HOOFDSTUK 1: INLEIDING 1. Wat is sociale psychologie? 1.1. Uitgangspunten van de sociale psychologie 1.2. De relatie tussen sociale psychologie en mensenkennis 1.3. De rol van waarden in de sociale psychologie 2. Doelstellingen en inhoud van deze cursustekst 2.1. Doelstellingen 2.2. Implicaties voor de inhoud: een diepgaande bespreking van fundamentele thema’s 2.3. Implicaties voor de klemtoon: onderzoekstradities en baanbrekend onderzoek HOOFDSTUK 2: METHODES VAN SOCIAALPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK 1. Observatie - wijze - voordelen - nadelen 2 . Zelfbeschrijvingen - wanneer? - praktische voordelen (3) 2.1. Doelstellingen - 3 veronderstellingen + kritische analyse kunnen o geheugeneffecten o situationele determinanten gelegenheid o vraageffecten (vraagstelling + antwoordalternatieven) o sociale norm van te moeten antwoorden willen o gedragsdeterminanten o sociale wenselijkheid (! sociale normen) - 3 centrale waarden in menselijke interactie 1) anderen geen schade 2) anderen in nood helpen 3) fysieke integriteit > financieel gewin - discrepantie geclaimd vs. feitelijk moreel gedrag FeldmanHall et al. o geld inzetten en elektroshocks - vragenlijstonderzoek - meting o eigen financieel gewin <-> fysieke integriteit ander o vragenlijst vertekende resultaten t.o.v. realiteit (meting) o niet bewust van discrepantie eigenbelang vs. groepsbelang o Trolley dilemma o Footbridge dilemma - nadelen (2) + zie ‘veronderstellingen’ 2.2 Zelfbeschrijvingen niet altijd nutteloos - voordelen hypothesen genereren zelfbeschrijving = bestudeerd gedrag sociale wenselijkheid ~ gedragsdomein invloed soc. normen & geheugenproblemen omzeilen door strategische vraagstelling (bevragingsttrategie) o Schwarz et al. - met wie breng je het liefst tijd door? vragenlijst alternatieve methodes: 1) event sampling 2) day reconstruction method - discrepantie geclaimd vs. feitelijk gedrag verklaringen (2) 3. Correlationeel onderzoek - werkwijze - voordelen (3) - nadeel - Kogut donatie ~ verantwoordelijkheid aids-zieken o meting negatieve correlatie - interpretatie van correlaties 3 mogelijkheden probleem + opl. (2) 4. Het experiment 4.1. Rationale & terminologie - redenering manipulatie van onafhankelijke variabele o tussen-proefpersoons-manipulatie - nadeel: individuele variabiliteit o binnen-proefpersoons-manipulatie - nadelen (zie HB) 1) vraageffecten + soc. wenselijkheid 2) volgorde-effecten bvb. anchoring contrabalanceren meting van afhankelijke variabele - statistische analyse: significantie - voordelen (3) - voorwaarden (3) (zie HB p. 37) 4.4. De macrosituatie onder controle houden 4.5. De beperkingen van experimenten - niet geschikt voor studie frequenties - ecologische validiteit alledaags realisme (geen probleem) experimenteel realisme - juiste manipulatie/meting manipulatiechecks o zie Kogut pretest kritische dialoog vakkennis/vakgenoten - praktisch/ethisch problematisch ethische commissie - vraageffecten - proefleidereffecten - experiment vs. quasi-experiment 4.6. Experiment met meerdere O.V. en A.V. - 2 types effecten hoofdeffect o Zagefka et al. - donatie ~ verantwoordelijkheid & zelfhulp zelfverklaarde bereidheid = hoofdeffect verantwoordelijkheid + zelfhulp = hoofdeffect verantwoordelijkheid volgorde-effecten interactie-effect o tussen-proefpersoons-manipulatie 5. De empirische cirkel - stappen theorie hypothese predictie gegevens methodologische kritiek evaluatie theorie/observatie - 3 soorten discrepanties met theorie 1) abstractie 2) analyse 3) mechanisme HOOFDSTUK 3: MACHT EN ONMACHT - - definitie soorten 1) sociale macht 2) macht omgevingsfactoren over persoon 3) autosociale macht wisselwerking sociale en autosociale macht 1. Beheersen en beheerst worden: instrumenteel leren (= macht als middel) - instrumentele conditionering = parameters gedrag veranderen door waargenomen relatie tussen concreet operant gedrag en gedragsuitkomsten instrumenteel/operant gedrag soorten gedragsuitkomsten (= gevolgen) o neutraal o appetitief = versterker o aversief = straf 1.1. Soorten versterkers en straffen - 4 soorten positieve versterker negatieve versterker positieve straf negatieve straf - primaire vs. secundaire versterkers en straffen primair o deprivatiespecifiek secundair o niet deprivatiespecifiek o leerprocessen: 1) propositioneel leren 2) evaluatief leren 3) contactconditionering o kracht secundaire versterkers - Insko interview feestweek instrumentele conditionering op korte termijn 1.2. De rol van contingentie en contiguïteit (met beloning of straf) - instrumentele conditionering ~ sterkte contingentie perfecte contingentie continu bestraffings- of beloningsschema niet-perfecte contingentie partieel “ geen contingentie 3 mogelijkheden alternatief: propositioneel leren - instrumentele conditionering ~ contiguïteit gedrag en situatieverandering - rol contiguïteit bij perceptie contingentie - commerciële toepassingen (!!!) 1.3. Versterkers vs. straffen - sociale straf > sociale versterking (bij wetten & normen) = injunctieve/prescriptieve > descriptieve norm Mulder (experiment) o individueel vs. collectief belang hoe coöperatief gedrag bevorderen? o beslissingstaak met geld inzetten - manipulatie: mededeling - meting: ingelegd geld, ZB morele plicht, ZB reden beslissing - mediatie - kritiek (2) - sociale versterking > sociale straf = negatieve emotionele reacties problematisch = sneller + meer contingentie = ‘straf’ niet gelijk voor bestraffer en gestrafte 1.4. Strategisch leren of afleren - uitdoving - manieren om kortdurend effect te vermijden 1) gewoonte/eigen versterkers 2) versterkers toevoegen/straffen toevoegen + versterkers wegnemen van concurrerend gedrag 3) versterkingscontingentie beïnvloeden van incompatibel gedrag 1.5. Valkuilen bij toepassing instrumentele leerprincipes 1) onbedoelde versterkingscontingenties 2) onbedoelde discriminatieve prikkels (SD’s) en S-delta’s 3) ondermijning intrinsieke motivatie 4) sociale implicaties 5) effectiviteit leerproces ~ geldigheid overt = covert 2. Macht als middel en doel-op-zich: een lastig te onderzoeken kwestie 2.1. Hoe belang van macht bestuderen? - ZB problematisch sociale macht als middel (sociale norm doel) asymmetrisch belang autosociale macht groepsspecifieke normen over macht o Okimoto & Brescoll (experiment 2) - manipulatie: gender & info machtsstreven - meting: stembereidheid & morele verontwaardiging - conclusie: differentiële normen over streven naar sociale macht door M en V - kritiek o Okimoto & Brescoll (experiment 1) - manipulatie: gender & info machtsstreven - meting: stembereidheid & mate verlangen macht en status - zie vorig - alternatieven voor ZB macht of onmacht? o keuzegedrag versterker of straf? o effect (on)machtservaring op gedrag o emotionele reacties