Vreemdetaalverwerving

advertisement
• Hoe kan de incidentele verwerving van veel
taalelementen versneld worden?
→ aanvulling met….
Taalgerichte aandacht
• Om het taalverwervingsproces te versnellen moet incidentele
taalverwerving aangevuld worden met expliciete taalgerichte
aandacht (language-focused awareness)
• B.v. aandacht besteden aan de vorm na een meaning-focused
input activiteit is een zinvolle methode om het incidentele
leerproces te versnellen (bv. tekst 2x lezen om taalelementen
intentioneel te verwerven, serie in vreemde taal 2x bekijken)
Taalgerichte aandacht
• B.v. expliciet grammatica- of woordenschatonderwijs volgens
een present – practise – produce stramien: eerst de ‘regel’
uitgelegd, vervolgens maakt de leerder oefeningen (bv. geef
de verleden tijd, kies het juiste woord, vul de correcte vorm
in, ...)
= “rule-based learning” (top-down learning)
• Nadruk op correctheid (vermijden van taalfouten)
• Taalverwerving gebeurt intentioneel
Voorbeeld
Put the verbs in the simple past or the present perfect tense
(and motivate your choice)
She (break) ____________ her leg in an accident last year.
I (fall) ________________ in love with you many years ago.
So far, this teacher (not teach) _____________ us anything.
He (not drink) _______________ for five days. He's trying to give up.
• ‘Geziene’ leerstof (intake) is zelden leerstof die
meteen voldoende geconsolideerd is (uptake) om
vlotjes in de praktijk te worden omgezet.
→ Belang van herhalingsoefeningen! (rehearsal)
Bij het leren van nieuwe leerstof in een vreemde taal
moet je steeds verder kunnen bouwen op je kennis
van reeds geziene leerstof.
→ Leerstof goed bijhouden en geregeld herhalen.
Vergeetcurve van Ebbinghaus
Tips - Grammatica
• Zorg ervoor de basisgrammatica van een taal goed te
kennen (zinsbouw, verbuigingen en vervoegingen,…).
• Zorg dat je je tijden correct en snel kunt gebruiken.
→ Je tijden automatisch uit het hoofd kennen door
ze veel te herhalen. Zo hoef je tijdens het schrijven of
spreken niet meer te zoeken naar de juiste tijd.
• Schrijf spraakkunstregels die je moeilijk
onthoudt op aparte steekkaartjes.
• Leer eerst je spraakkunstregels voor er
toepassingen over te maken.
→ Oefeningen maken door voortdurend naar je
boek of map te kijken is weinig efficiënt.
Intentionele
woordenschatverwerving
Wat is een woord?
Wat is een woord?
zanahoria
smink
changchang
Schmetterling
bagnolle
lilk
jumper
Wat is een woord?
zanahoria - wortel
smink - make-up
changchang - vaak
Schmetterling - vlinder
lilk - lelijk
bagnolle - auto
jumper-trui
Wat is een woord?
 Een vorm (=klank/spelling) die verwijst naar een betekenis.
VORM
BETEKENIS
Wanneer ken je een woord helemaal?
Je kent een woord helemaal als je weet
-
hoe het klinkt
hoe je het spelt
welke grammaticale rol het vervult
in welke context je het kan gebruiken
hoe je het uitspreekt
met welke andere woorden je het kan combineren
in welke uitdrukkingen je het kan gebruiken
Wat de verschillende betekenissen zijn.
Wanneer ken je een woord helemaal?
Je kent een woord helemaal als je weet
-
hoe het klinkt
hoe je het spelt
welke grammaticale rol het vervult
in welke context je het kan gebruiken
hoe je het uitspreekt
met welke andere woorden je het kan combineren
in welke uitdrukkingen je het kan gebruiken
wat de verschillende betekenissen zijn.
Maar gelukkig...
Wanneer ken je een woord
helemaal?
Je kent een woord helemaal als je weet
-
hoe het klinkt
hoe je het spelt
welke grammaticale rol het vervult
in welke context je het kan gebruiken
hoe je het uitspreekt
met welke andere woorden je het kan combineren
in welke uitdrukkingen je het kan gebruiken
Wat de verschillende betekenissen zijn.
Maar gelukkig... hoef je in het begin enkel de connectie tussen de
betekenis en de vorm van een woord te kennen!
Wanneer ken je een woord helemaal?
 Je kent de grondslag van een woord als je er de juiste betekenis op kan
plakken, en als je het woord zelf kan oproepen als je zijn betekenis wil
uitdrukken.
VORM
BETEKENIS
Wat is het moeilijkst?
zanahoria - wortel
smink - make-up
changchang - vaak
Schmetterling - vlinder
lilk - lelijk
bagnolle - auto
jumper-trui
Wat is het moeilijkst?
zanahoria - wortel
smink - make-up
changchang - vaak
Schmetterling - vlinder
lilk - lelijk
