het samenvoegen van de aanleveringen van de diensten bij begroting en rekening leidt vaak tot een
grote diversiteit in de opmaak. Het uniformeren van de opmaak is daardoor vaak een tijdrovende
bezigheid. Wij vragen dan ook de toelichting op de programmas met in acht neming van de
onderstaande richtlijnen op te stellen. CS/FC levert sjablonen aan, waarbij de opmaakinstellingen
zullen voorgedefinieerd.
Cijferopstellingen
Cijferopstellingen mogen alleen opgenomen worden met de functie “Tabel”. Cijferopstellingen die niet
in een tabel staan, maar met Tabs of zelfs spaties worden opgemaakt kunnen we niet opnemen in de
concernrekening.
Opmaakprofielen.
Het gebruik van opmaakprofielen is niet toegestaan, met uitzondering van de standaard
opmaakprofielen in het model voor de programmas.
Lettertype.
Het lettertype van de huisstijl van Leiden is Mendoza Book, 10 pt.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
25
Gedetailleerde planning Concernrekening 2004
Datum
Actie
30 november
2004
1 december 2004
Bespreking richtlijnen a-overleg i.a.v. f-adviseurs
Wie
A-overleg
Controle modellen in Cognoes, klaarzetten overige modellen in Excel CS/FC
en Word
Vanaf 1 december Vastleggen van een afspraak met de Portefeuillehouder,
Diensten
2004
dienstdirecteur en dienstcontroller voor de bespreking van de
“dienst”rekening vóór 9 maart 2004.
15 december
Bespreking vormgeving jaarverslagen, aanvragen offertes
CS/FC/COMM/P
2004
&O
14 december
Administrateursoverleg + bijdrage accountant
Diensten/CS/FC/
2004
EY
7 - 12 december
Verwerken begrotingswijziging, Raad 7 december
CS/FC
2004
1 – 22 december
Sluitingsdatum (1e) interne facturering m.b.t. 2004,
Facilitair bedrijf
2004
facturering van voorschotten voor december vindt plaats op 1
december.
1 december 2004 Start met het schrijven van de beleidsrealisatie door de management management/
en de beleidsmedewerkers.
beleidsmedewerkers
21 januari 2005
2e Sluitingsdatum voor de interne facturering m.b.t. boekjaar 2004
Diensten
Tussen 17 januari en 20 januari moeten interne facturen persoonlijk
in handen gesteld worden van de administrateurs van de diensten.
28 januari 2005
Afstemming van interne vorderingen en schulden is voltooid.
Administrateurs
Het overzicht in de centrale directory loopt op 0
CS/FC
1 februari 2005
Administrateursoverleg
Diensten/
CS/FC
18 februari 2005
Sluitingsdatum boekjaar 2004
Diensten
In boekjaar 2004 wordt na deze datum niet meer geboekt behoudens
mutaties welke op grond van de controle door de accountant resp. de
toetsing door CS/FC doorgevoerd moeten worden.
22 februari 2005
Administrateursoverleg
Diensten/CS/FC
21 februari
Vooroverleg met EY, start accountantscontrole
EY/Diensten/CS/F
C
2 maart 2005
Meerjarenperspectief Grondbedrijf gereed
BOWO
5 maart 2005
Diensten zorgen voor vaststelling van de informatie t.b.v. de
DMT/PFH/Dienconsolidatie door hun DMT en afstemming met de
sten
portefeuillehouder én leveren de volgende modellen aan:
- overzicht van niet uit de balans blijkende belangrijke financiële
diensten
verplichtingen
idem
- overzicht van gewaarborgde geldleningen
idem
- programmas en analyse
idem
- overzicht van structurele componenten van het resultaat
idem
- overzicht van afwijkingen dienstresultaat t.o.v. de tweede
idem
periodieke rapportage
idem
- overzicht personele sterkte
idem
- overzicht personele lasten
idem
- analyse personele lasten
idem
- toelichting balans
idem
- beleidsrealisatie per beleidsveld volgens commissie indeling
diensten
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
26
Datum
Actie
Wie
GSB-bureau
diensten
Dienst ID
CS/FC
CS/FC
diensten
idem
CS/FC
CS/FC ism
Diensten
7 maart 2005
7 maart 2005
15 maart 2005
19 en 22
- overzicht Grote Stedenbeleid geoormerkte geldstromen
- bedrijfsvoering (per dienst)
1.