op onmacht - expressief gedrag - fysiologische metingen: elektromyografie 2.2. Bij wie voorkeur macht bestuderen? = dns met weinig/geen ervaring instrumentele functie 3. Het fijne van macht 3.1. Macht als primaire versterker? - Singh (experiment 1) ratten & voedselkooien manipulatie: hoeveel meer voedsel in gratis-eten-kooi meting: % gegeten uit voedsel-voor-werk-kooi conclusie: primaire voorkeur voor machtssituatie o Voss & Homzie: pad naar eten (1 met splitsing) - Singh (experiment 4) 5-jarigen & knikkers manipulatie: macht- en onmachtconditie meting: waar meeste knikkers gehaald conclusie: zie vorige 3.2. Machtsgenoegen - prikkels geassocieerd met macht worden aantrekkelijker Leotti & Delgado o volwassenen, punten & visuele symbolen - manipulatie: keuzevrijheid - meting: beoordeling symbool - betekenis symbolen gecontrabalanceerd - significant verschil o kritiek + weerlegging (MRI-scan) - gedrag dat machtservaring geeft, neemt toe Watson & Ramey o baby & wiegmobiel - (tussenproefpersoons)manipulatie: beweging mobiel ~ hfdbwgng - meting: hoofdbeweging - betekenis symbolen gecontrabalanceerd - conclusie: waargenomen contingentie + macht als versterker - evolutionaire verklaring (Leotti et al.) 3.3. Macht als bescherming t.g.v. aversieve prikkels = subjectieve macht aversieve prikkel minder effect - gedrag dat machtservaring geeft, neemt toe Glass et al. (experiment) o lawaai & volhardings- & concentratietaak - manipulatie: subjectieve macht over einde lawaai - meting volhardingstaak: figuren overtrekken concentratietaak: tikfouten in tekst zoeken - significant verschil Sherrod et al. o lawaai & volhardings- & concentratietaak - manipulatie: subjectieve macht over begin en einde lawaai + controleconditie ! (5 condities) - meting (zie vorige) - resultaten: hoofeffect macht einde bij volhardingstaak hoofdeffect macht (begin en einde) bij concentratietaak interactie tussen soorten macht - conclusie: hoe meer macht, hoe beter Rose et al. o cold pressure task & pijnstillers - manipulatie: keuze over olie-achtige stof + controleconditie - meting: pijn + manipulatiecheck - vrije keuze over pijnstiller pijnstillend effect = gerapporteerde pijn nam minder toe - kritiek: effect macht of onmacht? 4. De gevolgen van onmacht 4.1. Lijden onder machtsverlies = ervaring onmacht primaire straf? = straf door acute ervaring machtsverlies of door onmachtstoestand - negatief affect na ervaring machtsverlies DeCasper & Carstens o baby’s & hoofdtelefoon met slaapliedjes o (binnenproefpersoons)manipulatie: macht of onmacht over liedjes (zuigen) + (tussenproefpersoons)manipulatie: volgorde macht en onmachtconditie o paarsgewijs gejukt o meting 1: intervals zuiggedrag (basislijn & minimumcriterium) - conclusie: aangeleerde machteloosheid o meting 2: huil- en onrustig gedrag = negatief affect (hypotheseblind) - conclusie: ongenoegen door ervaring machtsverlies Crombez et al. o sorteerregel & elektroshocks o aselect gejukt o (tussenproefpersoons)manipulatie: (on)macht over aversieve prikkel o meting: angst- en pijnscores o conclusie: machtsverlies > onmacht 4.2. Reactantie = machtshonger - definitie - oorzaken (3) - gevolgen (zie DIA) 4.3. Aangeleerde machteloosheid = syndroom door toestand/ervaring onmacht - Seligman & Maier hond & shocks manipulatie: (on)macht over shocks (in hangmat) meting (in pendelbox): indicatoren leren resultaat: leerproces verstoord als lijden door toestand onmacht - Aangeleerde machteloosheidstheorie stappen 1) blootstelling aan afwezigheid contingentie 2) perceptie van “ 3) veralgemening van perceptie 4) verwachting van afwezigheid contingentie 5) aangeleerde machteloosheid o motivationeel probleem = geen moeite voor vermijden o cognitief probleem = geen waarneming contingentie o emotioneel probleem = fysiologische stressreacties - Discrepantie empirische basis - theorie abstraheren hypothetisch-deductieve toetsing = algemeen over soorten, prikkels (+ of - & controle of niet) o Hiroto & Seligman - lawaai & anagrammentaak - manipulatie: blootstelling + controle lawaai - meting: mislukkingen + gem. responslatentie - significant verschil tussen basislijn/macht en onmachtconditie - toestand van onmacht cognitief probleem implicaties ‘volharding’ o opvattingen o wenselijkheid - gevolgen ervaring onmacht - gevolgen ervaring macht 5. Autosociale en sociale macht als communicerende vaten - gelijkenissen positief affect volharding - onderlinge beïnvloeding = sociale machtsbehoefte bevredigd door ervaring autosociale macht en omgekeerd Inesi et al. (experiment 1) o keuze productassortiment & herinnering (on)macht o manipulatie: grootte assortiment o significant verschil macht & onmacht o conclusie: confrontatie sociale onmacht waardering autosociale macht Inesi et al. (experiment 2) o productassortiment & samenwerken o manipulatie: keuzevrijheid (grootte) o meting: voorkeur leidinggevende rol + taakaspecten droombaan o conclusie: zie vorige 6. Macht en onmacht in het ‘ware leven’ 6.1. Machteloosheid door verwenning = appetitieve prikkels stellen reactantie uit 6.2. Reactantie bij opgelegde regels ~ zwaarte sanctie ~ gevoeligheid voor bedreiging macht - oplossing: controlerend taalgebruik + keuzevrijheid waar mogelijk - relevantie gezondheidszorg 6.3. Werkstress, generatie-armoede en langdurig werklozen = aangeleerde machteloosheid 6.4. Macht in het woon- en zorgcentrum en in het ziekenhuis - Langer & Rodin subjectieve macht & gunstige effecten gezondheid manipulatie: verantwoordelijkheid welbevinden & macht omgeving, tijdsbesteding meting: welbevinden & activiteit resultaat: hogere tevredenheid in machtsconditie - vervolgonderzoek (“) zie vorige resultaat: minder achteruitgang in machtsconditie 6.5. Kiest u maar … en niet tevreden, geld terug! - 3 toepassingen in de marketing cognitieve dissonantietheorie - illusie van controle en kansspelen HOOFDSTUK 4: SOCIALE INVLOED 1. De invloed van de aanwezigheid van anderen (mere presence) 1.1. Tegenstrijdige bevindingen - Ader & Tatum elektrische shocken uitstellen met drukknop (tussenproefpersoons)manipulatie: sociale situatie meting: leertijd resultaten: minder vaak en minder snel ontdekt in sociale situatie + leertraject en aangepastheid reddend gedrag verschilt conclusie: sociale inhibitie - Pessin lijst met drieletterwoorden vanbuiten leren (tussenproefpersoons)manipulatie: sociale situatie (met proefleider) contrabalancering volgorde condities zie vorige - Allport vrije associatietaak (ook in gedachten) binnenproefpersoonsmanipulatie: sociale situatie contrabalancering volgorde condities meting: aantal woorden binnen tijdslimiet significant verschil conclusie: sociale facilitatie (voor associaties vinden) 1.2. Wanneer sociale inhibatie en sociale facilitatie? - Foute oorzaken (4) - Chen