Tot op dit moment is het document niet in te zien

advertisement
2006.
Nr.
Dnst.
: 06.0120.
: SOZA
Gemeenschappelijke regeling Sociale Diensten
gemeenten Leiden en Leiderdorp.
Leiden, 17 oktober 2006.
Samenwerking tussen sociale diensten van gemeenten is een onderwerp dat de laatste jaren hoog op
gemeentelijke agenda’s staat. Prestatieverbetering, beperking van risico’s op het gebied van kwaliteit,
continuïteit van de dienstverlening en het efficiënter werken door één uitvoeringsorganisatie zijn
daarvoor belangrijke redenen. De invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) per 1 januari 2004,
waarbij de gemeente zelf, ook financieel, verantwoordelijk is voor de uitvoering van die wet, versterkt
die behoefte nog eens. Momenteel worden er in Nederland bij een groot aantal gemeenten concrete
stappen gezet om tot samenwerking te komen. De gemeente Leiden streeft ook in algemene zin naar
meer samenwerking met regiogemeenten, mede omdat veel onderwerpen om een regionale aanpak
vragen.
De Tijdelijke stimuleringsregeling samenwerkingsverband Algemene Bijstandswet (voorloper van de
WWB) biedt gemeenten de mogelijkheid een financiële tegemoetkoming te ontvangen voor de
eenmalige kosten die verband houden met het tot stand brengen van een samenwerkingsverband
voor de uitvoering van de Wet werk en bijstand. De gemeenten Leiden en Leiderdorp hebben in dit
kader in totaal
€ 195.000 subsidie ontvangen. De subsidie is gebruikt ter dekking van de voor dit project gemaakte
kosten, waaronder het inzetten van een projectleider. Om de subsidie te mogen behouden geldt een
resultaatsverplichting. Uiterlijk 31 december 2006 moet de gemeenschappelijke regeling een feit zijn.
Met het aangaan van de regeling en de inwerkingtreding daarvan per 1januari 2007 wordt aan deze
verplichting voldaan.
Bij besluit van 23 november 2004 hebben wij ingestemd met het realiseren van samenwerking tussen
de diensten sociale zaken van de gemeenten Leiden en Leiderdorp. Op mei 2005 is vervolgens door
ons ingestemd met de voorgestelde juridische vorm van samenwerken en met het stappenplan om tot
realisatie van de samenwerking over te gaan. Het nu voorliggende besluit strekt tot effectuering van
de samenwerking tussen de sociale diensten, op basis van een lichte juridische samenwerkingsvorm
op basis van de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr), een gemeenschappelijk orgaan, alsmede
één uitvoeringsorganisatie, te weten die van de gemeente Leiden, waarin personeel uit de
Leiderdorpse organisatie participeert.
De samenwerking is gestalte gegeven in de nu voorliggende gemeenschappelijke regeling waarbij
een gemeenschappelijk orgaan wordt opgericht, dat wordt gevormd door de portefeuillehouders van
de deelnemende gemeenten. Dit impliceert dat binnen de formele structuur van het
samenwerkingsverband de betrokken wethouders van beide gemeenten op regelmatige basis met
elkaar overleggen. Het samenwerkingsverband heeft ten doel het afstemmen van het door de
gemeenten vastgestelde beleid terzake van de uitvoering van de sociale regelingen die door de
gemeenten worden uitgevoerd en het bevorderen van de kwaliteit en continuïteit van de
dienstverlening. Daarbij zijn de gemeentelijke vertegenwoordigers gebonden aan de beleidskaders
zoals deze door de raden zijn gesteld. Uitdrukkelijk is in de regeling de bepaling opgenomen (artikel 7)
dat de beleidsbepalende bevoegdheden toebehoren aan de afzonderlijke gemeenteraden
respectievelijk colleges van burgmeester en wethouders, ieder voor zover het zijn bevoegdheden
betreft.
Naast de gemeenschappelijke regeling krijgt de samenwerking praktische invulling door middel van
een door de gemeenten aan te gane dienstverleningsovereenkomst, welke u in de bijlagen aantreft.
In de Dienstverleningsovereenkomst zijn de afspraken tussen de betrokken gemeenten neergelegd,
waarbij acht is geslagen op de gebruikelijke calamiteitenbepalingen (aansprakelijkheid, overmacht,
ontbinding). Uitgangspunt van de samenwerking is deze neer te leggen in meerjarige
dienstverleningsovereenkomsten. Voor het eerste jaar is, in afwijking hiervan, een eenjarige
dienstverleningsovereenkomst tot stand gekomen, in afwachting van de uitkomsten van een
benchmarkonderzoek.
De verantwoordelijkheid voor de inrichting en de werkzaamheden van de uitvoeringsorganisatie, ligt
volledig bij de gemeente Leiden.
Voor de uitvoering van de WWB zullen de werknemers van de afdeling sociale zaken van Leiderdorp
gedetacheerd worden bij de dienst Sociale zaken en werkgelegenheid van de gemeente Leiden. Zij
komen daarmee onder Leidse aansturing, maar blijven formeel in dienst van de gemeente Leiderdorp.
Deze detachering geldt voor de duur van maximaal een jaar. Gedurende dat jaar hebben de
medewerkers van Leiderdorp binnen de gemeente Leiden de status van interne kandidaat. Wanneer
medewerkers van de gemeente Leiderdorp in dat jaar niet in dienst treden bij de gemeente Leiden
kunnen zij terugkeren naar de gemeente Leiderdorp, waar zij een herplaatsingstatus krijgen.
Voor de kosten die de uitvoeringsorganisatie maakt voor het uitvoeren van de Wet werk en bijstand en
aanverwante regelingen voor de klanten uit Leiderdorp, wordt aan de gemeente Leiderdorp in 2007
een bedrag in rekening gebracht van € 650.000. Vanaf 2008 zal aan de hand van een benchmark
studie naar de uitvoeringskosten van vergelijkbare samenwerkingverbanden, bekeken worden of het
in rekening gebrachte bedrag moet worden aangepast. De kosten voor dit benchmarkonderzoek
zullen door beide gemeenten worden gedeeld.
De medezeggenschapsorganen van de beide gemeenten is overeenkomstig de Wet op de
ondernemingsraden om advies gevraagd. Van geen van de medezeggenschapsorganen is een
negatief advies verkregen.
Op grond van artikel 1, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen behoeft een
gemeenschappelijke regeling die tussen colleges van burgemeester en wethouders wordt aangegaan
toestemming van de betreffende gemeenteraden.
Deze toestemming kan slechts onthouden worden wegens strijd met de wet of het algemeen belang.
Naar ons oordeel is van beide geen sprake.
Na verkregen toestemming kan de gemeenschappelijke regeling worden aangegaan.
Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
de Secretaris,
de Burgemeester,
P.I.M. v.d. WIJNGAART.
H.J.J. LENFERINK.
De Raad van de gemeente Leiden;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nummer 06.0120 van 2006),
mede gezien het advies van de commissies.
B E S L U I T:
Burgemeester en Wethouders toestemming als bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet
gemeenschappelijke regelingen te verlenen voor het aangaan van de Gemeenschappelijke Regeling
sociale diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp, 2006.
