Projectmanagement Hoofdstuk 3 Inzet voor een project © Thomas W. de Boer 2005 Inzet • Mensen – Functies: de formele indeling – Rollen: de informele indeling – Taken: verantwoordelijkheden en activiteiten • Materieel – Dingen die je gebruikt • Materiaal – Dingen die je verbruikt © Thomas W. de Boer 2005 Mensen: functies • In de omgeving: – Opdrachtgever – Sponsor – Gebruiker • Leiding en staf: – Projectleider – Secretariaat en administratie – Managers © Thomas W. de Boer 2005 Mensen: functies • Uitvoerende leiding – Teamleiders – Managers: • Risicomanager • Kwaliteitsmanager • Financieel manager • Uitvoerenden – Analist – Ontwerper – Bouwer/aannemer © Thomas W. de Boer 2005 Mensen: rollen • (Team)leider – Natuurlijk overwicht – Mensen luisteren er naar • Monitor – Houdt het project en de uitvoering in de gaten • Teamwerker – Houdt het collectief bij elkaar – Brengt rust in de tent • Producent – Harde werker – Doet wat hij zegt © Thomas W. de Boer 2005 Mensen: rollen • Specialist – Deskundigheid op een klein gebied – Voorziet in details • Stimulator – Werkt goed onder druk – Brengt enthousiasme in het team • Netwerker – Zoekt nieuwe mogelijkheden en contacten • Innovator – Creatief – Bedenkt improvisaties en oplossingen © Thomas W. de Boer 2005 Teamvorming • Teamvorming is voorwaarde voor succes • Kenmerken van een goed team – Gemeenschappelijk doel – Duidelijk omschreven functies – Duidelijke verantwoordelijkheden – Communicatiestructuur en kennisdeling – Gezamenlijke aansprakelijkheid © Thomas W. de Boer 2005 Materieel en materiaal • Vaak technisch bepaald • Andere bepalende factoren – Methode van productie – Kennis van de specialisten: • Analist • Ontwerper • Bouwer – Aansluiting bij bestaande gewoontes – Kwaliteit © Thomas W. de Boer 2005 Aanpak van een project • Vuistregels – Sluit aan bj de organisatie • Structuur, type, cultuur – Kies een methode waar je ervaring mee hebt – Aanpak moet passen bij de aard van het project – Deelnemers moeten bekend zijn met methode en aanpak © Thomas W. de Boer 2005 Zes actiestappers I • Metaforen voor aanpak van een project • Zwarte legerschoenen – Formele werkwijze en standaardprocedures • Grijze gympies – Hersenen en denken belangrijker dan spieren en kracht • Bruine brogues – No-nonsense aanpak, gezond verstand © Thomas W. de Boer 2005 Zes actiestappers II • Oranje rubberlaarzen – Gevaarlijke projecten – Urgentie • Roze pantoffels – Menselijkheid en zorg voor anderen • Paarse rijlaarzen – Het project wordt gedragen door één persoon met grote uitstraling © Thomas W. de Boer 2005 Wanneer wat? Aanpak Wanneer Zwarte legerschoenen Formele omgeving Grijze gympies Opdoen van informatie Bruine brogues No-nonse, gezond verstand Oranje rubberlaarzen Gevaarlijk, riskant Roze pantoffels De mens centraal Paarse rijlaarzen Sterke leider © Thomas W. de Boer 2005 Keuze van de aanpak • De aanpak van een project is een keuze • Wordt bepaald door – de omgeving – de aard van het project – de deelnemers – jou als projectleider © Thomas W. de Boer 2005 Praktijk! • Maak de opdrachten bij hoofdstuk 3 – Welke functies en rollen heb je nodig in je project? – Wie neemt welke functie/rol op zich? – Welke soorten gebruikers onderscheid je? – Hoe ga je een team vormen? • Zie ook hoofdstuk 8 – Welke aanpak kies je? © Thomas W. de Boer 2005