Proost_EXAMENVRAGEN_HIR

advertisement
D 388
Energietechnologie en –economie
EXAMEN DEEL ECONOMIE 6 juni 2003
VRAAG 5
Veronderstel dat er onverwachts een nieuw type motor wordt uitgevonden die toelaat nog het
verbruik van benzine in wagens met de helft te doen dalen. Deze motor zou commercieel
beschikbaar zijn in 2020 zonder significante meerkost.
a) Wat is het effect op de olieprijs in 2020?
b) Wat is het effect op de olieprijs in 2003?
c) Wat is het effect op de verhouding benzineprijs/ stookolieprijs in 2020?
Vraag 6
Een politicus wil de Kyoto norm tot reductie van de CO2 uitstoot in Belgie halen door
subsidies voor energiezuinige huishoudtoestellen en wagens. Hij vindt dit een meer efficiënte
wijze om de doelstelling te bereiken dan een CO2 belasting. Ben je akkoord?
Examenvragen HIR – ENERGIE EKONOMIE 2002
1.
Veronderstel dat in een bepaald land stroom geproduceerd wordt met conventionele energie
enerzijds en hernieuwbare energie anderzijds. Enkel het gebruik van de conventionele
bronnen leidt tot een CO2 uitstoot. Het gebruik van hernieuwbare energie wordt reeds
geruime tijd ondersteund door een systeem van groenestroomcertificaten, waarbij het
gestelde objectief van groenestroomproductie gerealiseerd wordt. De laatste jaren bedraagt
het elektriciteitsverbruik 100 TWh en de verwachting is dat dit bij ongewijzigd beleid ook in
de toekomst zo zal blijven. Voor de voorbije en de komende jaren is de doelstelling inzake
groene stroom bij wet vastgelegd op 4% van het elektriciteitsverbruik.
De overheid wenst de CO2 -emissies uit elektriciteitsproductie terug te dringen door middel
van een belasting op de CO2 -inhoud van de verschillende primaire energiebronnen.
Economen hebben becijferd dat deze maatregel zou leiden tot een forse afname van het
elektriciteitsverbruik. Volgens de bevoegde minister gaat deze maatregel ook het gebruik
van hernieuwbare energie verder stimuleren. Wat is volgens jou de impact van deze
maatregel op de elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energie? Vermeld duidelijk je
veronderstellingen. (Max. 5 lijnen)
2.
De crisis in het Midden-Oosten kan leiden tot een reductie van het OPEC aanbod van 11bb
per jaar tot 9bb per jaar. De vraagfunctie op korte termijn wordt gegeven door D=24.08 0.06 P waarbij P de olieprijs is. Het niet-OPEC aanbod dat zich competitief gedraagt wordt
gegeven door S=11.74+0.07 P.
a) Bereken de oude en de nieuwe evenwichtsprijs van olie (max. 2 lijnen)
b) Wat gaat er gebeuren op de West-Europese aardgasmarkt? Motiveer je antwoord. (max.
3 lijnen)
c)
Wat gebeurt er op de West-Europese steenkoolmarkt? Motiveer je antwoord. (max. 3
lijnen)
d) Kan je voorspellen wat er gaat gebeuren met de evenwichtsprijs van CO2
emissierechten in de wereld – neem aan dat alle grote industrielanden het KyotoProtocol ondertekend hebben en dus hun uitstoot willen terugdringen. Motiveer je
antwoord. (max. 3 lijnen)
Download