mieren en zand verplaatsen meting: tijd voor start + hoeveelheid zand conclusie: sociale facilitatie - Zajonc (verklaring door inductie) leergedrag inhibitie performantie facilitatie hypothetisch-deductieve toetsing o Zajonc et al. - leren en performantie bij kakkerlakken - manipulatie: moeilijk of makkelijk te vinden - manipulatie 2: alleen of samen co-actieve ander (experiment 1) passief publiek (experiment 2) - meting: mediaan looptijden - resultaten sociale situatie significant sneller bij makkelijk sociale situatie significant trager bij moeilijk o Schmitt et al. - persoonlijke gegevens intypen - manipulatie: sociale situatie alleen samen met niet-toekijkende persoon samen met toekijkende PL - meting: gemiddeld aantal seconden - resultaten sociale situatie significant 1/3e sneller bij makkelijk sociale situatie significant 1/3e trager bij moeilijk 1.3. Waarom inhibitatie of facilitatie? - Sociale-activeringstheorie (zie DIA + HB p. 124 bovenaan) 1.4. Hypothetisch-deductieve toetsing van de theorie van de sociale activering - discrepantie empirische basis - theorie - gevaar cirkelredenering a priori identificeren dominante respons 3 mogelijkheden 1) responshiërarchie per deelnemer 2) leerfase o Zajonc & Sales: Turkse-woorden-experiment - leerfase (studie 1): woorden nazeggen - manipulatie: frequentie combinatie frequenties en stimuluswoorden gecontrabalanceerd responshiërarchie - testfase (studie 2): pseudoherkenningstaak - manipulatie: sociale situatie alleen samen met 2 toekijkende studenten - meting: frequentie woorden genoemd - resultaten: zie DIA 3) bekende stimulus o Thomas et al. - zinaanvultest over leven en toekomst - manipulaties vriendelijke of onvriendelijke PL alleen of niet-toekijkende co-actieve anderen - meting: anonieme evaluatie PL a.d.h.v. bipolaire beoordelingsschalen - resultaat: verschil in beoordeling groter bij co-actieve situatie - aanwezigheid anderen verhoogt uitbrengingskans dominante responsen Chapman: grappige geluidsopnames bij 8-jarigen (zie HB p.131) - aanwezigheid anderen verhoogt fysiologische activiteit Martens: Palmar Sweat Index (PSI) o motorische taak o manipulatie: alleensituatie of toekijkend publiek o meting: % toename PSI t.o.v. basislijn o resultaat: sociale inhibitie + grotere toename Bell et al. : bloeddruk o reactiesnelheidstaak o manipulatie: sociale situatie o resultaat: sociale facilitatie + gem. hogere bloeddruk in sociale situatie mediatie via fysiologische activiteit - mere presence voldoende voor sociale activering, facilitatie en inhibitie? Cottrell: herneming Turkse-woorden-experiment o manipulatie: sociale situatie - alleenconditie - samen met toekijkende anderen - samen met niet-toekijkende/geblinddoekte anderen o resultaat: geen verschil tussen alleenconditie en met geblinddoekte anderen o conclusie: enkel aanwezigheid van toekijkende anderen is voldoende voor sociale activering MAAR sociale activering spreekt dit tegen (zie HB p. 134) o verklaring: ‘evaluation apprehension’ o kritiek: proefleider aanwezig in alleenconditie 1.5. Sociale-activering-theorie bewezen? - Aiello & Douthitt: ordening verklaringen 1) drive theories (mere presence) 2) evaluatievrees centraal 3) distractietheorieën - andere niet-gerichte groepsverschijnselen (zie DIA) sociale luiheid deindividuering 2. Impliciete sociale invloed: meerderheidsinvloed - Inleidende bedenkingen over impliciete en expliciete sociale invloed Aronson: conceptuele verfijning (3) methodes: ‘experimenten’ 2.1. Basisparadigma van Asch - redenering - vooronderzoek simpele taak - visuele-perceptie-taak 18 proefbeurten welk lijnstuk even lang als de standaard? pseudodns 12 x unaniem fout - meting: zie DIA fout in dezelde richting fout in tegengestelde richting - resultaat: 36,7 % niet-autonoom dezelfde richting grote fout wordt nooit gemaakt tegengestelde richting juist of zelfde fout 2.2. Determinanten sociale invloed (zie DIA + HB) 3. Impliciete sociale invloed: minderheidsinvloed - vervolgstudie Ash = geen invloed enkeling op oordeel, wel op reacties 3.1. Hoe krijgt minderheid macht? - innovatie via informatie weg (coverte verandering) cruciaal: consequente gedragsstijl 3.2. Innovatieparadigma van Moscovici (zie DIA) 3.3. Meerderheid vs. minderheid: fundamenteel verschillend? - zie DIA - Moscovici: consequente gedragsstijl specifieke determinant minderheidsinvloed <-> Ash: ook bij meerderheidsinvloed - Weaver et al. lezen notulen vergadering over reserveren ruimte in New Jersey zie HB p.151 4. Expliciete sociale invloed: het inwilligen van verzoeken - Milgram & Ash: geen experimenten - wetenschappelijke achtergrond: impliciete meerderheidsinvloed - maatschappelijke achtergrond - persoonlijke achtergrond - ‘voorproeven’ proces van ‘trial and error’ studenten Yale nadeel: weinig variabiliteit resultaten: gemiddeld verregaand foltergedrag methodologische beperkingen 1) geen vermelding vervanging cruciale rollen 2) dezelfde date gebruikt in meerder artikelen zonder vermelding 3) volgorde boek ≠ volgorde artikelen 4) condities afzonderlijke experimenten 5) onjuiste informatie 4.1. Het basisparadigma van Milgram en het ‘finale vooronderzoek’ - Milgrams algemene procedure rol schokapparaat - ‘Finale voorproef’ zie DIA resultaat: allen tot maximum (‘vrijwel allen’) 4.2. De ‘officiële’ Milgramstudies - 4 doelen vervolgonderzoek (zie DIA) toetsing determinanten o psychologische nabijheid leerling – dn (! experiment) 4 condities 1) minimaal contact + gebons 2) minimaal contact + auditief contact door opname (stijgend) 3) minimaal contact + opname + visueel contact (ruimte) 4) minimaal contact + opname + zien + tactiel contact o opdracht toenemende schokken o impliciet sociaal contract o geslacht dns - vervolgonderzoek: methode (4) oefenbeurten voet-in-deur-effect - vervolgonderzoek: resultaten zelfbeschrijving + observatie o spanning + blaming the victim nooit 100 % inwilliging Packer: heranalyse = weigering vaakst bij schok 10 (= 1ste verzoek) en anders door tot einde meer psychologische nabijheid verschuiving relatieve macht PL naar leerling o bij conditie 1) en 2) gaat meerderheid nog tot einde - mogelijke determinanten probleem van de autoriteit van de PL weinig invloed o kwetsbaarheid leerling (hartziekte) o geslacht dns vrouw: 2 tegengestelde krachten o expliciet sociaal contract o omgeving (prestige Yale?) + zie HB p. 170 sterke invloed o opdracht stijgende intensiteit i.p.v. keuze intensiteit o kenmerken PL & leerling uitstraling (zacht iets minder verregaand) nabijheid + hartkwaal 1) per telefoon 2) bandopname eensgezindheid en rolverdeling - rol PL en leerling voor pseudodns geen gehoor aan PL - rol PL voor pseudodn, PL is leerling gehoor aan PL - 2 PL’s, 1 is leerling ≈ basislijn - 2 PL’s, tegenstrijdige instructies < basislijn - PL eist stopzetting, leerling niet gehoor aan PL - dn + pseudodn: omdraaien rollen > basislijn verklaring: persoonlijke verantwoordelijkheid o impliciete sociale invloed - dn + pseudodn: 2 leraren >> basislijn - dn + 2 pseudodn: 3 leraren << basislijn 4.3. Conceptuele replicaties Milgramonderzoek - Meeus & Raaijmakers werkloze administratief mishandelen tijdens sollicitatieprocedure o PL loog: zie HB p.178 methode: ontmoedigende opmerkingen (stijgende grofheid) + stressmeter + oefenbeurten + aansporingen manipulatie (experiment 1): vrijheid volgen procedure manipulatie (experiment 2): telefonisch aansporen of niet (+ 2 pseudodns: 3 leraren) resultaat: << basislijn Milgram in controlecondities, ≈ in experimentele condities - Brief et al. blanke studenten verzoeken te discrimineren o.b.v. huidskleur manipulatie: brief president bedrijf (“geen minderheden”) resultaat: in briefconditie gemiddeld minder zwarte kandidaten - Brief et al. (2) inleven in selectieprocedure met verzoek discrimineren manipulatie: discrimineren of niet (+ conditie extra brief hoge manager) resultaten: geen verzoek </= brief hoge manager < verzoek ! leidinggevende niet nabij, toch inwilligen van verzoek - Beauvois et al. 3 verschillen met Milgramstudies (zie HB p. 181) ≈ PL + auditief contact resultaat: 80% tot maximumschok 4.4. Naar een verklaring? - Milgrams ‘agentic shift’ theorie zie DIA kritiek o post-hoc o afleiding toetsbare hypothesen (agentic shift niet altijd compleet) - Reicher & Haslam: speculatieve verklaring i.t.v. sociale identiteit (zie DIA) 5. Impliciete en expliciete invloed: fundamenteel verschillend? - zie DIA - Pronin et al. waarom studenten iPod gekocht? meting: hoezeer beslissing uit conformisme? resultaten: denken minder onderhevig te zijn aan sociale invloed of sociale wenselijkheid 4 . Coda: een opmerking over de zin en het nut van sociale invloed (ook + effecten) HOOFDSTUK 5: ATTITUDES 0. Inleiding = evaluatieve houding t.o.v. attitude-object cognitief aspect affectief aspect leerproces - inter-individuele verschilen - intra-individuele stabiliteit 1. De (voorspellende waarde van) metingen en attitudes 1.1. De meting van attitudes door zelfbeschrijvingen - nadelen covert gedrag zelfbeschrijving o verbaal gedrag o ~ attitude? - 3 deelveronderstellingen 1) kunnen controle: 3 problemen 2) willen controle: 3 problemen verschillen attitudeverschil en - verandering 3) geen situatie-invloeden 1.2. Attitudes en gedrag - Relatie zelfbeschrijving en niet-verbaal gedrag Wicker o meta-analyse o lage correlatie beschreven attitude – overt, non-verbaal gedrag - sociale straffen en versterkers - indirecte meting - ‘oplossingen’ (3) 1.3. Indirecte metingen (aspecten van) attitudes - leugenschaal/sociale wenselijkheidsschaal - bogus pipeline fysiologische meetapparatuur (nep) - impliciete metingen impliciete attitudes o fysiologische processen o cognitieve processen - Affective Priming Test oorspronkelijk 4 fasen nu: fase 4 - manipulatie: combinatie AO - valentie 1.4. Indirecte metingen (aspecten van) attitudes: enkele bevindingen - gedrag voorspellen niet-verbaal: indirect verbaal: zelfbeschrijving 2. De vorming van attitudes 2.1. Evaluatief leren - klassieke conditionering signaalleren o occasion setting evaluatief leren o hogere-orde-conditionering o secundaire versterkers en straffen o algemene determinant van attitudes - t.a.v. zintuiglijke prikkels - vorming en verandering attitudes Baeyens et al. : neutrale houding wordt (on)gunstig - bogus pipeline (meting elektrodomale activiteit) - voorbereidingsfase: eerste beoordeling gezichten - leerfase: gezichten in paren 1) N A 2) N O 3) N N - meting: aantrekkelijkheid gezichten + opvolging - resultaat: aantrekkelijkheid ~ opvolging Olson & Fazio: ongunstige houding verdwijnt - schermafbeeldingen + target (experiment 1) - APT van attitude zwart + blank (experiment 2) - resultaat: klassieke conditionering doet racisme verdwijnen - conclusie: prikkelveralgemening - robuuste attitude link met contiguïteit en contingentie (zie HB p. 205-206) o geen contingentie nodig voor evaluatief leren functie van klassieke conditionering (zie DIA) 2.2. Vorming van attitudes: contactconditionering - Zajoncs inductieve hypothese: mere exposure definitie voorwaarden (2) experiment 1 o Turkse-woorden-experiment o leerfase: uitspraak o (binnenproefpersoons)manipulatie: frequentie - woorden gecontrabalanceerd o meting: gunstigheid betekenis o resultaten: zie DIA experiment 2 o Chinese karakters o leerfase: bekijken o (binnenproefpersoons)manipulatie: frequentie - karakters gecontrabalanceerd o meting: gunstigheid betekenis o resultaten: zie DIA - Weerlegging ‘mere exposure is een artefact’ 1) niet alleen bij mensen 2) niet alleen bij binnenproefpersoonsmanipulatie 3) niet alleen bij frequentiemanipulatie waarvan men zich bewust is o Moreland & Beach - vrouwen bezoeken onopgemerkt college - (binnenproefpersoons)manipulatie: frequentie - metingen subjectieve vertrouwdheid 10 bipolaire dimensies kans vriendschap resultaten nauwelijks vertrouwd hoe hoger frequentie, hoe sympathieker - conclusie: subjectieve vertrouwdheid niet nodig voor affectieve gevolgen van ‘mere exposure’ 4) niet alleen bij attitudes gemeten a.d.h.v. bewust controleerbare gedragingen (+ ook via ZB) o Harmon-Jones & Allen - vrouwen kijken twee keer zeer kort naar foto’s jonge vrouwen foto’s gecontrabalanceerd - meting: sympathie + gunstigheid attitude (via elektromyografie) - resultaat: meer sympathie + verhoging positieve reacties voor vrouwen die 2 keer getoond werden ! geen afname negatieve reacties 5) geen beperkte relevantie in dagelijkse leven o Cutting (experiment - studenten & impressionistische schilderijen uit kunstboeken - meting: mooiste schilderij - niet bij kinderen o Meskin et al. - lelijke schilderijen herhaaldelijk tonen - resultaat: nog lelijker bevonden o Schaffner et al. - fictieve verkiezing hoofdredacteur - zie DIA Monahan et al. : prikkelveralgemening subliminale aanbieding achthoeken of Chinese karakters zie DIA Mita et al. : prikkeldiscriminatie close-up foto’s studenten (gewoon & spiegelbeeld) manipulatie: lief of vriend(in) meebrengen meting: mooiste foto resultaat: dns verkiezen gewoon, gezelschap spiegelfoto Zilva et al. : subtiele verandering context attitude-objecten doet mere exposureeffect verdwijnen leerfase: 24 zwart-wit foto’s studenten + zinledig woord (‘namen’) testfase: 36 foto’s beoordelen op aantrekkelijkheid zie DIA Verklaring van contactconditionering Saegert et al. : ≠ evaluatief leren o proefparcours met ontmoetingen o manipulatie: frequentie ontmoetingen o resultaat: ook bij aversieve smaken gold mere exposure-effect o implicatie: + affect leren bevorderd door mere exposure, maar bemoeilijkt Harrison: