Kunnen stamcellen helpen bij de behandeling van hartritmestoornissen Interview met Prof. dr. Christine Mummery (LUMC) e Dr. Mummery ontvangt mij in haar zonnige kamer op de 2 etage van het Onderzoeksgebouw van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Zij is sinds 2008 hoogleraar Ontwikkelingsbiologie aan het LUMC. Dit houdt in dat zij zowel onderwijs geeft aan studenten als wetenschappelijk onderzoek uitvoert, in het bijzonder naar pluripotente stamcellen. De pluripotente stamcellen, die onderzocht worden, zijn cellen die nog kunnen uitgroeien tot elk van de 220 types lichaamscellen van de mens. Er zijn ook multipotente stamcellen maar deze kunnen slechts uitgroeien tot enkele soorten lichaamscellen. Sinds een jaar of 5 zijn onderzoekers ook in staat stamcellen van bloed of de menselijke huid om te zetten in stamcellen en die dan te laten uitgroeien tot menselijke hartcellen. Dit biedt in principe mogelijkheden om stamcellen te gebruiken voor de behandeling van hartaandoeningen zoals hartritmestoornissen. Op dit moment worden stamcellen vooral gebruikt voor het testen van medicijnen, ook voor medicijnen tegen hartritmestoornissen. Voordat medicijnen toegediend mogen worden op mensen moeten zij eerst op grote schaal getest worden op effectiviteit en op bijwerkingen. Dierproeven zijn een belangrijk hulpmiddel bij dergelijke testen. Maar dierproeven stuiten steeds vaker op maatschappelijke en ethische weerstanden, zeker bij proeven op hogere diersoorten zoals mensapen. Het testen op lagere diersoorten zoals muizen is vaak niet zinvol en relevant voor de mens. Een muis heeft een hartslag van ongeveer 500 slagen per minuut, een mens tussen de 50 en de 70 slagen. De uitkomsten van proeven op muizen kunnen daarom moeilijk geïnterpreteerd worden voor mensen. Een ander voordeel van het gebruik van humane stamcellen is schaalvergroting. Het is mogelijk geautomatiseerde kweeksystemen op te zetten waar tienduizenden proeven tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden. Onderzoeken kunnen daardoor breder (bijv. meer verschillende doseringen) en sneller uitgevoerd worden. Het belang van gedegen testproeven wordt geïllustreerd door de drama’s met het slaapmiddel Softenon dat in de Jaren 50-60 ernstige bijwerkingen bij de mens bleek te hebben op de foetus van zwangere vrouwen. Maar stamcellen kunnen ook van belang zijn voor het onderzoek naar de oorzaak en aard van hartaandoeningen. Voor een optimale behandeling van hartpatiënten is het noodzakelijk meer inzicht te krijgen in het ontstaan van aandoeningen aan het hart. “Meten is ook hier weten”. Niet iedereen met een genetische afwijking vertoont de symptomen van de aandoening, het is niet bekend waarom dat zo is. Ook de vraag waarom hartaandoeningen zich soms pas op latere leeftijd manifesteren kan met behulp van stamcellen beter onderzocht worden. Stamcellen zijn in principe jonge cellen, maar met innovatieve technieken in kweeksystemen kunnen zij kunstmatig verouderd worden en aldus de veroudering van het menselijke hart nabootsen. Het onderzoek naar de toepassing van stamcellen voor het repareren van zieke of beschadigde organen verkeert pas in het beginstadium, aldus dr. Mummery. In 2005 is het voor het eerst gelukt menselijke hartcellen te implanteren in een muis met een hartinfarct. De cellen bleven in leven in het hart maar de muis bleek ziek. Het blijkt moeilijk om menselijke hartcellen te testen bij muizen en verder onderzoek is nodig om dat in de kliniek toe te passen. Dat gaat in het gunstigste geval minstens 10-15 jaar duren. Stamcellen uit beenmerg worden ook onderzocht en zijn al in 2001 getest bij muizen voor hun effect op het hart. Hoewel deze stamcellen geen hartcellen werden vertoonden de muizen enige verbetering in de hartfunctie. Hoewel er vergelijkbare experimenten al zijn uitgevoerd bij de aanpak van hartfalen of een hartinfarct bij mensen (met overigens een onduidelijk resultaat) is dat bij hartritmestoornissen nog niet het geval. Onder auspiciën van de EU gaat binnenkort een nieuwe test van start met 3000 hartpatiënten in meerdere landen. De resultaten van dit onderzoek zullen pas over enkele jaren bekend worden. Een positief resultaat zou kunnen resulteren in een werkzame therapie voor patiënten met een hartinfarct. Daarna volgen er meer onderzoeken voordat de therapie toegepast mag worden in een reguliere kliniek aan hartpatiënten. Ook dit gaat in het gunstigste geval nog decennia duren. Dr. Mummery denkt niet dat het ooit haalbaar zal zijn om met behulp van stamcellen in laboratoria nieuwe organen te fabriceren, die vervolgens met succes bij mensen geïmplanteerd kunnen worden. Visie op de toekomst Dr. Mummery verwacht evenmin dat binnen afzienbare tijd met succes een succesvolle stamcelbehandeling gegeven kan worden aan mensen met een hartritmeaandoening. Wel kunnen stamcellen het inzicht in de oorzaken en aard van aandoeningen vergroten. Stamcellen kunnen zogezegd fungeren als “de patiënt” van aandoeningen. Verder kunnen medicijnen getest worden op hun werkzaamheid tegen de aandoening. Dr. Christine Mummery Is geboren in Groot Brittannië en heeft natuurkunde gestudeerd aan de Universiteit van Nottingham. Vervolgens is zij gepromoveerd in de biofysica aan de Universiteit van Londen. Zij ontmoette een Nederlandse man en verhuisde naar ons land. Zij heeft van 1978 tot 2008 gewerkt aan het gerenommeerde Hubrecht-instituut in Utrecht. Dit instituut verricht onderzoek op het gebied van ontwikkelingsbiologie en stamcellen en stond vroeger onder leiding van Ronald Plasterk. In 2008 is zij met haar onderzoeksteam overgestapt naar de Universiteit van Leiden. Met haar achtergrond is dr. Mummery goed in staat het onderzoeksklimaat in Nederland te vergelijken met dat in andere landen zoals Groot Brittannië. Dr. Mummery constateert dat in landen als Duitsland en Japan verhoudingsgewijs meer geld voor medisch speurwerk beschikbaar wordt gesteld. Dit kan er toe leiden dat talentvolle Nederlandse onderzoekers uitwijken naar het buitenland waar de faciliteiten beter zijn dan hier.