Mini-handleiding Classic Worksheet Maple 15 Philip Puylaert Broederschool (Humaniora), 2012 1 Algemeenheden Sluit elk commando af met een puntkomma (dan zie je de output) of met een dubbele punt (dan zie je de output niet)! doel geheugen van Maple leegmaken hulp vragen syntax en voorbeeld restart: toelichting Nuttig vóór je aan een nieuwe opgave begint! basisbewerkingen iets definiëren a := iets; verwijzen naar voorgaande uitdrukking(en) % of %% of %%% functie definiëren f := x -> uitdrukking; f := x -> xˆ2-3*x+1; functie definiëren (alternatieve wijze) f := unapply(uitdr,var); f := unapply(%,x); 2 Namen van constanten • π: Pi (let op de hoofdletter!) • e: exp(1) • i: I (hoofdletter!) • +∞: infinity en −∞: -infinity 1 Via het menu Help. Of door een commando in te tikken en direct op de functietoets F1 te drukken. Vergeet niet alles expliciet te schrijven, ook elke vermenigvuldiging geef je aan met een *! Hiermee wordt de variabele a geassocieerd met iets. Dat iets kan vanalles zijn: en getal, een vergelijking, een functie, . . . Gebruik je a verderop in je Maple-werkblad, dan wordt a vervangen door zijn waarde iets. % staat voor de vorige berekende waarde of uitdrukking, %% voor die ervoor, %%% voor die dáárvoor. Het gaat om de laatst berekende uitdrukkingen, niet noodzakelijk om degene die er vlak boven staan! Definieert de functie f met voorschrift uitdrukking in de veranderlijke x. Via f(x) kan je daarna functiewaarden berekenen. Als je een resultaat hebt verkregen in bij voorbeeld de variabele x, en je wil van dat resultaat een functie van x maken, gebruik dan dit commando. 3 Namen van voorgedefinieerde functies • vierkantswortel van x: sqrt(x) — n-demachtswortel uit x: surd(x,n) • absolute waarde van x: abs(x) • logaritmische functies van x: ln(x) en log10(x) en log[a](x) • exponentiële functie ex : exp(x) • goniometrische functies van x: sin(x), cos(x), tan(x), cot(x) • cyclometrische functies van x: arcsin(x), arccos(x), arctan(x), arccot(x) • hyperbolische functies van x: sinh(x), cosh(x), tanh(x), coth(x) • inverse hyperbolische functies van x: arcsinh(x), arccosh(x), arctanh(x), arccoth(x) • bxc (grootste geheel getal kleiner of gelijk aan x): floor(x) 4 Commando’s doel numerieke benadering van getal bepalen vergelijking exact oplossen syntax en voorbeeld evalf(iets,aantal); evalf(Pi,20); toelichting aantal is het aantal beduidende cijfers; mag weggelaten worden. solve(vgl,var); solve(xˆ3-1,x); vergelijking numeriek oplossen fsolve(vgl,var); fsolve(cos(x)=xˆ2,x); stelsel exact oplossen solve({vgln},{vars}); solve({x+y=1,2*x-3*y=0}, {x,y}); fsolve({vgln},{vars}); fsolve({x=cos(y),y=sin(x)}, {x,y}); _EnvAllSolutions:=true; De variabele mag worden weggelaten als er geen andere letters in de vergelijking staan. Als geen rechterlid bij de vergelijking wordt vermeld, wordt het verondersteld 0 te zijn. Eventueel kan je bij x een interval opgeven waarin moet gezocht worden, bij voorbeeld x=-10..-8. De variabelen mogen worden weggelaten als er geen andere letters in de vergelijkingen staan. Eventueel kan je intervallen opgeven waarin moet gezocht worden, bij voorbeeld {x=-1..1,y=0..1}. Zorgt ervoor dat daarna alle oplossingen worden getoond van vergelijkingen die oneindig veel oplossingen hebben (zoals sin x = 0). In die oplossingen staan namen met een Z erin voor willekeurige gehele getallen, namen met een B erin voor 0 of 1. Voor onbepaalde integraal geen grenzen vermelden. Int levert een nietgeëvalueerde integraal. Wil je numeriek integreren, gebruik van evalf(Int(...)); — let op de hoofdletter I! Heb je een linker- of rechterlimiet nodig, voeg dan als extra argument left of right toe. Limit geeft een niet-geëvalueerde limiet. stelsel numeriek oplossen alle oplossingen tonen van periodieke vergelijkingen integraal berekenen int(f(x),x=a..b); int(tˆ4-tˆ2,t=1..2); limiet berekenen limit(uitdr,var=waarde); limit(sin(x)/x,x=0); 2 afgeleide berekenen diff(f(x),x); diff(tˆ4-tˆ2,t); diff(xˆ7-xˆ4,x$2); afgeleide functie bepalen g := D(f); waarde berekenen functiegrafiek tekenen value(iets); kromme tekenen implicitplot (vgl,x=a..b,y=c..d); implicitplot (x*y=1/2,x=-2..2, y=-2..2); plot([x(t),y(t), t=a..b]); plot([3*cos(t), 2*sin(t),t=0..2*Pi]); subs(x=k,uitdr); subs(x=3,sin(x)*xˆ2); subs({x=3,y=2},xˆ2+yˆ2); kromme via parametervoorstelling tekenen substitutie van een waarde van een variabele in een uitdrukking vereenvoudigen omzetten naar ander type functies plot(f(x),x=a..b); plot(sqrt(s),s=0..3); simplify(uitdr); simplify(sin(x)ˆ2 +cos(x)ˆ2); convert(uitdr,functie); convert(%,ln) veronderstelling opleggen assume(voorw); of assume(var,type); assume(R>0); of assume(R,real); alle waarden vragen allvalues(%); 3 f(x) moet een uitdrukking zijn! Diff levert een niet-geëvalueerde afgeleide. Voor hogere-orde-afgeleiden: zet achter de variabele een dollarteken en daarna de hoeveelste afgeleide je wenst. f moet een functie zijn! De veranderlijke naar waar moet worden afgeleid, moet je niet opgeven. Het resultaat g is ook een functie. Om de waarde van uitdrukkingen à la Int of Diff of Limit te kennen. Als je meer functies op dezelfde figuur wil zetten, zet de voorschriften dan tussen rechte haken of accolades. with(plots) vooraf nodig! Als je meer krommen op dezelfde figuur wil zetten, zet de vergelijkingen dan tussen rechte haken of accolades. Let op de plaats van de rechte haken! Vervangt een variabele in een uitdrukking door een opgegeven waarde, zonder dat die variabele voor de hele Maple-sessie die waarde krijgt. Indien je meerdere variabelen tegelijk wil vervangen, zet dan alle variabelen tussen accolades. Eventueel een tweede argument, b.v. trig of ln toevoegen. Wanneer bij voorbeeld een resultaat wordt gegeven in termen van arcsinh x, dan kan je hiermee de vertaling naar logaritmen doen. Vaak gebruikte types zijn real en integer. De veronderstelling(en) op een variabele x kan je weergeven via about(x). Het is best om alle veronderstellingen in één assume-commando te zetten. Indien je nadien een bijkomende veronderstelling op eenzelfde variabele wil opleggen, doe dat dan met additionally. Soms wordt een oplossing niet volledig berekend, maar gegeven als een collectie van uitdrukkingen waar RootOf in staat. Je kan alle waarden dan vragen met dit commando.