responscompetitiehypothese (zie HB p.221) o uitleg o 5 beweringen Reber et al. : ‘processing fluency’ verklaring (zie DIA) - - - - Bijzonder geval van contactconditionering: het waarheidseffect o uitleg o ongeacht - soort bewering - mondeling of schriftelijk - tijdsverloop tussen aanbiedingen - ja of nee beoordeling waarheidsgehalte eerste aanbieding o verklaringen - cognitive fluency - waargenomen consensus over bewering o Begg & Armour - geloofwaardigheid beweringen - zie DIA - praktische implicaties 3. Attitudeverandering via gedragsverandering - cognitieve-consistentietheorieën (zie HB p.225) 3.1. Cognitieve dissonantietheorie totale dissonantie/consonantie ~ o cluster van consonante en dissonante relaties dissonantie verzachten respectievelijk verergeren a.d.h.v. gewogen proportie dissonantie = aversief o dissonantiereductie: 3 manieren o verandering cognitie ~ - veranderbaarheid cognitie - ruimte voor interpretatie o relatieve veranderbaarheid: 2 implicaties 5 afgeleide hypothesen 1) attitude bijstellen meer conform met vooropgesteld gedrag 2) meer bijstelling naarmate minder beloond 3) keuze tussen gelijke objecten niet gekozen devalueren 4) sterkere bijstelling naarmate moeilijkere keuze 5) minder attitudeverandering na wegvallen straf bij kleine strafdreiging 4 oorzaken attitudeverandering 3.2. Onderzoek geïnspireerd door cognitieve-dissonantietheorie tegenattitudinaal gedrag attitudeverandering? o Festinger & Carlsmith: tegenattitudinaal gedrag - attitudevormingsfase: 30 minuten saaie houten-cilindertaak - manipulatie: beloning voor uitleg (1$, 20$ of controleconditie) = uitlokking tegenattitudinaal gedrag - meting: attitudeverandering - resultaten controleconditie: nogal saai (! sociale wenselijkheid) 20$-conditie: ≈ controleconditie 1$-conditie: positieve attitude o Cohen: politie-optreden campusrellen - manipulatie: argumentatie (pro of contra) + grootte beloning bij pro - meting: attituderespons tegen politie - resultaat: grootst bij kleinste beloning - conclusie: inverse relatie beloning & attitudeverandering verklaring (zie DIA) postdecisierevaluatie (zie DIA) o Brehm: ‘consumentenonderzoek’ - 8 voorwerpen aantrekkelijkheid beoordelen, 1 als dank - manipulaties: keuze uit 2 (moeilijk of makkelijk) of geen keuze - meting: aantrekkelijkheid - resultaten niet-gekozen gedevalueerd meer devaluatie bij moeilijke keuze o Gawronski et al. : kunstfoto’s met kamelen - manipulatie: foto gevolgd door + of – woord (APT) - keuze maken APT met vergelijkbare woorden - resultaten: gunstigere attitudescores t.a.v. gekozen foto en minder gunstig voor niet-gekozen - conclusie: ‘associatieve verankering van het zelf’ o Schultz et al. : keuze onaantrekkelijke alternatieven - beoordeling posters door kinderen, keuze, 2e beoordeling - manipulaties: moeilijke (2 mooi of 2 lelijk) of makkelijke keuze - resultaten: bij elke keuze postdecisierevaluatie, maar devaluatie niet-gekozen bij 2 mooi en opwaardering gekozen bij 2 lelijk o Coppin et al. : deodoranten beoordelen - 3 paren: lekker, verschillend, rest - meting: lekkerst in ieder paar - meting 2: beoordeling, intensiteit, herkenning (& verworpen?) - manipulaties: keuze uit 2 (moeilijk of makkelijk) of geen keuze - resultaten herkenning maar niet vaak juist gekozen/verworpen postdecisierevaluatie - conclusie: postdecisierevaluatie NIET ~ bewuste herinnering keuze o Egan et al. : ook bij kindjes en aapjes (zie DIA) 3.3. Zelfperceptie, zelfaffirmatie en evaluatieve gedragsaansteking (zie DIA) Steele: zelfaffirmatietheorie o persoonlijke integriteit Bem: zelfperceptietheorie o attituderelevant gedrag zelfperceptie vs. cognitieve dissonantie zelfaffirmatie vs. cognitieve dissonantie o Festinger & Carlsmith: tegenattitudinaal gedrag - attitudevormingsfase: 30 minuten saaie houten-cilindertaak 4. Conclusie HOOFDSTUK 6: STEREOTYPES 1. Wat zijn stereotypes - definitie stereotype opvallende groepen (3) individueel zelfstereotypering - informatie (zie DIA) cognitief aspect affectieve reacties normatieve verwachtingen - verwerking sociale informatie - stereotypes, vooroordelen en discriminatie zie DIA 2. Meting (aspecten van) stereotypes: ≈ attitudes - manieren (zie DIA) Implicit association test o principe (zie DIA) o Hein et al. - houding studenten orthopedagogie over mentaal gehandicapten - zie DIA 3. Waar komen stereotypes vandaan? (zie DIA) - informatieverwerking - opbouwen zelfbeeld sociale identiteit o ingroep favoritisme - instandhouding maatschappelijk status-quo 4 . Stereotypes en de verwerking van informatie over personen 4.1. Identificatie van gedrag - naïef realisme - Plant et al. : genderstereotypes digitale morphs beoordelen op emotie verdriet - boos zie DIA - Duncan: etnische stereotypes video op racistische agressie beoordelen zie DIA conclusie: we identificeren actie als betekenisvol i.p.v. fysiek 4.2. Aanvulling van gedragsinformatie - Dunning & Sherman: valse herkenning fase 1: dubbelzinnige beschrijvingen van gestereotypeerde groepen (binnenproefpersoons)manipulatie: stereotyperelevant of –irrelevant o groepen gecontrabalanceerd over dns fase 2: nieuwe of aangevulde beschrijvingen (tussenproefpersoons)manipulatie: consistent of inconsistent meting: welke kwamen ook voor in fase 1? (= % valse herkenningen) resultaat: zie DIA 4.3. Stereotypes & causale attributie - Feldman et al. : correspondentievertekening bij genderstereotypes fase 1: close-ups mannen en vrouwen met toelichting emotie manipulatie: geslacht + emotie fase 2: close-ups zonder toelichting meting: aantal dispositionele (i.p.v. situationele) verklaringen resultaat: bij vrouwen vaker i.t.v. dispositie verklaard 5. Stereotypes bepalen mee hoe we mensen beoordelen - invloed bij interpretatie van informatie Arbuckle & Williams: assimilatie van professorstereotype o audiotape androgyne vrouwelijke professor o manipulatie: leeftijd professor (oud of jong) o o meting: evaluatie i.f.v. leeftijd/geslacht resultaat: studenten noemden college beter als ze dachten dat het van jonge/mannelijke professor kwam - groep bepaalt vergelijkingsstandaard bij oordeel contrast tegen-intuïtieve verwachtingen Biernat et al. : genderstereotype als norm o financiële succes geportretteerden schatten o zie DIA o conclusie: verschillende standaarden 6. Stereotypes bepalen mee overt gedrag - invloed affectieve reacties - sociale norm van individualisme - Gabriel & Banse: discriminatie o.b.v. geaardheid wrong number technique zie DIA + HB p.267 - Heble et al. : informele discriminatie o.b.v. geaardheid zie DIA resultaat: geen formele discriminatie, maar negatievere houding en korter gesprek tegen/met openlijk homoseksuele sollicitant 7. Wanneer bepalen stereotypes informatieverwerking, oordelen en gedrag? - cruciale voorwaarde: geactiveerd stereotype (~ (3)) - als … 1) stereotype = waar & toepasselijk o Goff et al. : minder kinderlijk stereotype afrikaans-amerikaanse pubers - manipulatie: leeftijdscategorie + huidskleur - kinderlijke eigenschappen - resultaat: zelfde niveau kinderlijkheid ligt bij zwarten 1 leeftijdscategorie lager 2) data-driven onmogelijk (3) 3) bescherming zelfbeeld o Sinclair & Kunda - oordeel manager over sociale vaardigheden - manipulatie: valentie oordeel + geslacht manager - meting: tevredenheid beoordeling + beoordeling manager - resultaten – feedback vrouw gaf minder slechte tevredenheid dan – feedback man bij – feedback vrouw minder competent - conclusie: kritiek neutraliseren door gebruik stereotype om zelfwaarde te beschermen o Sinclair & Kunda (2) - stereotiepe beeld van professor als man examencijfers i.v.m. beoordelingen - resultaat: zie vorig 4) onderdrukking niet langer mogelijk o Macrae et al. : terugslageffect - 2 foto’s skinhead - manipulatie: waarschuwing stereotypering (ja/nee) - meting: stereotiepe inhoud beoordeling - resultaten: zie HB p.276 Macrae et al. (2): terugslageffect - spullen skinhead op stoel wachtzaal - manipulatie: waarschuwing stereotypering (ja/nee) - meting: afstand van zitplaats - resultaten: zie HB p.276 - Macrae et al. : terugslageffect - 2 foto’s skinhead o verklaring: moreel krediet 5) neiging onderdrukken opgeheven o Darley & Gross: opheffing door ‘aanwezigheid’ informatie - stereotype ‘kinderen hoge klasse beter op school’ - videopresentatie over kind - manipulatie: groepslidmaatschap (hoog/laag) + individuerende informatie (ja/nee) - meting: 3 vaardigheden + prestatie (bij ind.info.) gemiddeld ingeschat niveau - resultaat: bij aanwezigheid ind.info. veel stereotiepere beoordeling niveau - verklaring: perceptie van individu confirmatie van verwachting weinig informatie, grote invloed ambigue informatie geïnterpreteerd volgens stereotype o Monin & Miller: ‘moral credentials’ - taak 1: keuze tussen 5 solicitanten - manipulatie: topkandidaat seksismeconditie: vrouw racismeconditie: zwarte man controleconditie: blanke man rest altijd blanke mannen moreel krediet - taak 2: welke best geschikt voor functie? - manipulatie: mannenberoep/politie in blanke wijk/keuze - meting: voorkeur blanke man - resultaten bij afwezigheid moreel krediet minder discriminatie t.v.v. blanke man, maar binnen categorie wel meer discriminatie o.g.v. gender 8. Stereotypes houden zichzelf in stand 1) effecten informatieverwerking 2) effecten informatieselectie – & verwerving o Zuckerman et al. : confirmatorische zoekstrategie - experiment (zie DIA) - kritiek (3) o illusoire correlatie (zie DIA) 3) Robinson et al. : zelfstereotypering o taalquiz en stereotiepe emoties o manipulaties - echt winnen/verliezen of zich voorstellen (fictief) o - bevraging (na spel/na week) meting: vrouwelijke emoties (+ of -) resultaten - in fictieve conditie en 1 week-conditie rapporteerden vrouwen meer dan mannen typisch vrouwelijke gevoelens, terwijl er in na spel-conditie geen significant verschil was 4) zichzelf waarmaken door … o zelfvervullende voorspelling (zie HB p.279) - stereotype threat o instrumentele conditionering = beloning/straf voor stereotiep/niet-stereotiep gedrag - Castelli et al. : iemand die stereotiepe dingen zegt meer nadien dan niet-stereotiepe spreker? student interviewen over ouderen in SL zie DIA 9. Hoe/wanneer kunnen stereotypes veranderen? - contacthypothese nadelen (4) - stereotype inconsistentie nadelen 1) effecten informatieverwerking 2) individuatie 3) subtypering verandering als … (zie DIA) 10. … Tracteren! (Een slotwoord) o o HOOFDSTUK 7: SOCIALE VERGELIJKING 1. De sociale-vergelijkingstheorie, geformuleerd door Festinger - behoefte aan evaluatie meningen/vaardigheden aan objectieve norm aan vergelijkbare anderen o waarde vergelijking (zie DIA) o wens affiliatie - mening uniformiteit - vaardigheid (lichte) superioriteit o verschillen reduceren - strategie ~ eigen positie - druk uniformiteit ~ (2) 2. Kritische evaluatie van de theorie van de sociale vergelijking 2.1. Conceptuele bedenkingen - problematiek coverte beschrijving - combinatie nastreven evaluatie & uniformiteit niet coherent (3) - tegenstrijdige verklaring voor innovatie - problematiek objectieve standaard 2.2. Empirische basis (zie DIA) 2.3. Hypothetisch-deductieve toetsing - behoefte? naïef realisme hiërarchie vereist (bij meningen) geen verklaring - vergelijkend? ‘grote vis in een kleine vijver’-effect Alicke et al. o leugendetectietaak: video’s o manipulatie: feedback rangorde - binnen totale groep - binnen subgroep o conclusie: positie binnen subgroep sterke invloed op evaluatie eigen vaardigheid - vergelijkbare ander? Gilbert et al. o detectietaak: schizofrenie o manipulaties - succes dn op instructievideo (+ reden) - cognitieve belasting (hoog of laag) o meting: zie DIA o resultaten: zie DIA o conclusie: bij cognitieve belasting treed er ook sociale vergelijking met niet-vergelijkbare ander op Gilbert et al. (2) o detectietaak: (on)oprechte emoties o manipulaties - succes dn op instructievideo (+ reden) - vergelijkbaarheid taak o meting: zelfgerapporteerde vaardigheid & emoties (2) o resultaten: zie DIA o conclusie: sociale vergelijking met onvergelijkbare ander blijkt uit affectieve reacties, niet uit gerapporteerde vaardigheid (+ zie DIA) 3. Een rekbare theorie? - Schachter: toepassing sociale vergelijkingstheorie op emoties uitleg Schachter & Springer o blootstelling euforische of woedende pseudodn na inspuiting o manipulatie: epinefrine (objectieve verklaring) of placebo o meting: overt gedrag en zelfrapportering emoties o resultaten - euforie: Schachters theorie bevestigd - woede: geen bevestiging w.b. zelfrapportering woede o kritiek: (*) slechts na post hoc verschuivingen met dns Marshall & Zimbardo: vervolgonderzoek o blootstelling blije dn o manipulatie: epinefrine (+ 2 condities hogere dosis, waarvan 1 ook activiteiten ter verhoging arousal) of placebo o meting: overt blij gedrag en zelfrapportering emoties o resultaat: geen sociale vergelijking, enkel meer negatieve emoties indien geen objectieve verklaring arousal o conclusie: geen steun Schachter & Springer vervolgonderzoek: arousal overbodig voor emoties Schachters theorie achterhaald - Sociale vergelijking niet alleen ter zelfevaluatie (zie DIA) - Sociale vergelijking bij diersoorten Range et al. : honden (zie DIA) onderzoek bij apensoorten (zie HB p.318) - Maakt geld gelukkig? Easterlinparadox o Boyce et al. : ‘life satisfaction’ voorspeld door koopkracht? - resultaat: rangorde in koopkrachthiërarchie voorspelt geluk, absolute koopkracht en afwijking t.o.v. referentie niet asymmetrisch verband - conclusie: verklaring voor Easterlinparadox 4. Naar een theorie van sociale competitie en sociale