Bio‐economieindeNon‐Foodsector Deelnamecriteria: Bio-economie in de Non-Food sector In het kader van het project Bio-economie in de Non-Food sector komen er verschillende instrumenten aan bod. Voor deelname aan een van de instrumenten gelden de volgende criteria: BN 1: Haalbaarheidsstudies Met een expert pakt u een innovatieve oplossingsrichting op en samen werkt u deze verder uit. Binnen de haalbaarheidsstudie worden concepten gehanteerd die zijn gebaseerd op de meest actuele kennis en technologische ontwikkelingen. De haalbaarheidsstudie heeft als doel te onderzoeken op welke wijze implementatie van biobased materialen in de bedrijfsvoering of de productieketen kan worden gerealiseerd of verbeterd. Tevens wordt in de studie een realistische inschatting gegeven van het economisch rendement van de voorgestelde maatregel. Subsidiepercentage: 50% (tot maximaal € 12.500 subsidie)i. De eigen bijdrage kan zowel in cash als in kind worden ingebracht. Voorwaarden voor deelname: - Er is sprake van grensoverschrijdende samenwerking en/of deelname aan minimaal 1 grensoverschrijdende activiteit zoals projectbijeenkomsten, workshops en excursies georganiseerd vanuit het INTERREG V A project Bio-economie. - Projectresultaten worden gedurende de projectlooptijd en bij afsluiting van het project zowel binnen als buiten het netwerk van het INTERREG V A project Bio-economie met geïnteresseerden gedeeld. - Alle kleine en middelgrote bedrijven die actief zijn of willen worden in de biobased non-food economie kunnen aanvrager zijn. - Deelnemende expert kunnen zzp-ers, kennisinstellingen, organisaties of bedrijven (MKB of multinationals) zijn. - Het bedrijf moet duidelijk maken dat er ontwikkelingsbehoefte bestaat en de ontwikkeling impliceert een aantoonbaar commercieel nut voor het bedrijf. - Er is sprake van minimaal een van de volgende innovatie doelen: • Optimalisering van processen die een innovatief en efficiënt gebruik van reststoffen uit landbouw, tuinbouw en industrie en landschap mogelijk maken. Het gaat daarbij met name om een systematische integratie van reststoffen die tot dusver waren uitgesloten van hergebruik. • Ontwikkeling en optimalisering van nieuwe materialen en compounds. • Uitvoering en intensivering van de cascadering: hoogwaardiger gebruik van biomassa. • Vorming van nieuwe afzetkanalen voor reststoffen uit de landbouw en de food industrie. • Onderzoek en ontwikkeling naar gespecialiseerde toepassingen voor het MKB. Deelnamecriteria 1 Bio‐economieindeNon‐Foodsector BN2 Ketenontwikkeling Tezamen met andere bedrijven in de keten wilt u samen nieuwe wegen inslaan. Uw doel is het generen van inzicht in de totstandkoming, verbetering of werking van het samenwerkingsproces . De uitkomsten biedt de keten een houvast voor het systematisch organiseren en opschalen van verticale samenwerking van biobased producten of diensten. Subsidiepercentage: 66% (tot maximaal €9.900)i. De eigen bijdrage kan zowel in cash als in kind worden ingebracht. Voorwaarden voor deelname: - Er is sprake van grensoverschrijdende samenwerking en/of deelname aan minimaal 2 grensoverschrijdende activiteiten zoals projectbijeenkomsten, workshops en excursies georganiseerd vanuit het INTERREG V A project Bio-economie. - Projectresultaten worden gedurende de projectlooptijd en bij afsluiting van het project zowel binnen als buiten het netwerk van het INTERREG V A project Bio-economie met geïnteresseerden gedeeld. - Er is sprake van bedrijven die elkaars toeleverancier/ afnemer zijn of dat willen worden. - Alle kleine en middelgrote bedrijven die actief zijn of willen worden in de biobased non-food economie kunnen aanvrager zijn. - Er is sprake van minimaal een van de volgende innovatie doelen: • Optimalisering van processen die een innovatief en