Aanbiedingsformulier Onderwerp Richtlijnen en planning jaarrekening 2004. In te vullen door Ontwerper Parafanten Bestuurssecretariaat Directeuren Portefeuilleh. FSW B&W Nr: 04.1508 Dienst : CS CC Agenda Sector : CS/FC CS Openbaar: ja Naam : Hans Smit R.V Tst.nr : 5062 Datum : 15 december 2004 nr: Commissie: 21-12-2004 BESLUITEN Behoudens advies van de commi ssie R O WR 1. 2. de richtlijnen voor de jaarrekening 2004 vast te stellen; dit besluit te zenden aan de Gemeenteraad. Korte overwegingen 1. Voor de indeling van het jaarverslag wordt aangesloten bij de voorgeschreven paragrafen en richtlijnen volgens het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) en de indeling van de begroting 2004; 2. De resultaatbestemming vindt bij vaststelling van de jaarrekening plaats. 3. De diensten leveren de jaarrekening op 7 maart volledig op voor controle door de accountant. 4. De accountant rondt op 21 maart de controle in de diensten af. 5. De directeuren zullen op 29 maart of 1 april 2005 in het college een toelichting geven op de jaarrekening 2004. 6. Het college stelt op 12 april het Meerjarenperspectief Grondbedrijf vast. 7. Het college stelt de het Jaarverslag, Ontwerp-concernrekening 2004 en het Sociaal Jaarverslag op 19 april vast. 8. De burgemeester stelt op 19 april het burgerjaarverslag vast. 9. Op 29 april worden de verslagen aangeboden aan de gemeenteraad. 10. De jaarrekening laten voorzien van een separate analyse van het resultaat over 2004 naar 2005 en verder ten behoeve van de opstelling van de perspectiefnota 2005. Formatieve consequenties Begrotingsconsequenties geen CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 1 Communicatie Openbaar: B&W-besluitenlijst / niet openbaar / anders, nl: …. Openbaar Samenvatting Het college van B&W legt aan de raad over het begrotingsjaar 2004 verantwoording af over het door hem gevoerde bestuur. Anders gezegd Wat hebben we in 2004 bereikt, wat hebben we daar voor gedaan en wat heeft het gekost. B&W stelt daarvoor de jaarrekening 2004 (incl. jaarverslag) op. De burgemeester stelt een eigen “burgerjaarverslag” op, waarin hij verantwoording aflegt over de dienstverlening van de gemeente aan de burger in 2004. Om de totstandkoming van de jaarrekening 2004 efficiënt te doen plaatsvinden stelt B&W onderhavige richtlijnen en een planning vast. Voor het “burgerjaarverslag” en het “sociaal jaarverslag” zijn afzonderlijke richtlijnen van toepassing. Belangrijke data voor de jaarrekening 2004. Op 19 april 2004 behandelt het college de jaarrekening 2004 en biedt deze vervolgens op 22 april 2004 aan de raad (via griffier) aan. Het college voegt daarbij de accountantsverklaring én het rapport van bevindingen van de accountant. De stukken liggen, zodra zij aan de raad zijn aangeboden, voor het publiek ter inzage in de bibliotheek. Op de internetsite van de gemeente is de jaarrekening 2004 eveneens in te zien. Van de ter inzagenlegging en de verkrijgbaarheid geeft het college openbaar kennis. De raad beraadslaagt over de jaarrekening 2004 uiterlijk op 7 juni 2004. Ter voorbereiding op deze beraadslaging onderzoekt de commissie voor de rekeningen op 2 juni 2005 de jaarrekening 2004. Aanpak verdere communicatie In de afzonderlijke persconferentie zal de wethouder FSW een toelichting geven op het resultaat over 2004. De openbare bekendmaking zal vergezeld gaan van een persbericht. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 2 Richtlijnen balans en rekening van baten en lasten Algemeen ....................................................................................................................................................5 Functie van de jaarrekening 2004 (incl. het jaarverslag) ...............................................................................................5 Sociaal jaarverslag .........................................................................................................................................................................5 Burgerjaarverslag. ..........................................................................................................................................................................5 Meerjarenperspectief Grondbedrijf ........................................................................................................................................5 Aanlevering door de diensten en bespreking en voorlopige vaststelling in B&W ............................................5 Toetsing door CS/FC .....................................................................................................................................................................6 Accountantscontrole.....................................................................................................................................................................6 Aandachtspunten ...........................................................................................................................................................................6 Planning op hoofdlijnen ..............................................................................................................................................................7 Bestuurlijke behandeling jaarrekening .............................................................................................8 Behandeling en vaststelling van de jaarrekening in B&W .............................................................................................8 Behandeling in de vakcommissies ..........................................................................................................................................8 Behandeling in de Commissie voor de Rekeningen ........................................................................................................8 Verantwoording baten en lasten, verantwoording beleidsuitvoering ..................................8 Grondslagen voor resultaatbepaling .....................................................................................................................................8 Indeling jaarverslag en Jaarrekening. .....................................................................................................................................8 Jaarverslag ........................................................................................................................................................................................8 Verplichte paragrafen ...................................................................................................................................................................9 Recapitulatie per programma ...................................................................................................................................................9 Verantwoording beleidsuitvoering .........................................................................................................................................9 Verdelingsmatrix. ........................................................................................................................................................................ 10 Saldi kostenplaatsen .................................................................................................................................................................. 10 Analyse rekening van baten en lasten ................................................................................................................................ 10 Analyse personeelslasten ......................................................................................................................................................... 10 Stand van zaken voortgang investeringen, afsluiten investeringen ....................................................................... 10 Balans ......................................................................................................................................................... 12 Waarderingsgrondslagen ........................................................................................................................................................ 12 Vaste activa.................................................................................................................................................................................... 13 Algemeen .............................................................................................................................................................................. 13 Immateriële vaste activa (artikel 33 BBV) ............................................................................................................ 13 Materiële vaste activa (art 34 en 36 BBV) ............................................................................................................ 14 Financiële vaste activa (artikel 36 BBV)................................................................................................................. 15 Afschrijvingstabel .......................................................................................................................................................... 15 Bruto verloop van de vaste activa (artikel 52 BBV)............................................................................................... 