DWA FEEDBACK No. 13 Uitgave van DWA Insight 25 mei 2016 Stefan van Kaam Hydraulische varianten gelijkwaardig? Bij een oplevering wordt een installatie gecontroleerd en blijkt een gekoeldwatercircuit niet helemaal volgens het principeschema gemaakt te zijn. Tijdens de montage blijkt er een wat exotische variant te zijn ontstaan. Er wordt een opmerking gemaakt in het opleveringsrapport. Is deze variant gelijkwaardig? Dit praktijkvoorbeeld leent zich goed om ons eens te verdiepen in dit schema om zo meer inzicht te krijgen in de werking van dit soort koelinstallaties. Het onderstaande schema is het originele schema. Twee koelmachines zorgen voor gekoeld water voor twee koelbatterijen in twee luchtbehandelingskasten. Met de luchtbehandelingskasten wordt lucht ontvochtigd. Daarom is het wenselijk altijd water van minimaal 6° beschikbaar te hebben bij T5. Elke koelmachine heeft maar één compressor die aan/uitgeschakeld wordt. Om er voor te zorgen dat er altijd 6° water beschikbaar is (ook bij deellast), wordt een voldoende groot gelaagd buffer toegepast. De buffer wordt geladen met water van 6°C. Vervolgens kunnen de koelmachines een tijdje uit staan (bij deellast) en blijft er water van 6° beschikbaar door de buffer te ontladen. In werkelijkheid is de installatie gerealiseerd volgens het ‘alternatieve schema 1’ op de volgende pagina. Daaronder is nog het ‘alternatieve schema 2’ afgebeeld. Het enige verschil is het leidingwerk. Opnemers en regeling blijven bij de verschillende varianten gelijk. De vraag is of deze verschillende uitvoeringen gelijkwaardig zijn. Het originele schema: 1 DWA FEEDBACK NO 13 Het alternatieve schema 1: Het alternatieve schema 2: 2 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 Er moet naar twee aspecten gekeken worden om de gelijkwaardigheid aan te tonen. 1 Zijn de circuits voldoende hydraulisch onafhankelijk? In termen van ISSO-publicatie 44 en 47 hebben we te maken met actieve opwekkers (de koelmachines met pomp), passieve gebruikers (de koelbatterijen) en een actief distributiemoduul (de pomp over de gebruikers). Tussen de actieve opwekker en het actief distributiemoduul moet een doorverbinding gemaakt worden die drukloos is, zodat de circuits elkaar niet kunnen beïnvloeden. De eenvoudigste oplossing hiervoor is hieronder afgebeeld. De verbinding kan zo groot worden uitgevoerd dat deze ook als buffer kan worden toegepast. Het probleem van bovenstaande uitvoering is dat de buffer niet geschikt is voor dit systeem, omdat het koude water boven binnenkomt en het warme water onder binnenkomt. Omdat warm water minder zwaar is dan koud water, zal het water gaan mengen. De buffer is dan niet effectief. Daarom passen we in dit systeem een gelaagd buffer toe waarbij koud water onder binnenkomt en warm water boven binnenkomt. Daarom wordt gewoonlijk het onderstaande schema toegepast. 3 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 De doorverbinding is daarmee niet meer vanzelfsprekend drukloos doordat er leidingen toegepast worden die weerstand hebben. Maar wat is daarvan het gevolg? Om na te gaan wat hydraulisch afhankelijk is, beschouwen we bovenstaande situatie waarbij de pomp over de gebruikers uit staat en een pomp van de ene koelmachine aan staat. De regelafsluiters over de koelbatterijen staan dicht en er stroomt dus geen water over de koelbatterijen. Het buffervat is aangesloten met 10 meter leiding met 100 Pa drukverlies per meter. Dan is het drukverschil over punt A en B 1 kPa. Het drukverschil over de regelkleppen is dan ook 1 kPa. De pomp van de koelmachine heeft dus invloed op de druk over de regelkleppen in een ander circuit. In dit voorbeeld is deze constant, maar in de praktijk zullen de driewegkleppen ook regelen waardoor de invloed varieert. Een kleine beïnvloeding zal door de regeling echter wel opgevangen worden. In principe zijn dat verstoringen van de regelkring waarin de kleppen zijn opgenomen. Als de pomp over de gebruikers aan staat, zal de hierboven aangetoonde beïnvloeding nog steeds optreden. Maar, er zal dan minder dan 1 l/s over de buffer gaan waardoor de beïnvloeding minder wordt. Een normaal drukverschil over de regelkleppen is in de praktijk vaak tussen circa 15 en 40 kPa. Je kan je voorstellen dat 1 kPa beïnvloeding dan geen probleem is. Als echter de leidingen naar de buffer te klein worden gedimensioneerd of erg lang zijn en er zitten ook veel bochten in, dan kan dat echter wel gevolgen hebben. Dat moet voorkomen worden. In het alternatieve schema zoals hieronder afgebeeld lijkt de leiding tussen punt A en de buffer langer. In de praktijk hoeft dat overigens niet zo te zijn. 4 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 Het bovenstaande is dus één aspect van de inpassing van het buffervat dat een rol speelt om na te gaan of de verschillende alternatieven gelijkwaardig zijn. Als de diameters van de leidingen voldoende groot zijn en de leidinglengten niet erg lang waardoor de totale weerstand van de aansluitleidingen van het buffer beperkt is, dan zijn de alternatieve schema’s in de praktijk gelijkwaardig. 2 Controle van de werking In onderstaande afbeeldingen wordt stap voor stap nagegaan hoe de werking is bij een van de alternatieve schema’s. De conclusie is dat het laden en ontladen van de buffer goed kan werken. Een soortgelijke controle van het andere alternatief zal dit ook aantonen. 5 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 6 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 7 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 8 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 9 11763KAAM398213 DWA FEEDBACK NO 13 10 11763KAAM398213