Gedaan ter openbare vergadering van 7 december 2006
de Griffier,
de Voorzitter,
BW061174
Dit raadsvoorstel is ongewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van 7 december 2006
B&W-nr.: 06.1174 d.d. 17-10-2006
Onderwerp
Samenwerking Sociale Diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp
BESLUITEN
Behoudens advies van de commissie SWMG
1. De "Gemeenschappelijke Regeling sociale diensten Leiden en Leiderdorp" tekstueel vast te
stellen en daarmee het voornemen uit te spreken om deze gemeenschappelijke regeling aan te
gaan;
2. de dienstverleningsovereenkomst Werk en Inkomen gemeente Leiden en gemeente Leiderdorp
tekstueel vast te stellen;
3. de bijlage "Plan van aanpak personeelsplan Leiden en Leiderdorp” vast te stellen, en daarmee in
beginsel in te stemmen met het detacheren van max. 11 medewerkers van de afdeling sociale
zaken Leiderdorp bij SOZA Leiden voor de duur van maximaal 1 jaar;
4. de ondernemingsraad de onder 1, 2 en 3 genoemde stukken ter advisering voor te leggen;
5. onder voorbehoud van verkregen advies van de Ondernemingsraad de onder 1, 2 en 3 genoemde
stukken ter kennis te brengen van de raad en de raad te verzoeken toestemming te verlenen voor
het aangaan van de gemeenschappelijke regeling, genoemd onder 1;
6. onder voorbehoud van het verkrijgen van toestemming van de raad de"Gemeenschappelijke
Regeling sociale diensten Leiden en Leiderdorp" alsmede de dienstverleningsovereenkomst Werk
en Inkomen gemeente Leiden en gemeente Leiderdorp aan te gaan en de inwerkingtreding te
bepalen op 1 januari 2007;
7. de directeur SOZA opdracht te geven om samen met Leiderdorp een benchmark studie te laten
uitvoeren door een extern bureau naar de uitvoeringskosten binnen vergelijkbare
samenwerkingsverbanden;
Samenvatting
De afdelingen sociale zaken van de gemeenten Leiden en Leiderdorp gaan per 1 januari 2007
gezamenlijk de Wet Werk en Bijstand en aanverwante regelingen uitvoeren.
Prestatieverbetering, beperking van risico’s op het gebied van kwaliteit, continuïteit van de
dienstverlening en het efficiënter werken door één uitvoeringsorganisatie zijn daarvoor belangrijke
redenen. De invoering van de WWB per 1 januari 2004, waarbij de gemeente zelf, ook financieel,
verantwoordelijk is voor de uitvoering van die wet, versterkt die behoefte nog eens. Momenteel
worden er in Nederland bij honderden gemeenten concrete stappen gezet om tot samenwerking te
komen.
Er blijft wel een loket voor klanten in Leiderdorp voor de volgende zaken:
- inname van Inkomstenverklaringen;
- inname aanvragen bijzondere bijstand niet WWB-ers;
- inname aanvragen minimabeleid;
- inname aanvragen 65+;
- verstrekken informatie.
Medewerkers van de uitvoeringsorganisatie zullen gehuisvest worden in Leiden op de locaties die
daarvoor op dit moment worden gebuikt. Dat zijn de Oosterkerkstraat (op het kantoor van het CWI) en
de Langebrug.
Raadsaanbiedingsformulier
Rv nr.
Opsteller
Naam:
Dienst:
Telefoon:
C. Balder
SOZA
7478
Verantwoordelijk portef.houder: Jonas
Meningsvormend
B&W-besluit d.d: 17-10-2006
Besluitvormend
Informatief (t.k.n.)
Naam Programma + onderdeel:
Werk en inkomen
Onderwerp:
Samenwerking sociale diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp
Voorgenomen besluit:
1. Toestemming te verlenen aan Burgemeester en Wethouders om de Gemeenschappelijke
Regeling sociale diensten Leiden en Leiderdorp per 1 januari 2007 aan te gaan.
2. Kennis te nemen van de dienstverleningsovereenkomst Werk en Inkomen gemeente Leiden en
gemeente Leiderdorp.
INHOUD
Aanleiding:
Samenwerking tussen sociale diensten van gemeenten is een onderwerp dat de laatste jaren hoog op
gemeentelijke agenda’s staat. Prestatieverbetering, beperking van risico’s op het gebied van kwaliteit
en continuïteit van de dienstverlening en het efficiënter werken door een uitvoeringsorganisatie zijn
daarvoor belangrijke redenen. De invoering van de WWB per 1 januari 2004, waarbij de gemeente
zelf , ook financieel, verantwoordelijk is voor de uitvoering van die wet, versterkt die behoefte nog
eens. Momenteel worden er in Nederland bij meer dan 150 gemeenten concrete stappen gezet om
tot samenwerking te komen. De gemeente Leiden streeft ook in algemene zin naar meer
samenwerking met regiogemeenten, mede omdat veel onderwerpen om een regionale aanpak
vragen.
De Tijdelijke stimuleringsregeling samenwerkingsverband Abw (voorloper van de WWB) biedt
gemeenten de mogelijkheid een financiële tegemoetkoming te ontvangen voor de eenmalige kosten
die verband houden met het tot stand brengen van een samenwerkingsverband voor de uitvoering van
de WWB. De gemeenten Leiden en Leiderdorp hebben in dit kader in totaal € 195.000 subsidie
ontvangen. De subsidie is gebruikt ter dekking van de voor dit project gemaakte kosten, waaronder
het inhuren van een projectleider. Om de subsidie te mogen behouden geldt een
resultaatsverplichting. Uiterlijk 31 december 2006 moet de Gemeenschappelijke Regeling een feit zijn.
Doel:
Een uitvoeringsorganisatie voor de Wet Werk en bijstand door de gemeenten Leiden en Leiderdorp
ter verbetering van de kwaliteit en continuïteit van de uitvoering en voor een intensiever
voorbespreken van mogelijke afstemming van het beleid.
Voor de realisatie van een uitvoeringsorganisatie zullen medewerkers van de sociale dienst van de
gemeente Leiderdorp bij de afdeling sociale zaken van de gemeente Leiden voor maximaal 1 jaar
gedetacheerd worden en vervolgens in dienst treden bij de gemeente Leiden. Indien zijn niet in dienst
willen treden kunnen deze medewerkers terugkeren naar de gemeente Leiderdorp, waar zij een
herplaatsingstatus krijgen.
Voor de afstemming van (nieuw) beleid wordt in een vroegtijdig stadium contact opgenomen met een
beleidsmedewerker in Leiderdorp, die tevens fungeert als schakel tussen de Leiderdorpse politiek en
de afdeling beleid in Leiden. Op de Leidse afdeling beleid wordt vervolgens het gezamenlijke beleid
voorbereid en uitgewerkt, waarna het voorgelegd wordt aan het gemeenschappelijke orgaan. Dat is
het overlegorgaan van de twee verantwoordelijke wethouders. In dit overleg worden beleidskaders
besproken ten behoeve van de uitvoering (zie artikel 3 GR) voor de uitvoering op basis van het door
de gemeenten vastgestelde beleid.
Na instemming van beide wethouders worden voorstellen ter besluitvorming voorgelegd aan de
Colleges van beide gemeenten en waar nodig, aan de beide Raden. Zoals beschreven in artikel 7
van de GR, blijven de beleidsbepalende bevoegdheden toebehoren aan de afzonderlijke
gemeenteraden respectievelijk colleges van burgemeester en wethouders, ieder voor zover het zijn
bevoegdheid betreft, van de gemeenten.
