JEBRON – LITURGIE Viering van 28 februari 2004 – eerste viering van de veertigdagentijd De aarde behoort aan allen! Welkom en inleiding Aan ieder van jullie welkom in deze viering: eerste in de veertigdagentijd. Jullie kunnen dat ook zien aan ons decor, waarin de Wipala een centrale plaats heeft. De Wipala is de zevenkleurige regenboogvlag van de Andes. En elke zaterdag wordt overal in de Vlaamse kerken stilgestaan bij één kleur. Vandaag is dat Rood, de kleur van de aarde zelf, waarop wij mogen leven, én van de mens – Adam , die naar bijbels aanvoelen uit die aarde -Adamah - is voortgekomen. Als de mens uit die goede levendragende aarde is voortgekomen, dan worden wij als mensen opgeroepen om ons in harmonie met die Moeder Aarde – Pacha Mama – te ontplooien. Enkel op deze voorwaarde kunnen we gestalte geven aan en beeld worden van onze God, die wij aanspreken als Vader-Moeder, Zoon en Broeder en heilige Geestkracht in ons midden. We zingen nu eerst samen een lied en daarna kunnen de kinderen meegaan met Judith voor de nevendienst. Lied: De wijze woorden en het groot vertoon (ZNB 134) Gebed van omkeer en verlangen (tekst uit map BD 2004) Kom, Geest, adem van God, reinig ons van de wil tot macht. Maak ons van gebruikers tot hoeders, van rekenaars tot vrienden van de aarde. We zingen samen de eerste strofe van: Dat wij volstromen (ZNB 311) Kom, moeder van het leven, adem over ons, verzoen ons met de lucht die wij verpesten verzoen ons met het water dat we vergiftigen verzoen ons met het land dat we volbouwen verzoen ons met de dieren, die we als machines behandelen We zingen samen de tweede strofe van: Dat wij volstromen Kom, jij hoop van de armen, leer ons te delen: het water en de lucht, de energie en de voorraden. Kom en waai over ons, tot ons hart zich voor jou opent en jouw vuur kan branden in ons. We zingen samen de derde strofe van: Dat wij volstromen Fragment uit “Canto General” (Pablo Neruda, p. 264-265): DE UNITED FRUIT CIE. Toen de trompet schalde, stond alles klaar op aarde en Jahweh verdeelde de wereld tussen Coca-Cola Inc., Anaconda, Ford Motors, en andere firma’s: de Compania Frutera Inc. hield voor zichzelf het sappigste deel, de centrale kust van mijn aarde, de zachte taille van Amerika. Ze doopte haar landen om tot "Bananenrepublieken" en boven de slapende doden, boven de onrustige helden die ooit de grootheid, de vrijheid en de vlaggen veroverden, vestigde ze de opera buffa: ze negeerde de ongeschreven rechten, gaf keizerskronen cadeau, wekte de begeerte op, trok de dictatuur van de vliegen aan, Trujillovliegen, Tachosvliegen, Cariasvliegen, Martinezvliegen, Ubicovliegen, vliegen nat van schamel bloed en marmelade, dronken vliegen die zoemen boven de graven van het volk, circusvliegen, geleerde vliegen en vliegen ervaren in tirannie. Tussen de bloederige vliegen ging de Frutera aan land, ze stouwde haar schepen boordevol koffie en fruit en die zeilden weg als dienbladen met de schat van onze gezonken gronden. Intussen, in de versuikerde afgronden van de havens, vielen indios, begraven in de wasem van de ochtend: een lichaam rolt, een naamloos ding, een nummer valt, een tros dode vruchten uitgestrooid op de mesthoop. Lied: De aarde behoort niet de mensen (Nieuw liedboek 24) Schriftlezing: Lucas 4, 1-13 Jezus, vol van heilige geest, keerde terug van de Jordaan en in de geest werd hij gedreven de woestijn in om daar veertig dagen te worden beproefd door de satan. Niets at