bagnolle - auto
jumper-trui
Engelse woorden...
rug
raspberry
tomcat
magic wand
to frolic
gullible
gingerly
- tapijt
- framboos
- kater
- toverstok
- ravotten
- naïef
- met tegenzin
Hoe leer je intentioneel woorden sneller?
• Door ze vaak genoeg te herhalen
(kwantiteit)
• Door ze grondig te verwerken
(kwaliteit)
• Door ze vaak genoeg te herhalen
HERHAALTIPS
HERHAALTIPS
• Schrijf woorden of hele zinnen op kleine kaartjes of fiches. De vreemde
taal op de ene kant, je moedertaal op de andere kant. Neem ze overal
mee naartoe en als je even tijd hebt kan je ze overlopen.
• Schrijf nieuwe woorden in twee kolommen in een schriftje, één voor je
moedertaal en één voor de nieuwe taal. Dan overloop je deze lijst dag
na dag en neem je de woorden die je je niet kan herinneren over op
een andere lijst.
• Herhaal de nieuwe woorden gedurende korte periodes. Het is
efficiënter elke dag 10 minuten te herhalen dan één dag per week één
uur te herhalen. Herhaal nieuwe woorden de dag na dat je ze voor het
eerst gezien hebt.
• Hang de woordjes die je moeilijk onthoudt aan de muur!
Maar we kunnen ook...
• de nieuwe woorden ‘grondig’ verwerken
?
‘Grondige’ verwerking:
Waarom?
 De kwaliteit en kwantiteit van wat we onthouden wordt
bepaald door de manier waarop we de informatie mentaal
verwerken (cognitieve psychologie)
Dit geldt ook voor L2 woordenschat.
 Hoe grondiger we ingaan op een nieuw woord, hoe
beter! Maar wat betekent dat?
Door ze grondig genoeg te verwerken:
 Je kan een woord ‘grondig’ verwerken door zoveel
mogelijk verbanden te leggen en associaties te maken
tussen het nieuwe woord en woorden die je al kent. Want,
hoe meer verbanden je legt, hoe meer geheugensporen je
creëert, en dus hoe meer toegangswegen je naar het
opgeslagen woord zal hebben, en hoe sterker het woord
zal verankerd worden in je geheugen.
 Wat voor verbanden kunnen we leggen tussen nieuwe
woorden en wat we al kennen?
Welke verbanden kan je leggen bij de volgende
woorden bijvoorbeeld?
dungarees (n.) - salopet
tryst (n.) - (geheime) afspraak
dank (adj.) - donker en vuil
puckish (adj.)- speels
denote (v.) - aantonen
dwell (v.) - wonen
superciliously (adv.) - arrogant
ASSOCIATIETIPS (betekenis)
ASSOCIATIETIPS (betekenis)
- Visualiseer het woord en wat je ermee doet (vooral nuttig
voor concrete woorden en werkwoorden)
- Associeer het woord met synoniemen en antoniemen
- Associeer het woord met een persoon, een gebeurtenis, een
gewoonte, etc..
ASSOCIATIETIPS (vorm)
 Denk na over de klank/spelling van een woord
Bv. Het woord lijkt op ...
Het woord rijmt met ....
Het woord is lang/kort
Het woord heeft veel klinkers of medeklinkers
 Groepeer woorden in een lijst volgens eerste letter, aantal
lettergrepen, etc...
Zijn alle woorden even moeilijk?
Zijn alle woorden even moeilijk?
dungarees (n.) - salopet
tryst (n.) - (geheime) afspraak
dank (adj.) - donker en vuil
puckish (adj.) - speels
denote (v.) - aantonen
dwell (v.) - wonen
superciliously (adv.) - arrogant
Zijn alle woorden even moeilijk?
dungarees (n.) - salopet
tryst (n.) - (geheime) afspraak
dank (adj.) - donker en vuil
puckish (adj.) - speels
denote (v.) - aantonen
dwell (v.) - wonen
superciliously (adv.) - arrogant
 Wordt dit bepaald door de lengte, de klanken, de
frequentie, een gelijkenis met woorden die je al kent?
Zijn alle woorden even moeilijk?
Ellis and Beaton 1993, p.560.
“Hoe minder overeenkomst er is tussen een nieuw woord in de
vreemde taal en een woord in de moedertaal, hoe moeilijker
het zal zijn voor de leerder om dat woord te leren.”
Hulstijn 2001, p.262.
“Als het voor de leerder lijkt alsof de vorm van een nieuw woord
niet past bij zijn betekenis, dan zal dat woord meer aandacht en
mentale deliberatie vergen dan als het een transparant uiterlijk
heeft.”
Maar waar ligt die ‘transparantie’ aan?
“Linguïstische motivatie”
 Als je (achteraf) kan verklaren waarom een
woord in een bepaalde taal een bepaalde vorm
heeft om een bepaalde betekenis uit te drukken.
“Linguïstische motivatie”
 Als je (achteraf) kan verklaren waarom een
woord in een bepaalde taal een bepaalde vorm
heeft om een bepaalde betekenis uit te drukken.
 Maar hoe kan je dat verklaren?
Hoe kan je een woord ‘linguïstisch motiveren’?
Hoe kan je een woord ‘linguïstisch motiveren’?