integratie - schema relevante attributen voor sociale competitie & integratie o vaardigheden o karaktertrekken o inspanning o externe omstandigheden o succes sociale competitie & integratie o verwerving schaarse goederen rol sociale vergelijking vergelijking is iteratief proces (zie DIA) voordelen theorie (3) HOOFDSTUK 8: AGRESSIEF GEDRAG Inleiding: Wat is agressie? - definitie 1: gedrag met intentie tot schaden (instrumentele agressie) <-> vijandige agressie covert gedrag: 3 wetenschappelijke risico’s meting intentie 1) onderzoeker 2) zelfbeschrijving 3) anderbeschrijving - definitie 2: gedrag met toename aversiviteit situatie ander vermijdings- en ontvluchtingsgedrag niet louter reactief (= dwingende context) 1. Hoe valt agressief gedrag te bestuderen? - 3 problemen i.v.m. agressie-onderzoek 1.1. De meting van agressie - 4 ‘oplossingen’ - methoden Reactietijdcompetitie Lieberman et. al : ‘hot sauce’ methode systematische fouten bij beoordeling andermans prestatie o score o aversieve prikkels o appetititieve prikkels 1.2. De manipulatie van ervaren agressie - 2 technieken (zie kopie) 1.3. Agressie uitlokken toevoeging bekende determinant: provocatie o risico: oververalgemening dekmantel: onderzoek over stress 1.4. Agressie door instrumentele conditionering - Berkowitz & Frodi fase 1: elke 5s lawaaistoot toedienen aan essay-schrijvende o keuze intensiteit o manipulatie: reactie onderzoeker versterking straf basislijn fase 2: essay beoordelen met lawaaistoten o vaste intensiteit o manipulatie: herinnering versterkings- of bestraffingscontingentie discriminatieve prikkel o resultaten: zie kopie 2. De Freudiaanse visie op agressie: agressie door doodsdrift - Thanatos = doodsdrift - Eros = levensdrift - driften niet onbeperkt te onderdrukken uitleven sublimatie genot agressie/ellende anderen actieve agressie o catharsis - 2 kritieken 5 weerleggingen o Bushman: tegenbewijs catharsis pleidooi pro/contra abortus negatieve feedback manipulatie: boksbal - wraakconditie - afleidingconditie - controleconditie metingen (gecontrabalanceerd) - emoties (ZB) - agressie (reactietijdcompetitie) resultaat: meer - emoties, agressie in wraakconditie 3. De frustratie-agressie hypothese = frustratie agressie? - Dill & Anderson: dwarsboming bereiken doel agressie instructiefase: origami leren vouwen o verzoek pseudo-dn manipulatie: reactie proefleider o ongerechtvaardigde frustratie o gerechtvaardigde frustratie o geen frustratie metingen o emoties (frustratie & agressie) o evaluatie proefleider vriendelijkheidsscore competentiescore globaal resultaten: zie HB p.345 - Muller et al. fase 1: waarnemingscompetitie (dollarteken) o manipulatie: winst of verlies fase 2: reactiesnelheid-competitie o lawaaistoten (= meting agressie) keuze intensiteit en duur agressiviteitsscore o resultaten: frustratie meer agressie o ! geen contoleconditie, dus niet ‘winst meer agressie’ 4. Provocatie en agressie = provocatie agressie? - Zechmeister et. al: excuus agressie intelligentietest - feedback vergissing - feedback begeleidster manipulatie: terugname - feedback + excuses PL meting: evaluatie PL resultaat: excuus negatievere beoordeling verklaring: meer schuld indien excuus - Ames & Fiske: invloed provocatie ~ intentie daling winstuitkering door slechte investering CEO manipulatie: oorzaak o opzet-conditie o ongeluk-conditie meting: geleden schade resultaat: schade groter bij opzet-conditie (intentioneel) verklaring: meer schuld indien excuus - Ames & Fiske (2): invloed provocatie ~ intentie opdroging rivier manipulatie: oorzaak o opzet-conditie o ongeluk-conditie metingen: schatting totale schade o prijs beste schatters o boetebedrag resultaat: significante overschatting totale schade - Pedersen et al. : provocatie agressie tegen derden (triggered displaced agression) ‘probleemoplossend vermogen’ studie 1: anagrammentaak o manipulatie: muziek + beoordeling studie 2: meerkeuzevragen o manipulatie: leessnelheid, vergissingen, beoordeling o meting: evaluatie andere PL o resultaten: provocatie PL1 (+ lichte provocatie PL2) slechte evaluatie PL2 - Marcus-Newhall et al. : meta-analyse verplaatste agressie sterker naarmate slachtoffer op provocateur lijkt o hoe erger oorspronkelijke provocatie, hoe kleiner verplaatste agressie - Doob & Gross: provocatie agressie is ~ provocator verkeersagressie en sociale status manipulatie: auto (uitstraling sociale status) meting: toeteren + ondervraging studenten resultaten o vaker en sneller bij kleine, oude auto o mannelijke studenten beweren omgekeerde o significant verschil tussen mannen en vrouwen o mannelijke studenten beweren omgekeerde - Deaux: provocatie agressie is ~ provocator verkeersagressie en geslacht manipulatie: geslacht bestuurder meting: toeteren resultaten o vaker en sneller bij vrouwelijke bestuurder o mannen toeterden vaker dan vrouw - Carlsmith et al. : agressie geeft niet verwachte voldoening inleggen in pot (zie ook Mulder) o 2 PC’s: volledige inzet, daarna tit-for-tat o 3e PC: freerider/profiteur schending sociale norm manipulatie: mogelijkheid tot straffen o 2 strafcondities bestrafferconditie getuige-conditie o controlecondtie: geen vermelding straf o 2 ingebeelde strafcondities ingebeelde bestrafferconditie ingebeelde getuige-conditie metingen o bestraffing ja/nee o (ervaren en verwachte) emoties o zelfgerapporteerde gedachten aan profiteur resultaten o straf uitdelen negatieve emoties tegengestelde resultaten bij ‘verwachte emoties’ significant negatievere emoties bij straf- dan bij getuigencondities o meer gerapporteerde gedachten in bestraffercondities tegengestelde resultaten bij ‘verwachte gedachten’ effect straf uitdelen op emoties gemedieerd door gedachten aan profiteur/dader 5. Agressie, macht en onmacht = provocatie agressie? - Nuttin et. al: agressief gedrag als gevolg van machtsverlies 5.1. Oncontoleerbare aversieve prikkels doen agressie toenemen - Donnerstein & Wilson tekst over Watergateschandaal schrijven o pseudodeelnemer evalueert verbaal en met elektrische schokken manipulatie (fase 1) o lawaaistoten of geen lawaai o subjectieve macht over einde lawaai manipulatie (fase 2) o provocatie a.d.h.v. schokken en commentaar pseudodeelnemer woordassociaties meting: gemiddelde schokintensiteit resultaten: o hoger bij geprovoceerde deelnemers en versterking door lawaai bij afwezigheid subjectieve macht verklaring: aversieve prikkels versterken de door provocatie uitgelokte agressie ALLEEN als het individu geen controle had over die aversieve prikkels 5.2. Subjectieve macht over aversieve prikkel reduceert door uitsluiting veroorzaakte agressie - Warburton et al. spel met bal in wachtzaal manipulatie (fase 1): sociale uitsluiting o uitsluitingsconditie o niet-uitsluitingsconditie manipulatie (fase 2): controle