1 UNIVERSITEIT DERDE LEEFTIJD - KULeuven Beeldvorming over Joden in de christelijke middeleeuwen 30 oktober 2012 Prof. em. dr. Luc Dequeker Syllabus Inleiding Kan een christen zonder vooringenomenheid spreken over Joden en Jodendom? Beeldvorming over Joden bepaalt voor een deel zijn christelijke identiteit. Twee voorbeelden: - anti-Joodse legenden uit de middeleeuwen (rituele moord, bronvergiftiging, hostieprofanatie. - ‘Kerk en Synagoge’. Vijanden of partners ? 1.1 Hostieprofanatie – Brussel 1370.1 Herdenkingsplaat in de voormalige Sacramentskapel Sint-Goedele Brussel, ingehuldigd door Kardinaal L.-J. Suenens in 1977. De joodse gemeenschap van Brussel werd in 1370 beschuldigd en gestraft voor de profanatie van het H. Sacrament. Op Goede Vrijdag 1370 zou men in de synagoge gestolen hosties met een dolk doorboord hebben. Uit de hosties zou bloed gevloeid zijn. De diocesane autoriteiten van het bisdom Mechelen-Brussel hebben in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie en na kennisname van het historisch onderzoek, in 1968 de aandacht gevestigd op het tendentieuze karakter van de beschuldiging en de legendarische voorstelling van het ‘mirakel’. Omstreeks Hemelvaart 1370 werden zes Joodse inwoners uit Brussel en Leuven op de brandstapel terechtgesteld en hun goederen verbeurd verklaard. Zij werden ervan beschuldigd hosties te hebben gestolen en ze met hun dolken te hebben doorboord. Aansluitend bij deze feiten vertellen de glasramen in de zijbeuken van de kathedraal en in de Sacramentskapel (nu schatkamer), de verschillende episodes van de ‘Legende van het Sacrament van Mirakel’. De Joden zouden de hosties hebben laten stelen door een bekeerde Jood en zouden ze, met de bedoeling Christus opnieuw te kruisigen, op Goede Vrijdag in de Synagoge met messen en dolken doorstoken hebben. Uit de hosties zou bloed gevloeid zijn. L. DEQUEKER, Het Sacrament van Mirakel. Jodenhaat in de Middeleeuwen, Leuven – Davidsfonds, 2000. 1 2 1.2 Mozaïek (13de eeuw) Jodenstraat (nu Margarethaplein) Leuven.2 Ontdekt ca 1895 in Bazar de Meubles (Charles Vankerckhoven). Eigenaar 14de eeuw: Moyses Iudeus, presbyter Iudeorum in Lovanio. Later ‘De Verloren Arbeid’ / ‘Priesterkelder’. E. Van Even (‘Louvain dans le passé en dans le présent’, 198): Presbyter Iudeorum = ‘Le rabbin du consistoire des Juifs de Louvain’. Synagoge = ‘Jodenbergh’. Opbrengst verbeurdverklaring Joodse goederen 1370 totaal ca 1.414 mottoenen. Iets meer dan de helft (727,5 mottoenen) voor twee families in Leuven, tegen vier families in Brussel. Meer dan waarschijnlijk belangrijk Joods huis met mozaïekvloer (7 x 5 meter) bij de geconfisqueerde goederen. 1.3 Huis van ’t Sestich met Hebreeuws medaillon (Leuven, Naamsestraat).3 Latijnse tekst in de rand van het medaillon: naam van de stichter, Joannes Sexagius (Jan van ’t Sestich), datum 1567 en bestemming van het gebouw: armenzorg. Hebreeuwse tekst: Yod – He – Waw – He (YHWH – Jahwe). Dezelfde letters op de tweede regel, aangevuld met de letter Shin : YH SH WH = Jehoshua, Hebreeuws voor Jezus. Ook bekend als drukkersmerk (16de eeuw). Christelijke kabbala van de humanisten (o.m. Johannes Reuchlin, 1455-1522): de waarheid van het christendom aangetoond door de Joodse Kabbala (Joodse mystiek, begin van onze tijdrekening). 