De financiële beschouwingen inclusief verschillenanalyse ten
opzichte van de PN
2.
Grotestedenbeleid 2004
3.
Weerstandsvermogen
4.
Lokale heffingen
5.
Financiering
6.
Bedrijfsvoering
7.
Verbonden partijen
8.
Grondbeleid
9.
Onderhoud kapitaalgoederen
10.
Algemene uitkering
11.
Reserves en voorzieningen
10.
Investeringsplan 2004
11.
BTW-compensatiefonds
12.
beleidstoelichting jaarverslag
Start consolidatie op basis van de aangeleverde informatie
Start accountantscontrole
Toetsing en terugkoppeling aangeleverde informatie
Bespreking dienstrekeningen in het college
26 maart 2005
2 april 2005
2 april 2005
2 april 2005
2 april 2005
9 april 2005
9 april 2005
Consolidatie jaarrekening gereed
Concept concernrekening en jaarverslag gereed
Burgerjaarverslag gereed in concept
Sociaal jaarverslag gereed in concept
Accountantscontrole gereed
Rapport van bevindingen gereed
Bespreking concernrekening, rapport van bevindingen.
11 april 2005
12 april 2005
13 april 2005
19 april 2005
Vaststelling verslagen en jaarrekening
Vaststelling MPG
Vaststelling verslagen en jaarrekening
Vaststellen jaarverslag en ontwerp-concernrekening +
bestemmingsvoorstel resultaat jaarrekening 2004
Vaststellen reactie op rapport van bevindingen accountant
Aanlevering gekopieerde versie aan de Griffie
Vormgeving/drukken jaarverslag & jaarrekening
Commissie BV
Commissie OC
Commissie EV
subcommissie SI
Commissie SI
Commissie RG
Commissie voor de Rekeningen
Gemeenteraad – vaststelling jaarrekening
Reactie op de bevindingen van de commissie voor de rekeningen
naar de Raad
23 april 2005
29 april 2005
18 mei 2005
25 mei 2005
19 mei 2005
19 mei 2005
26 mei 2005
27 mei 2005
2 juni 2005
7 juni 2005
september 2005
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
CS/FC
EY
CS/FC
College/Dienstdir
ecteur/Accounta
nt
CS/FC
CS/FC
Communicatie
P&O
EY
EY
GMT +
controllers en EY
C-overleg
College
GMT
B&W
CS/FC/drukkerij
CS/FC/Drukkerij
Raad
Raad
Raad
27
N.B. Aanleverdatum houdt in dat de gevraagde informatie daadwerkelijk in de centrale map P&C is
geplaatst door de dienst.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
28
Bijlage bij richtlijnen jaarrekening 2004
Gemeentewet
2. De jaarrekening
Artikel 197
1. Het college legt aan de raad over elk begrotingsjaar verantwoording af over het door hem
gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag.
2. Het college voegt daarbij de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 213, derde lid, het
verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 213, vierde lid, en de verslagen, bedoeld in artikel
213a, tweede lid.
3. De in het eerste en tweede lid bedoelde stukken liggen, zodra zij aan de raad zijn overgelegd,
voor een ieder ter inzage en zijn algemeenverkrijgbaar. Van de terinzagelegging en de
verkrijgbaarstelling wordt openbaar kennis gegeven. De raad beraadslaagt over de
jaarrekening en het jaarverslag niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving.
Artikel 198
1. De raad stelt de jaarrekening vast in het jaar volgend op het begrotingsjaar. De jaarrekening
betreft alle baten en lasten van de gemeente
2. Indien de raad tot het oordeel komt dat uitgaven die in de jaarrekening zijn opgenomen niet
rechtmatig zijn gedaan, wordt dit standpunt terstond ter kennis gebracht van het college met
vermelding van de gerezen bedenkingen.