15 Voorraden ...................................................................................................................................................................................... 16 Balansindeling (artikel 37 BBV) ..................................................................................................................................... 16 Onderhanden werk (artikel 52 BBV) ........................................................................................................................... 16 Eigen vermogen........................................................................................................................................................................... 16 Toelichting balans ............................................................................................................................................................. 16 Vermeerderingen en verminderingen reserves (artikel 54 BBV) ..................................................................... 17 Dienstresultaat .................................................................................................................................................................... 18 Bestemming van het resultaat ...................................................................................................................................... 18 CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 3 Voorzieningen .............................................................................................................................................................................. 19 Algemeen .............................................................................................................................................................................. 19 Voorziening dubieuze debiteuren .............................................................................................................................. 20 Vorderingen en schulden ........................................................................................................................................................ 22 Langlopende schulden (artikel 46 BBV) .................................................................................................................... 22 Gewaarborgde geldleningen (artikel 57 BBV) ........................................................................................................ 22 Interne vorderingen en schulden : consolidatie .................................................................................................... 22 Gemeentelijke belastingvorderingen ......................................................................................................................... 24 Overlopende activa en passiva ..................................................................................................................................... 24 Niet uit de balans blijkende verplichtingen ............................................................................................................ 24 Modellen en Opmaak .......................................................................................................................... 25 Modellen ........................................................................................................................................................................................ 25 Opmaak (extra aandacht) ........................................................................................................................................................ 25 Gedetailleerde planning Concernrekening 2004............................................................................................................ 26 Bijlage bij richtlijnen jaarrekening 2004 ........................................................................................ 29 Gemeentewet .......................................................................................................................................... 29 2. De jaarrekening ....................................................................................................................................................................... 29 Uittreksel Besluit Begroten en Verantwoorden .......................................................................... 30 Jaarverslag en jaarrekening. ................................................................................................................................................... 30 Artikel 25 ........................................................................................................................................................................................ 30 Paragraaf 4.5.4 Vlottende activa ........................................................................................................................................... 32 Paragraaf 4.5.6 Vlottende passiva ........................................................................................................................................ 33 Resultaatbestemming: .............................................................................................................................................................. 36 CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 4 Algemeen Functie van de jaarrekening 2004 (incl. het jaarverslag) In de jaarrekening 2004 wordt verslag gedaan en verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en het financieel beheer in 2004. Aandacht wordt o.a. geschonken aan de realisatie van (m.n. nieuw) beleid en de analyse van de structurele effecten uit de jaarrekening. De voortgangsrapportage van in uitvoering zijnde investeringswerken wordt volledig in de jaarrekening geïntegreerd. Het jaarverslag zal inhoudelijk nog eenmaal volgens het stramien van voorgaande jaren worden opgesteld. Separaat wordt een sociaal jaarverslag (met ambtelijke voorbereiding door P&O)en door de Burgemeester een burgerjaarverslag (met ambtelijke voorbereiding door Communicatie) uitgebracht. Jaarverslag. Het jaarverslag is gelijk aan de indeling van de begroting 2004 en bestaat uit het programmaplan en de (verplichte) paragrafen. Aangezien in de begroting 2004 geen programmaplan was opgenomen, bestaat het verslag uit de paragrafen. In de bijlage bij de jaarrekening 2004 worden programma’s opgenomen, die in de begroting 2004 gelijk zijn aan de productramingen. Sociaal jaarverslag Het sociaal jaarverslag over 2004 wordt separaat doch wel gelijktijdig uitgebracht met de jaarrekening 2004. Concern P&O coördineert de samenstelling van het Sociaal jaarverslag en stelt daarvoor afzonderlijke richtlijnen en een tijdschema op. Burgerjaarverslag. Het burgerjaarverslag over 2004 zal onder coördinatie van de afdeling communicatie worden opgesteld. De dienst zal hiervoor een afzonderlijk planning presenteren. Meerjarenperspectief Grondbedrijf Het Meerjarenperspectief Grondbedrijf wordt door de afdeling grondzaken van de dienst Bouwen en Wonen opgesteld. Hiervoor is een afzonderlijke planning opgesteld. Het MPG komt op 12 april ter vaststelling aan de orde in het college. Voorafgaand hieraan vindt vanaf 23 februari overleg plaats met de betrokken portefeuillehouders. Vormgeving verslagen. De jaarverslagen zullen evenals vorig jaar in hetzelfde stramien worden vormgegeven. Aanlevering door de diensten en bespreking en voorlopige vaststelling in B&W Aanlevering door de diensten zal nu grotendeels plaatsvinden via het nieuwe financiële systeem. Op concernniveau is direct na afsluiting van de boeken op 8 maart 2005 de Exploitatierekening en ook Balans per 31 december 2004 beschikbaar. De diensten zullen hun Rekening moeten voorzien van een analyse van de grootste verschillen en de balans moeten zij voorzien van een toelichting. Ook zullen de diensten verslag moeten doen van de rechtmatigheid van de uitgaven en inkomsten conform het daartoe opgestelde controleprotocol 2004. De dienstdirecteuren zullen op 19 of 22 maart worden uitgenodigd in het college om verslag te doen van de resultaten in 2004. Deze verslaglegging valt drie weken eerder dan tot nu toe gebruikelijk. Hiermee wordt bereikt dat de concernrekening en verslag aan informatie waarde kan winnen en dat CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 5 tevens de resultaatbestemming per dienst kan worden besproken. De ontwerp-concernrekening wordt vervolgens op 19 april 2004 vastgesteld. Toetsing door CS/FC CS/FC toets na aanlevering van de informatie vanuit de diensten aan de richtlijnen voor de jaarrekening, het BBV en het controleprotocol. Specifiek zal CS/FC letten op het correct analyseren van de afwijkingen van zowel de baten als de lasten. Of wel de analyse vindt plaats volgens de “bruto” methode. De bevindingen van deze toetsing worden teruggekoppeld aan de betrokken diensten. Eventuele wijzigingen die hieruit voortvloeien worden aan de diensten doorgegeven, zodat de diensten hun jaargegevens voor het management hierop kunnen aanpassen. Accountantscontrole De accountantscontrole vindt plaats vanaf 7 tot 21 maart. Op 9 april presenteert de accountant zijn rapport met bevindingen. De diensten hebben voorafgaand aan de eigenlijke controle in de periode 