Pret aan de pomp! Lage olieprijzen maken het autorijden weer aantrekkelijk. In navolging van de prijs voor een vat ruwe olie, kost een liter benzine inmiddels veel minder dan een jaar geleden. Olie is letterlijk en figuurlijk de ‘smeerolie’ van vele economieën. Schommelingen in de olieprijs hebben op allerlei terreinen gevolgen. Waar de modale automobilist lachend zijn auto voltankt zit president Poetin knarsetandend naar zijn waardeloze begroting te kijken en in Venezuela is, op moment van schrijven, 400 liter benzine net zo duur als een kopje espresso. In deze nieuwsbrief doen we u suggesties om met de ‘olieprijs-kwestie’ aan de slag te gaan. Foto ANP / Bart Maat (nrc.nl, 4 -12-14) Onderbouw De kwestie van het zwarte goud Introduceer het onderwerp met bijvoorbeeld een grafiek van de (dalende) olieprijs. Met deze opdracht laat u leerlingen kennismaken met de wereld van de aardolie. Ter voorbereiding van deze opdracht dient u kaartjes met tekst te vermenigvuldigen en uit te knippen. (zie bijlage) Verdeel de klas in groepjes van 4 leerlingen. Geef elke groep een envelop met daarin de kaartjes met tekst er op. (zie bijlage) Geef elke groep de opdracht de kaartjes zo nauwkeurig mogelijk te rubriceren. Welke ordening zij kiezen is vrij. Wel dienen ze voor elke groep kaartjes een titel te maken (bijvoorbeeld: Oorzaken, Winnaars) Bespreek de opdracht. Denk aan samenvattende vragen als: - Wat bepaalt nu hoe hoog de olieprijs is? - Wat zijn gevolgen van een lage/hoge olieprijs? 3/4 Vmbo De kettingreactie De olieprijs heeft gevolgen op vele terreinen. Middels deze opdracht zet u leerlingen aan het denken hoe het één het ander beïnvloedt. Het is wellicht handig om te starten met een klassikaal voorbeeld van een kettingreactie. U kunt bijvoorbeeld dit artikel als insteek nemen en dit uitwerken op de manier zoals de leerlingen het vervolgens geacht worden te doen. Deel het artikel met de klas (print, bord, linkje) en lees het door. Maak op de het bord bijvoorbeeld deze kettingreactie : Wat doet de lage olieprijs met Venezuela? Lage olieprijs → dalende exportinkomsten → geen geld meer voor import → schaarste → schulden & begrotingstekort → verhogen benzineprijzen? → rellen? Vervolgens gaan de leerlingen zelf een kettingreactie maken die verband houdt met de olieprijs. Verdeel de klas in groepjes van 2-4 leerlingen. Geef elke groep een A3. Laat ze kiezen uit de volgende mogelijkheden (uiteraard uit te breiden met eigen ideeën): - Wat doet een hoge/lage olieprijs met duurzame energiebronnen? - Wat doet een hoge/lage olieprijs met werkgelegenheid? - Wat doet een hoge/lage olieprijs met het milieu? - Wat doet een hoge/lage olieprijs met een bedrijf als Shell? - Wat doet een hoge olieprijs met Rusland (een land dat veel olie produceert/exporteert)? - Wat doet een hoge/lage olieprijs voor de consument? Bespreek de opdracht na. Wie komt de met de langste, meest doordachte, meest extreme, meest realistische kettingreactie? Tweede Fase De “Olie-top” Organiseer in de klas een “olie-top”. De centrale vraag van de conferentie is: “Hoe nu verder met deze lage olieprijs?” Ter introductie is dit filmpje informatief en handig. Hieronder de deelnemende landen/organisaties (eventueel uit te breiden met overige partijen): - Saudi-Arabië (als OPEC-lid) - Venezuela (als OPEC-lid) - Rusland - Verenigde Staten - Hoofd van Bestuur SHELL Richt het lokaal in als een vergaderzaal. Deel de klas in 5 groepjes/partijen die ieder een land/organisatie