intra-linguistisch: woord lijkt op gekende woorden in dezelfde taal
met een gelijkaardige betekenis
 voorbeelden: overjoyed=very happy, horrendous=horrible, dank=
Hoe kan je een woord ‘linguïstisch motiveren’?

intra-linguistisch: woord lijkt op gekende woorden in dezelfde taal met
een gelijkaardige betekenis
 voorbeelden: overjoyed=very happy, horrendous=horrible, dank=

inter-linguistisch: woord lijkt op gekende woorden in een andere taal
met een gelijkaardige betekenis
 voorbeelden: book, photo, love, disgusting, retire, city, etc..
Hoe kan je een woord ‘linguïstisch motiveren’?

intra-linguistisch: woord lijkt op gekende woorden in dezelfde taal met
gelijkaardige betekenis
 voorbeelden: overjoyed=very happy, horrendous=horrible, dank=

inter-linguistisch: woord lijkt op gekende woorden in een andere taal
met een gelijkaardige betekenis
 voorbeelden: book, photo, love, disgusting, retire, city, etc..

’klanksymbolisme’:woord lijkt te passen bij de betekenis, omdat
1. het klank of gevoel imiteert in de echte wereld
 voorbeelden: klanknabootsingen zoals ‘koekoek’, ‘zoem’, ‘slissen’, etc..
2. het simpelweg lijkt te passen bij zijn betekenis (subjectief!)
 voorbeelden: Kika & Buba, Tom & Tim
Samenvatting: tips voor bij het intentioneel
leren van woordenschat!
-
Ga bewust om met woordenschat, je leert het niet allemaal vanzelf, dit
betekent vaak herhalen en grondig verwerken:
-
Herhaal geregeld, vooral in het begin. Vergeet niet in de L1-L2 richting te
vertalen. Let op de vorm van nieuwe woorden.
-
Maak woordlijstjes en orden ze op jouw manier (alfabetisch,
thematisch, ...)
-
Maak zoveel mogelijk associaties tussen nieuwe en gekende woorden,
en tussen nieuwe woorden en hun betekenis.
 Buit wat je al kent uit!
 En creëer daarna zoveel mogelijk input en output kansen om de nieuw
gestudeerde woorden in context tegen te komen en te gebruiken
Kunnen vs. kennen
“Kunnen”
taalvaardigheid;
communicatieve
competentie;
betekenisoverdracht &
vlotheid
“Kennen”
expliciete kennis van
formele kenmerken van de
standaardtaal (normatieve
grammatica, etc.)
aandacht voor de vorm &
correctheid
Voor een een effectieve taalverwerving, moeten voor elk van de
componenten leeractiviteiten georganiseerd worden.
Betekenisgerichte
input
TAALVERWERVING
Taalgerichte aandacht
betekenisgerichte
Output
Fluency development
Betekenisgerichte output
• Communicatieve activiteiten die de leerders noden tot
taalproductie
• Betekenisoverdracht primordiaal
• Als de leerder bij de uitvoering van de taak geconfronteerd
wordt met de lacunes in zijn kennis of tekortkomingen in een
vaardigheid (Noticing Hypothesis), worden de condities
gecreëerd voor het opvullen van die lacunes en het
wegwerken van die tekortkomingen
• Taalverwerving gebeurt dus (semi-)incidenteel
Voorbeelden
• Gelezen teksten of opname navertellen of er tekstje
over schrijven.
• Tijdens het rijden in de auto of met de trein, tijdens
het wandelen, wachten in de rij ... kan je in je hoofd
gesprekken en dialogen simuleren.
→ Zo besef je wat je nog niet kent en kan je gaan opzoeken.
• Conversatietafels
• Mondelinge oefeningen tijdens de les
Oefening
Tot welke strand(s) behoren de volgende
activiteiten? Waarom?
- Een tekst vertalen naar de moedertaal
- Een tekst vertalen naar de vreemde taal
- Welke strand komt volgens jou het meeste aan
bod tijdens je instructie-uren?
Download