1 t/m 6 maart de mogelijkheid om met de accountant te overleggen over de verwerking van specifieke posten in de exploitatie. Hierdoor hoeven er geen aanpassingen in de cijfers na 8 maart 2004 plaats te vinden. De diensten betrekken hun contactpersoon CS/FC bij de bespreking met de accountant over desbetreffende posten. Door goede communicatie tussen de diensten en CS/FC zullen wijzigingen over en weer snel worden uitgewisseld. Aandachtspunten In de jaarrekening worden de volgende wijzigingen doorgevoerd: De jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig het Besluit Begroten en Verantwoorden. Specifiek zal CS/FC letten op het correct analyseren van de afwijkingen van zowel de baten als de lasten. Voor de opstelling van de perspectiefnota stellen de programmadirecteuren i.o.m. de dienstdirecteuren een afzonderlijke analyse op, via het voorgeschreven model, van de structurele afwijkingen per programma. Waarbij ingegaan wordt op de consequenties voor de realisatie van de doelstellingen, prestatie-indicatoren en het vastgelegde ambitieniveau De dienstdirectueren leggen verantwoording af over de voortgang van de opmerkingen van de accountant. Het college stel op 12 april het MPG vast, een week voor vaststelling van de ontwerp-erekening CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 6 Planning op hoofdlijnen Jaarrekening (incl. jaarverslag) 2004 Aanleveren richtlijnen Met accountant wordt afgesproken welke documenten bij start van de Jaarrekeningcontrole worden opgeleverd Bespreking discussiepunten jaarrekening met de diensten voor afsluiting. Afsluiting boeken, oplevering controledossier Start accountantscontrole Dienstresultaat, teksten paragrafen jaarverslag en producten bespreken met portefeuillehouders Aanlevering dienstrekening aan C-overleg en GMT via CS/FC Afronding accountantscontrole in de diensten Behandeling dienstrekening, verslagen en bestemming dienstresultaat in GMT Behandeling dienstrekening, verslagen en bestemming dienstresultaat in B&W Verwerking opmerkingen B&W en Accountant Consolidatie naar concernjaarrekening Concernrekening en teksten paragrafen jaarverslag gereed Vaststelling Concernrekening C-overleg Vaststelling MPG Vaststelling GMT Vaststellen ontwerp-jaarrekening 2004 Reactie *) op rapport bevindingen accountant Aanlevering aan de Griffie Vormgeving/drukken jaarverslag & jaarrekening Publicatie Ontwerp-jaarrekening en verslag Behandeling in de vakcommissies Behandeling in Commissie voor de Rekeningen Vaststelling in gemeenteraad Wie CS/FC CS/FC/Diensten/ EY Gereed 1/12/2004 december 2004 Diensten/CS/FC/ Accountant Diensten/accoun tant Diensten 1-3 t/m 5/3 2005 FC/Diensten Accountant C-overleg/ GMT B&W/GMT/EY 7/3/2005 7 t/m 11/3/2005 16/3/2005 21/3/2005 21/3/2005 23/3/2005 29/3+ 1/4/2005 diensten 4/4/2005 CS/FC CS/FC 5/4/2005 8/4/2005 C-overleg/GMT College GMT B&W B&W CS/FC/drukkerij CS/FC/Drukkerij CS/FC Commissies Cie. voor de Rek. Gemeenteraad 11/4/2005 12/4/2005 13/4/2005 19/4/2005 19/4/2005 22/4/2005 29/4/2005 29/4/2005 13 t/m 27/5/2005 2/6/2005 7/6/2005 *) incl. voortgang implementatie eerdere aanbevelingen CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 7 Bestuurlijke behandeling jaarrekening Behandeling en vaststelling van de jaarrekening in B&W De behandeling van de dienstrekening 2005 wordt geagendeerd in collegevergaderingen van 29 maart en 1 april 2005. Voor de behandeling van de jaarrekening worden GMT/Dienstdirecteuren en de accountant uitgenodigd voor het geven van een toelichting op de resultaten en bevindingen per dienst. Vervolgens wordt het voorstel tot bestemming van het resultaat per dienst vastgesteld *). Na behandeling wordt eventueel de dienstrekening aangepast aan het bestemmingsvoorstel, vervolgens wordt de concernjaarrekening samengesteld. Het college stelt op 19 april 2005 de jaarrekening inclusief accountantsverklaring definitief vast. Ook zal het college zijn reactie op het accountantsrapport vaststellen. De jaarrekening 2005 wordt op 29 april 2005 aangeboden aan de raad/griffie en openbaargemaakt. Het Meerjarenperspectief Grondbedrijf komt op 12 april in het college ter vaststelling aan de orde. *) Het BBV schrijft voor dat het resultaat in de jaarrekening zelf reeds wordt bestemd. Op hoofdfunctie 9 komt het resultaat voor bestemming tot uitdrukking, vervolgens wordt in hoofdstuk 10, resultaatbestemming na bestemming op genomen. Het resultaat voor bestemming zal een hoog saldo laten zien omdat alle verrekeningen met de reserves pas na bestemming, op hoofdstuk 10 tot uitdrukking komen. Verrekeningen met reserves mogen dus niet functioneel worden opgenomen. Behandeling in de vakcommissies De jaarrekening wordt in iedere afzonderlijke vakcommissie behandeld. Daarnaast worden aangeboden het rapport van bevindingen van de accountant, de reactie van het college hierop én de programma’s per vakcommissie. Behandeling in de Commissie voor de Rekeningen Aan de Commissie voor de Rekeningen worden de jaarrekening, het rapport van bevindingen van de accountant en de reactie van het college hierop behandeld. De commissie voor de Rekeningen onderzoekt de jaarrekening en brengt daarover advies uit aan de gemeenteraad. Verantwoording baten en lasten, verantwoording beleidsuitvoering Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen uitgangspunt is dat de rekening van baten en lasten getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het resultaat van het boekjaar weergeeft. In de rekening worden baten en lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. Zowel de baten als de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben (principe stelsel van baten en lasten). Indeling jaarverslag en Jaarrekening. Jaarverslag CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 8 Het jaarverslag is gelijk aan de indeling van de begroting 2004 en bestaat uit het programmaplan en de (verplichte) paragrafen. Aangezien in de begroting 2004 geen programmaplan was opgenomen, bestaat het verslag uit de paragrafen. In de bijlage bij de jaarrekening 2004 worden programma’s opgenomen, die in de begroting 2004 gelijk zijn aan de productramingen. Verplichte paragrafen Paragraafindeling In het BBV2003 zijn een aantal paragrafen voorgeschreven. In de begroting 2004 zijn de navolgende paragrafen opgenomen. Deze paragrafen worden ook opgenomen in de jaarrekening. In de paragrafen dient te worden gerapporteerd aan de hand van de uitgangspunten gesteld bij de begroting. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Subsidies Financiele Rekening. 9. 10. 11. 12. 13. 11. 12. 13. Overzicht van Baten en Lasten per programma Analyse van het Resultaat. Kerngegevens Grote stedenbeleid Ontwikkelingen Algemene uitkering uit het gemeentefonds Reserves en voorzieningen Investeringsplan 2004 Arbeidskosten gerelateerde kosten Recapitulatie per programma De recapitulatie is ingedeeld naar het niveau van de concernbegroting inclusief een afzonderlijke vermelding van de begrotingswijzigingen en is de basis voor de samenstelling van de rekening van baten en lasten in de jaarrekening. De programmas zijn gelijk aan de concernbegroting. Verslag “Consolidatie jaarrekening 2004” is hiervoor beschikbaar. Verantwoording beleidsuitvoering De diensten geven in de jaarrekening een goede kwalitatieve verantwoording over de beleidsuitvoering, zowel in tekst, cijfers, prestatiegegevens als kengetallen. Voor de verantwoording per programma wordt gebruik gemaakt van het vastgestelde format, waarin de 3W-vragen zijn opgenomen. In de verantwoording wordt expliciet ingegaan op de programmas, waarvoor met ingang van de begroting 2004 nieuw beleid wordt gevoerd. Voor de verantwoording per programma is een sjabloon beschikbaar. Het gebruik van dit Sjabloon is verplicht. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 9 Verdelingsmatrix. De verdelingsmatrix bestaat uit de categoriale indeling enerzijds en de functionele indeling, balansmutaties en kostenplaatsen anderzijds. De balansposten zijn toegelicht in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. De kostenplaatsen behoeven geen nadere toelichting De matrix dient ingevuld te worden zover als relevant is. Dit betekent dat delen van de matrix veelal niet ingevuld zijn. De Matrix wordt centraal aangemaakt. Saldi kostenplaatsen Op programma 960 “saldi kostenplaatsen” wordt het saldo van de baten en lasten op de kostenplaatsen verantwoord. Afwijkingen op de kostenplaatsen ten opzichte van de begroting worden indien mogelijk doorberekend aan de programmas. Financiële analyse van de bedrijfsvoering vindt plaats op de programmas Saldi kostenplaatsen dienst “.....” De beleidsmatige analyse vindt plaats op de programmas. Alleen verschillen in de bedrijfsvoering mogen op de programmas “Saldi kostenplaatsen” worden verantwoord. Direct aan de programmas toe te rekenen baten en lasten worden niet op “Saldi kostenplaatsen” verantwoord. Analyse rekening van baten en lasten In de jaarrekening wordt ingegaan op de ontwikkelingen per programma. De realisatie van het voorgenomen beleid wordt getoetst aan de voornemens bij de begroting. Afwijkingen groter dan € 50.000,- moeten voor zowel de baten als de lasten apart worden toegelicht. In deze toelichting wordt ingegaan op de oorzaak van de afwijking. Hierbij wordt vermeld of het een incidentele en/of structurele afwijking betreft. Voor