Vreemdetaalverwerving

advertisement
De omvang van een taal
•
•
•
•
•
•
Woordenschat
Syntax
Fonologisch systeem
Morfologisch systeem
Discourse
…
 Niet alles kan tijdens de instructie geleerd worden!
4 vaardigheden
• 2 receptieve vaardigheden:
lezen, luisteren
• 2 productieve vaardigheden:
schrijven, spreken
• 2 vaardigheden in een schriftelijke modus:
lezen, schrijven
• 2 vaardigheden in een mondelinge modus:
luisteren, spreken
Belang van blootstelling aan de L2
• Blootstelling in de les moet aangevuld worden met…
• Blootstelling buiten de les
Afhankelijk van de leeractiviteit:
Incidentele verwerving
Intentionele verwerving
• Incidentele taalverwerving
= gebeurt door middel van activiteiten waarvan
hoofddoel niet het aanleren van taalelementen is,
maar het overbrengen van informatie (zoals in de L1)
 bijvoorbeeld: door te lezen, televisie te kijken, liedjes te
beluisteren, etc in de L2 pik je L2-elementen ‘vanzelf’ op
• Intentionele taalverwerving
=
Hoe leer je woorden in een L2?
• Incidentele woordenschatverwerving
= gebeurt door middel van activiteiten waarvan
hoofddoel niet het aanleren van woordenschat is,
maar het overbrengen van informatie (zoals in de L1)
 bijvoorbeeld: door te lezen, televisie te kijken, liedjes te
beluisteren, etc in de L2 pik je L2-elementen ‘vanzelf’ op
• Intentionele woordenschatverwerving
= gebeurt door middel van activiteiten waarvan
hoofddoel wel het aanleren van L2-elementen is
 bijvoorbeeld:
Hoe leer je woorden in een L2?
• Incidentele woordenschatverwerving
= gebeurt door middel van activiteiten waarvan
hoofddoel niet het aanleren van woordenschat is,
maar het overbrengen van informatie (zoals in de L1)
 bijvoorbeeld: door te lezen, televisie te kijken, liedjes te
beluisteren, etc in de L2 pik je woordenschat ‘vanzelf’ op
• Intentionele woordenschatverwerving
= gebeurt door middel van activiteiten waarvan
hoofddoel wel het aanleren van taalelementen is
 bijvoorbeeld: woordlijsten aanmaken, invuloefeningen, ‘van buiten
blokken’, etc...
Incidenteel leren:
• Voordelen?
• Nadelen?
Incidenteel leren:
• Voordelen?
- het is natuurlijk
- het is ‘moeiteloos’
• Nadelen?
- Is het snel genoeg?
 Je moet een woord tussen 5/16 keer horen of zien voor je het
onthoudt (Salling, 1959)! Biedt onze omgeving wel genoeg
‘natuurlijke’ herhalingen?
- Is het efficiënt?
 Biedt de input wel genoeg diversiteit aan woorden?
 Kunnen we woorden altijd goed afleiden uit de context?
Intentioneel leren:
• Voordelen?
• Nadelen?
Intentioneel leren:
• Voordelen?
- het is sneller
- het is efficiënter
• Nadelen?
- Het is ‘saai’
- Het is ‘onnatuurlijk’
- Het kost moeite
Intentioneel leren:
• Voordelen?
- het is sneller
- het is efficiënter
• Nadelen?
- Het is ‘saai’
- Het is ‘onnatuurlijk’
- Het kost moeite
 Oplossing?
Intentioneel leren:
• Voordelen?
- het is sneller
- het is efficiënter
• Nadelen?
- Het is ‘saai’
- Het is ‘onnatuurlijk’
- Het kost moeite
 Oplossing? Een combinatie van de twee!
Vier stimuli voor taalverwerving
• The four strands (Nation 2007)
•
•
•
•
Meaning-focused of betekenisgerichte input
Meaning-focused of betekenisgerichte output
Language-focused instruction of taalgerichte aandacht
Fluency development

evenwichtige aanwezigheid nodig van
deze vier stimuli
Voor een een effectieve taalverwerving, moeten voor elk van de
componenten leeractiviteiten georganiseerd worden.
Betekenisgerichte
input
TAALVERWERVING
taalgerichte aandacht
betekenisgerichte
output
Fluency development
Betekenisgerichte input
• Verwerken van luister- en leesinput in de eerste plaats met
oor/oog voor de betekenis ervan (tekstbegrip).
 Nuttig voor luister- en leesvaardigheid
Voedingsbodem is voor zgn. exemplar-based learning.
Exemplar-based learning (bottom-up learning) is leren door imitatie
en analogie.
Leerders hebben een ‘model’ nodig van hoe moedertaalgebruikers
(of expert speakers) zich in hun taal uitdrukken.
• De verwerving van woordenschat en grammatica gebeurt
‘incidenteel’ (d.i. een neveneffect van betekenisoverdracht).
