DE ACHTERSTE SYNAGOGE OPENINGSTIJDEN Januari

advertisement
DE ACHTERSTE SYNAGOGE
OPENINGSTIJDEN
Januari – Juni
9 – 17
Juli – Augustus
9 – 18
September – November
9 – 17
December
9 – 16
ADRES:
INFORMATION EN TOERISTISCHE CENTRUM ZADNÍ SYNAGOGA,
SUBAKOVA 1/44, 674 01 TŘEBÍČ
TELEFOON: 00420 568 823 005, 00420 568 610 023
e-mail: [email protected]
www.mkstrebic.cz
www.visittrebic.eu
Synagogen waren niet alleen Joodse gebedshuizen, maar vormden heel vaak ook de plaats waar onderwijs werd
gegeven en bijeenkomsten plaatsvonden. Het woord synagoge betekent dan ook „vergaderplaats“. Het is afgeleid van het
Griekse woord synagogein („zich vergaderen“).
In de Joodse wijk van Třebíč bevinden zich twee synagogen, die met verwijzing naar hun ligging de Voorste en de
Achterste Synagoge genoemd worden, of in verband met hun stichtingsdatum ook wel de Oude en de Nieuwe Synagoge. De
Voorste Synagoge werd gebouwd in de jaren 1639-42 en is in de jaren 1953-1954 aangepast aan de behoeften van de
Tsjechoslowaakse Hussietenkerk.
De Achterste Synagoge is gebouwd rond het jaar 1669. De belangrijkste en grootste wand is de zuidoostelijke wand,
waar in het midden de Heilige Ark staat, de zgn. Aron Hakodesj, waarin de Thora-rollen bewaard worden. Deze Heilige Ark wordt
van de rest van de synagoge afgescheiden door een voorhang, de zgn. Parochet.
In synagogen worden mannen en vrouwen gewoonlijk van elkaar gescheiden. Bij deze synagoge bestond de ingang voor
mannen uit een deur in de straat Blahoslavovy Ulice, waarboven een waardevol natuurstenen portaal te zien is. Vrouwen
betraden hun gebedsruimte op de galerij via een buitentrap langs de noordwestmuur van de synagoge. Tegenwoordig maakt
deze trap deel uit van een later tegen de synagoge aangebouwd huis.
Op de muren ziet u Hebreeuwse liturgische teksten en ornamentele florale motieven. Het is in het Judaïsme niet
gebruikelijk dat er personen, gezichten of dieren worden weergegeven, maar in deze synagoge vindt u een uitzondering: aan de
binnenzijde van de pilaren achterin de synagoge bevinden zich twee leeuwen en aan de binnenzijde van de galerij, boven,
bevinden zich eveneens twee leeuwen, ditmaal met het wapen van de adellijke familie Valdštejn. Ten tijde van de bouw van de
synagoge was de heerlijkheid Třebíč in handen van het geslacht Valdštejn. Veruit het grootste deel van het gebedshuis is
origineel en de motieven zijn uit de losse hand, d.w.z. zonder sjablonen, geschilderd. De beschilderingen van de bovenste delen
van de wanden, met inbegrip van het plafond, dateren uit een latere periode (1706/1707). Het plafond is voorzien van
waardevol barok stucwerk, dat drie ramen weergeeft. De twee ramen aan de randen symboliseren de blauwe nachtelijke hemel,
vol met sterren, en het middelste, rechthoekige raam geeft het motief van de ondergaande zon weer.
Aan het begin van de 20e eeuw verloor de synagoge haar religieuze functie, waarna het gebouw dienst deed als
opslagplaats, o.a. van het bedrijf I. Herman Subak en zonen, dat hier huiden opsloeg, en later van het Nationale Groente-Bedrijf,
dat hier aardappelen had liggen. Vanwege deze ongepaste gebruikswijze verkeerde de synagoge in de 80-er jaren in
aanmerkelijk desolate toestand, zodat in de jaren 1988 – 1997 een uitgebreide renovatie noodzakelijk was, die werd uitgevoerd
a.d.h.v. een ontwerp van ing. Harald Čadílek en voor het grootste deel gefinancierd door de gemeente Třebíč.
In mei 1942 werd het grootste deel van de Joodse inwoners van Třebíč tijdens twee transporten afgevoerd,
aanvankelijk naar doorvoerkamp Terezín (in het Duits Theresienstadt genoemd) maar vervolgens naar vernietigingskampen. Na
de oorlog zijn slechts enkelen van hen teruggekeerd. Zij beschikten niet over de middelen noch over de energie om de Joodse
gemeente nieuw leven in te blazen, zodat deze gemeente werd opgeheven en tot op heden niet opnieuw is opgericht. Achterin
de synagoge, onder de vrouwengalerij, bevindt zich een plaquette met de namen van de slachtoffers van de holocaust.
Hiernaast bevindt zich een vitrine met drie beelden, die door mevrouw Margit Subak aan de stad Třebíč geschonken zijn.
Teslotte staat hier ook nog de Kijor, die oorspronkelijk naast de rouwzaal van de Joodse begraafplaats van Třebíč stond en die
diende voor het rituele wassen van de handen.
Tegenwoordig is de synagoge ontwijd (sinds 1920) en wordt ze gebruikt voor het organiseren van concerten, festivals,
exposities, voordrachten en voor privé-gelegenheden als bruiloften e.d..
Op de vrouwengalerij bevindt zich een expositie over de Joodse cultuur, met de naam „Makom Chajim“ (Stad van
Leven). De meeste tentoongestelde voorwerpen zijn in bruikleen van het Joodse Museum te Praag.
In het westelijke deel van de galerij bevindt zich een interactieve maquette van de Joodse wijk van Třebíč, die
weergeeft hoe deze wijk er omstreeks 1850 uitzag. De maquette is vervaardigd door Stanislav Vrška en de bouw heeft ongeveer
3 000 uur geduurd (anderhalf jaar). De maquette heeft een schaal van 1:100, bestaat uit 110 huizen en is vervaardigd van
lindehout en multiplex voor modelvliegtuigjes.
In 2003 werd de Joodse wijk samen met de Joodse begraafplaats en de basiliek van St. Prokop opgenomen op de
UNESCO-lijst van werelderfgoederen.
Download