over lawaai meting: ‘hot sauce procedure’ resultaten: ervaring macht elimineert door uitsluiting veroorzaakte agressie - Gerber & Wheeler: meta-analyse agressie als machtsherstel o ook prosociaal gedrag mogelijk - De vicieuze cirkel van sociale uitsluiting van de machteloze en agressie 5.2. Onmacht maakt vijandige humor leuk - Weinstein et al. definitie vijandige humor confrontatie (on)macht via priming procedure: thema woorden scrambled sentences o autonomie o externe controle o controleconditie (enkel bij (a)!) manipulatie: vijandigheid humor van grappen (a) of 8 videoclips (b) o vijandig o niet-vijandig meting: beoordeling amusementswaarde resultaten o (a) niet-vijandige grappen ‘leuker’, tenzij ervaring onmacht o (b) interactie humor met priming = autonomie n-vijandig leuker, externe controle vijandig leuker verklaring: vijandige humor vooral ‘leuk’ bij ervaring onmacht 6. General Agression Model 6.1. Mechanismen = 3 routes invloed op spontane agressieve reactie toename agressie van nature of via leerproces beïnvloeden elkaar 1) toegankelijkheid agressieve gedachten 2) agressieve gevoelens opwekken/versterken 3) fysiologische arousal - primary appraisal - secundary appraisal - zie HB P. 365-366 6.2. Debat over computerspellen (zie HB p.367-370) - effect aantonen houdt geen conclusie in - effect aantonen houdt geen advies in 6.3. Toetsing van het G.A.M.: gewelddadige spelen lokken agressie uit - Anderson & Dill effecten van agressieve computerspellen op agressieve gedachten, gevoelens en gedragingen sessie 1: 15 min. spelen affectmeting (vragenlijst) 15 min. meting agressieve gedachten (woorden lezen) meting 1: verschilscore leessnelheid niet- en agressieve woorden sessie 2: 15 min. meting 2: reactiesnelheidscompetitie o keuze duur en intensiteit resultaten + conclusie: zie HB p.371 - Hasan et al. verhaal afmaken met gevoelens hoofdpersoon na spelen spel manipulatie: gewelddadig spel of niet meting: reactietijdcompetitie resultaten: zie HB p. 372 verklaring: agressieve gedachten verwachten agressie van anderen anticiperen door zelf agressief gedrag te vertonen - vervolgonderzoek 6.4. Maar ik voel me helemaal niet agressief! - contrast met alledaagse vormen agressie lijken onschuldig/minder agressief (mediatie) meer vertonen zonder zichzelf agressiever te voelen - Greitemeyer verbale en fysieke agressieve gedragingen na spelen spel manipulatie o gewelddadig spel of niet o inbeelden zelf of ander meting: agressiescores conclusie: minder agressief vinden van gedrag o.i.v. agressief spel beperkt tot eigen gedrag toevoeging 3e fase: ‘hot sauce procedure’ HOOFDSTUK 9: ALTRUÏSTISCH GEDRAG 1. De definitie van altruïstisch gedrag 2. Methodologie van onderzoek over altruïsme 3. De ‘altruïstische intentie’ en de beoordeling van gedrag (= perceptie van altruïsme) - sociale versterker (< sociale norm) - sterke afkeuring ‘schijnbaar’ altruïsme - Newman & Cain vrijwilligerswerk om hart vrouw te winnen (tusssenproefpersoons)manipulatie: tehuis daklozen of koffiebar metingen moraliteitsschaal o ethisch vlak o moreel vlak o goed- of afkeuring o bijdrage aan betere wereld resultaten: zie HB p.381 - vervolgonderzoek: fundraiser (zie HB p. 382) - Newman & Cain (2) HIV & malariacampagne kledingketen GAP manipulatie: informatie o controleconditie o altruïsmeconditie o besmet altruïsmeconditie 1 o besmet altruïsmeconditie 2 (nadruk persoonlijk voordeel) metingen o zelfbeschreven attitude t.o.v. GAP o moraliteit GAP resultaten: zie HB p. 383 o minder gunstige attitude voor besmette condities o minder moraliteit voor controle en besmet 2 4. Waarom helpen mensen? 4.1. De meting van agressie = besef helpen/delen werkt als versterker sociaal kostenbaten-analyse niet-sociaal methoden - Aknin, Hamlin & Dunn (1) geld uitgeven voor zelf of anderen manipulatie: 5 of 20 dollar meting: geluk o voor uitgave o na uitgave resultaat: bedrag geen invloed, geven aan anderen maakt gelukkiger - Aknin, Hamlin & Dunn (2) 2-jarige, Aapje en 8 snoepjes manipulatie: gebeurtenis (gecontrabalanceerd) o extra snoepje Aapje o extra snoepje Aapje via kind o snoepje kind Aapje meting: gelaatsuitdrukking resultaat: iets geven (en vooral van zichzelf) maakt blij conclusie: genot altruïsme geen gevolg van instrumentele conditionering 4.2. Model Darley & Latané o.b.v. onderzoek bystander-effect - Persoon in levensgevaar (1) onderzoek privéproblemen via intercom manipulatie: aantal aanwezigen (+ voorstelconditie) meting: latentie van hulpverlening + zelfbeschrijvingen resultaten: zie DIA conclusie: diffusie van verantwoordelijkheid (zie DIA) - Rookexperiment (2) manipulatie: aantal aanwezigen o 1 dn o 3 dns o 1 dn + 2 psdns meting: snelheid, verbaal gedrag, niet-verbaal gedrag o latentie opmerken o latentie melding o proportie meldingen resultaten: zie DIA conclusie: impliciete sociale invloed bij interpretatie ambigue noodsituatie bystander-effect - Latané & Rodin: gevallen-vrouwenexperiment PL valt van ladder tijdens invullen vragenlijst manipulatie: aantal aanwezigen o 1 dn o dn + psdn o 2 dns (onbekenden) o 2 dns (vrienden) meting: latentie van hulpverlening o proportie o mediaan latentietijd resultaten: zie DIA - Hypothetische kans op hulp bij meerdere aanwezigen = 1 - (1 - kans dn alleen helpt)² - Blair et al. fictieve student URL bezorgen manipulatie: adressatie o alleen dn o dn + fictieve dn o dn + 14 fictieve dns o dn + 49 fictieve dns meting: percentage antwoorden van totaal aangeschrevenen resultaten: zie HB p.397 conclusie: bystander-effect ook bij virtueel aanwezigen - Chekroun & Brauer overtreding en persoonlijke benadeling manipulatie: graffiti lift of flessen park meting: reacties resultaten: proportie reactie hoger bij meer getuigen conclusie: persoonlijke benadeling elimineert bystander-effect - Ross: rook- en gevallen-medewerker-experiment manipulatie: pseudodns volwassenen of kinderen meting: latentie van hulpverlening resultaten: verschil tussen condities met kinderen en alleensituatie was ook significant conclusie: toch bystander-effect zonder diffusie van verantwoordelijkheid - Garcia, Darley et al. inbeelding etentje met vrienden manipulatie: 1 of 10 vriendinnen (+ controlegroep) meting: duur meewerken ander onderzoek met te weinig dns conclusie: inbeelding samenzijn met veel mensen doet altruïstisch gedrag afnemen (≠ diffusie van verantwoordelijkheid) 4.3. General Learning Model - gewelddadige computerspellen minder altruïsme - vredelievende “ prosociale effecten uitgelokte altruïstische gedachten 4.4. Altruïsme als uitoefenen van macht - verzoek om hulp kan bedreiging sociale macht zijn extreme/dwingende verzoeken minder altruïstisch gedrag - voorkeur altruïstisch gedrag bij identificeerbare enkeling/hulpmiddelen waarnemen effect gevoel macht ALS eigen keuze