3. Het college zendt de raad binnen twee maanden na ontvangst van het standpunt, bedoeld in
het tweede lid, een voorstel voor een indemniteitsbesluit, vergezeld van een reactie op de bij
de raad gerezen bedenkingen.
4. Indien het college een voorstel voor een indemniteitsbesluit heeft gedaan, stelt de raad de
jaarrekening niet vast dan nadat hij heeft besloten over het voorstel.
Artikel 199
Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ontlast de vaststelling van de jaarrekening de
leden van het college ten aanzien van het daarin verantwoorde financieel beheer.
Artikel 200
Het college zendt de vastgestelde jaarrekening, vergezeld van de overige in artikel 197 bedoelde
stukken binnen twee weken na vaststelling, maar in ieder geval vóór 15 juli van het jaar, volgend op
het begrotingsjaar, aan gedeputeerde staten. Het college voegt daarbij, indien van toepassing, het
besluit van de raad over een voorstel voor een indemniteitsbesluit met de reactie, bedoeld in artikel
198, derde lid.
Artikel 201
Indien de raad de jaarrekening dan wel een indemniteitsbesluit niet of niet naar behoren vaststelt,
zendt het college de jaarrekening, vergezeld van de overige in artikel 197
bedoelde stukken,
respectievelijk het indemniteitsbesluit ter vaststelling aan gedeputeerde staten.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
29
Uittreksel Besluit Begroten en Verantwoorden
Jaarverslag en jaarrekening.
HOOFDSTUK IV DE JAARSTUKKEN EN DE TOELICHTING
Titel 4.1 Algemeen
Artikel 24
1. De jaarstukken bestaan ten minste uit:
a. het jaarverslag;
b. de jaarrekening.
2. Het jaarverslag bestaat ten minste uit:
a. de programmaverantwoording;
b. de paragrafen.
3. De jaarrekening bestaat uit:
a. de programmarekening en de toelichting;
b. de balans en de toelichting.
Titel 4.2 De programmaverantwoording
Artikel 25
1. De programmaverantwoording bestaat ten minste uit de verantwoording over de realisatie van de
programma’s en het overzicht van algemene dekkingsmiddelen. Daarnaast wordt inzicht gegeven in
het gebruik van het geraamde bedrag voor onvoorzien.
2. De programmaverantwoording biedt per programma inzicht in:
a. de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd; Staatsblad 2003 27 6
b. de wijze waarop getracht is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;
c. de gerealiseerde baten en lasten.
Titel 4.3 De paragrafen
Artikel 26
Het jaarverslag bevat de paragrafen die ingevolge artikel 9 in de begroting zijn opgenomen. Ze
bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is
opgenomen.
Titel 4.4 De programmarekening en de toelichting
Artikel 27
1. De programmarekening bevat:
a. de gerealiseerde baten en lasten per programma;
b. het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen;
c. het gerealiseerde resultaat voor bestemming, volgend uit de onderdelen a en b;
d. de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves;
e. het gerealiseerde resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen
c en d.
2. De programmarekening bevat van de onderdelen genoemd in het eerste lid ook de ramingen uit de
begroting voor en na wijziging.
Artikel 28
De toelichting op de programmarekening bevat ten minste:
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
30
a. voor alle onderdelen van artikel 27, eerste lid, een analyse van de afwijkingen tussen de begroting
na wijziging en de programmarekening;
b. een overzicht van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien;
c. een overzicht van de incidentele baten en lasten.
Artikel 29
De programmarekening wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen omtrent de financiële
positie op de balansdatum is gebleken tussen het moment van opmaken van de programmarekening
en het tijdstip van vaststelling daarvan, voor zover deze aanvullende informatie onontbeerlijk is voor
het in artikel 3 bedoelde inzicht.
Titel 4.5 De balans en de toelichting
Paragraaf 4.5.1 Algemeen
Artikel 30
In de balans worden naast de cijfers per balansdatum tevens de cijfers van de balans van het vorige
begrotingsjaar opgenomen.