Kader:
De Wet Werk en Bijstand.
Overwegingen:
Dit advies heeft betrekking op de laatste fase van het project, gericht op samenwerking tussen de
sociale diensten van de gemeenten Leiden en Leiderdorp. In de eerste fase is door beide gemeenten
de intentie uitgesproken te willen samenwerken. Formeel is dat bekrachtigd door het Collegebesluit
van 23 november 2004, waarin is ingestemd met het realiseren van samenwerking tussen de diensten
sociale zaken van de gemeenten Leiden en Leiderdorp. In het Collegebesluit van 11 mei 2005 is
vervolgens ingestemd met de voorgestelde juridische vorm van samenwerken en met het stappenplan
om tot realisatie van de samenwerking over te gaan. Beide voorgaande Collegebesluiten zijn ter
kennisname aan de Raad gestuurd.
Procedure:
Na verleende toestemming van de Raden van beide gemeenten zullen de Colleges van Leiden en
Leiderdorp de Gemeenschappelijke Regeling aangaan met ingang van 1 januari 2007.
Financiën:
De gemeente Leiden brengt jaarlijks een bedrag voor de uitvoering van de WWB door de
uitvoeringsorganisatie bij de gemeente Leiderdorp in rekening.
Bijgevoegde informatie:
Gemeenschappelijke Regeling sociale diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp, 2006
Dienstverleningsovereenkomst Werk en Inkomen gemeente Leiden en gemeente Leiderdorp
OVERIGEN
Communicatie: Alle betrokkenen bij dit besluit zullen over het besluit en de gevolgen ervan worden
geïnformeerd. Door de communicatieafdelingen van beide gemeenten wordt gestreefd naar het tijdig
informeren van alle betrokkenen ten behoeve van de implementatie van de samenwerking.
Evaluatie:
Na verloop van ongeveer een jaar zullen de ervaringen die zijn opgedaan met de samenwerking
tussen de beide sociale diensten worden geëvalueerd.
In te vullen door de griffie:
Raadsbesluit
Onderwerp:
De raad van de gemeente Leiden,
Besluit:
1.
2.
3.
4.
Gedaan in de openbare raadsvergadering van ……
Raadsvoorstelnr.
Voorzitter raad, griffier,
Advies van de commissie …… Het besluit van de raad is:
is:
Ongewijzigd aanvaard
Hamerstuk
Gewijzigd aanvaard
Hamerstuk met stemVerworpen
verklaring van de fracties
van
Kort bespreekpunt
Uitgebreide discussie
Aanvaarde
moties/amendementen:
Dienstverleningsovereenkomst Werk en Inkomen gemeente Leiden en gemeente
Leiderdorp
behorende bij de
Gemeenschappelijke Regeling
sociale diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp, 2006
(28 september 2006)
Dienstverleningsovereenkomst Werk en Inkomen gemeente Leiden en gemeente
Leiderdorp
Ondergetekenden:
De gemeente LEIDERDORP, opdrachtgever, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de
burgemeester, handelende ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders d.d.
en
de gemeente LEIDEN, opdrachtnemer, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de
burgemeester, handelende ter uitvoering van het besluit van burgemeester en wethouders d.d.
Gelet op:
-
het bepaalde in artikel 5 van de Gemeenschappelijke Regeling sociale diensten
gemeenten Leiden en Leiderdorp.
Overwegende dat:
-
dat de gemeente LEIDEN en de gemeente LEIDERDORP willen samenwerken op het
terrein van sociale zaken.
-
dat de gemeente LEIDEN en de gemeente LEIDERDORP via deze samenwerking
gemeenschappelijke doelstellingen willen realiseren, namelijk
1. reduceren van de kwetsbaarheid c.q. versterken van de eigen organisatie;
2. verhogen van de efficiency en effectiviteit van met name meer specialistische taken;
3. verhogen van de output- en proceskwaliteit
4. versterken van de kwaliteit van de dienstverlening;
5. versterken van de potentie van de organisaties om in te spelen op toekomstige ontwikkelingen
(werk boven inkomen, deregulering, CWI, inhoud geven aan regionaal arbeidsmarktbeleid,
versterken van de regiefunctie)
6. verminderen van de kosten;
7. verkrijgen van een flexibele en gevarieerde personeelsinzet.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1. De dienstverlening
1. Per 1 januari 2007 zal de gemeente LEIDERDORP de in deze overeenkomst genoemde
werkzaamheden en dienstverlening door de gemeente LEIDEN laten verzorgen, waarbij de
gemeente LEIDEN de uitvoering van alle voorkomende werkzaamheden en de dienstverlening
op uitvoering van bepaalde taken op zich zal nemen in het kader van de Wet werk en bijstand
(WWB), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz), de Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
(IOAZ), de regeling scholing en activering ingevolge de Wet inschakeling werkzoekenden
(WIW), de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Regeling instroom en doorstroombanen
(ID), de Wet inburgering nieuwkomers (WIN), de Regeling opvang asielzoekers (ROA), de
schuldhulpverlening, de sociale recherche, dan wel enige andere in de toekomst voor deze
wetten en regelingen eventueel in de plaats komende regelingen.
2. De gemeente LEIDEN draagt zorg voor het uitkeringensysteem en uitkeringsadministratie,
waaronder het applicatiebeheer van dit systeem. De gemeente LEIDEN verschaft de
gemeente LEIDERDORP tijdig alle benodigde gegevens om zorg te kunnen dragen voor een
adequate en functionele aansluiting van de gemeentelijke bestanden op het
uitkeringensysteem.
3. Ten behoeve van de uitvoering van deze overeenkomst wordt het dynamische archief van
LEIDERDORP overgebracht naar het pand van Sociale Zaken van de gemeente LEIDEN.
4. De gemeente LEIDEN zal met betrekking tot de door haar ingevolge deze overeenkomst te
verrichten werkzaamheden, tijdig die informatie aan de gemeente LEIDERDORP leveren die
de gemeente LEIDERDORP nodig heeft om te voldoen aan haar planning en control cyclus en
aan haar wettelijke verplichting(en) waaronder een verantwoordingsverslag ten aanzien van
de uitvoering van de door de gemeente Leiderdorp verstrekte sociale voorzieningen. De
aanlevering van de informatie dient te geschieden conform de bijlage
“dienstverleningsafspraken planning & control”.
5. In een apart communicatieplan worden over communicatie aspecten nadere afspraken
uitgewerkt
6. De Gemeente Leiden draagt zorg voor de behandeling van klacht en conform de Leidse
klachtenregeling, voor zover dit betreft de Leidse uitvoeringsorganisatie betreft.
Artikel 2.
1. De gemeente LEIDERDORP draagt er zorg voor dat alle bevoegdheden die in het kader van
de uit te voeren wetten en regelingen opgedragen zijn aan Burgemeester en Wethouders of
aan de Burgemeester, met uitzondering van de bevoegdheid te beslissen op
bezwaarschriften, worden gemandateerd, dan wel bij machtiging worden verleend, aan de
directeur van de dienst Sociale zaken en arbeidsmarktbeleid, een en ander met inachtneming
van het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht.
In het werkproces van de gemeente Leiderdorp zal worden opgenomen dat als het advies van
de bezwaarschriftencommissie aan het College, inzake een bezwaarschrift in het kader van
de uitvoering van deze overeenkomst, ongegrond of niet ontvankelijk wordt verklaard, het
bezwaarschrift rechtstreeks wordt doorgeleid naar het College, zonder ambtelijk advies.