efficiënt gebruik van reststoffen uit landbouw, tuinbouw en industrie en landschap mogelijk maken. Het gaat daarbij met name om een systematische integratie van reststoffen die tot dusver waren uitgesloten van hergebruik. • Ontwikkeling en optimalisering van nieuwe materialen en compounds. • Uitvoering en intensivering van de cascadering: hoogwaardiger gebruik van biomassa. • Vorming van nieuwe afzetkanalen voor reststoffen uit de landbouw en de food industrie. • Onderzoek en ontwikkeling naar gespecialiseerde toepassingen voor het MKB. Deelnamecriteria 2 Bio‐economieindeNon‐Foodsector BN3 Kennistransferprojecten Bestaande technologie of kennis wordt vertaald naar uw specifieke bedrijfsomgeving. Hierbij wordt kennis of vaardigheden overgedragen die meteen binnen het bedrijf kan worden toegepast met als doel: het implementeren van biobased materialen in de bedrijfsvoering of verbeteren van productieprocessen van biobased producten. Als uit een haalbaarheidsstudie, bijvoorbeeld binnen het bio-economie in de non-food sector, een bekende technologie is gekomen waarmee biobased productie processen kunnen worden gerealiseerd of verbeterd, zal de wetenschappelijke instelling de implementatie van die techniek in het bedrijf voorbereiden. Subsidiepercentage: 50% (tot maximaal € 25.000)i. De eigen bijdrage kan zowel in cash als in kind worden ingebracht. Voorwaarden voor deelname: - Er is sprake van grensoverschrijdende samenwerking en/of deelname aan minimaal 2 grensoverschrijdende activiteiten zoals projectbijeenkomsten, workshops en excursies georganiseerd vanuit het INTERREG V A project Bio-economie. - Projectresultaten worden gedurende de projectlooptijd en bij afsluiting van het project zowel binnen als buiten het netwerk van het INTERREG V A project Bio-economie met geïnteresseerden gedeeld. - Er is sprake van minimaal een bedrijf en minstens een kennisinstelling. - Alle kleine en middelgrote bedrijven die actief zijn of willen worden in de biobased non-food economie kunnen aanvrager zijn. - Er is sprake van een technologietransfer richting de onderneming. - Er is sprake van wetenschappelijke kennis die nieuw toegepast wordt binnen de onderneming. - Er is sprake een pre-concurrentiële ontwikkeling. - Er is sprake van een uitgewerkt projectplan en een passende offerte. - Er is sprake van minimaal een van de volgende innovatie doelen: • Optimalisering van processen die een innovatief en efficiënt gebruik van reststoffen uit landbouw, tuinbouw en industrie en landschap mogelijk maken. Het gaat daarbij met name om een systematische integratie van reststoffen die tot dusver waren uitgesloten van hergebruik. • Ontwikkeling en optimalisering van nieuwe materialen en compounds. • Uitvoering en intensivering van de cascadering: hoogwaardiger gebruik van biomassa. • Vorming van nieuwe afzetkanalen voor reststoffen uit de landbouw en de food industrie. • Onderzoek en ontwikkeling naar gespecialiseerde toepassingen voor het MKB. Deelnamecriteria 3 Bio‐economieindeNon‐Foodsector De beslissing over het wel of niet toekennen van aanvragen ligt bij projectmanagementgroep. Over de haalbaarheidsstudies, ketenontwikkeling kennistransfer aanvragen adviseert de expertgroep. de en De aanbestedingsregels in het kader van Interreg V A zijn van toepassing. Het grensoverschrijdende project “Bio-economie in de Non-Food sector” wordt in het kader van het INTERREG VA-programma Deutschland-Nederland door de Europese Unie ondersteund uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Het project wordt gecofinancierd door het Ministerie van Economische Zaken, de provincies Drenthe, Flevoland, Fryslân, Gelderland, Groningen, Noord-Brabant en Overijssel en door de deelstaat Niedersachsen. i de-minimisverordening is van toepassing Deelnamecriteria 4