• De blootstelling levert het meeste op als de
moeilijkheidsgraad van de input net iets boven het actuele
taalbeheersingsniveau van de leerder ligt (i+1)
‘i’ staat voor ‘interlanguage’, oftewel de kennis van de vreemde
taal waarover een leerling op een bepaald niveau beschikt
• Input wordt geacht effectiever te zijn
naarmate die natuurlijker, levensechter,
functioneler en attractiever is
Tips - Luisteren
• Kijk naar films in de vreemde taal en beeld je in dat
je alles al verstaat. Kinderen leren zo nieuwe taal
zonder het te beseffen.
Ook TV shows en radio uitzendingen
= heel nuttig
• Luister naar muzieknummers om zo de melodie van
de taal te pakken te krijgen
→ Ook goed voor uitspraak
+ zo leer je heel veel zinnen uit het hoofd
• Luister ook naar radio uitzendingen / kijk naar filmpjes
in de doeltaal via internet
→ Niet belangrijk dat je ieder woord verstaat.
• Radio op de achtergrond laten spelen
→ Zorgt ervoor dat je gewend geraakt aan de
intonaties en geluiden van de taal.
• Kijk naar films in de vreemde taal en ondertiteld in
het Nls.
• Kijk naar gedubde (in vreemde taal) versie van
(gekende) film
• Audioboeken (kinderverhalen bv.)
• Lokale bijeenkomsten met moedertaalsprekers.
• Tandems (geregelde bijeenkomsten met een partner
die een andere taal spreekt)
Tips - Lezen
• Lees in de doeltaal zo veel als je kan.
• Begin met kinderverhalen, vervolgens kranten en
tijdschriften, stripverhalen,...
→ Lezen zal je woordenschat, spelling, grammatica en kennis van
de taalcultuur aanzienlijk verbeteren (exemplar-based
learning).
→ Helpt ook voor het ontwikkelen van schrijfvaardigheden!!
• Lees tweetalige boeken of koop een boek in de ene
taal en zorg voor een kopie in een taal die je al
beheerst.
• Gebruik ondertitels in de vreemde taal (DVD’s,
ondertiteling via teletekst,…)
• Via internet: scripts opzoeken van verschillende films
en series
• Vermijd de woord - voor - woord benadering om te
begrijpen wat je leest.
→ kijk ook naar hoe woorden zich combineren met
andere woorden
prendre une décision, take the train, kant en klaar, ….
• Leesprogramma, bv. ReadPlease 2003 (gratis
op internet):
→ Combinatie van lezen en luisteren!!
‘Limited processing capacity'
• Wanneer je iets leest of beluistert, kun je moeilijk
tegelijk op inhoud en vorm letten.
• Onderzoek wijst erop dat, tenzij leerders worden
aangepord om te letten op de precieze manier
waarop een boodschap verwoord wordt, ze
automatisch hun aandacht richten op de betekenis.
De eerste voorwaarde om kennis beter en duurzamer te
onthouden is het herhalen van kennis. Aan het einde van de 19e
eeuw ontdekte de Duitse psycholoog Ebbinghaus dat studenten
al na 24 uur 80% van het geleerde zijn vergeten. Zijn onderzoek
naar de vermogens van het menselijk geheugen leidde tot de
zogenaamde vergeetcurve. Deze curve beschrijft welk
percentage geleerde kennis mensen nog kunnen reproduceren,
afgezet tegen de tijd.
Wanneer kennis voldoende wordt herhaald, kan men deze
kennis voor vrijwel 100% blijvend onthouden, waarvoor slechts
minimale inspanning nodig is. Wanneer de kennis eenmaal in het
langetermijngeheugen zit, hoeft pas na een aantal maanden tot
jaren de kennis even te worden herhaald om het kennisniveau
op peil te houden.
De eerste voorwaarde om kennis beter en __________ te
onthouden is het herhalen van kennis. Aan het einde van de 19e
eeuw ontdekte de Duitse psycholoog Ebbinghaus dat studenten
al na 24 uur 80% van het ________ zijn vergeten. Zijn onderzoek
naar de _________ van het menselijk geheugen leidde tot de
zogenaamde ____________. Deze curve beschrijft welk
percentage geleerde kennis mensen nog kunnen ________,
afgezet tegen de tijd.
Wanneer kennis voldoende wordt herhaald, kan men deze
kennis voor vrijwel 100% blijvend onthouden, waarvoor slechts
_________ inspanning nodig is. Wanneer de kennis eenmaal in
het langetermijngeheugen zit, hoeft pas na een aantal maanden
tot jaren de kennis even te worden herhaald om het
___________ op peil te houden.
• Bijgevolg is de incidentele verwerving van veel
taalelementen (vb. niet-courante woordenschat en
grammaticale patronen) een relatief traag proces.
Download