2014-02-20 Beleid effectief onderwijstijd. ____________________________________________________ Aanleiding: Bij diverse klassenobservaties is geconstateerd dat de effectieve besteding van de onderwijstijd sterker moet. Doel: De leerlingen moeten in staat gesteld worden om optimaal onderwijs te kunnen ontvangen. Alle leerlingen op alle niveaus krijgen op een afwisselende en inspirerende manier onderwijs. Daarin is ruimte voor afwisselend inspanning en ontspanning. De leerkracht gaat mee op de concentratiecurve / spanningsboog van de leerling. Er wordt gewerkt met prikkelende en boeiende materialen om het leren aantrekkelijk te maken en de leerling te stimuleren en te activeren om te leren. De leerkracht controleert of het lesdoel is bereikt. Werkwijze: De leerkracht gaat de 3 O’s inzetten in de groep: Orde-Organisatie en Overzicht. De 3 O’s worden continu besproken en eventueel bijgesteld op studiemomenten en vergaderingen. De leerkracht zorgt voor een rijke leeromgeving, betekenisvol en in context. De leerkracht controleert of de leerling de opdracht heeft begrepen. De leerkracht benoemt en bevestigt positief gedrag individueel en klassikaal, de aandachtspunten worden individueel besproken. Orde: De leerlingen komen om 08.20 / 12.50 uur naar binnen: de leerkracht verwelkomt de leerlingen. Tot de les begint gaan de leerlingen voor zichzelf werken of zijn met elkaar in gesprek. Om 08.30 / 13.00 uur start de leerkracht met de leerlingen gezamenlijk het dagdeel en gaat vervolgens over naar de les of instructie. De orde geeft duidelijkheid voor iedereen: Zo doen we dat! De leerkracht geeft regelmatig aan wat er van de leerling verwacht wordt en evalueert regelmatig. De leerling weet wat hij moet maken, wanneer het af moet zijn, hoe het gemaakt wordt, waar het ingeleverd wordt, welke materialen er zijn en waar deze te vinden zijn, wat de leerling moet doen als de opdracht af is. Zie ook beleid actieve betrokkenheid van de leerlingen. Organisatie: De leerkrachten bevinden zich in hun lokaal als de leerlingen binnen komen. De leerkracht geeft precies aan voor de leerling hoe de verwachtingen naar de leerling zijn op het fysieke vlak (wat, waar), mentale vlak (hoe) en concreet in tijd. Voor alle groepen geldt: kringactiviteiten max. 15 minuten, anders activiteit opsplitsen over de dag i.v.m. concentratiecurve van de leerlingen. Uitzondering geldt voor lessen van Vreedzame school. De leerkracht maakt aan de hand van het dagritme de dag visueel voorspelbaar. De leerlingen (groep 1-8) weten precies waar ze die dag aan gaan werken of instructie in krijgen. De leerkracht geeft leerlingen passende opdrachten in het kader van klassenmanagement, bijvoorbeeld het ophalen en uitdelen van schriften zodat er een natuurlijk ontspanningsmoment ontstaat en er toch op een soepele wijze een leswisseling kan plaatsvinden. Tijdens de ‘fruithap’ wordt de tijd wel besteed. Dat kan met aandacht voor eten zijn maar ook een talige activiteit laten plaatsvinden, zoals voorlezen, naar het tv-programma ‘klokhuis’ kijken (met nagesprek) of een spelletje doen om de woordenschat te verhogen in een betekenisvolle context. Leerkrachten kunnen ook een eigen andere betekenisvolle invulling van deze tijd inzetten. Tijdens de klassenobservaties zal door het BMT naleving van dit beleid centraal staan. Overzicht: De voorkennis van de leerlingen wordt opgehaald. Het doel van de les wordt aangegeven. Er vindt convergente instructie plaats, een steeds kleinere groep krijgt (extra) instructie. Bij de differentiatie in instructie spreekt de leerkracht de verwachtingen van de prestaties van de leerling uit: de leerkracht heeft aandacht voor de leerling en fungeert als vangnet: optimaliseert het zelfsturend vermogen van de leerling, het zelfstartend vermogen en geeft de leerling feedback op de prestaties (inhoud). Dit beleid wordt gearchiveerd in het ABC Kwaliteitshandboek, schooljaar 2014-2015. Besproken in BMT van 20 januari 2014, goedgekeurd door team op 20 februari 2014.