2. De gemeente LEIDERDORP draagt zorg voor de inrichting van een lokaal loket. De
bemensing van dit loket maakt deel uit van deze dienstverleningsovereenkomst. Het lokale
loket in LEIDERDORP sluit aan bij de uitkeringenadministratie van de gemeente LEIDEN. In
een aparte overeenkomst worden afspraken vastgelegd over het gebruik van gegevens uit het
GBA van LEIDERDORP door de gemeente LEIDEN ten behoeve van de werkzaamheden.
3. Infrastructurele voorzieningen in de gemeente LEIDERDORP, noodzakelijk voor de in lid 1
genoemde dienstverlening, zoals pc’s en netwerkverbindingen, worden door en voor rekening
van de gemeente LEIDERDORP verzorgd.
Artikel 3. Wederzijdse informatieplicht en periodiek overleg.
1. Beide partijen informeren elkaar ambtelijk over en weer ten behoeve van de totstandkoming
van een beleidsplan en dragen in dat kader zorg voor overleg van het gemeenschappelijk
orgaan.
2. Partijen hebben minimaal eenmaal per kwartaal ambtelijk overleg over het beleidsplan en de
uitvoering daarvan, alsmede over uitvoering van de dienstverleningsovereenkom st,
3. Voorts treden partijen ten minste eenmaal per jaar ambtelijk en bestuurlijk in overleg om te
bezien of er een noodzaak is tot aanpassing van de dienstverleningsovereenkomst
(evaluatie).
Artikel 4. Kwaliteitseisen
De kwaliteitseisen van de door de uitvoeringsorganisatie geleverde producten en diensten gelden
gelijkelijk voor partijen, liggen verankerd in werkprocessen en voldoen aan de eisen zoals
verwoord in het Leidse controleprotocol voor de accountantscontrole. Partijen kunnen hierover
aanvullende afspraken maken.
Artikel 5. Kosten uitvoering
1. Het door de gemeente LEIDERDORP voor de dienstverlening verschuldigde bedrag bestaat in
2007 uit een bijdrage in de kosten ad € 650.000 ex BTW.
2. De gemeente LEIDERDORP factureert gedurende de detachering van LEIDERDORPSE
ambtenaren bij de gemeente LEIDEN de betaalde loonkosten, inclusief sociale lasten aan de
gemeente LEIDEN welke facturen door gemeente LEIDEN aan de gemeente LEIDERDORP
worden voldaan. Ten laste van de gemeente LEIDERDORP blijven de kosten welke
voortvloeien uit de in artikel 5, van het als bijlage bij de GR beschreven personeelplan
genoemde kosten, zijnde de verplichtingen die voorafgaand aan de detachering door de
gemeente LEIDERDORP met gedetacheerde medewerkers zijn aangegaan.
3. De kosten worden in twaalf gelijke termijnen betaald aan de hand van de door de gemeente
LEIDEN op de eerste van de maand aan de gemeente LEIDERDORP aangeleverde facturen.
Partijen zijn gerechtigd over en weer tot verrekening over te gaan.
Artikel 6. Overige afspraken
1. Partijen achten zich jegens elkaar verbonden om te komen tot meerjarige
dienstverleningsovereenkomsten, waarvoor deze overeenkomst als groeimodel wordt
beschouwd.
2. Om partijen informatie te verschaffen welke door partijen mede relevant wor dt geacht ter
voorbereiding van een meerjarige dienstverleningsovereenkomst, vindt voor 1 maart 2007 in
opdracht van partijen een benchmark naar (de kosten van) de uitvoering plaats door een door
partijen aan te wijzen onafhankelijk bureau. De inhoud van de benchmark wordt door partijen
nader overeengekomen. De kosten voor de onafhankelijke benchmark worden voor 50% door
de gemeente LEIDEN en 50% door de gemeente LEIDERDORP gedragen.
Artikel 7. Geschillen
1. Geschillen, betreffende de kwaliteit van de uitvoering, daaronder mede begrepen die welke
slechts door een van de deelnemende gemeenten als zodanig worden beschouwd en die
ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst, zullen met uitsluiting van de gewone
rechter op verzoek van een van de deelnemende gemeenten worden beslecht middels door
beide partijen gezamenlijk te benoemen adviseurs of, bij het ontbreken van overeenstemming
daarover binnen vier weken, door de door de partijen aangewezen derde te benoemen
adviseurs.
2. Iedere gemeente neemt het honorarium van de door haar aangewezen scheidspersoon, voor
haar rekening. De overige kosten van het advies worden door partijen gelijkelijk gedragen.
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 7.2 is de gemeente die toerekenbaar tekort schiet in de
nakoming van haar verplichtingen tegenover de andere gemeente aansprakelijk voor
vergoeding van de door haar geleden c.q. te lijden schade.
4. De in artikel 7.3 bedoelde aansprakelijkheid voor schade wegens toerekenbare tekortkoming
in de nakoming van de regeling zal op jaarbasis in geen geval meer bedragen dan de netto
aan de gemeente LEIDEN toekomende maximale jaarvergoeding.
Artikel 8. Overmacht
1. De tekortschietende gemeente stelt de andere gemeente onverwijld op de hoogte van de
ontstane overmachtsituatie. Indien één van de deelnemende gemeenten gedurende een
periode van meer dan 10 werkdagen ten gevolge van overmacht niet kan nakomen c.q. tekort
schiet in haar verplichtingen op grond van deze overeenkomst, heeft de andere gemeente het
recht na overleg met onmiddellijke ingang maatregelen te treffen in verband met de
continuïteit.
2. Indien een gemeente van het recht zoals bedoeld in artikel 8.1 gebruik maakt, zullen de
aantoonbare meerkosten die daaruit voortvloeien, verrekend worden met de in rekening
gebrachte vergoeding. Indien de gemaakte kosten uitstijgen boven de vergoeding worden
deze gelijkelijk door de gemeenten gedragen.
Artikel 9. Wet bescherming persoonsgegevens
Voor alle werkzaamheden en het treffen van infrastructurele voorzieningen geldt dat deze voldoen
aan de wettelijke eisen en in het bijzonder de Wet bescherming persoonsgegevens en de daaruit
voortvloeiende voorschriften.
Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden
Indien binnen het kader van deze overeenkomst zich omstandigheden voordoe n waarin deze
overeenkomst niet voorziet, treden deelnemende gemeenten met elkaar in overleg en komen zij
tot een oplossing.
Artikel 11. Ingangsdatum en duur en beëindiging van de overeenkomst
1. De overeenkomst gaat in op de datum dat de Gemeenschappelijke Regeling in werking treedt.
zijnde 1 januari 2007
2. De overeenkomst wordt aangegaan voor 1 jaar.
3. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd of aangevuld bij eensluidend besluit van de
deelnemende gemeenten in een aanvullingsregeling.
4. De overeenkomst eindigt indien één van de in deze overeenkomst genoemde gemeenten uit
de Gemeenschappelijke regeling sociale diensten gemeenten LEIDEN en LEIDERDORP
treedt dan wel als de Gemeenschappelijke regeling sociale diensten gemeenten LEIDEN en
LEIDERDORP wordt opgeheven.
Artikel 12
Voor zover niet anders geregeld is het gestelde in het Burgerlijk Wetboek van toepassing op deze
overeenkomst.