de analyse en de motivering van het resultaat naar de aard wordt uw bijzondere aandacht gevraagd. Een goed beeld van de structurele effecten welke voortvloeien uit de jaarrekening is van belang in de voorbereiding van de perspectiefnota 2004. Verder worden alle afwijkingen op categorie 6.0 (verrekening met reserves en voorzieningen)toegelicht. Uitgangspunt is dat reserves en voorzieningen niet negatief kunnen zijn, tenzij de raad expliciet heeft toegestaan dat een negatief saldo is toegestaan. Analyse personeelslasten In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over personele lasten en personele sterkte. Hiervoor zijn afzonderlijke modellen beschikbaar. Stand van zaken voortgang investeringen, afsluiten investeringen In de begroting 2004 zijn bij de programmas ook de investeringen opgenomen waarmee in 2004 zou worden begonnen met de voorbereiding en/of uitvoering. In de toelichting op de programmas vragen wij u de stand van zaken over de in 2004 onderhanden zijnde investeringen weer te geven. Van de kredieten die per 31 december worden afgesloten, geeft u deze afsluiting aan. De cijfermatige stand van zaken over de lopende investeringen kunnen verantwoord worden in de staat voortgang kredieten. Clusters van investeringen, waarvoor aanvullende kredieten noodzakelijk zijn, moeten in een afzonderlijke voorstel aangevraagd worden bij de Gemeenteraad. De diensten CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 10 maken een concept-raadsvoorstel, eventueel met ondersteuning van CS/FC. Alle conceptvoorstellen (inclusief de dekking) worden gelijktijdig met de staat van voortgang investeringen ingediend bij CS/FC. De afdeling CS/FC gaat deze conceptvoorstellen van de diensten verwerken tot één raadsvoorstel. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 11 Balans Waarderingsgrondslagen De balans met toelichting geeft getrouw, duidelijk en stelselmatig de financiële positie en de samenstelling van de bezittingen en schulden op het einde van het verslagjaar weer. Onderstaand worden de hoofdregels met betrekking tot de waardering van de balans weergegeven. Uitzondering is toegestaan indien daaraan een raadsbesluit ten grondslag ligt. Vaste activa (art 33 BBV) De vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Ad.1 Hoofdregel is dat de immateriële vaste activa in één keer naar nihil wordt afgeschreven. Ad. 2 De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschafprijs onder aftrek van bijdragen van derden en subsidies (netto waardering) en worden als regel lineair afgeschreven conform het gemeentelijke investeringenbeleid Leiden. Afschrijving vindt plaats overeenkomstig de voorgeschreven afschrijvingstabel artikel 12 financiële verordening. Ad. 3 Dit betreffen voornamelijk leningen aan derden en deelnemingen. Leningen aan derden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Deelnemingen en/of aandelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde of indien hoger de kostprijs. Afwaardering vindt uitsluitend plaats indien waardevermindering naar verwachting duurzaam is. Vlottende activa Voorraden : grondstoffen en gereed product Voorraden worden gewaardeerd tegen standaardverrekenprijzen gebaseerd op de gemiddelde verkrijgingsprijs. De gerede producten worden gewaardeerd tegen kostprijs of de marktwaarde indien deze lager is. Voorraden : onderhanden werk Onderhanden werk wordt gewaardeerd tegen de bestedingskosten inclusief eventuele rentebijschrijving en verminderd met de opbrengsten. Vorderingen CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 12 Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Voor het verloop van de debiteuren Sociale zaken wordt een afzonderlijke analyse opgesteld Liquide middelen Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Overlopende activa Overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen zijn opgenomen algemene- en bestemmingsreserves alsmede het saldo van de rekening van baten en lasten en worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorzieningen Onder de voorzieningen zijn opgenomen op het moment van opstellen van de jaarrekening voorzienbare verplichtingen, verliezen en/of risico's, voor zover de omvang hiervan redelijkerwijs is in te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Langlopende schulden Langlopende schulden zijn schulden met een looptijd van 1 jaar of langer. Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Kortlopende schulden/overlopende passiva/verplichtingen De kortlopende schulden/overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De diensten mogen alleen verplichtingen opnemen voor die diensten en goederen die daadwerkelijk in 2004 geleverd zijn, maar waarvoor de factuur nog niet is ontvangen of betaald is per 31-12-2004. Verplichtingen die vanuit 2003 of eerder nog openstaan per 31-12-2004 moeten worden afgeboekt tenzij aannemelijk is gemaakt dat afboeking niet aan de orde is. In een afzonderlijke bijlage moet opgave gedaan worden van de opgenomen verplichtingen per 3112-2004. Elke dienst heeft de opgenomen verplichtingen voldoende onderbouwd. De accountant zal de opgenomen verplichtingen per 31-12-2004 beoordelen. Vaste activa Algemeen De vaste activa wordt ingedeeld in: Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Immateriële vaste activa (artikel 33 BBV) CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 13 Immateriële vaste activa zijn activa die niet stoffelijk van aard zijn en evenmin onder de financiële vaste activa kunnen worden begrepen. Immateriële vaste activa worden onderscheiden naar - kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio (balansrekening 011) - kosten voor onderzoek en ontwikkeling (balansrekening 012) Materiële vaste activa (art 34 en 36 BBV) Met deze activa wordt bedoeld die materiële vaste activa die bestemd zijn om de uitoefening van de taken van de gemeente duurzaam te dienen. 1. In de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen (art 35 BBV): a. investeringen met een economisch nut; b. b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. 2. Van de materiële vaste activa wordt aangegeven welke in erfpacht zijn uitgegeven. De onderverdeling van de balanspost materiële vaste activa is in artikel 36 BBV aangegeven. 030 GRONDEN EN TERREINEN 031 GRONDEN IN ERFPACHT UITGEGEVEN 032 WOONRUIMTEN 033 BEDRIJFSGEBOUWEN 034 GROND-, WEG- EN WATERB. (MAATSCH. NUT) 035 VERVOERMIDDELEN 036 MACHINES, APPARATEN EN INSTALL. 037 OVERIGE MATERIELE VASTE ACTIVA Begrippen Eerste afschrijving Voor het eerst wordt afgeschreven in het rekeningjaar volgend op het jaar dat de betreffende investeringsuitgaven nut afwerpen. Lineaire afschrijving Er wordt lineair afgeschreven, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat de voorkeur uitgaat naar annuïtaire afschrijving. Dit wordt bij de betreffende raadsbesluiten tot kredietverstrekking expliciet vastgelegd. Annuïtaire afschrijving Conform het gemeentelijke investeringenbeleid kan deze systematiek worden gehanteerd in de volgende gevallen - als er gelijkblijvende inkomsten op basis van annuïteiten staan tegenover de kapitaallasten - als doorberekening van kapitaallasten plaatsvindt in tarieven - indien sprake is van een beheersplan, waarin lasten en baten in perspectief worden gebracht. - bij bedrijfsmiddelen met een levensduur van maximaal 10 jaar Consistentie Van een eenmaal gekozen methode mag niet meer worden afgeweken. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 14 Kapitaallasten De kapitaallasten bestaan uit afschrijvingen over de oorspronkelijke aanschafwaarde en rente over de boekwaarde per 1 januari. Financiële vaste activa (artikel 36 BBV) De balanspost bestaat uit: 050 KAPITAALVERSTR. AAN DEELNEMINGEN 051 KAPITAALVERSTR. AAN GEMEENSCH. REG. 052 KAPITAALVERSTR. AAN OV. VERB. PARTIJEN. 053 LENINGEN AAN WONINGBOUWCORPORATIES. 054 LENINGEN AAN DEELNEMINGEN 055 LENINGEN AAN OVERIGE VERBONDEN PARTIJEN 056 LENINGEN LANGLOPENDE GELDLENINGEN 057 OVERIGE UITZ RENTETYPISCHE LOOPT>1 JAAR 058 BIJDRAGE AAN ACTIVA IN EIGENDOM DERDEN Afschrijvingstabel In Leiden gelden conform de financiële verordening de volgende maximale afschrijvingstermijnen. Hiervan kan alleen worden afgeweken als hieraan een raadsbesluit ten grondslag ligt. De materiele vaste activa worden lineair afgeschreven in maximaal: 40 jaar: nieuwbouw woonruimten en bedrijfsgebouwen; aanleg wegen, bruggen, rioleringen en walmuren, sportvelden, volkstuinen en zwembaden; 25 jaar: renovatie, restauratie en aankoop woonruimten en bedrijfsgebouwen; reconstructie wegen, bruggen, rioleringen en walmuren; 20 jaar: stenen bergplaatsen en loodsen; openbare verlichting; 15 jaar: centrale verwarming; bijzondere voertuigen als brandweerauto’s; 10 jaar: houten bergplaatsen en loodsen; technische- en veiligheidsvoorzieningen bedrijfsgebouwen; telefooninstallaties; kantoormeubilair; schoolmeubilair; verkeerslichteninstallaties, motorvoertuigen en machines; 5 jaar: zware transportmiddelen; aanhangwagens; schuiten; personenauto’s; lichte motorvoertuigen; automatiseringsapparatuur; niet: gronden en terreinen. Bruto verloop van de vaste activa (artikel 52 BBV) Het bruto verloop van de vaste activa gedurende het begrotingsjaar wordt in een sluitend overzicht weergegeven en wel als volgt. oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven op 1 januari vermeerderingen in het dienstjaar X verminderingen in het dienstjaar X oorspronkelijk bedrag van de kapitaaluitgaven op 31 december totaal van de afschrijvingen/aflossingen op 1 januari bedrag van de (extra) afschrijving/aflossing in het dienstjaar X boekwaarde aan het begin van het dienstjaar X boekwaarde aan het einde van het dienstjaar X CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 15 - toegerekende rentelasten over dienstjaar X totaal kapitaallasten, gespecificeerd naar programmas/kostenplaatsen, aangevuld met de vermelding wel of niet relevant. (Dit houdt in of de kapitaallasten verrekend moeten worden met het concern) Het bruto verloop van de vaste activa moet in een afzonderlijk overzicht verdicht per soort activa worden weergegeven. Voorraden Balansindeling (artikel 37 BBV) In de toelichting op de balans worden onder de tot de vlottende activa behorende voorraden afzonderlijk opgenomen. 