Kinderen in de gemeente: afwijzen of zegenen Preek Rick Jansen in De Pinksterzending Arnhem-Noord 13 juli 2003 Marcus 10:13-14 13 (NBG51) ¶ En zij brachten de kinderen tot Hem , opdat Hij ze zou aanraken; doch de discipelen bestraften hen. 14 Toen Jezus dat zag, nam Hij het zeer kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen tot Mij komen, verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods. 16 (NBG51) En Hij omarmde ze en hun de handen opleggende, zegende Hij ze. 13 (BOEK) ¶ Enkele moeders brachten hun kinderen bij Jezus. Zij wilden graag dat Hij ze zou aanraken, maar de discipelen traden daartegen op. 14 Jezus zag het en nam hun dat kwalijk. "Laat die kinderen toch bij Mij komen", zei Hij. "Houd ze niet tegen, want juist voor kinderen is het Koninkrijk van God. 16 (BOEK) Hij nam de kinderen in Zijn armen, legde Zijn handen op hun hoofd en zegende hen. 13 (LEI) ¶ Eens bracht men kinderen tot hem met het verzoek hen aan te raken, en de leerlingen weerden hen af. 14 Maar toen Jezus dit zag, nam hij hun dit kwalijk en zeide tot hen: Laat de kinderen vrij tot mij komen, verhindert ze niet; want aan dezulken behoort het Koninkrijk Gods. 16 (CANIS) En Hij omhelsde ze, legde hun de handen op, en zegende hen. Kamp leiden veel mensen: blij dat we Zegenen of tegenhouden is de even van onze kinderen af zijn. vraag? 1. JEZUS ONTVANGT KINDEREN EN HOUDT VAN ZE Marcus 10:13 – 14 OUDERS 13 a brachten de kinderen naar Jezus opdat Hij ze zou aanraken DISCIPELEN 13 b bestraften de ouders wezen ze af JEZUS 14-16 14: zag wat er gebeurde werd 'zeer verontwaardigd', Groot Nieuws: 'diep verontwaardigd' niet verhinderen, niet tegenhouden of afwijzen, want: voor mensen zoals zij is het koninkrijk van God niet kritisch open voor de waarheid bereid tot directe gehoorzaamheid onvoorwaardelijke toewijding 16 Hij omarmde ze liefde, warmte, vriendelijkheid legde zijn handen op hen zegende ze KINDEREN merken er niets van? Of weten hierdoor dat het bij Jezus goed is? Het Griekse woord wat hier gebruikt wordt voor kinderen drukt uit dat het om erg kleine kinderen gaat, dus was de inspanning van Jezus tevergeefs? Nee, want datzelfde Griekse woord wordt gebruikt in II Tim.3:15 om aan te geven dat Timoteüs van zijn vroegste jeugd af aan de Heilige Schriften kende, die hem wijs konden maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus. God kijkt niet naar uiterlijk, leeftijd of andere uiterlijkheden. Hij wil kinderen van vroeg af aan bij zich hebben, ze koesteren, warmte geven en zijn genegenheid. 2. KINDEREN GETUIGEN VAN JEZUS Matttheüs 21:14-16 14 15 16 En in de tempel kwamen blinden en lammen tot Hem en Hij genas hen. Toen de overpriesters en de schriftgeleerden de wonderwerken zagen, die Hij deed , en de kinderen, die in de tempel riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van David! namen zij dat kwalijk, en zij zeiden tot Hem: Hoort Gij wat dezen zeggen? Jezus zeide tot hen: Ja; hebt gij nooit gelezen : Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid? Als Jezus een tijd in de tempel is worden blinden en lammen genezen. De kinderen om hem heen zien dat en roepen met hun allen dat Jezus de Zoon van David is. Nadat de overpriesters en schriftgeleerden er hun beklag bij Jezus hebben gedaan, pareert hij hen met een psalmtekst: uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt Gij lof bereid. De lofprijzing en het getuigenis van een kind is veelal zonder bijbedoelingen. Dat kan niet altijd van een volwassene worden gezegd, die er vaak toch een slaatje uit wil slaan. Als een kind God looft, houdt hem of haar niet tegen, maar stimuleer het, of sta er verbaasd van hoe geweldig God in onze kleinsten kan inwerken. Als ze getuigen, houdt ze niet tegen, maar geniet ervan hoe ze op hun eigen manier God dienen. 3. GOD GEBRUIKT KINDEREN - kleine meisje Naaman - Samuel TOEPASSING - rekening houden met kinderen - zoals Jezus - zoals de discipelen - Roden (aanbidding) - God gebruikt kinderen daadwerkelijk OPWEKKING BLUMHARDT MOTTLINGEN Een jongen uit een dorpje dat een kilometer of vijf van Möttlingen lag, had een broertje dat in zijn groei gestoord was. Bovendien was het ventje kreupel en had het een bochel. Zodra de jongen had gehoord van de wonderen die God in Möttlingen deed, laadde hij zijn misvormde broertje op zijn rug en droeg hem naar de kerk van Blumhardt. Dat was een tocht van ruim een uur! Maar zijn geloof werd niet beschaamd. Want de volgende zondag kon men de beide jongens naast elkaar naar Möttlingen zien wandelen en reeds enkele dagen later was de kleine jongen kerngezond. Zelfs zijn bult was verdwenen!