Artikel 13. Citeertitel
Deze overeenkomst kan worden aangehaald als “Dienstverleningsovereenkomst Werk en
Inkomen LEIDEN en LEIDERDORP”.
Aldus in drievoud opgemaakt en ondertekend,
Datum,
Datum,
Burgemeester
Burgemeester
gemeente
gemeente
Gemeenschappelijke Regeling
sociale diensten gemeenten Leiden en Leiderdorp, 2006
(28 september 2006)
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Leiden en Leiderdorp, handelend
met toestemming van de respectieve gemeenteraden ingevolge de raadsbesluiten nummer .. d.d.
….en nummer … d.d. …;
Overwegende;





Dat de gemeenten Leiden en Leiderdorp met de samenwerking ten doel hebben het
reduceren van de kwetsbaarheid van de eigen organisatie, het verhogen van de efficiency en
het verhogen van de output- en proceskwaliteit;
Dat met het oog op de behartiging van het belang, genoemd in artikel 3 van deze regeling,
wenselijk is dat de gemeenten Leiden en Leiderdorp in samenwerking de uitvoering van
bepaalde taken in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB), het Besluit
bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz), de wet Inkomensvoorziening oudere en
gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de wet Inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de regeling
scholing en activering ingevolge de Wet inschakeling werkzoekenden (WIW), de Wet sociale
werkvoorziening (WSW), de Regeling instroom en doorstroombanen (ID), de uitvoering van de
Wet inburgering nieuwkomers (WIN), de Regeling opvang asielzoekers (ROA), de
schuldhulpverlening, de sociale recherche, dan wel enige andere in de toekomst voor deze
wetten en regelingen eventueel in de plaats komende regelingen, vorm geven;
Dat zij ten behoeve van de samenwerking een gemeenschappelijk orgaan wensen in te
stellen;
Dat de uitvoering van de betreffende wetten en regelingen zal geschieden door de Dienst
Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid aangevuld met de door Leiderdorp ingebrachte
medewerkers;
Dat het periodiek door de twee gemeenten vast te stellen (meerjaren)beleidsplan bepalend is
voor de te verrichten activiteiten en het takenpakket in het kader van deze samenwerking.
Gelet op het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen;
B E S L U I T E N:
De hiernavolgende Gemeenschappelijke regeling “Samenwerkingsverband sociale diensten Leiden en
Leiderdorp, verder te noemen het Samenwerkingsverband” voor onbepaalde tijd aan te gaan.
I. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
a. Het Samenwerkingsverband
sociale diensten Leiden Leiderdorp: het gemeenschappelijk orgaan;
b. Een deelnemende gemeente: aan deze regeling deelnemende gemeente;
c. Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;
d. WWB: Wet werk en bijstand;
e. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers;
f. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen;
g. WIN: Wet inburgering nieuwkomers;
h. Oudkomersregeling;
i. WSW: Wet sociale werkvoorziening;
j. ID: Regeling instroom en doorstroombanen;
k. ROA: Regeling opvang asielzoekers;
l. WIW: Wet inschakeling werkzoekenden;
m. Bbz: het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;
n. Uitvoeringsorganisatie: de Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid aangevuld
met de door Leiderdorp ingebrachte medewerkers.
II. Het gemeenschappelijk orgaan
Artikel 2
1. Door de aan deze regeling deelnemende gemeenten wordt een gemeenschappelijk orgaan
ingesteld.
2. Het gemeenschappelijk orgaan bestaat uit het algemeen bestuur zijnde de door de deelnemende
colleges van burgemeester en wethouders aangewezen wethouder van de deelnemende
gemeenten. Voorzitter is de wethouder van de gemeente Leiden.
3. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste 2 maal.
III. Doel, belangen en bevoegdheden
Artikel 3
1. Het samenwerkingsverband heeft ten doel het afstemmen van het door de gemeenten
vastgestelde beleid terzake van de uitvoering van de in artikel 6 van deze regeling genoemde wet
en regelgeving en het bevorderen van de kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening.
2. Het gemeenschappelijk belang betreft de uitvoering van de primaire en secundaire processen van
de in artikel 1, onder d tot en met m, genoemde regelingen.
Artikel 4
In het kader van het in artikel 3 genoemd belang komen aan het samenwerkingsverband de volgende
bevoegdheden toe:
a. Het geven van kaders voor de uitvoering van de in artikel 6 van deze regeling genoemde wet
en regelgeving;
b. Het plegen van overleg met de deelnemende gemeenten en met andere overheden, instanties
en personen.
IV. Dienstverleningsovereenkomst
Artikel 5
Ter uitvoering van het in artikel 3 opgenomen doel van de regeling zal een meerjarige
dienstverleningsovereenkomst worden afgesloten tussen de gemeente Leiden als dienstverlenende
gemeente en de gemeente Leiderdorp als afnemende gemeente.
Voor het eerste jaar zal een dienstverleningsovereenkomst van één jaar worden gesloten.
V. Taak
Artikel 6
1. Het gemeenschappelijk orgaan heeft tot taak het namens de deelnemende gemeenten geven
van kaders voor de uitvoeringsorganisatie ter uitvoering van de volgende regelingen:
- Wet werk en bijstand;
- Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze
werknemers;
- Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen;
- Wet inburgering nieuwkomers;
- Wet sociale werkvoorziening;
- Regeling instroom en doorstroombanen;
- Regeling opvang asielzoekers;
- Wet inschakeling werkzoekenden;
- Wet Kinderopvang;
- Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;
- Wet op de lijkbezorging;
- oudkomersregeling.
2. Onder uitvoeren wordt in ieder geval begrepen:
a. Het behandelen van aanvragen op basis van wetten en regelingen als genoemd in het eerste
lid;
b. Het op grond van een te formuleren intern controleplan uitvoeren van (interne)controles en
rapportage op de uitvoering;
c. Op het terrein van vluchtelingen het verzorgen van o.a. huisvesting aan vluchtelingen ten
einde te kunnen voldoen aan de gemeentelijke taakstelling;
d. De volledige administratieve verwerking van de regelingen zoals genoemd in het eerste lid,
alsmede het applicatiebeheer in verband met deze verwerking;
e. Alle werkzaamheden voor bezwaar en beroep inzake de regelingen zoals genoemd in het
eerste lid;
f. Alle werkzaamheden inzake terugvordering en verhaal op grond van genoemde wetten,
inclusief besluitvorming en administratieve afwikkeling daarvan;
g. Alle werkzaamheden inzake planning en control, accountantscontrole, interne controle en
andere financiële zaken op grond van genoemde wetten, inclusief besluitvorming en
administratieve afwikkeling daarvan;
h. Alle uitvoering van algemene maatregelen van bestuur, uitvoeringsregelingen, vastgesteld op
basis van regelgeving zoals genoemd in het eerste lid;
i.
Alle werkzaamheden inzake periodieke management- en financiële rapportages en
rapportages ten behoeve van het Ministerie;
j. Alle werkzaamheden inzake beleid(regels en ontwikkelingen), verordeningen en contracten
met derden die voortkomen uit de in het eerste lid genoemde wetten en regelingen;
k. Alle werkzaamheden inzake sociale kredietverlening en schuldhulpverlening voor zover dat nu
ook al gebeurt, te weten voor WWB klanten;
l. Alle werkzaamheden in het kader van voorlichting en communicatie aan partners;
m. Alle werkzaamheden inzake de leiding en aansturing van het loket in Leiderdorp voor
inwoners van Leiderdorp inzake:
- inname van Inkomstenverklaringen;
- inname aanvragen bijzondere bijstand niet WWB-ers < 65jaar;
- inname aanvragen minimabeleid;
- inname WWB-aanvragen 65+;
- verstrekken informatie over de in art.6, in het eerste lid genoemde
wetten en regelingen.