110 GROND/HULPST-NIET IN EXPL GEN BOUWGR. 111 GROND/HULPST-OVERIGE 112 ONDERHANDEN WERK-BOUWGRONDEN IN EXPL 113 ONDERHANDEN WERK-GSB ONDERHANDEN PROJ 114 ONDERHANDEN WERK - OVERIGE 115 GEREED PRODUKT EN HANDELSGOEDEREN Onderhanden werk (artikel 52 BBV) Met betrekking tot het onderhanden werk (balansrekening 114) worden voor zover het mogelijk is de volgende zaken aangegeven (deze zaken gelden sowieso voor de in exploitatie zijnde complexen): de boekwaarde per 1 januari de bestedingen in het jaar gespecificeerd naar investeringen, overige vermeerderingen en rentebijschrijving de opbrengsten in het jaar, gespecificeerd naar verkopen, afschrijvingen, ontvangen subsidies en overige verminderingen/opbrengsten de verminderingen in het jaar wegens afsluitingen van complexen de boekwaarde per 31 december de geraamde nog te maken kosten de geraamde opbrengsten nog uit te geven gronden de geraamde bijdragen van derden de geraamde bijdrage tot het sluitend maken van de exploitatie het geraamde eindresultaat In Leiden wordt jaarlijks door de dienst Bouwen en Wonen het MeerjarenProgrammaGrondbedrijf uitgebracht. In deze rapportage wordt een verantwoording en prognose van de grondexploitatie per complex opgenomen. Het MeerjarenProgrammaGrondbedrijf per 1 januari 2004 wordt aangeboden aan de gemeenteraad voordat de jaarrekening wordt aangeboden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het saldo van de rekening van baten en lasten (artikel 47 en 48 BBV). Toelichting balans CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 16 algemene reserve (balansrekening 020) Op deze balanspost wordt de algemene reservepositie opgenomen. Dit is het totaal van de concernreserve en alle bedrijfsreserves. bestemmingsreserve (balansrekening 021) Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde bestemming is gegeven. Voor het instellen van een reserve is een raadsbesluit vereist. Vermeerderingen en verminderingen reserves (artikel 54 BBV) In de toelichting op de balans worden de vermeerderingen en verminderingen per reserve apart toegelicht. Het totaal van vermeerderingen en verminderingen moet aansluiten met het overzicht reserves en voorzieningen. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 17 Dienstresultaat Het dienstresultaat is het verschil tussen het werkelijk resultaat en het begrote resultaat (dienstsaldo). Het dienstsaldo bestaat uit het saldo van baten en lasten van alle programmas volgens de begroting inclusief begrotingswijzigingen per dienst. Dit saldo is bij wijze van voorschot aan de diensten middels rekening courant verstrekt. In de rekening van baten en lasten wordt de ontvangst van dit dienstsaldo geboekt op de fictieve beleidstaak 999 “dienstsaldo” met categorie 6.2. In de consolidatie worden deze bedragen geëlimineerd. Het dienstresultaat wordt geboekt op beleidstaak 992 “saldo van de rekening van baten en lasten” met als tegenboeking de balansrekening 029 met dezelfde omschrijving en met categorie 6.0. Voor de diensten zijn de volgende programmas aangewezen TSF697001 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING BOWO TSF697002 SALDO VAN DE REKENING VOOR BESTEMMING ID TSF697003 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING SOZA TSF697004 SALDO V.D. REKENING VOOR BESTEMMING CE TSF697005 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING MB TSF697006 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING BRW TSF697007 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING DZB TSF697008 SALDO V.D REKENING VOOR BESTEMMING CS Bestemming van het resultaat Per dienstresultaat wordt het verschil tussen de rekening en begroting verklaard. De dienst dient een voorstel in voor de bestemming van het resultaat ten laste of ten bate van de bedrijfsreserve de concernreserve een bestemmingsreserve De volgende regels zijn hiervoor vastgesteld Met de uit de realisatie voortvloeiende mee- en tegenvallers wordt als volgt omgegaan: 1. Alle gerealiseerde afwijkingen binnen een dienst worden binnen de dienstbegroting opgevangen, zodat een sluitende dienstrekening wordt verkregen. Sluitend wil in dit verband zeggen dat er per saldo geen positieve of negatieve afwijking ontstaat ten opzichte van de goedgekeurde werkbegroting inclusief begrotingswijzigingen. 2. Indien aan spelregel 1 van een sluitende rekening in eerste instantie niet kan worden voldaan, zal het voor- of nadelig dienstresultaat bij de afsluiting van het boekjaar worden verrekend (gestort resp. onttrokken) met de bedrijfsreserve (BR). Op deze wijze wordt spelregel 1 alsnog gerealiseerd. 3. Ten aanzien van het gestelde onder spelregel 1 en 2 gelden de volgende 6 uitzonderingen: 3.1 Gerealiseerde afwijkingen die samenhangen met de algemene inkomsten worden met de concernreserve verrekend. Voor een definitie en overzicht van de algemene inkomsten wordt kortheidshalve verwezen naar hoofdstuk 3.3 (van het Handboek concernrichtlijnen). 3.2. Gerealiseerde afwijkingen in de bedrijfsvoering die samenhangen met volgens de richtlijnen in hoofdstuk 5.1 (van het Handboek) ingestelde bestemmingsreserves worden door de diensten verrekend met deze afgezonderde vermogensbestanddelen. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 18 3.3. Vrijvallende kapitaallasten van (nog) niet gerealiseerde investeringen vloeien terug naar de algemene middelen ter invulling van de centrale stelpost "niet gerealiseerde kapitaallasten". Indien door uitstel van investeringen de hieruit voortvloeiende lagere kapitaallasten echter hebben geleid tot: 1. een noodzakelijke verhoging van de met de uitstel van de investering direct samenhangende onderhoudsuitgaven dan wel; 2. niet te beïnvloeden lagere inkomsten die rechtstreeks samenhangen met de lagere kapitaallasten (in het geval van relevante investeringen), d.w.z. er is een oorzakelijk verband aanwezig; dan kunnen deze nadelen gemotiveerd op de verrekening met het concern in mindering worden gebracht. 3.4 Kennelijke onder- dan wel overschrijdingen die ontstaan zijn door het niet of in mindere mate realiseren van beleid, dan wel een intensivering van beleid zonder dat budget is bijgeraamd. In dergelijke gevallen vindt op basis van een gemotiveerd voorstel verrekening met de concernreserve plaats. Bij een aanmerkelijk budgettair belang wordt een voorstel tot instelling van een bestemmingsreserve gedaan. 3.5 Hogere uitgaven en/of lagere inkomsten met een zowel onvermijdbaar, onbeïnvloedbaar als onuitstelbaar karakter (de 3-o-regel) als gevolg van (risicovolle) ontwikkelingen. Voor deze uitzondering is per geval een voorafgaand Raadsbesluit vereist. 3.6 Verschillen in het resultaat veroorzaakt door onder- of overbesteding op GSBprojectbudgetten worden verrekend met de egalisatiereserve GSB. 3.7 Verschillen veroorzaakt door het meer- of minder declareren van BTW bij het BTWcomepensatiefonds dan oorspronkelijk begroot worden verrekend met de reserve invoering btwcompensatiefonds. Het bestemmingsvoorstel van de dienst dient te worden onderbouwd ten behoeve van een door CS/FC te formuleren raadsbesluit. Het bestemmingsvoorstel beperkt zich tot het verdelen van het resultaat over de genoemde reserves. Eventueel vrij besteedbare ruimte binnen de reserves wordt betrokken bij de invulling van de beleidsprioriteiten bij behandeling van de perspectiefnota 2004 en/of concernbegroting 2005. Indien de Concernreserve na bestemming van het resultaat uitkomt boven de minimale stand van € 10.000.000,- wordt deze afgeraamd voor de volgende reserves- of doeleinden. 1. 2. 3. 4. Reserve flankerend beleid; Reserve herstructurering Kwaliteit van ambtelijke organisatie Overige Voorzieningen Algemeen Voorzieningen dienen te worden bepaald op basis van bedrijfseconomische uitgangspunten (artikel 44 en 45 BBV). Voorzieningen worden op de balansdatum opgenomen ter dekking van op de balansdatum bestaande a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 19 b. Risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Toelichting: het onderscheid tussen a en b is dat bij a alleen de omvang van de verplichting of verlies onzeker is en bij b is het nog onzeker of een dergelijke gebeurtenis zich zal voordoen. Bij iedere voorziening dient een cijfermatige raming te worden gegeven in vergelijking waarmee de afloop van de voorziening kan worden verantwoord. Niet meer benodigde bestanddelen worden onverwijld ten bate van het resultaat gebracht. Voor de instelling van een voorziening is een raadsbesluit vereist. Voorziening dubieuze debiteuren Deze voorziening wordt ingedeeld onder de vorderingen (negatief) waarop deze betrekking heeft. In de toelichting op de balans wordt de voorziening, de mutaties als gevolg van vermeerderingen en verminderingen en de werkelijk oninbare vorderingen apart vermeld. Normale risico’s (statische methode) Een debiteurenpositie brengt per definitie een risico van oninbaarheid met zich mee. Het treffen van een voorziening voor dit risico geschiedt aan de hand van vaste percentages. Deze reservering geeft de minimumwaarde van de voorziening aan. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de aard van de vorderingen. 1% reservering voor vorderingen tot één jaar oud. 10% reservering voor vorderingen ouder dan één jaar. Specifieke risico’s (dynamische methode) Aanvullend op het normale risico worden alle individuele of groepen van vorderingen beoordeeld op de mate van inbaarheid. Afhankelijk van de beoordeling wordt een voorziening getroffen tot maximaal 100%. Vorderingen waarvan de debiteur in faillissement verkeert worden voor 100% voorzien tenzij informatie beschikbaar is dat een slotuitkering zal volgen. Interne vorderingen (zie 10.3) Voor interne vorderingen wordt géén voorziening getroffen. “Betwiste vorderingen” dienen zo spoedig mogelijk gemeld te worden aan de concerncontroller, nadat de procedure daartoe is gevolgd. Procedure betwiste vorderingen: In de concernrichtlijnen is een procedure opgenomen voor de behandeling van betwiste vorderingen. In het kort weergegeven werkt de procedure als volgt. 1. 2. 3. 4. 5. De ontvangende partij geeft binnen 30 dagen bij de afzender van de factuur schriftelijk aan dat zij deze betwist. Vervolgens overleggen de dienstcontrollers om te bekijken of zij tot een vergelijk kunnen komen. Lukt dat niet dan treden de dienstdirecteuren in overleg; Komen ook zij er niet uit dan leggen zij de betwiste vordering ter arbitrage voor aan de concerncontroller en de gemeentesecretaris. De dienstdirecteuren voorzien de aanmelding van de betwiste vordering van een motivatie. Nog te verhalen CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 20 Voor de nog te verhalen posten wordt een voorziening getroffen, bijv. nog op te leggen aanslagen. Omdat facturering nog moet plaatsvinden wordt hiervoor 1% gereserveerd en wordt eventueel aangevuld met een inschatting van de specifieke risico’s. Verantwoording in de exploitatierekening De mutatie van de voorziening dubieuze debiteuren, voortvloeiende uit de berekende correctie van de waardering van de post debiteuren ultimo verslagjaar, worden verantwoord op programma 922.20 “Oninbare vorderingen”. De werkelijk oninbare vorderingen worden afgewikkeld op het betreffende programma. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 21 Vorderingen en schulden Langlopende schulden (artikel 46 BBV) In de balans worden onder de vaste schulden afzonderlijk opgenomen: a. obligatieleningen; b. onderhandse leningen van: 1. binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen; 2. binnenlandse banken en overige financiële instellingen; 3. binnenlandse bedrijven; 4. overige binnenlandse sectoren; 5. buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren; c. door derden belegde gelden; d. waarborgsommen. Gewaarborgde geldleningen (artikel 57 BBV) Aan de passiefzijde van de balans wordt buiten de balanstelling een bedrag opgenomen waarvoor waarborgen zijn verstrekt voor nog uitstaande geldleningen van andere instellingen. In een apart overzicht wordt per geldlening vermeld - het oorspronkelijk bedrag van de aangegane geldlening - het percentage van het leningbedrag waarvoor borg verleend is - het restantbedrag van de lening bij aanvang van het begrotingsjaar - het restantbedrag van de lening aan het eind van het begrotingsjaar - het totaalbedrag van de betalingen die inzake de garantstelling zijn gedaan tot en met het eind van het begrotingsjaar Interne vorderingen en schulden : consolidatie De vorderingen op en schulden aan gemeentelijke diensten worden verantwoord op de balansposten : vorderingen op gemeentelijke diensten (balansrekening 134) schulden aan gemeentelijke diensten (balansrekening 144) Voor de consolidatie is het van belang dat alle onderlinge vorderingen en schulden van de diensten worden opgenomen, ook indien deze nog worden betwist. Doel hiervan is de interne vorderingen en schulden over en weer in het boekjaar X te verwerken in het resultaat of vermogen. Procedure afstemming interne vorderingen en schulden In de gedetailleerde planning jaarrekening wordt een uiterste datum genoemd voor 1. Aanlevering interne facturering bij de financiële administraties. Dit houdt in dat de te factureren afdelingen er zorg voor dragen dat op deze datum de facturen van het voorgaande jaar op de financiële administraties aanwezig zijn. 2. Uiterste datum voor afstemming van de interne vorderingen en schulden is 5 februari 2004. De diensten dienen onderling hun interne vorderingen en schulden af te stemmen. Hiervoor dient gebruik gemaakt te worden van de centrale directory op de fileserver van de dienst ID, die hiervoor is ingericht. Op deze uiterste datum dient het totaal van dit bestand op 0 uit te komen. 3. Uiterste datum van boeken van interne facturen in de financiële administraties is 13 februari 2004. Na deze datum kan er dus niet meer geboekt worden in het voorgaande jaar. Deze afspraken moeten waarborgen dat de afstemming interne vorderingen en schulden conform planning verloopt. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 22 CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 23 Gemeentelijke belastingvorderingen Onder de belastingvorderingen worden die openstaande posten geboekt waarvan de aanslag reeds is opgelegd, maar waar het bedrag nog niet is voldaan. De bedragen van de nog op te leggen aanslagen over het dienstjaar moeten worden opgenomen bij nog te ontvangen belastingopbrengsten. De dienst ID zal de andere diensten volgens de procedure interne dienstverlening op de hoogte brengen van de nog op te leggen aanslagen. Overlopende activa en passiva Voor de nog te betalen en nog te verhalen bedragen geldt dat deze alleen verantwoord kunnen worden, indien deze met een voor 31 december 2004 verzonden of ontvangen factuur onderbouwd kunnen worden. Indien geen factuur voorhanden is, moeten de nog te betalen of te verhalen bedragen blijken uit daadwerkelijk voor 31-12-2004 aangegane verplichtingen. Onder overlopende activa worden opgenomen: 170 VOORUITBET. TBV VOLGEND DIENSTJAAR 171 TE VERREKENEN OB 172 OVERIGE NEUTRALE UITGAVEN Onder overlopende passiva worden opgenomen 160 VOORUITONT. TBV VOLGEND DIENSTJAAR 161 AF TE DRAGEN OB 162 NIET TE TRACEREN POSTEN 163 OVERIGE NEUTRALE INKOMSTEN Uitsluitend die geldstromen die vallen onder de hier genoemde categorieën mogen worden opgenomen. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen worden opgenomen 1. leasecontracten. De gemeente heeft een meerjarige verplichting die vergelijkbaar is met de meerjarige last indien de gemeente de investering zelf had gedaan. 2. opgebouwde vakantierechten over de periode van juni t/m december. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 24 Modellen en Opmaak Modellen Voor de opstelling van de jaarrekening en de bijlagen moet gebruik gemaakt worden van de voorgeschreven modellen zoals die door het concern beschikbaar zijn gesteld. Het model programmas: elk programma wordt in een afzonderlijk bestand weergegeven. Het model is voorzien van een vaste opmaak. Verzoek is om de opmaak niet te wijzigen. Tekst en Tabellen kunnen alleen in tabel vorm worden toegevoegd. Opmaak (extra aandacht) Het samenvoegen van de aanleveringen van de diensten bij begroting en rekening leidt vaak tot een grote diversiteit in de opmaak. Het uniformeren van de opmaak is daardoor vaak een tijdrovende bezigheid. Wij vragen dan ook de toelichting op de programmas met in acht neming van de onderstaande richtlijnen op te stellen. CS/FC levert sjablonen aan, waarbij de opmaakinstellingen zullen voorgedefinieerd. Cijferopstellingen Cijferopstellingen mogen alleen opgenomen worden met de functie “Tabel”. Cijferopstellingen die niet in een tabel staan, maar met Tabs of zelfs spaties worden opgemaakt kunnen we niet opnemen in de concernrekening. Opmaakprofielen. Het gebruik van opmaakprofielen is niet toegestaan, met uitzondering van de standaard opmaakprofielen in het model voor de programmas. Lettertype. Het lettertype van de huisstijl van Leiden is Mendoza Book, 10 pt. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 25 Gedetailleerde planning Concernrekening 2004 Datum Actie 30 november 2004 1 december 2004 Bespreking richtlijnen a-overleg i.a.v. f-adviseurs Wie A-overleg Controle modellen in Cognoes, klaarzetten overige modellen in Excel CS/FC en Word Vanaf 1 december Vastleggen van een afspraak met de Portefeuillehouder, Diensten 2004 dienstdirecteur en dienstcontroller voor de bespreking van de “dienst”rekening vóór 9 maart 2004. 15 december Bespreking vormgeving jaarverslagen, aanvragen offertes CS/FC/COMM/P 2004 &O 14 december Administrateursoverleg + bijdrage accountant Diensten/CS/FC/ 2004 EY 7 - 12 december Verwerken begrotingswijziging, Raad 7 december CS/FC 2004 1 – 22 december Sluitingsdatum (1e) interne facturering m.b.t. 2004, Facilitair bedrijf 2004 facturering van voorschotten voor december vindt plaats op 1 december. 