1.4 Geheime Joodse Synagoge – Antwerpen 1692/1694.4 Pogingen tot terugkeer en integratie van Joden in de Zuidelijke Nederlanden na de scheiding van Noord en Zuid, verhinderd in 1617, 1672 en 1682, gezien de zogenaamde eeuwige verbanning van de Joden in 1370, en omdat het ketters zijn. Positief advies aartsbisschop Jacobus Boonen 1653: ‘Het is de Joden, in tegenstelling tot de ketters, toegestaan bijeen te komen voor de lezing en studie van de Joodse Wet. De Kerk zal de Joden tolereren, maar met de nodige omzichtigheid, om de vijanden van het christendom niet aan te moedigen’. Afgewezen door het Vaticaan: Joden zijn ketters. Negatief advies van aartsbisschop Alphonse de Bergues 1672: ‘Mijn pen weigert het ongehoorde feit te beschrijven van de allergrofste heiligschennis die werd bedreven in onze hoofdstad Brussel, tegen de God en mens Christus, die, alhoewel verborgen in de geconsacreerde hosties, zijn aanwezigheid heeft gemanifesteerd’ (tekst aartsdiaken A. de Coriache). 1682 : Jan Fernand van Beughem, bisschop van Antwerpen, voormalig pastoor-deken St Goedele Brussel, vraagt uitwijzing van Joodse vluchtelingen. 2 L. DEQUEKER, De middeleeuwse mozaïekvloer van de synagoge (?) in de Jodenstraat te Leuven, in Onze Alma Mater 38 (1984) nr 2, pp. 10-127 (met bronnen). IDEM, De middeleeuwse mozaïekvloer uit het Mozes-huis in de Jodenstraat te Leuven, in Arca Lovaniensis. Artes atque historiae reserans documenta 21 (Jaarboek 1992), 35-45. 3 L. DEQUEKER, Een kabbalistisch opschrift in de Naamsestraat te Leuven, in Mededelingen van de Geschied- en Oudheidkundige Kring voor Leuven en omgeving 34 (1994), 166-176. 4 L. DEQUEKER, Heropleving van het Jodendom te Antwerpen in de zeventiende eeuw? De reactie van de katholieke kerk, in De zeventiende eeuw 5-1, 1998, 154-161. 3 1692 geheime synagoge (Sefardim) ontdekt; 1694 arrestatie van Joodse gelovigen in de synagoge. Stadsmagistraat ziet telkens af van uitwijzing of verbanning, gezien de handelsbelangen. 2. Kerk en Synagoge Ambivalente houding van de Kerk t.a.v. Bijbels erfgoed en Jodendom: enerzijds ‘afwijzing’, anderzijds ‘toe-eigening’.5 Zie ‘Evangelisten op schouders van de Profeten’ (Chartres, glasraam 13de eeuw) contrasterend met ‘Triomferende Kerk tegenover verblinde Synagoge’ (Straatsburg, beeldengroep ca 1230). Negatief: - substitutiemodel (dogmatisch): het NT (Nieuwe Verbond) vervangt het OT (Oude Verbond). - Conflictmodel (dispuut): triomferende Kerk tegenover verblinde/vervloekte Synagoge Positief : - Profetisch model (verkondiging): boodschap van de Profeten bekrachtigd / vervuld door Christus - Universeel kerkmodel (dialoog): blijvende uitverkiezing van het bijbelse godsvolk na bekering (ecclesia universalis = ecclesia ex circumcisione + ecclesia ex gentibus) (‘kerk uit de besnijdenis’ – ‘kerk uit de volkeren’). 2.1 Draagbaar altaar Stavelot (midden 12de eeuw) Enerzijds tegenstelling Kerk >< Synagoge (zelfvervloeking: ‘Zijn bloed kome over ons en onze kinderen’, Mt 27, 25). Anderzijds typologische taferelen uit ‘OT’, voorafbeelding van Kruisoffer en Verrijzenis (Samson, Rechters 16, 2-3; Jonas, Jonas 2, 11; Gouden slang, Num 21, 8; Melchisedek, Gen 14, 18; Abel, Gen 4, 4). 