VI. Beleid
Artikel 7
De beleidsbepalende bevoegdheden behoren toe aan de afzonderlijke gemeenteraden respectievelijk
colleges van burgemeester en wethouders, ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft, van de
gemeenten.
VII. Verantwoording, inlichtingen en ontslagbevoegdheid
Artikel 8
1. Ten aanzien van het ontslag van de leden van het algemeen bestuur zijn de bepalingen uit de
gemeentewet over het ontslag van wethouders zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing
met dien verstande dat daar waar gesproken wordt over de gemeenteraad moet worden gelezen:
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die het betreffende bestuurslid
heeft aangewezen.
2. Een lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan het college van
burgemeester en wethouders dat hem heeft benoemd, voor het door hem in dat bestuur gevoerde
beleid.
3. Het algemeen bestuur geeft op de in de gemeente gebruikelijke wijze aan de raden van de
deelnemende gemeenten desgevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het
door het bestuur gevoerde beleid nodig is.
VIII. Archief
Artikel 9
1. Het algemeen bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van het Samenwerkingsverband.
2. De uitvoeringsorganisatie is belast met de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden,
bedoeld in het vorige lid, overeenkomstig door het algemeen bestuur vast te stellen nadere regels.
3. Voor de bewaring van de op grond van artikel 12, lid 1 van de Archiefwet 1995 over te brengen
archiefbescheiden wijst het algemeen bestuur een archiefbewaarplaats aan.
IX. Geschillen
Artikel 10
1. Voordat over een geschil overeenkomstig artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt ingeroepen, legt het algemeen bestuur van het
samenwerkingsverband het geschil voor aan een geschillencommissie.
2. De geschillencommissie bestaat uit vertegenwoordigers, waarvan er evenveel worden
aangewezen als het aantal partners dat bij het geschil betrokken is, alsmede een door deze
vertegenwoordigers aangewezen onafhankelijk voorzitter.
3. De geschillencommissie hoort het algemeen bestuur.
4. De geschillencommissie brengt aan het algemeen bestuur advies uit over de mogelijkheden
partijen tot overeenstemming te brengen.
X. Evaluatie, toe- en uittreding, wijziging en opheffing
Artikel 11
1. Het algemeen bestuur geeft periodiek aan de uitvoeringsorganisatie de opdracht het
Samenwerkingsverband te evalueren. De uitvoeringsorganisatie rapporteert daarover aan het
algemeen bestuur.
2. Toetreding van andere deelnemers is slechts mogelijk nadat de deelnemende gemeenten
daarmee unaniem instemmen.
3. Bij toetreding tot het Samenwerkingsverband vindt een financiële verrekening met de toetreder
plaats van de extra kosten c.q. lagere voordelen die de overblijvende deelnemers moeten maken
c.q. behalen om de samenwerking uit te breiden gedurende een periode van 1 jaar.
4. Ieder der deelnemende gemeenten kan verzoeken om wijziging van deze regeling. Wijziging is
slechts mogelijk indien de deelnemende gemeenten unaniem tot de wijziging besluiten.
5. Elke der deelnemende gemeenten kan bij besluit van burgemeester en wethouders, na verkregen
toestemming van de betreffende gemeenteraad, beslissen om uit deze regeling te treden. De
opzeggingstermijn bedraagt een jaar, met dien verstande dat men slechts kan uittreden met
ingang van de eerste dag van een nieuw kalenderjaar.
6. Indien een deelnemende gemeente besluit uit te treden, is de uittredende gemeente, ter
vergoeding van de financiële nadelen van de uittreding bij de deelnemende gemeenten,
gedurende een periode van 4 jaar een evenredige afbouwende (100%, 75%, 50%, 25%)
desintegratiebijdrage verschuldigd.
7. Het bestuur van het Gemeenschappelijk orgaan stelt de hoogte van de verschuldigde
desintegratiebijdrage vast die gebaseerd zal zijn op het verschil van de wegvallende bijdragen
minus de direct wegvallende kosten.
XI. Toezending aan Gedeputeerde Staten
Artikel 12
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden draagt zorg voor toezending
van deze regeling aan Gedeputeerde Staten, alsmede van alle besluiten tot wijziging of opheffing van
deze regeling.
XII. Onvoorziene omstandigheden
Artikel 13
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegde bestuursorgaan van de
deelnemende gemeente of gemeenten die het betreft, zoveel mogelijk in overeenstemming met de
bepalingen van de Gemeentewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen.
XIII. Inwerkingtreding en citeertitel
Artikel 14
1. Deze regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd en treedt in werking op de eerste dag van de
eerste maand volgend op die waarin deze regeling door de deelnemende gemeenten is
opgenomen in de registers van regelingen zoals bedoeld in artikel 27 van de Wet
gemeenschappelijke regelingen en door hen is bekendgemaakt.
2. Deze regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband
sociale diensten Leiden en Leiderdorp”.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden in de
vergadering d.d.
De secretaris,
De burgemeester,
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp in
de vergadering d.d.
De secretaris,
De burgemeester,
Bijlage behorend bij de Gemeenschappelijke Regeling sociale diensten gemeenten Leiden en
Leiderdorp, 2006
Personeelsplan
Samenwerking
Leiden - Leiderdorp
01. Inleiding.
Het besluit van de gemeente Leiden en Leiderdorp om te komen tot een samenwerking op het
terrein van sociale zaken heeft uiteraard gevolgen voor de bedrijfsvoering van één of beide
organisaties. Naast de wijziging voor de bedrijfsvoering zijn er uiteraard ook consequenties voor
het personeel. Naast de primaire als de secundaire arbeidsvoorwaarden zullen diverse zaken
aangaande het personeel onderzocht moeten worden. Hierbij valt te denken aan de vervanging bij
ziekte, invullen van vacature’s en niet te vergeten, de formatieberekening. Dit plan dient als
uitgangspunt voor het uiteindelijke plaatsingsplan waarin alle zaken betreffende het personeel zijn
geregeld. De vertegenwoordiging van het personeel, de ondernemingsraad van Leiderdorp, de
ondernemingscommissie van de Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Leiden en de
ondernemingsraad van de gemeente Leiden zijn in een vroegtijdig stadium bij de uitwerking
betrokken. Via een gezamenlijke presentatie in 2005 en door het toesturen van documenten die
ter besluitvorming zouden worden voorgelegd. Door de leiding van de sociale dienst in Leiderdorp
zijn in 2005 en in 2006 met de medewerkers ambitiegesprekken gevoerd, waarbij een overgang
naar Leiden het uitgangspunt was. Uiteraard zullen officiële routes voor overleg met OR en GO
worden gevolgd.