hij in die dagen toen zij ten einde waren, had hij honger. De tweedrachtzaaier sprak tot hem: Als jij een zoon van God bent, zeg tegen die steen dat hij brood wordt. Jezus antwoordde hem: Geschreven staat: 'Niet van enkel brood zal de mens leven.' Hij dreef hem omhoog en toonde hem, één seconde, alle koninkrijken van de wereld Tweedrachtzaaier sprak tot hem: Jou zal ik geven al hun macht en heerlijkheid want aan mij zijn ze overgeleverd en ik geef ze aan wie ik wil. Jij dus, als jij je neerwerpt voor mij, van jou zal het zijn, allemaal. Jezus antwoordde hem en sprak: Geschreven staat: 'Voor JHWH, uw God, zult gij u neerwerpen en dienen hem alleen.' Hij dreef hem naar Jeruzalem, plaatste hem op de vleugel van het heilige en sprak tot hem: Als jij een zoon van God bent, gooi dan nu jezelf naar beneden want geschreven staat: Hij heeft zijn engelen geboden jou te behoeden...; en ook: Zij zullen jou op handen dragen, dat jij nietje voet zult stoten aan een steen. Jezus antwoordde hem en sprak: Er is gezegd: 'Gij zult niet JHWH, uw God, beproeven.' Toen hij alles geprobeerd had, de tweedrachtzaaier, ten einde toe, ging hij van hem weg, ter bestemder tijd. Moment van stilte – kort muzikaal intermezzo Overdenking Wie met grote aandacht heeft geluisterd naar de tekst van Pablo Neruda kan niet anders dan geschokt zijn door de woorden van deze Chileense dichter die enkele dagen na de staatsgreep van Pinochet misschien wel van verdriet is gestorven. De dichter houdt ons een onthutsende spiegel voor, wanneer hij de verdeling van de aarde onder een aantal multinationale ondernemingen in de schoenen schuift van Jahwe, de bijbelse God. We kunnen die beschuldiging weglachten, maar ik denk dat we dan geen recht doen aan de geschiedenis, waarin zich christelijk noemende landen zich schaamteloos aan deze uitbuitingspraktijken zijn te buiten gegaan en vaak nog steeds dezelfde heilloze wegen bewandelen. Het is goed dat we deze schokkende woorden ernstig nemen en ons erdoor laten uitdagen. Wij, die in de loop der voorbije jaren in de leerschool van de bijbel zijn gegaan, wij hebben geleerd dat we uiterst behoedzaam moeten omgaan met de naam van God, met de naam van Jahwe, die bij misbruik al snel in zijn tegendeel verandert. Dan maken we van God de tweedrachtzaaier uit ons verhaal van Lucas. Enkele dagen terug zijn we op aswoensdag begonnen aan de veertigdagentijd. Veertig dagen. Elk jaar opnieuw terugkerend. Waarom eigenlijk? Ja, waarom? Het is alsof de liturgie ons eraan wil herinneren dat het nodig is om elk jaar opnieuw de woestijn in te trekken om te leren zien en te leren onderscheiden. Op de eerste plaats in navolging van de kinderen van Israël, die veertig jaar door de woestijn moesten trekken om te genezen van de Egyptische ziekte, die erin bestaat dat we bezit en macht en eer en het recht van de sterkste verheffen tot het hoogste goed. En op de tweede plaats ook in navolging van die ene zoon van Israël, Jezus van Nazaret, over wie het verhaal suggereert dat ook hij door dat zelfde leerproces is moeten gaan om te weten wat zijn weg in trouw aan de Tora zou zijn. Wat kan dat voor ons vandaag betekenen? Want ook in onze dagen zijn de tweedrachtzaaiers de wereld nog niet uit. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat op elk moment van ons leven, ook en misschien wel meestal in de kleine dingen en in de kleine beslissingen die we nemen en in de keuzes die we maken, dat op elk moment alles op het spel staat: de trouw aan onszelf, de trouw aan ons gegeven woord, de trouw aan onze liefde. Want ook in die kleine beslissingen gaat het om de keuze tussen twee werelden, twee waardebelevingen en mensbeelden, twee visies op onze wijze van samenleven: die van de bijbelse God van Jezus, die ons oproept tot ware vrijheid, en die van de tweedrachtzaaier, die ons slavernij als vrijheid wil aanbieden en verkopen. Het is bijvoorbeeld ook de vraag: wanneer en hoe word ik als mens degene die ik ten diepste toe ben? Hoe kom ik innerlijk thuis als mens, zonder mij te gaan settelen in valse zekerheden? Over deze indringende vragen gaat het in het verhaal van de bekoringen in de woestijn. En op die vragen bestaan geen pasklare antwoorden. Er is enkel de uitdaging om de moed op te brengen een permanent leerproces aan te gaan: veertig jaar, veertig dagen woestijn. Daarover gaat ons verhaal. Na veertig dagen vasten heeft Jezus honger. Om hem heen liggen ronde platte stenen die hem aan broden doen denken. Stem van de tweedrachtzaaier: 'Zeg tegen die steen dat hij brood wordt.' Is het in de geest van de thora zo te spreken? Volgens de thora moet iemand die honger heeft, verzadigd worden. Maar moet er dan eerst een wonder gebeuren - steen veranderd in brood -, waartoe een zoon van God toch in staat zou moeten zijn? Jezus wil geen vulgaire alchemist zijn en uit respect voor de dingen én voor de menselijke vrijheid reageert hij met een woord uit het boek Deuteronomium (8,3): 'Niet van enkel brood zal de mens leven.' Het citaat is onvolledig, want ook staat geschreven: 'Maar de mens zal echt leven van alles wat komt uit de mond van God.’ Dit is de grote les van de woestijn: het gaat om 'Brood' en 'woord'. Het woord over het brood is een opdracht die de kinderen van Israël moeten volbrengen. Die opdracht luidt: delen met elkaar, dan is er brood genoeg voor iedereen en hoeft niemand gebrek te lijden. Wij mensen kunnen dat voor elkaar krijgen, kunnen leren delen. Er is geen wonder voor nodig om te zorgen dat wereldwijd geen mens nog sterft van de honger. Maar, hoe schandalig, nog altijd is er hongersnood en het ziet er vooralsnog niet naar uit dat daaraan een einde komt. De machten die deze wereld beheersen – gesymboliseerd in de United Fruit Cie, koesteren in hun waanwijsheid hun eigen vervalste thora, die van het eigenbelang, en verordonneren dat alles blijft zoals het is. Intussen stoten zij de arme het brood uit de mond. Wie de macht heeft over het brood.. Macht en hoe die uit te oefenen, daarom draait het in die beproevingen die Jezus ondergaat in de woestijn. In één seconde, in een flits, toont Tweedrachtzaaier hem alle koninkrijken van de wereld. Die zal hij hem geven. Geven? Maar we zouden toch moeten weten: alles wat Tweedrachtzaaier geeft, néémt hij, zo is het, niet anders. Alle koninkrijken van de wereld waren toen Jezus optrad in handen van de Romeinse keizer, eerst Augustus, daarna Tiberius. Zal Jezus de derde keizer worden van het Romeins imperium? Zo machtig, zo wreed? Een godenzoon op de keizerstroon? Maar dan wel in dienst van Tweedrachtzaaier, aan hem onderworpen. Macht bezitten, dat is de grote verleiding waaraan Jezus blootstaat. Niet alleen politieke macht, ook absolute religieuze zeggenschap wordt hem aangeboden. Daar staat hij, op de vleugel van de tempel in Jeruzalem. 