1 december 2004 Start met het schrijven van de beleidsrealisatie door de management management/ en de beleidsmedewerkers. beleidsmedewerkers 21 januari 2005 2e Sluitingsdatum voor de interne facturering m.b.t. boekjaar 2004 Diensten Tussen 17 januari en 20 januari moeten interne facturen persoonlijk in handen gesteld worden van de administrateurs van de diensten. 28 januari 2005 Afstemming van interne vorderingen en schulden is voltooid. Administrateurs Het overzicht in de centrale directory loopt op 0 CS/FC 1 februari 2005 Administrateursoverleg Diensten/ CS/FC 18 februari 2005 Sluitingsdatum boekjaar 2004 Diensten In boekjaar 2004 wordt na deze datum niet meer geboekt behoudens mutaties welke op grond van de controle door de accountant resp. de toetsing door CS/FC doorgevoerd moeten worden. 22 februari 2005 Administrateursoverleg Diensten/CS/FC 21 februari Vooroverleg met EY, start accountantscontrole EY/Diensten/CS/F C 2 maart 2005 Meerjarenperspectief Grondbedrijf gereed BOWO 5 maart 2005 Diensten zorgen voor vaststelling van de informatie t.b.v. de DMT/PFH/Dienconsolidatie door hun DMT en afstemming met de sten portefeuillehouder én leveren de volgende modellen aan: - overzicht van niet uit de balans blijkende belangrijke financiële diensten verplichtingen idem - overzicht van gewaarborgde geldleningen idem - programmas en analyse idem - overzicht van structurele componenten van het resultaat idem - overzicht van afwijkingen dienstresultaat t.o.v. de tweede idem periodieke rapportage idem - overzicht personele sterkte idem - overzicht personele lasten idem - analyse personele lasten idem - toelichting balans idem - beleidsrealisatie per beleidsveld volgens commissie indeling diensten CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 26 Datum Actie Wie GSB-bureau diensten Dienst ID CS/FC CS/FC diensten idem CS/FC CS/FC ism Diensten 7 maart 2005 7 maart 2005 15 maart 2005 19 en 22 - overzicht Grote Stedenbeleid geoormerkte geldstromen - bedrijfsvoering (per dienst) 1. De financiële beschouwingen inclusief verschillenanalyse ten opzichte van de PN 2. Grotestedenbeleid 2004 3. Weerstandsvermogen 4. Lokale heffingen 5. Financiering 6. Bedrijfsvoering 7. Verbonden partijen 8. Grondbeleid 9. Onderhoud kapitaalgoederen 10. Algemene uitkering 11. Reserves en voorzieningen 10. Investeringsplan 2004 11. BTW-compensatiefonds 12. beleidstoelichting jaarverslag Start consolidatie op basis van de aangeleverde informatie Start accountantscontrole Toetsing en terugkoppeling aangeleverde informatie Bespreking dienstrekeningen in het college 26 maart 2005 2 april 2005 2 april 2005 2 april 2005 2 april 2005 9 april 2005 9 april 2005 Consolidatie jaarrekening gereed Concept concernrekening en jaarverslag gereed Burgerjaarverslag gereed in concept Sociaal jaarverslag gereed in concept Accountantscontrole gereed Rapport van bevindingen gereed Bespreking concernrekening, rapport van bevindingen. 11 april 2005 12 april 2005 13 april 2005 19 april 2005 Vaststelling verslagen en jaarrekening Vaststelling MPG Vaststelling verslagen en jaarrekening Vaststellen jaarverslag en ontwerp-concernrekening + bestemmingsvoorstel resultaat jaarrekening 2004 Vaststellen reactie op rapport van bevindingen accountant Aanlevering gekopieerde versie aan de Griffie Vormgeving/drukken jaarverslag & jaarrekening Commissie BV Commissie OC Commissie EV subcommissie SI Commissie SI Commissie RG Commissie voor de Rekeningen Gemeenteraad – vaststelling jaarrekening Reactie op de bevindingen van de commissie voor de rekeningen naar de Raad 23 april 2005 29 april 2005 18 mei 2005 25 mei 2005 19 mei 2005 19 mei 2005 26 mei 2005 27 mei 2005 2 juni 2005 7 juni 2005 september 2005 CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 CS/FC EY CS/FC College/Dienstdir ecteur/Accounta nt CS/FC CS/FC Communicatie P&O EY EY GMT + controllers en EY C-overleg College GMT B&W CS/FC/drukkerij CS/FC/Drukkerij Raad Raad Raad 27 N.B. Aanleverdatum houdt in dat de gevraagde informatie daadwerkelijk in de centrale map P&C is geplaatst door de dienst. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 28 Bijlage bij richtlijnen jaarrekening 2004 Gemeentewet 2. De jaarrekening Artikel 197 1. Het college legt aan de raad over elk begrotingsjaar verantwoording af over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag. 2. Het college voegt daarbij de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 213, derde lid, het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 213, vierde lid, en de verslagen, bedoeld in artikel 213a, tweede lid. 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde stukken liggen, zodra zij aan de raad zijn overgelegd, voor een ieder ter inzage en zijn algemeenverkrijgbaar. Van de terinzagelegging en de verkrijgbaarstelling wordt openbaar kennis gegeven. De raad beraadslaagt over de jaarrekening en het jaarverslag niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving. Artikel 198 1. De raad stelt de jaarrekening vast in het jaar volgend op het begrotingsjaar. De jaarrekening betreft alle baten en lasten van de gemeente 2. Indien de raad tot het oordeel komt dat uitgaven die in de jaarrekening zijn opgenomen niet rechtmatig zijn gedaan, wordt dit standpunt terstond ter kennis gebracht van het college met vermelding van de gerezen bedenkingen. 3. Het college zendt de raad binnen twee maanden na ontvangst van het standpunt, bedoeld in het tweede lid, een voorstel voor een indemniteitsbesluit, vergezeld van een reactie op de bij de raad gerezen bedenkingen. 4. Indien het college een voorstel voor een indemniteitsbesluit heeft gedaan, stelt de raad de jaarrekening niet vast dan nadat hij heeft besloten over het voorstel. Artikel 199 Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ontlast de vaststelling van de jaarrekening de leden van het college ten aanzien van het daarin verantwoorde financieel beheer. Artikel 200 Het college zendt de vastgestelde jaarrekening, vergezeld van de overige in artikel 197 bedoelde stukken binnen twee weken na vaststelling, maar in ieder geval vóór 15 juli van het jaar, volgend op het begrotingsjaar, aan gedeputeerde staten. Het college voegt daarbij, indien van toepassing, het besluit van de raad over een voorstel voor een indemniteitsbesluit met de reactie, bedoeld in artikel 198, derde lid. Artikel 201 Indien de raad de jaarrekening dan wel een indemniteitsbesluit niet of niet naar behoren vaststelt, zendt het college de jaarrekening, vergezeld van de overige in artikel 197 bedoelde stukken, respectievelijk het indemniteitsbesluit ter vaststelling aan gedeputeerde staten. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 29 Uittreksel Besluit Begroten en Verantwoorden Jaarverslag en jaarrekening. HOOFDSTUK IV DE JAARSTUKKEN EN DE TOELICHTING Titel 4.1 Algemeen Artikel 24 1. De jaarstukken bestaan ten minste uit: a. het jaarverslag; b. de jaarrekening. 2. Het jaarverslag bestaat ten minste uit: a. de programmaverantwoording; b. de paragrafen. 3. De jaarrekening bestaat uit: a. de programmarekening en de toelichting; b. de balans en de toelichting. Titel 4.2 De programmaverantwoording Artikel 25 1. De programmaverantwoording bestaat ten minste uit de verantwoording over de realisatie van de programma’s en het overzicht van algemene dekkingsmiddelen. Daarnaast wordt inzicht gegeven in het gebruik van het geraamde bedrag voor onvoorzien. 2. De programmaverantwoording biedt per programma inzicht in: a. de mate waarin de doelstellingen zijn gerealiseerd; Staatsblad 2003 27 6 b. de wijze waarop getracht is de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken; c. de gerealiseerde baten en lasten. Titel 4.3 De paragrafen Artikel 26 Het jaarverslag bevat de paragrafen die ingevolge artikel 9 in de begroting zijn opgenomen. Ze bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen. Titel 4.4 De programmarekening en de toelichting Artikel 27 1. De programmarekening bevat: a. de gerealiseerde baten en lasten per programma; b. het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen; c. het gerealiseerde resultaat voor bestemming, volgend uit de onderdelen a en b; d. de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves; e. het gerealiseerde resultaat na bestemming, volgend uit de onderdelen c en d. 2. De programmarekening bevat van de onderdelen genoemd in het eerste lid ook de ramingen uit de begroting voor en na wijziging. Artikel 28 De toelichting op de programmarekening bevat ten minste: CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 30 a. voor alle onderdelen van artikel 27, eerste lid, een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de programmarekening; b. een overzicht van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien; c. een overzicht van de incidentele baten en lasten. Artikel 29 De programmarekening wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen omtrent de financiële positie op de balansdatum is gebleken tussen het moment van opmaken van de programmarekening en het tijdstip van vaststelling daarvan, voor zover deze aanvullende informatie onontbeerlijk is voor het in artikel 3 bedoelde inzicht. Titel 4.5 De balans en de toelichting Paragraaf 4.5.1 Algemeen Artikel 30 In de balans worden naast de cijfers per balansdatum tevens de cijfers van de balans van het vorige begrotingsjaar opgenomen. Paragraaf 4.5.2 Hoofdindeling van de balans Artikel 31 Op de balans worden de activa onderscheiden in vaste en vlottende activa, al naar gelang zij zijn bestemd om de uitoefening van de werkzaamheid van de provincie onderscheidenlijk gemeente al dan niet duurzaam te dienen. Staatsblad 2003 27 7 Artikel 32 Op de balans worden de passiva onderscheiden in vaste en vlottende passiva. Paragraaf 4.5.3 Vaste activa Artikel 33 Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa. Artikel 34 In de balans worden onder de immateriële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio; b. kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. Artikel 35 1. In de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. investeringen met een economisch nut; b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. 