02. Formatie.
Voor de uitvoering van de werkzaamheden van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg Leiderdorp is
uiteraard een formatie nodig. De formatie van de in te vullen functies is afhankelijk van de wijze
waarop deze bij de Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Leiden is ingericht. Uitgangspunt
daarbij zijn de huidige omstandigheden en inzichten. Naast de definitieve plaatsing van
medewerkers uit Leiderdorp, heeft de uitkomst van deze berekening tevens als basis gediend
voor de berekening met betrekking tot de apparaatskosten. De medewerkers van de afdeling
Werk, Inkomen en Zorg Leiderdorp hebben hierbij in alle redelijkheid de keuze waar zij, mede in
aanmerking genomen hun vaardigheden en competenties, in de Leidse Sociale Dienst organisatie
terecht willen komen. Op dit moment wordt er vanuit gegaan dat alle medewerkers van Leiderdorp
SOZA binnen de Leidse organisatie op een passende functie worden geplaatst. Daar waar dit tot
problemen leidt, zal dit individueel opgelost moeten worden. Op grond van de huidige gegevens
van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg praten we over 9.11 fte, op dit moment bezet door 11
personen.
Bij het vervullen van eventuele (toekomstige) vacatures zowel binnen de gemeente Leiden als
binnen de Gemeente Leiderdorp, zullen de medewerkers van beide sociale diensten wederzijds
aangemerkt worden als interne kandidaten. Deze afspraak geldt voor de duur van de detachering,
dus tot uiterlijk 1 januari 2008.
03. Functiebeschrijvingen en waarderingen
Gezien de gemaakte afspraken en de omvang van de Dienst Sociale Zaken en
Arbeidsmarktbeleid Leiden is duidelijk dat voor de samenwerking en de plaatsing van de
medewerkers Leiderdorp de organisatievorm en functiebeschrijvingen van de Dienst Sociale
Zaken en Arbeidsmarktbeleid Leiden worden toegepast. Afgesproken is dat de medewerkers van
de afdeling Werk, Inkomen en Zorg Leiderdorp in redelijkheid de keuze hebben op welke functie
zij in de Leidse organisatie terecht komen. In het bijzonder voor de medewerkers van Leiderdorp
kan er sprake zijn van een andere functie-inhoud en/of functiewaardering dan die van nu. Er zal
een inventarisatie worden gemaakt van de verschillen in de functies. Aan de hand van deze
inventarisatie zal worden uitgewerkt hoe met deze verschillen om te gaan.
In het eerste kwartaal van 2006 zijn alle functies binnen Leiderdorp opnieuw beschreven en
gewaardeerd. In Leiden heeft de functiebeschrijving en waardering plaatsgevonden volgens een
eigen ontwikkeld systeem, genaamd Leidse Integrale Methode van Functiewaardering. Vertaling
dient plaats te vinden door middel van een plaatsingsplan, waarbij als uitgangspunt moet gelden,
de “mens volgt functie” constructie.
04. Plaatsingsplan
In het plaatsingsplan wordt onder andere geregeld de wijze waarop medewerkers werkzaam
zullen zijn binnen het samenwerkingsverband.
Met betrekking tot de formele plaatsing van de medewerkers zijn de volgende afspraken gemaakt:






De medewerkers van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg van Leiderdorp geven voor 1
november 2006 aan of zij wel of geen functie gaan accepteren bij de gemeente Leiden,
waarbij ook duidelijk moet zijn in hoeverre er sprake is van verschil in functieniveau en
inschaling;
Uitgangspunt is dat het huidige salarisniveau van de medewerkers gehandhaafd blijft;
Indien de medewerkers niet kiezen voor een functie binnen de gemeente Leiden krijgen deze
in Leiderdorp de status van herplaatser en gelden de regels van het sociale statuut van de
gemeente Leiderdorp;
Wanneer medewerkers aangeven te kiezen voor een functie bij de Dient Sociale Zaken en
Arbeidsmarktbeleid van de gemeente Leiden, maar uiterlijk 1 juli 2007 terugkomen op die
beslissing, behouden zij de herplaatsingstatus in Leiderdorp per 1 januari 2007, met minimaal
een aangeboden passende functie.
De medewerkers die aangeven wel een functie te kiezen binnen de organisatie van de
gemeente Leiden worden via een zogenaamde detacheringconstructie voor de duur van
maximaal één jaar geplaatst binnen de gemeente Leiden;
Uiterlijk na 1 jaar, te weten 1 januari 2008 of zoveel eerder als mogelijk is, treden zij in
vaste dienst van de gemeente Leiden. Dit wil zeggen dat de medewerkers gedurende
maximaal één jaar in dienst blijven van de gemeente Leiderdorp met de bijbehorende
rechtspositionele regelingen, doch hun werkplek zich niet aan de Statendaalder in Leiderdorp
bevindt maar aan de Langebrug te Leiden. Uiteraard zal deze werkplek wijzigen zodra de
dienst sociale zaken van Leiden gaat verhuizen naar het bedrijfsverzamelgebouw of een
andere locatie in Leiden;
Het college van Burgemeester en wethouders zal ten aanzien van de betrokken medewerkers een
detacheringbesluit nemen waarbij wordt besloten dat de betrokken medewerker van Leiderdorp
zijn werkzaamheden verricht in en onder aansturing van de Dienst Sociale Zaken en
Arbeidsmarktbeleid van de gemeente Leiden met als standplaats Leiden.
Daarnaast zal een belangstellingsregistratie worden gehouden en plaatsingsprocedure worden
opgesteld, inclusief een procedure voor bezwaar en beroep.
Voor de plaatsing van de medewerkers van Leiderdorp zal de plaatsingsprocedure worden
gehanteerd, zoals vastgelegd in de Leidraad Organisatieverandering Leiderdorp (LOL) in artikel
2:5.
05. Rechtspositie en aansturing.
a. Voor alle medewerkers geldt, dat de huidige rechtspositie van de betreffende gemeente in
stand blijft. Men blijft immers in dienst van de huidige organisatie. Uitgangspunt voor de
medewerkers van Leiderdorp blijft de Leidraad Organisatieverandering Leiderdorp (LOL). Met
betrekking tot een aantal aanverwante praktische zaken zijn de volgende afspraken gemaakt
waarbij het uitgangspunt is dat deze gelden voor de duur van de detachering.
b.