2.2 Initiaal ‘VereDignum et Iustum est’ Missaal (13de eeuw), Gent Sint-Pietersabdij (nu STAM). Vergelijk ‘Sacramentale’ Tours, 12de eeuw: bekering en ontsluiering van de Synagoge op einde der tijden. 2.2 Liber Floridus (Lambertus van St. Omaars), ca 1121. St Baafsabdij Gent (nu UGent) 6 Rechter van de Eindtijd verstoot de Synagoge en zegent de Kerk. Boom van goede vruchten (deugden / Kerk) tegenover boom van slechte vruchten (ondeugden / Synagoge). 5 L. DEQUEKER, Joden en Christenen. Vijanden of partners?, Davidsfonds, Leuven, 2000. J. TOLLEBEEK, Arbor Mala: het anti-judaïsme van Lambertus van Sint-Omaars, Historia Lovaniensia 194 (1986) (uit Studia Rosenthaliana 20 (1986) 1-33). 6 4 2.3 ‘Passie timpaan’ (13de eeuw), Gent Sint-Niklaaskerk Christus aan het kruis, met Maria en St. Jan Evangelist, plus de antithese Kerk >< Synagoge. 2.4 Hubert en Jan van Eyck, Lam-Godsretabel, Gent Sint-Baafskathedraal, ca 1430.7 Toekomstvisioen (‘Het Duizendjarige Rijk’ / ‘Het Nieuwe Jeruzalem uit de hemel neergedaald op aarde’ - Niet het klassieke Laatste Oordeel). Vertrekkend van de menswording en de Kruisdood / Offer van het Lam. Aangebracht door programmatische teksten uit de Apokalyps op het gewaad van de Pantokrator (‘Verheerlijkte Christus’) en op de Levensbron. Borstriem: SABAÔT : “Heilig, heilig, heilig, Heer, God Sabaôt, d.i. de Albeheerser (Pantokrator), die was en die is en die komt” (Apoc 4,8). “Ik ben de Alfa en de Omega, zegt God de Heer, Hij die is en die was en die komt, de Albeheerser (Pantokrator)” (Apoc 1,8; 21,6 en 22,13). Mantelzoom: Rex Regum et Dominus Dominantium (‘Koning der koningen, Heer der heersers’) (Apoc 17,14 en Apoc 19,16). Levensbron: Hic est Fons Aque Vite Procedens de Sede Dei et Agni (‘Dit is de bron van het levengevende water, stromend uit de Troon van God en het Lam’). Kenmerken van het Duizendjarige rijk van de Messias: - Herstel eenheid in de Kerk (einde Westers schisma 1417). Drie pausen: Martinus V en de tegenpausen Johannes xxiii (sic) en Benedictus XIII. - Bevrijding van Jeruzalem (Kruisridders en Rechtvaardige Rechters; dit zijn de Bourgondische hertogen Filips de Stoute, Jan zonder Vrees en Filips de Goede). - Bekering van de Joden op het einde der tijden. Boek op schoot Johannes de Doper: Jes 40, 1-10 (“Consolamini popule meus. Troost, troost mijn volk, spreekt uw God. Spreek tot het hart van Jeruzalem en roept het toe dat zijn diensttijd voorbij is . .”) Niet: OT (‘Patriarchen en profeten’) tegenover NT (‘Kerkelijke hiërarchie’), maar het uitverkoren volk. Op voorplan koning David, de archisynagogos en de profeet Zacharias (Zach 14, 16 – eschatologisch Loofhutenfeest). - Algehele verlossing (Adam en Eva, iconen van de verloste mensheid). Hypothese: - ? Geschenk vanwege Conversos uit Burgos, voor Prinsenhof Filips de Goede in Gent, n.a.v. doop Josse op 6 mei 1432. - ? Afgewezen omwille van ‘millenarisme’ - ? Overgenomen, mits correcties, door Judocus Vijd. L. DEQUEKER, Het Mysterie van het ‘Lam Gods. Filips de Goede en de Rechtvaardige Rechters van Van Eyck, Annua Nuntia Lovaniensia LXIII, Leuven, Peeters 2011. 7