Paragraaf 4.5.2 Hoofdindeling van de balans
Artikel 31
Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn
bestemd om de uitoefening van de
werkzaamheid van de provincie onderscheidenlijk gemeente al dan niet duurzaam te dienen.
Staatsblad 2003 27 7
Artikel 32
Op de balans worden de passiva onderscheiden in vaste en vlottende passiva.
Paragraaf 4.5.3 Vaste activa
Artikel 33
Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële
vaste activa.
Artikel 34
In de balans worden onder de immateriële vaste activa afzonderlijk opgenomen:
a. kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio;
b. kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief.
Artikel 35
1. In de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen:
a. investeringen met een economisch nut;
b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.
2. Van de materiële vaste activa wordt aangegeven welke in erfpacht zijn uitgegeven.
Artikel 36
In de balans worden onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen:
a. kapitaalverstrekkingen aan:
1. deelnemingen;
2. gemeenschappelijke regelingen;
3. overige verbonden partijen;
b. leningen aan:
1. woningbouwcorporaties;
2. deelnemingen;
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
31
3. overige verbonden partijen;
c. overige langlopende leningen;
d. overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of
langer;
e. bijdragen aan activa in eigendom van derden.
Paragraaf 4.5.4 Vlottende activa
Artikel 37
Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een
rentetypische looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen en de overlopende activa.
Artikel 38
In de balans worden onder de voorraden afzonderlijk opgenomen:
a. grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar:
1. niet in exploitatie genomen bouwgronden;
2. overige grond- en hulpstoffen;
Staatsblad 2003 27 8
b. onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie;
c. gereed product en handelsgoederen;
d. vooruitbetalingen.
Artikel 39
In de balans worden onder de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
afzonderlijk opgenomen:
a. vorderingen op openbare lichamen;
b. verstrekte kasgeldleningen;
c. rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen;
d. overige vorderingen;
e. overige uitzettingen.
Artikel 40
In de balans worden onder de liquide middelen de kas-, bank- en
girosaldi opgenomen.
Paragraaf 4.5.5 Vaste Passiva
Artikel 41
Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de
vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Artikel 42
1. Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de
programmarekening.
2. Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk
opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen.
Artikel 43
1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar:
a. de algemene reserve;
b. bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die
aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden;
c. overige bestemmingsreserves.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
32
2. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een
bepaalde bestemming heeft gegeven.
Artikel 44
1. Voorzieningen worden gevormd wegens:
a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te
schatten;
b. op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te
verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs
is te schatten;
c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn
oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening
strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed
moeten worden.
Staatsblad 2003 27 9
3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde
verplichtingen van vergelijkbaar volume.
Artikel 45
Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.
Artikel 46
In de balans worden onder de vaste schulden afzonderlijk opgenomen:
a. obligatieleningen;
b. onderhandse leningen van:
1. binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen;
2. binnenlandse banken en overige financiële instellingen;
3. binnenlandse bedrijven;
4. overige binnenlandse sectoren;
5. buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren;
c. door derden belegde gelden;
d. waarborgsommen.
Paragraaf 4.5.6 Vlottende passiva
Artikel 47
Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden, met een
rentetypische looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva.
Artikel 48
In de balans worden onder de netto-vlottende schulden afzonderlijk opgenomen:
a. kasgeldleningen;
b. bank- en girosaldi;
c. overige schulden.
Artikel 49
Onder de overlopende passiva worden verplichtingen opgenomen die in het begrotingsjaar zijn
opgebouwd en die in een volgende begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks
terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.
Artikel 50
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
33
Aan de passiefzijde van de balans wordt buiten de balanstelling opgenomen het bedrag waartoe aan
natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt.
Paragraaf 4.5.7 Toelichting op de balans
Artikel 51
In de toelichting op de balans wordt aangegeven volgens welke methoden de afschrijvingen worden
berekend. Ook wordt aangegeven welke investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk
nut worden geactiveerd, welke afschrijvingstermijn hiervoor wordt voorzien en welke reserves hiervoor
naar verwachting beschikbaar zullen zijn.