1. Functioneringsgesprekken worden gevoerd in Leiden onder verantwoordelijkheid van
de direct leidinggevende van de dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid;
2. Beoordelingsgesprekken worden vastgesteld door het bevoegde gezag in Leiderdorp,
op basis van het functionering- en beoordelingsverslag van de direct leidinggevende
van de dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid te Leiden;
3. Indien gewenst en op verzoek kan de medewerker bij functioneringsgesprek worden
bijgestaan door een medewerker van de afdeling P&O van Leiderdorp;
4. Verslagen van de functionerings- en beoordelingsgesprekken worden in Leiden
vervaardigd;
5. De betreffende stukken worden via de afdeling P&O van Leiden doorgezonden naar
de afdeling P&O van Leiderdorp;
6. Alle stukken met betrekking tot personele aangelegenheden worden opgeborgen in
het personeelsdossier in Leiderdorp;
7. Opleidingen en te bieden of geboden faciliteiten worden in overleg met P&O
Leiderdorp geïndiceerd waarbij de kosten worden doorbelast aan Leiderdorp;
8. In afwijking op artikel 5 lid a geldt dat verplichtingen die voorafgaand aan de
detachering door de gemeente Leiderdorp met gedetacheerde medewerkers zijn
aangegaan voor die periode voor rekening blijven van de gemeente Leiderdorp;
9. Diverse bijzondere verlofdagen (gemeente afhankelijk zoals sportdag, afdelingsuitje,
gemeente-uitje enzovoort) worden in beeld gebracht waarna hierover afspraken
worden gemaakt door het hoofd uitvoering van Leiden en het hoofd van de afdeling
Werk, Inkomen en Zorg van Leiderdorp;
10. Reiskosten, parkeerkosten en/of voorzieningen worden door de afdeling P&O van de
gemeente Leiderdorp zelf bepaald en ingevuld, waarbij een afbouwregeling, conform
de afbouwregeling toelagen in de bezoldigingsverordening van de gemeente
Leiderdorp, in acht zal worden genomen;
11. Zodra vacatures van de Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid intern worden
opengesteld, worden medewerkers van de gemeente Leiderdorp aangemerkt als
interne kandidaten;
12. Gedurende de looptijd van de detacheringregeling worden medewerkers van SOZA
Leiden binnen de gemeente Leiderdorp aangemerkt als interne kandidaat;
13. Zodra een van de medewerkers van Leiderdorp uit dienst treedt zal de vacature- en
sollicitatieprocedure zoals deze in de Leiden geldt gevolgd worden, dus onder regie
en volgens de procedure van de gemeente Leiden;
14. De nieuwe medewerker komt in dienst van de gemeente Leiden en heeft daarbij ook
de rechtspositie zoals die in Leiden geldt;
15. De directe personeelslasten, van de nieuwe medewerker, worden zoals bepaald in de
financiële paragraaf van de samenwerkingsovereenkomst doorbelast aan Leiderdorp;
16. Bij ziekte van een medewerker van Leiderdorp, langer dan 6 weken, zal in overleg
met de afdeling P&O van Leiderdorp voor vervanging worden gezorgd waarbij de
kosten van de vervanging doorbelast worden aan Leiderdorp;
17. Indien bij ontslag van een medewerker van de gemeente Leiderdorp de betreffende
vacature niet binnen 6 weken kan worden ingevuld, zal in overleg met de afdeling
P&O van Leiderdorp voor vervanging worden gezorgd waarbij de kosten van de
vervanging doorbelast worden aan Leiderdorp;
18. De medewerkers van de gemeente Leiderdorp, welke gedetacheerd zijn, worden
aangestuurd door het management van de Dienst Sociale Zaken en
Arbeidsmarktbeleid Leiden;
19. Voor alle medewerkers van Leiderdorp gelden de huishoudelijke regels van de
gemeente Leiden;
20. Leidraad hierbij is het organisatiemodel van de Dienst Sociale Zaken en
Arbeidsmarktbeleid Leiden;
21. Bij problemen zal het management van de gemeente Leiden overleg plegen met de
aangewezen functionaris van de gemeente Leiderdorp.
06. Sociaal Plan
In het gehele samenwerkingstraject moet aandacht geschonken worden aan het sociale plan en
sociale statuut. De gemeente Leiderdorp heeft een sociaal plan; de gemeente Leiden heeft een
sociaal statuut. De gemeente Leiderdorp hanteert momenteel de z.g. “LOL” (Leidraad
Organisatieverandering Leiderdorp) met daarbij nadere afspraken in het kader van de
reorganisatie 2005/2006 waarvan de laatste is vastgesteld op 5 december 2005.
07. Traject ondernemingsraad en georganiseerd overleg
Op grond van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) heeft de
ondernemingsraad adviesrecht bij alle voorgenomen besluiten van de ondernemer (i.c. de
gemeente) die gevolgen kunnen hebben voor het personeel. Het gaat dan onder andere om
aangelegenheden als een fusie of een overdracht van (onderdelen) van de organisatie en om een
uitbreiding of beëindiging van werkzaamheden.
Omdat de medewerkers uit Leiderdorp als interne kandidaat van de gemeente Leiden worden
aangemerkt is tevens instemming nodig van de OR op basis van artikel 27 lid 1 onder d.
08. Uitvoerende taken P&O
De Dienst Sociale Zaken en Arbeidsmarktbeleid Leiden heeft een zelfstandige afdeling P&O. Er
moeten afspraken gemaakt worden over de uitvoerende taken binnen de twee gemeenten.
Uitgangspunt zou moeten zijn dat beide partijen zelf de uitvoerende taken op zich nemen t.a.v.
van het eigen personeel. Met betrekking tot de gezamenlijke activiteiten (eerst inventariseren)
worden goede afspraken gemaakt welke worden vastgelegd in het plaatsingsplan.
09. Planning werkgroep
De verantwoordelijken voor het betrokken personeel zullen, conform de afspraak die door
betrokken wethouders op 29 juni 2006 zijn gemaakt, een start maken met de uitwerking van het
personeelsplan waarbij gestreefd wordt om zo spoedig mogelijk de medewerkers duidelijkheid te
geven betreffende de personele consequenties van de samenwerking. Omdat het definitieve
aantal medewerkers van Leiderdorp dat geplaatst moet worden nog niet bekend is, zal het
plaatsingsplan pas in een later stadium geschreven worden. Het plaatsingsplan zal uiterlijk in
november 2006 gereed moeten zijn. De definitieve fysieke overgang naar Leiden is gepland per 1
januari 2007. In het plaatsingsplan wordt tevens het eventuele opleidingstraject aangegeven voor
de desbetreffende medewerkers.
Dienstverleningsafspraak planning & control t.b.v. Leiderdorp
September 2006
Maandafsluiting
Leiderdorp kent een maandelijkse controle structuur ten behoeve van het MT, daarom wil Leiderdorp
graag maandelijks voor de 5e ontvangen:
1. journaalpost voor de verwerking van de uitkeringskosten in Coda
2. uitputting toegekend budget van ministerie en verwachting tot eind van het jaar
3. overzicht aantallen (klanten/aanvragen/in- & uitstroom/trajecten)
4. (korte) analyse op punt 2 en 3
5. indien extra budget benodigd is dit duidelijk aangeven
6. kopie van alle ontvangen beschikkingen
7. aansluiting tussen Soleil en Coda + aansluiting tussenrekeningen
VJN/NJN
Naast de maandelijkse controle vindt er 2 jaarlijks een tussentijdse rapportage plaats richting B&W en
raad, deze rapportages vinden plaats over 4 maanden en 9 maanden. Alle gegevens kan Leiderdorp
halen uit de maandelijkse ontvangen stukken.
Jaarrekening
Uiterlijk 15 februari aanleveren van de volgende stukken:
1. journaalpost te balansen posten + mutaties reserves en voorzieningen + onderbouwing
2. aansluiting tussen Soleil en Coda
3. waardering openstaande debiteuren
4. overzicht werkelijke aantallen (klanten/aanvragen/in- & uitstroom/trajecten)
5. analyse op het jaarresultaat
Begroting
Uiterlijk 1 april aanleveren van de volgende stukken:
1. begroting voor samenwerkingsverband + verdeling over de diverse regelingen
2. input voor de uitkeringsbegroting Leiderdorp, verwachting van aantallen en beschikkingen
3. gehanteerde index
4. overzicht te verwachten aantallen (klanten/aanvragen/in- & uitstroom/trajecten)
5. analyse op de begroting(swijziging)
Overig
Aanleveren conform wettelijke verplichting met in achtneming van eventuele doorlooptijd
besluitvorming Leiderdorp.
1. Vodu
2. Verantwoordingen richting ministerie inclusief eventuele accountantsverklaring
3. Overige verslaglegging
Download