groene economie - Emmen. Maak het mee!

advertisement
2
GROENE ECONOMIE
dinsdag
17 maart 2015
Biobased economy. Het is een term die steeds vaker te
horen is en die aan belang wint. Steeds meer bedrijven gaan ertoe over, scholen zetten er stevig op in.
De bio-economie is de economie van de (nabije) toekomst. Maar wat is het eigenlijk?
BIO WATTE?
MET ZIJN ALLEN OP NAAR DE ‘BIOBASED ECONOMY’
JEAN-PAUL TAFFIJN
Bio watte?
Bio-economie (een vertaling van het Engelse biobased
economy) heeft betrekking op alle economische aspecten van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Het
doel is het gebruik van fossiele grondstoffen terug te
dringen en het hergebruik van (natuurlijke) materialen
en reststoffen te vergroten. Hoewel de term biobased
economy in Nederland pas sinds 10 jaar serieus wordt
gebezigd, zijn steeds meer bedrijven, overheden en kennisinstellingen ermee bezig. Niet in de laatste plaats in
Zuidoost-Drenthe.
Maar wat is dat nou eigenlijk, die biobased economy?
Simpelweg is het werk maken van de natuur. Het is producten fabriceren met als grondstof de natuur, de aanwezige biomassa. Hout, suiker, maïs, vlas, hennep,
brandnetels, plantensteeltjes, gras, algen, maar ook
bloemblaadjes, hars en nog veel meer. Want met de natuur is veel meer te doen dan we altijd hebben gedacht.
De bio-economie omvat de hele keten van het winnen
van de biomassa via het bewerken ervan tot het maken
van producten. Dat proces kan in principe in Drenthe
plaatsvinden. Tot op zekere hoogte gebeurt dat ook.
Maar voor veel chemische toepassingen zijn bedrijven
(voorlopig nog) grotendeels aangewezen op de aanvoer
van biogrondstoffen uit het buitenland.
Hoe zit die bio-economie in elkaar?
Om uit te leggen hoe de biobased economy werkt, wordt
meestal een piramide voorgesteld, waarin de bioproducten zijn ondergebracht. De top van de piramide omvat
producten met veel toegevoegde waarde, die worden gebruikt voor het maken van geneesmiddelen en cosmetische producten. De laag eronder wordt bezet door voedingsmiddelen en diervoeders. En zo kent de piramide
verschillende lagen, van brandstoffen als biodiesel en
groen gas tot de onderste laag met daarin energie en
warmte. Dat zijn biomassa-installaties die stroom opwekken en warmte naar de bewoonde wereld blazen.
Hoe belangrijk is de biobased economy?
De bio-economie heeft de toekomst. Fossiele grondstoffen als olie blijven niet eeuwig voorradig. Biogrondstoffen wel, mits de mens de gebruikte stoffen zelf kweekt.
Denk aan bossen en gewassen. Bovendien zijn de biologisch gemaakte producten relatief eenvoudig te recyclen
of biologisch afbreekbaar. In de bio-economie bestaat in
feite geen afval meer. De natuurlijke bronnen kunnen
tot in het oneindige worden hergebruikt.
Maar wat heeft dat met Drenthe te maken?
Veel. Hoewel het in veel gevallen nog pionieren is, wordt
zeker in Zuidoost-Drenthe volop geëxperimenteerd en
gewerkt met biobased productie. In Klazienaveen wordt
bijvoorbeeld geëxperimenteerd met het kweken van be-
Werking van de bio-economie
1 PRODUCTIE BIOMASSA
Duurzame
gewassen
2 OMZETTING BIOMASSA
3 PRODUCTEN UIT BIOMASSA
Vergisting en fermentatie
Pharma
Toegevoegde waarde
Algen
Bermgras,
houtafval e.d.
Bietenpulp
Voedingsmiddelen
Chemicaliën en materialen
Verbranding en vergassing
Volume
Productie-afval dient opnieuw als grondstof
© DvhN 140315 | AB
DAGBLAD VAN HET NOORDEN
En wat doet de overheid?
De provincie Drenthe en de gemeente Emmen zetten
fors in op het stimuleren van de biobased economy. Volgens hen liggen hier kansen voor nieuwe en vernieuwende bedrijvigheid die werkgelegenheid kan opleveren. Op dit moment werken in Emmen al tweeduizend
mensen in de chemie. De provincie stelt tot en met 2016
jaarlijks 300.000 euro beschikbaar voor onder meer onderzoek en scholing en het verbinden van bedrijven en
onderwijsinstellingen, met als doel nieuwe initiatieven
van de grond te tillen. Daarvoor is een aanjaagteam ingesteld, waarin behalve gemeente en provincie partijen als
de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) en
Stenden Hogeschool zijn vertegenwoordigd.
Is het onderwijs ook zo met de bio-economie bezig?
Dat kun je wel zeggen. Onder de noemer Green PAC
werkt Stenden Hogeschool nauw samen met Hogeschool Windesheim in Zwolle en met bedrijven bij de
ontwikkeling van nieuwe, ’groene’ producten en materialen. In Emmen doet Stenden veel onderzoek voor bedrijven; niet voor niets opende het vorig jaar een laboratorium op industriepark Emmtec. Ook het Drenthe College beschikt binnenkort over een eigen laboratorium
voor duurzame chemische technologie.
Vervoer en brandstoffen
Energie en verwarming
Dierlijk vetten en
groente-, fruiten tuinafval
paalde planten, om daaruit grondstoffen voor geneesmiddelen en andere producten te halen.
In Emmen ligt de focus vooral op chemicaliën en materialen. Het bedrijf Cumapol maakt bioplastic, terwijl
even verderop de onderneming API aan de weg timmert
met ’printlint’ voor 3D-printers op basis van suikers en
zetmeel. Ondertussen verricht Stenden Hogeschool
voortdurend studies naar de zogenoemde biocomposieten, kunststoffen gemaakt van hars en vezels. Het lukt
steeds beter om daarvoor plantaardige vezels te gebruiken.
Grensoverschrijdend
De aandacht voor de bio-economie blijft niet
beperkt tot de Nederlandse zijde van de grens.
De afgelopen 4 jaar werd via de Eems Dollard
Regio (EDR) 5 miljoen euro aan Europees geld in
het grensoverschrijdende agrobiopolymerenproject gestoken. Dat leverde twaalf projecten op
waarbinnen Nederlandse en Duitse bedrijven en
kennisinstellingen samen aan nieuwe producten
werkten. Zo ontwikkelden het Duitse PG Kaas en
het Nederlandse Bio4Pack een composteerbare
versverpakking. Het inmiddels afgesloten project
krijgt vrijwel zeker een vervolg. Op dit moment
wordt een aanvraag geschreven voor het project
’bio-economie in de non-foodsector’.
Download