2. Van de materiële vaste activa wordt aangegeven welke in erfpacht zijn uitgegeven. Artikel 36 In de balans worden onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. kapitaalverstrekkingen aan: 1. deelnemingen; 2. gemeenschappelijke regelingen; 3. overige verbonden partijen; b. leningen aan: 1. woningbouwcorporaties; 2. deelnemingen; CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 31 3. overige verbonden partijen; c. overige langlopende leningen; d. overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer; e. bijdragen aan activa in eigendom van derden. Paragraaf 4.5.4 Vlottende activa Artikel 37 Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen en de overlopende activa. Artikel 38 In de balans worden onder de voorraden afzonderlijk opgenomen: a. grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: 1. niet in exploitatie genomen bouwgronden; 2. overige grond- en hulpstoffen; Staatsblad 2003 27 8 b. onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie; c. gereed product en handelsgoederen; d. vooruitbetalingen. Artikel 39 In de balans worden onder de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar afzonderlijk opgenomen: a. vorderingen op openbare lichamen; b. verstrekte kasgeldleningen; c. rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen; d. overige vorderingen; e. overige uitzettingen. Artikel 40 In de balans worden onder de liquide middelen de kas-, bank- en girosaldi opgenomen. Paragraaf 4.5.5 Vaste Passiva Artikel 41 Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Artikel 42 1. Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. 2. Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen. Artikel 43 1. In de balans worden de reserves onderscheiden naar: a. de algemene reserve; b. bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden; c. overige bestemmingsreserves. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 32 2. Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Artikel 44 1. Voorzieningen worden gevormd wegens: a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; b. op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; c. kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. 2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Staatsblad 2003 27 9 3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Artikel 45 Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan. Artikel 46 In de balans worden onder de vaste schulden afzonderlijk opgenomen: a. obligatieleningen; b. onderhandse leningen van: 1. binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen; 2. binnenlandse banken en overige financiële instellingen; 3. binnenlandse bedrijven; 4. overige binnenlandse sectoren; 5. buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren; c. door derden belegde gelden; d. waarborgsommen. Paragraaf 4.5.6 Vlottende passiva Artikel 47 Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva. Artikel 48 In de balans worden onder de netto-vlottende schulden afzonderlijk opgenomen: a. kasgeldleningen; b. bank- en girosaldi; c. overige schulden. Artikel 49 Onder de overlopende passiva worden verplichtingen opgenomen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgende begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Artikel 50 CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 33 Aan de passiefzijde van de balans wordt buiten de balanstelling opgenomen het bedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt. Paragraaf 4.5.7 Toelichting op de balans Artikel 51 In de toelichting op de balans wordt aangegeven volgens welke methoden de afschrijvingen worden berekend. Ook wordt aangegeven welke investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd, welke afschrijvingstermijn hiervoor wordt voorzien en welke reserves hiervoor naar verwachting beschikbaar zullen zijn. Staatsblad 2003 27 10 Artikel 52 1. In de toelichting op de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. gronden en terreinen; b. woonruimten; c. bedrijfsgebouwen; d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken; e. vervoermiddelen; f. machines, apparaten en installaties; g. overige materiële vaste activa. 2. In de toelichting op de balans wordt het verloop van de activa, als bedoeld in het eerste lid, gedurende het begrotingsjaar, in een sluitend overzicht weergegeven. Daaruit blijken, voor zover van toepassing: a. de boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; b. de investeringen of desinvesteringen; c. de afschrijvingen; d. bijdragen van derden direct gerelateerd aan een actief; e. afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen; f. de boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar. Artikel 53 In de toelichting op de balans worden de niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen vermeld waaraan de provincie of de gemeente voor toekomstige jaren is verbonden. Artikel 54 1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke reserve en de toevoegingen en onttrekkingen daaraan toegelicht. 2. Per reserve wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen of onttrekkingen via de resultaatbestemming bij de programmarekening; c. de toevoegingen of onttrekkingen uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar; d. de verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is gevormd; e. het saldo aan het einde van het begrotingsjaar. Artikel 55 1. In de toelichting op de balans worden de aard en reden van elke voorziening en de wijzigingen daarin toegelicht. 2. Per voorziening wordt het verloop gedurende het jaar in een overzicht weergegeven. Daaruit blijken: a. het saldo aan het begin van het begrotingsjaar; b. de toevoegingen; CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 34 c. ten gunste van de rekening van baten en lasten vrijgevallen bedragen; d. de aanwendingen; e. saldo aan het einde van het begrotingsjaar. Artikel 56 In de toelichting op de balans wordt de rentelast voor het begrotingsjaar vermeld van alle vaste schulden, genoemd in artikel 46. Staatsblad 2003 27 11 Artikel 57 1. In de toelichting op de balans worden de borgstellingen, bedoeld in artikel 50, gespecificeerd naar de aard van de geldleningen. 2. Per specificatie wordt vermeld: a. het oorspronkelijk bedrag van de gewaarborgde geldlening; b. b. het percentage van het leningbedrag waarvoor borgstelling is verleend; c. het restantbedrag van de lening bij aanvang van het begrotingsjaar; d. het restantbedrag van de lening aan het eind van het begrotingsjaar. 3. In de toelichting op de balans wordt een specificatie opgenomen van de garantstellingen als bedoeld in artikel 50. 4. In de toelichting wordt ook opgenomen het totaalbedrag van de betalingen die inzake de borg- en garantstelling zijn gedaan tot en met het eind van het begrotingsjaar. Artikel 58 Artikel 29 is van overeenkomstige toepassing op de balans. Artikel 29 De programmarekening wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen omtrent de financiële positie op de balansdatum is gebleken tussen het moment van opmaken van de programmarekening en het tijdstip van vaststelling daarvan, voor zover deze aanvullende informatie onontbeerlijk is voor het in artikel 3 bedoelde inzicht. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 35 Resultaatbestemming: Functie 970, Saldo van de rekening van baten en lasten voor bestemming Tot deze functie behoort het saldo van de rekening van baten en lasten. Dit is het saldo van de baten en de lasten op alle overige functies (het saldo van de functies binnen de hoofdfunctie 0 tot en met 9, exclusief de functies 970, 980 en 990). In geval van een tekort wordt bij de begroting op functie 970 en / of 990 uitsluitend het tekort gepresenteerd in de dekking waarvan de gemeente in de begroting niet op enigerlei wijze heeft voorzien Functie 980, Mutaties reserves die verband houden met de hoofdfuncties 0 tot en met 9 Op deze functie worden alle onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves geboekt die verband houden met functies 0 tot en met 960. Functie 990, Saldo van de rekening van baten en lasten na bestemming Tot deze functie behoort het saldo van de rekening van baten en lasten nadat het saldo van baten en lasten van functie 970 is gemuteerd op basis van de mutaties uit hoofde van functie 980. Het saldo op deze functie dient via een aparte balanspost zichtbaar te zijn, zie artikel 42 van het Besluit begroting en verantwoording. CS/FC/uitgave/29 oktober 2004 36