Examen Economie van de Energie – Juni 2009

Examen Economie van de Energie – Juni 2009
Prof. Stef Proost
Schrijf duidelijk en beperk je tot de essentie (respecteer opgegeven
aantal lijnen) – veel succes !
1. De CREG en de Belgische regering klagen aan dat de elektriciteitsproducenten door de
toebedeling van gratis CO2 rechten extra winsten maken. Veronderstel dat er, in de plaats
van de gratis verhandelbare CO2 rechten, er een CO2 belasting komt op de
elektriciteitssector die integraal geïnvesteerd wordt in extra subsidies voor hernieuwbare
energie. De belasting en subsidie zouden zodanig zijn dat er een zelfde totale CO2
uitstoot zou zijn voor de elektriciteitssector. Wat is het effect op de winst van de
elektriciteitssector, op de elektriciteitsprijs en op de welvaart?
MAX 10 LIJNEN
Maken we een onderscheid tussen de klassieke producenten en de hernieuwbare
producenten. De klassieke producenten zien hun winst verminderen omdat ze voor de
resterende CO2 uitstoot een belasting moeten betalen ipv deze gratis te krijgen. De winst
gemaakt door de prijsverhoging op de CO2 vrije eenheden (nucleair + Hydro) blijft
bestaan.
De hernieuwbare producenten krijgen extra subsidies (opbrengst CO2 belasting), de
gerealiseerde CO2 vermindering is wellicht klein omdat de MK sterk stijgen. De
hernieuwbare producenten zien hun winst wel sterk stijgen.
Besluit: winst klassieke producenten daalt licht, winst hernieuwbare producenten stijgt,
prijs daalt wellicht (omdat extra subsidie hernieuwbare energie prijs enkel kan verlagen).
Welvaart wellicht lager omdat de CO2 opbrengst inefficiënt wordt ingezet: te hoge
subsidies voor hernieuwbaar.
2. Het benzine en dieselverbruik in de transportsector in EU en USA gaat de komende
jaren sterk dalen door de opgelegde zuinigheidsnormen voor auto’s. Indien de ruwe
olieprijs constant gehouden wordt, wat betekent dit 1) voor de zware stookolieprijs en 2)
voor de aardgasprijs?
MAX 1 PAGINA
1/ Prijs zw stookolie moet stijgen omdat er een vermindering van het aanbod nodig is om
de lagere vraag naar benzines en stookolie op te vangen. Bij het nieuwe evenwicht wordt
een groter deel van de marge op de verkoop van ruwe olie gehaald uit de verkoop van
zware stookolie.
2/ een stijging van de zware stookolie zorgt voor een stijging van de vraag naar een
substituut zoals aardgas en dus ook van de prijs van aardgas
Prijs
benzine
Prijsvorming petroleumprodukten
Bij Perfecte concurrentie
Vbenzine
Markt Benzine
Nieuw marktevenwicht:
-Produktieniveau B is te hoog
-Produktieniveau C met lager prijs benzines en lagere
prijs zw stookolie dekt opnieuw de kosten
Prijs
Zw St
Vzw stookolie
C B
Markt Zware Stookolie