vertegenwoordigen. Geef elke groep/partij de opdracht/tijd (wellicht huiswerk ter voorbereiding) zich in te lezen in de belangen en zorgen van de groep die zij vertegenwoordigen met betrekking tot de (lage) olieprijs. Leid als docent het gesprek in goede banen. Ter voorbereiding kunnen eventueel de volgende bronnen door de leerlingen geraadpleegd worden: Algemeen: http://www.nrcq.nl/2014/11/29/de-zeven-gevolgen-van-de-lage-olieprijs-ja-de-benzine-isgoedkoper en http://www.elsevier.nl/Economie/achtergrond/2014/10/Waarom-de-olieprijs-aan-het-dalen-is1628641W/ Saudi-Arabië: http://www.z24.nl/economie/saudi-arabie-doet-iets-bijzonders-aanval-op-goedkopeamerikaanse-olie-511069 Venezuela: http://www.volkskrant.nl/economie/dalende-olieprijzen-drijven-venezuela-versneld-richtingfaillissement~a3811712/ Rusland: http://www.bloomberg.com/bw/articles/2014-11-26/russia-wont-cut-oil-production Verenigde Staten: http://www.nu.nl/economie/3591735/vs-jaar-grootste-olie--en-gasproducent.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Schalie-olie#Verenigde_Staten Shell: http://nos.nl/artikel/2016055-shell-schroeft-investeringen-terug.html Bijlage Nieuwsbrief BuiteNLand februari 2015 Opdracht onderbouw De OPEC is een club landen die allemaal zelf over grote voorraden aardolie beschikken. Elke dag worden er gemiddeld zo’n 90 miljoen (90 000 000) vaten olie verbruikt. Nederland heeft zelf niet heel veel aardolie maar we verdienen wel veel geld met de handel er van. In Rotterdam ligt veel aardolie opgeslagen in enorme tanks. Dagelijks wordt er veel aardolie aangevoerd met grote tankschepen. Dankzij de lage olieprijs kunnen mijn ouders goedkoop tanken. Dan kunnen ze me ook wel met de auto naar school brengen ! Een vat ruwe aardolie bevat bijna 160 liter. In veel landen lijkt de economische groei wat af te nemen. De landen die lid zijn van de OPEC maken afspraken over de hoeveelheid aardolie die zij produceren. Bij de verbranding van aardolie komt CO2 vrij. Veel CO2 in de atmosfeer kan er voor zorgen dat het broeikaseffect wordt versterkt. Aardolie wordt ook wel zwart goud genoemd. Dat komt omdat er geen land is dat zonder aardolie kan. Aardolie is ontstaan uit de overblijfselen van beestjes die lang geleden in de zee zwommen. Een vat aardolie kostte op 3 februari 2015 $56. Een jaar eerder was dit $107. Sommige landen waren de hoge olieprijs van de laatste jaren beu. Ze gingen op zoek naar alternatieven. Soms duurzaam soms niet. Dankzij moderne technieken is het voor olieproducenten ook bij een lagere olieprijs toch nog winstgevend om te olie te produceren. Ook in lippenstift zit aardolie verwerkt. Een oliebedrijf als Shell verdient een stuk minder als de olieprijs zo laag is. De petrochemische industrie gebruikt olie als grondstof. Met de lage olieprijs zijn duurzame energiebronnen verhoudingsgewijs duurder geworden. Venezuela is voor zijn nationale inkomen grotendeels afhankelijk van de inkomsten uit de olieverkoop. Het land dreigt failliet te gaan. Er wordt op dit moment meer aardolie geproduceerd dan dat er wordt verbruikt. Een lage olieprijs heeft invloed op de import. Het beïnvloedt immers de transportkosten van producten die van ver moeten komen. De voorraad aardolie is niet oneindig. Het is een uitputbare energiebron. De VS koopt steeds minder olie in het buitenland. Dat komt omdat zij inmiddels hun eigen (schalie)olie uit de grond halen. Er is een verband tussen de mate van welvaart van een land en de hoogte van de olieconsumptie.