Staatsblad 2003 27 10
Artikel 52
1. In de toelichting op de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen:
a. gronden en terreinen;
b. woonruimten;
c. bedrijfsgebouwen;
d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken;
e. vervoermiddelen;
f. machines, apparaten en installaties;
g. overige materiële vaste activa.
2. In de toelichting op de balans wordt het verloop van de activa, als bedoeld in het eerste lid,
gedurende het begrotingsjaar, in een sluitend
overzicht weergegeven. Daaruit blijken, voor zover van toepassing:
a. de boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar;
b. de investeringen of desinvesteringen;
c. de afschrijvingen;
d. bijdragen van derden direct gerelateerd aan een actief;
e. afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen;
f. de boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar.
Artikel 53
In de toelichting op de balans worden de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële
verplichtingen vermeld waaraan de provincie of de gemeente voor toekomstige jaren is verbonden.
Artikel 54
1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en
onttrekkingen daaraan toegelicht.
2. Per reserve wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken:
a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
b. de toevoegingen of onttrekkingen via de resultaatbestemming bij de programmarekening;
c. de toevoegingen of onttrekkingen uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het
voorgaande boekjaar;
d. de verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke
bestemmingsreserve is gevormd;
e. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.
Artikel 55
1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke voorziening en de wijzigingen
daarin toegelicht.
2. Per voorziening wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken:
a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
b. de toevoegingen;
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
34
c. ten gunste van de rekening van baten en lasten vrijgevallen bedragen;
d. de aanwendingen;
e. saldo aan het einde van het begrotingsjaar.
Artikel 56
In de toelichting op de balans wordt de rentelast voor het begrotingsjaar vermeld van alle vaste
schulden, genoemd in artikel 46.
Staatsblad 2003 27 11
Artikel 57
1. In de toelichting op de balans worden de borgstellingen, bedoeld in artikel 50, gespecificeerd naar
de aard van de geldleningen.
2. Per specificatie wordt vermeld:
a. het oorspronkelijk bedrag van de gewaarborgde geldlening;
b. b. het percentage van het leningbedrag waarvoor borgstelling is verleend;
c. het restantbedrag van de lening bij aanvang van het begrotingsjaar;
d. het restantbedrag van de lening aan het eind van het begrotingsjaar.
3. In de toelichting op de balans wordt een specificatie opgenomen van de garantstellingen als
bedoeld in artikel 50.
4. In de toelichting wordt ook opgenomen het totaalbedrag van de betalingen die inzake de borg- en
garantstelling zijn gedaan tot en met het eind van het begrotingsjaar.
Artikel 58
Artikel 29 is van overeenkomstige toepassing op de balans.
Artikel 29
De programmarekening wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen omtrent de financiële
positie op de balansdatum is gebleken tussen het moment van opmaken van de programmarekening
en het tijdstip van vaststelling daarvan, voor zover deze aanvullende informatie onontbeerlijk is voor
het in artikel 3 bedoelde inzicht.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
35
Resultaatbestemming:
Functie 970, Saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming
Tot deze functie behoort het saldo van de rekening van baten en lasten. Dit is het saldo van de
baten en de lasten op alle overige functies (het saldo van de functies binnen de hoofdfunctie
0 tot en met 9, exclusief de functies 970, 980 en 990).
In geval van een tekort wordt bij de begroting op functie 970 en / of 990 uitsluitend het
tekort gepresenteerd in de dekking waarvan de gemeente in de begroting niet op enigerlei
wijze heeft voorzien
Functie 980, Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties 0 tot en met 9
Op deze functie worden alle onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves geboekt die
verband houden met functies 0 tot en met 960.
Functie 990, Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming
Tot deze functie behoort het saldo van de rekening van baten en lasten nadat het saldo van
baten en lasten van functie 970 is gemuteerd op basis van de mutaties uit hoofde van
functie 980.
Het saldo op deze functie dient via een aparte balanspost zichtbaar te zijn, zie artikel 42 van
het Besluit begroting en verantwoording.
CS/FC/uitgave/29 oktober 2004
36
Download