'Onder zijn vleugels vindt gij een toevlucht' - zo staat geschreven in een der psalmen (Ps 91:4). Daar mag hij nu een cultus vestigen te zijner ere, niet onder, maar op de vleugel. Tweedrachtzaaier probeert Jezus te verleiden tot een bungyjump met engelen als levenslijn. Zo'n religieuze manifestatie zou ongehoord zijn in de geschiedenis van mensen. Zo je lichaam inzetten, zo je lichaam geven. Jezus zal zijn lichaam geven, maar zo volstrekt anders dan Tweedrachtzaaier hem voorhoudt. Laat mioj nog even terugkeren naar de actualiteit: wat zegt het verhaal over Jezus en Tweedrachtzaaier over ons, hier, nu bijeen op 28 februari 2004? Misschien weinig, misschien veel - ik kan niet in jullie harten kijken en wil dat ook niet. Eén ding weet ik wel: beproevingen kennen we allemaal. We willen zoveel, maar we kunnen het niet, niet alles; de geest wil wel, maar het lichaam protesteert, het heeft zijn pijnlijke beperkingen. Willen we een andere wereld dan deze? Willen we meer rechtvaardigheid dan er nu is? En hoe kunnen we dat bereiken? Er zijn meer vragen te stellen dan nu te beantwoorden. Maar ieder van ons kan kijken in zijn eigen ziel. Laten we dat dan ook doen in alle eerlijkheid. Maak voor jezelf helder wat ertoe doet en wat niet. Durf te kiezen voor een andere wereld dan deze. Wat heb je te verliezen? We kennen onszelf. Ieder van ons wil zijn heel eigen koninkrijkje stichten waarin macht prevaleert, macht over anderen. Geld, bezit hebben, een ander onze wil opleggen wat hebben we er niet allemaal voor over? Moet zo ons leven zijn? Er is een stem die ons tegenspreekt en een halt toe wil roepen, een andere stem dan die van Tweedrachtzaaier. Vertrouwen wij ons toe aan die stem, in onze gebrokenheid? Ik zou wensen dat wij, als alle andere stemmen zijn verstomd, deze stem tegemoet kunnen zingen: 'Dan nog, klamp ik mij, klamp ik mij vast aan jou, of je wil of niet. Op ongenade of genade, ik zal ‘red mij, red mij’ roepen, of zo iets als ‘heb mij lief.' Lied van Europa (Nieuw liedboek 22) Kinderen komen terug en brengen allerlei dingen aan ivm aarde – Collecte Tafelgebed 4 (Omwille van…) Delen van Brood en Wijn – Onze Vader – Vredeswens Vrije voorbeden (acclamatie: Ga tot de einden der aarde, Nieuw liedboek, 10) Bezinnende tekst tot slot (Uit: Hans Van den Berg, De Aymara-indianen, Haarlem, 1989) Dit is onze grootheid: dat wij alle dingen als met elkaar verbonden beschouwen: de mens, de aarde, de dieren en heel de natuur. Alles heeft met alles te maken en niets en niemand staat geïsoleerd binnen het geheel. Alles in deze wereld is één enkele werkelijkheid. Het is de plicht van de mens om de harmonie van de aarde veilig te stellen. De aarde is voor ons Aymara's de maat van de liefde. De aarde is voor ons niet zo maar aarde. Zij is het centrum van ons bestaan, de bron van gemeenschapsleven en de oorsprong van onze tradities en gewoonten. We mogen zeggen dat de aarde het leven zelf is van ons volk. Zij is ook onze gemeenschappelijke en persoonlijke geschiedenis. De aarde is er niet om uitgebuit te worden maar om erop te leven in vrede, van generatie op generatie. Lied: Wonen overal (ZNB 329) Zegen Moeder Aarde moet niet meer bang zijn: wij willen doen wat de Eeuwige ons heeft opgedragen heeft, we willen onze fantasie mobiliseren, onze intelligentie inzetten, onze gave tot liefhebben gebruiken voor het leven van onze moeder, de aarde. God, gij houdt uw handen om de aarde, behoed ons en vernieuw onze wegen. Zegen ons, God van het leven, dat wij verbonden mensen mogen zijn, verbonden met elkaar, met Moeder Aarde en met U.